Operation Manual

Actie Ja Nee
Stap 4
Controleer de aansluitingen van de printer.
Indien van toepassing, controleer of de kabels van de volgende
apparaten goed zijn aangesloten:
Telefoon
Handset
Antwoordapparaat
Zitten de kabels goed vast?
Ga naar stap 5. Zorg dat de kabels
goed vastzitten.
Stap 5
a Controleer de wandaansluiting voor telefoons.
1 Sluit de telefoon aan op de wandcontactdoos.
2 Luister of u een kiestoon hoort.
3 Als u geen kiestoon hoort, sluit u een andere telefoonkabel op
de wantcontactdoos aan.
4 Hoort u nog steeds geen kiestoon, dan sluit u de telefoonkabel
op een andere wandcontactdoos aan.
5 Als u een kiestoon hoort, sluit u de printer op die wandcon-
tactdoos aan.
b Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Kunt u een fax verzenden of ontvangen?
Het probleem is
opgelost.
Ga naar stap 6.
Stap 6
Controleer dat de printer is aangesloten op een analoge telefoon-
dienst of de juiste digitale connector.
De faxmodem is een analoog apparaat. U kunt bepaalde
apparaten op de printer aansluiten om gebruik te maken van
diensten voor digitale telefonie.
Als u een ISDN-lijn gebruikt, sluit u de printer op de analoge
telefoonaansluiting (een zogenaamde R-interfacepoort) van
een ISDN-adapter aan. Neem voor meer informatie en voor het
bestellen van een R-interfacepoort contact op met uw ISDN-
provider.
Als u een DSL-lijn gebruikt, sluit u een DSL-filter of een router
aan die analoge signalen ondersteunt. Neem voor meer infor-
matie contact op met uw DSL-provider.
Als u gebruikmaakt van een PBX dient u te controleren of u de
printer op een analoge poort van de PBX hebt aangesloten. Als
er geen analoge poorten aanwezig zijn, kunt u overwegen een
analoge telefoonlijn voor de fax te installeren.
Is de printer aangesloten op een analoge telefoondienst of de juiste
digitale connector?
Ga naar stap 7. Sluit de printer aan op
een analoge telefoon-
dienst of de juiste
digitale connector.
Problemen oplossen 329