Operation Manual

Faxinstellingen aanpassen
50
7 Geef de snelkoppelingsnaam op met het toetsenblok en druk vervolgens op . Zie Tekens
invoeren op pagina 52 voor meer informatie.
Opmerking: de MFP ondersteunt geen double-byte tekens voor namen, zoals Chinees, Japans
of Koreaans. Deze talen zijn ongeschikt voor het invoeren van een naam.
8 Geef een faxnummer op en druk op .
9 Druk op het numerieke toetsenblok op 1 (ja) als u nog een nummer wilt invoeren of op 2 (nee)
als u klaar bent.
De snelkeuzeknoppen gebruiken
U kunt snelkoppelingen 1-5 en 6-10 gebruiken met de snelkeuzeknoppen. Deze knoppen worden
automatisch geprogrammeerd als u snelkoppelingen 1-10 programmeert. Zie Snelkoppelingen
instellen op pagina 49 voor meer informatie over het toevoegen van snelkoppelingen aan het
telefoon-/faxboek.
1 Plaats een origineel document in de ADF of op de glasplaat.
2 Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
3 Druk op een snelkeuzeknop.
a Druk op Snelkiezen 1, 2, 3, 4 of 5 voor de eerste vijf snelkoppelingen.
b Druk op Shift en vervolgens op Snelkiezen 1, 2, 3, 4 of 5 voor snelkoppelingen 6–10.
Opmerking: Shift + Snelkiezen 1 is snelkoppeling 6. Shift + Snelkiezen 2 is snelkoppeling 7
enzovoort.
4 Druk op .
5 Druk op Starten.