Operation Manual
Signaalsterkte bepalen
Aan de signaalsterkte kunt u zien hoe krachtig het draadloze signaal is dat de computer of printer ontvangt van het
draadloze netwerk. Een zwak signaal heeft mogelijk invloed op de verbinding tijdens de configuratie.
Controleer de verbinding van de computer
1 Klik in het systeemvak van de computer op de pictogram van de software waarmee de draadloze netwerkadapter
wordt beheerd.
2 Controleer de kwaliteit van het signaal.
Controleer de verbinding van de printer
• Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af.
Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar Kwaliteit.
• Controleer de signaalsterkte op het bedieningspaneel van de printer.
Ga naar:
> Netwerkconfiguratie > Draadloos netwerk
De balken die naast de netwerknaam worden weergegeven, geven de kwaliteit van het signaal aan.
U kunt de kwaliteit van het signaal verbeteren door storingsbronnen te verwijderen en/of draadloze apparaten
dichter bij het toegangspunt (draadloze router) te plaatsen.
Hoe kan ik de signaalsterkte van het draadloze netwerk
verbeteren?
Een veelvoorkomende reden dat draadloze printers niet kunnen communiceren via een netwerk, is een draadloos
signaal van slechte kwaliteit. Als het signaal te zwak is, te vervormd of wordt geblokkeerd door een object, kan het
geen gegevens overdragen tussen het toegangspunt en de printer. Druk een netwerkconfiguratiepagina af om te
controleren of de printer een krachtig signaal ontvangt van het toegangspunt. In het veld voor de kwaliteit wordt
de relatieve sterkte van het draadloze signaal weergegeven dat de printer ontvangt. Afnamen van de signaalsterkte
kunnen echter tijdelijk zijn. Hoewel de signaalsterkte goed lijkt, kan deze onder bepaalde omstandigheden zwakker
worden.
Als u denkt dat de signaalsterkte een probleem is tussen het toegangspunt (draadloze router) en de printer, kunt u
een of meer van de volgende oplossingen proberen:
Opmerkingen:
• De volgende oplossingen zijn van toepassing op infrastructuurnetwerken. Wanneer u een ad-hocnetwerk
gebruikt, moet u de computerinstellingen wijzigen als in de oplossing wordt aangegeven dat u de
toegangspuntinstellingen moet wijzigen.
• Ad-hocnetwerken hebben een veel kleiner bereik dan infrastructuurnetwerken. Plaats de printer dichter bij de
computer als er een communicatieprobleem lijkt te zijn
PLAATS DE PRINTER DICHTER BIJ HET TOEGANGSPUNT
Als de printer te ver van het toegangspunt is geplaatst, is communicatie met andere apparaten op het netwerk
niet mogelijk. Voor de meeste draadloze netwerken binnenshuis is de maximale afstand tussen het toegangspunt
en de printer ongeveer 30 meter. Deze afstand kan groter of kleiner zijn, afhankelijk van de indeling van het netwerk
en de beperkingen van het toegangspunt.
Netwerk
121