Beheerdershandleiding Raadpleeg dit document als u vragen hebt over de Lexmark Optra™ T of als u problemen ondervindt bij het gebruik van de printer. Dit document bevat informatie over menu’s op het bedieningspaneel, printerberichten, het oplossen van problemen, onderhoud en het verwijderen van printeropties. U kunt de toegang tot de Beheerdershandleiding beperken door alle documenten op de cd naar een netwerk te kopiëren, met uitzondering van de Beheerdershandleiding.
Extra informatie Cd met stuurprogramma’s, MarkVision en hulpprogramma’s Naast printerstuurprogramma’s en hulpprogramma’s, bevat de Cd met stuurprogramma’s, MarkVision en hulpprogramma’s informatie over Lexmark printers. Klik nadat u de cd hebt gestart achtereenvolgens op View Documentation en: • Printer Commands om de Technical Reference te openen voor gedetailleerde informatie over printertalen en -opdrachten, interfacespecificaties en geheugenbeheer.
Handelsmerken Lexmark, MarkNet, MarkVision en Optra zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. PictureGrade is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Operation ReSource is een onderhoudsmerk van Lexmark International, Inc. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL 6 is een aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en -functies in haar producten.
De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van deze bedrijven: Handelsmerken Albertus The Monotype Corporation Antique Olive Monsieur Marcel OLIVE Apple Chancery Apple Computer, Inc. Arial The Monotype Corporation Candid Agfa Corporation CG Omega Agfa Corporation CG Times Gebaseerd op Times New Roman onder licentie van The Monotype Corporation, product van Agfa Corporation Chicago Apple Computer, Inc.
Monaco Apple Computer, Inc. Mona Lisa International Typeface Corporation NewYork Apple Computer, Inc. Oxford AlphaOmega Typography Palatino Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen Pantone Pantone, Inc. Stempel Garamond Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen Taffy Agfa Corporation Times New Roman The Monotype Corporation TrueType Apple Computer, Inc.
Het bedieningspaneel en de menu's Dit gedeelte bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. Als u reeds bekend bent met een vergelijkbaar bedieningspaneel, kunt u verder gaan met “Overzicht van printermenu's” op pagina 14.
Het bedieningspaneel Met de vijf knoppen op het bedieningspaneel kunt u menu’s openen, door een lijst met waarden schuiven, printerinstellingen wijzigen en reageren op printerberichten. In de volgende tabel wordt de functie van elke knop beschreven. De knoppen zijn van invloed op de informatie die wordt weergegeven op de tweede regel van de display.
Knoppen op het bedieningspaneel (vervolg) Knop Functie Selecteren Druk op Selecteren als u het volgende wilt doen: • Het menu selecteren dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display. Afhankelijk van het type menu heeft deze actie een van de volgende resultaten: - Het menu wordt geopend en het eerste menu-item wordt weergegeven. - Het menu wordt geopend en de standaardinstelling wordt weergegeven. • Het weergegeven menu-item opslaan als de nieuwe standaardinstelling.
De pagina met menuinstellingen afdrukken OPMERKING: Voordat u de menu-instellingen afdrukt, moet u ervoor zorgen dat in de geselecteerde papierbron papier van het formaat Letter, Legal of A4 is geladen en dat voor de papierbron de instelling PAPIERSOORT is ingesteld op Standaardpapier. Op de pagina met menu-instellingen worden de huidige instellingen voor de menu’s en een lijst met geïnstalleerde opties weergegeven.
Menu-instellingen wijzigen Met het bedieningspaneel kunt u printerinstellingen wijzigen en de printer aan uw wensen aanpassen. U selecteert als volgt een nieuwe waarde als standaardinstelling: OPMERKING: Met de wijzigingen die u in een 1 Terwijl de status Gereed wordt weergegeven, drukt u op Menu> of
De volgende waarden zijn mogelijk: – De instelling Aan of Uit; – Een woord of woordgroep waarmee een instelling wordt beschreven; – Een numerieke waarde die u kunt verhogen of verlagen. OPMERKING: De standaardinstellingen van de 6 Druk op Menu> of Menu totdat de gewenste waarde wordt weergegeven. 7 Druk op Selecteren. gebruiker blijven van kracht totdat u nieuwe instellingen opslaat of de fabriekswaarden herstelt.
