Operation Manual

Een SSID kan uit maximaal 32 tekens bestaan.
Waar kan ik de SSID vinden?
U kunt de SSID voor het draadloze netwerk vinden door de instellingen van het toegangspunt of de draadloze router
te bekijken. De meeste toegangspunten hebben een ingebouwde webserver die geopend kan worden met een
webbrowser.
Veel netwerkadapters leveren een programma waarmee u de draadloze instellingen van uw computer, waaronder de
SSID, kunt weergeven. Controleer uw computer om te zien of er een programma is geïnstalleerd met uw
netwerkadapter.
Als u de SSID niet kunt vinden met deze methoden, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Wat is een netwerk?
Een netwerk is een verzameling apparaten, zoals computers, printers, Ethernet-hubs, draadloze toegangspunten en
routers die met elkaar zijn verbonden via kabels of via een draadloze verbinding zodat ze kunnen communiceren. Een
netwerk kan bedraad of draadloos zijn, of zijn ingesteld voor zowel bedrade als draadloze apparaten.
Apparaten op een bedraad netwerk gebruiken kabels om met elkaar te communiceren.
Apparaten op een draadloos netwerk gebruiken radiogolven in plaats van kabels om met elkaar te communiceren.
Draadloze communicatie met een apparaat is alleen mogelijk als een draadloze netwerkadapter is aangesloten of
geïnstalleerd waarmee radiogolven kunnen worden ontvangen en verzonden.
Hoe bepaal ik welk type beveiliging voor mijn netwerk wordt gebruikt?
U moet de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord en het type beveiliging (WEP, WPA of WPA2) kennen dat wordt gebruikt
op het draadloze netwerk. Raadpleeg de documentatie bij het draadloze toegangspunt (draadloze router) of de
webpagina voor het draadloze toegangspunt, of neem contact op met de systeembeheerder als u niet beschikt over
deze instellingen.
Opmerking: De WEP-sleutel en het WPA-wachtwoord zijn niet hetzelfde als het wachtwoord voor het draadloze
toegangspunt. Met dit wachtwoord hebt u toegang tot de instellingen van het draadloze toegangspunt. U kunt met de
WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord printers en computers aansluiten op het draadloze netwerk.
Hoe worden thuisnetwerken geconfigureerd?
Computers, laptops en printers moeten met elkaar verbonden zijn met kabels en/of moeten beschikken over
ingebouwde of geïnstalleerde netwerkadapters, als u wilt dat ze met elkaar kunnen communiceren.
Een netwerk kan op veel verschillende manieren worden ingesteld. Hieronder worden vier algemene voorbeelden
gegeven.
Opmerking: de printers in de volgende diagrammen stellen printers voor die zijn uitgerust met interne afdrukservers
zodat ze kunnen communiceren via een netwerk.
Netwerk
106