Operation Manual

Tips voor het gebruik van transparanten
Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Voer transparanten in vanuit de standaardlade of vanuit de universeellader.
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen
kunnen weerstaan tot 185 °C zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke
stoen
af te
geven.
Opmerking: Wanneer Gewicht transparanten is ingesteld op Zwaar en Structuur transparant is ingesteld
op Ruw, kunnen transparanten worden bedrukt bij een temperatuur tot 195 °C.
Voorkom vingerafdrukken op de transparanten. Deze kunnen leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit.
Buig de transparanten, waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst
zodat deze niet aan elkaar blijven plakken.
Richtlijnen voor papier
Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor
optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale
afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft.
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer.
Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Gewicht
De printerladen kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 120 g/m
2
met de vezel in
de lengterichting. De universeellader kan automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 163
g/m
2
met de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m
2
is mogelijk niet stevig genoeg om
correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden. Het beste resultaat bereikt u met
papier van 75 g/m
2
met de vezel in de lengterichting. Voor papier kleiner dan 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch)
kunt u het beste papier met een gewicht van 90 g/m
2
of meer gebruiken.
Opmerking: dubbelzijdig afdrukken wordt alleen ondersteund voor papier met een gewicht van 60–90
g/m
2
.
Krullen
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier
kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u
papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan
het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er
niet goed op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Gebruik papier met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheeld-punten. Een gladheid tussen de 150 en 250
Sheeld-punten geeft echter de beste afdrukkwaliteit.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 113