Menu's op het bedieningspaneel uitschakelen Als u wilt voorkomen dat standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd, kunt u de menu's op het bedieningspaneel als volgt uitschakelen: 1 Zet de printer uit. OPMERKING: Als u de menu's op het 2 bedieningspaneel uitschakelt, hebt u nog wel toegang tot het JOB-MENU en de functie Afdruk/wachtstandtaken. Druk op Selecteren en Return, houd beide knoppen ingedrukt en zet vervolgens de printer aan.
Als de menu's van het bedieningspaneel zijn vergrendeld en u vervolgens op Menu> of
Overzicht van printermenu's BEWAARDE OPDR. (pagina 42) Alle opdr.afdr. Opdr. afdrukken Alle opdr.verw. Opdracht verw. Aantal afdrukken PAPIERMENU (pagina 15) Papierbron PAPIERFORMAAT PAPIERSOORT SRTN AANGEPAST Uitvoerlade Uitvrlad. conf. Overloopvak KEN TYPE/VAK TOE Ander formaat MF config. Bescherm envelop PAPIERSTRUCTUUR PAPIERGEWICHT PAPIER LADEN PARALLELMENU (pagina 64) PARALLEL OPT. x PCL SmartSwitch PS SmartSwitch Werkstand NPA Parallelbuffer Taakbuffer Uitgebr.
Papiermenu In het PAPIERMENU kunt u alle instellingen definiëren die te maken hebben met de invoer en uitvoer van afdrukmateriaal en met het specifieke afdrukmateriaal dat u gebruikt. Papiermenu Menu-item Waarden Papierbron Lade 1* Lade 2 Lade 3 Lade 4 Lade 5 MF-lader Envelop-lader Handinvoer Env (hand) De waarde die u selecteert voor het menu-item Papierbron is de standaardpapierbron. Alleen de geïnstalleerde papierbronnen worden weergegeven.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERFORMAAT Formaat lade x (waarbij x lade 1 tot en met 5 kan zijn) Formaat handinv. Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: A4* (Landspecifiek) A5 JIS B5 Letter* (Landspecifiek) Legal Executive Universal Formaat MF-lader A4* (Landspecifiek) A5 JIS B5 Letter* (Landspecifiek) Legal Executive Universal 7 3/4 (env.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERFORMAAT (vervolg) Form. env-lader Form env (hand) Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: 7 3/4 (env.) 9 (envelop) 10 (envelop)* (Landspecifiek) (DL) envelop* (Landspecifiek) C5 (envelop) B5 (envelop) Andere envelop De waarde die u selecteert voor PAPIERFORMAAT is het standaardformaat voor elke papierbron. In sommige papierbronnen wordt het formaat van het afdrukmateriaal automatisch ingesteld.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSOORT Pap. soort lade x (waarbij x lade 1 tot en met 5 kan zijn) Papsrt MF-lader Pap.soort (hand) Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: Standaardpapier* Karton Transparant Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Kleurpapier Aangepast x (waarbij x staat voor een van de zes aangepaste papiersoorten) Opmerking: Het menu-item Papsrt MF-lader wordt alleen weergegeven als MF config. is ingesteld op Cassette. Env.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSOORT (vervolg) Met het menu-item PAPIERSOORT geeft u op welke soort afdrukmateriaal u hebt geladen in elke papierbron. Deze instelling wordt door de printer op de volgende manieren gebruikt: • De printer kan de afdrukkwaliteit optimaliseren voor het opgegeven afdrukmateriaal. • U kunt papierbronnen selecteren met de toepassing waarin u werkt door alleen de papiersoort en het papierformaat te selecteren. De bron zelf hoeft u niet te selecteren.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden SRTN AANGEPAST Aangepast x (waarbij x staat voor een van de zes aangepaste papiersoorten) Papier* Karton Transparant Etiketten Envelop Met de waarden voor het menu-item SRTN AANGEPAST geeft u op welke soort afdrukmateriaal wordt gebruikt voor elk van de aangepaste soorten die beschikbaar zijn in het menu-item PAPIERSOORT.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden Uitvrlad. conf. Postbus* Koppelen Uitvoer is vol Koppeling opt. Type toekennen Uitvrlad. conf. wordt alleen weergegeven als u ten minste één uitvoeroptie hebt geïnstalleerd. Koppeling opt. wordt alleen weergegeven als u ten minste twee optionele laden hebt geïnstalleerd. Uitvoer is vol wordt alleen weergegeven als u ten minste vier uitvoerladen hebt geïnstalleerd. Met de instelling Postbus kunt u de standaardlade en elke andere uitvoeroptie afzonderlijk selecteren.