Operation Manual

De geavanceerde opties gebruiken
Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u instellingen voor Achtergrond verwijderen, Kleurbalans,
Weggevallen kleur, Contrast, JPEG-kwaliteit, Spiegelaeelding, Negatiefaeelding, Rand tot rand scannen,
Schaduwdetail, Scherpte en Temperatuur aanpassen voor u het document scant.
Aangepaste taak: hiermee kunt u meerdere scantaken combineren in één taak.
Rand wissen: hiermee kunt u vlekken of markeringen rondom de randen van een document verwijderen.
U kunt een heel gebied langs alle zijden van het papier weghalen, of een bepaalde rand aangeven. Met
Rand wissen wist u alles wat in het geselecteerde gebied ligt, zodat er niets wordt afgedrukt op dat gedeelte
van het papier.
Transmissielog: hiermee drukt u het transmissielog of het transmissiefoutenlog af.
Sensor universeellader: dit controleert of de ADF meer dan één vel papier tegelijk pakt. Als dit gebeurt,
wordt een foutmelding weergegeven.
Opmerking: Deze optie wordt alleen ondersteund op bepaalde modellen.
Bezig met scannen 148