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden Overloopvak Standaardlade Lade x (waarbij x staat voor een uitvoeroptie van 1 tot en met 10) Opmerking: Alleen geïnstalleerde uitvoeropties worden weergegeven. Overloopvak wordt alleen weergegeven als u ten minste vier uitvoerladen hebt geïnstalleerd. Als er een lade beschikbaar is die door de gebruiker is gedefinieerd, wordt deze lade weergegeven in plaats van Lade x. De naam wordt na 14 tekens afgekapt. KEN TYPE/VAK TOE Vak gewoon pap.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden Ander formaat Uit Letter/A4* Selecteer Letter/A4 als u wilt dat de printer automatisch een A4-taak afdrukt op Letter-papier en een Letter-taak afdrukt op A4-papier, als het formaat waarnaar de printer vraagt niet in de papierbron is geladen. Bescherm envelop Uit Aan* Met het menu-item Bescherm envelop kunt u het kreuken van enveloppen tot een minimum beperken.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSTRUCTUUR Struct. Stnrdpap Structuur karton Struct. Transpar Struct. Etiket. Struct. Bankpost Struct. Envelop Struct. Brfhoofd Struct. Voorbedr Struct. Kleurpap Struct. Aangep x (waarbij x staat voor een van de zes aangepaste structuren) Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende drie waarden in een tweede menu: • Glad • Normaal* • Ruw Opmerking: Ruw is de fabriekswaarde voor Struct. Bankpost.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERGEWICHT Gewicht stndrd Gewicht karton Gewicht transp. Gewicht etiket.
Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIER LADEN Kaarten laden Etiketten laden Bankpost laden Briefpap. laden Voorgedr. laden Gekleurd laden Aangepast x laden (waarbij x staat voor een aangepaste papiernaam van 1 tot en met 6) Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: Uit* Duplex Met deze instelling kunt u enkelzijdig afdrukken op voorbedrukt afdrukmateriaal dat is geladen om dubbelzijdig te worden afgedrukt.
Menu Afwerking Met het MENU AFWERKING kunt u alle instellingen definiëren die te maken hebben met de printeruitvoer. Menu Afwerking Menu-item Waarden Duplex Uit* Aan Opmerking: Duplex wordt alleen weergegeven als u de lade voor dubbelzijdig afdrukken hebt geïnstalleerd. Stel Duplex in op Aan als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Stel Duplex in op Uit als u enkelzijdig wilt afdrukken. U kunt, als u dubbelzijdig wilt afdrukken, elke willekeurige papierbron gebruiken, behalve de enveloppenlader. Bindz.
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Bindz. dubbelz. (vervolg) Korte zijde houdt in dat de pagina's worden ingebonden langs de korte zijde. Achterzijde van het vel Achterzijde van het vel Staand Voorzijde van het volgende vel Liggend Voorzijde van het volgende vel Exemplaren 1*…999 Met de waarden voor Exemplaren bepaalt u hoeveel exemplaren van elke pagina u wilt afdrukken. De exemplaren worden niet automatisch door de printer gesorteerd.
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Sorteren Uit* Aan Als u Sorteren hebt ingesteld op Uit, wordt elke pagina in een afdruktaak zo vaak afgedrukt als u hebt opgegeven met de instelling Exemplaren. Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt afdrukken en Exemplaren instelt op 2, worden de volgende pagina's afgedrukt: pagina 1, pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3, pagina 3.
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Scheidingspags Geen* Tussen exempl. Tussen taken Tussen pags U kunt lege scheidingspagina's invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen elke pagina van een taak. Scheidingspagina's worden uitgevoerd vanuit de bron die u hebt opgegeven met het menu-item Bron scheid.pags. Selecteer Tussen exempl. voor taken waarmee meerdere exemplaren worden afgedrukt.
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden N op één vel Uit* 2 op één vel 3 op één vel 4 op één vel 6 op één vel 9 op één vel 12 op één vel 16 op één vel Met het menu-item N op één vel kunt u meerdere pagina-afbeeldingen op één vel afdrukken. Met 2 op één vel stelt u bijvoorbeeld in dat twee pagina-afbeeldingen op één vel worden afgedrukt en met 3 op één vel stelt u in dat drie paginaafbeeldingen op één vel worden afgedrukt, enzovoort. Met de instellingen voor Volgorde meer pg, Afd.vb.
Menu Afwerking (vervolg) Pagina 4 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 2 Pagina 4 32 Pagina 1 Pagina 2 Pagina 2 Pagina 4 Pagina 2 Pagina 4 Pagina 4 Pagina 3 Pagina 3 Pagina 1 Pagina 1 Pagina 2 Pagina 1 Omgekeerd ver. Staand Liggend Pagina 3 Omgekeerd hor.
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Afd.vb. mr pags Auto* Lange zijde Korte zijde Met Afd.vb. mr pags selecteert u de afdrukstand van de pagina-afbeeldingen op een vel dat waarvoor u de optie N op één vel hebt ingesteld. Selecteer Auto als u wilt dat de printer aan de hand van gegevens de afdrukstand bepaalt. Selecteer Lange zijde om de lange zijde van het afdrukmateriaal als de bovenkant van de pagina te gebruiken.
Menu Extra In het MENU EXTRA kunt u verschillende lijsten afdrukken met informatie over printerbronnen, printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat het MENU EXTRA menu-items waarmee u de printerhardware kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen. Menu Extra Menu-item Waarden Print menu's Druk op Selecteren om de pagina met menu-instellingen af te drukken.
Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Net2 inst.afdr. Druk op Selecteren om de pagina met instellingen van de interne printerserver af te drukken. De pagina met instellingen van de interne printerserver bevat informatie over uw netwerkinstallatie en de printerinstellingen voor het netwerk die u hebt gedefinieerd met het menu-item Netwerkinst. x van het NETWERKMENU. Raadpleeg pagina 75 voor informatie. Opmerking: Het menu-item Net2 inst.afdr.
Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Flash formatt. Ja Nee Als u het flash-geheugen formatteert, verwijdert u alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het flashgeheugen zijn opgeslagen en bereidt u de flash-geheugenkaart voor op het ontvangen van nieuwe bronnen. Het menu-item Flash formatt. wordt alleen weergegeven als het geïnstalleerde flash-geheugen niet is beschadigd of beveiligd tegen lezen/schrijven of schrijven.
Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Schijf formatt. Ja Nee Als u de vaste schijf formatteert, verwijdert u alle bronnen die zijn opgeslagen op de vaste schijf en bereidt u de vaste schijf voor op het ontvangen van nieuwe bronnen. Het menu-item Schijf formatt. wordt alleen weergegeven als de geïnstalleerde optionele vaste schijf niet is beschadigd of beveiligd tegen lezen/schrijven of schrijven.
Menu Extra (vervolg) Menu-item Hex Trace Waarden Druk op Selecteren om de werkstand Hex Trace te activeren. Met Hex Trace kunt u de bron van een afdrukprobleem isoleren. Als u Hex Trace hebt geselecteerd, worden alle gegevens die naar de printer worden gestuurd zowel in een hexadecimale weergave als in een tekenweergave afgedrukt. Besturingscodes worden niet uitgevoerd. Als u de werkstand Hex Trace wilt afsluiten, zet u de printer uit of voert u een reset uit.
Job-menu Het JOB-MENU is alleen beschikbaar als de printer bezig is een taak te verwerken of uit te voeren, als op de display een ander bericht dan Gereed wordt weergegeven of als de printer zich in de werkstand Hex Trace bevindt. Druk op Menu> of
Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden OPDR. VERTROUWEL. (vervolg) Aantal afdrukken ... Opmerking: Het menu-item OPDR. VERTROUWEL. wordt pas weergegeven nadat de printer ten minste één vertrouwelijke taak heeft verwerkt.
Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden OPDR. VERTROUWEL. (vervolg) Druk op Menu> of
of Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. Alle opdr.afdr. Opdr.afdrukken ... Alle opdr.verw. Opdracht verw.
Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. (vervolg) Gebruikersnaam is gebaseerd op het veld voor de gebruikersnaam in het stuurprogramma. De standaardinstelling is de gebruikersnaam voor het besturingssysteem of de naam die u gebruikt als u zich aanmeldt. U kunt de naam in dit veld in het stuurprogramma vervangen door een andere naam voordat u de afdruktaak verzendt. Opdrachtnaam bevat de naam van het bestand die door de toepassing is gedefinieerd bij het verzenden van de taak.
Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. (vervolg) Als u BEWAARDE OPDR. selecteert, hebt u de volgende mogelijkheden: Alle opdr.afdr. Opdr.afdrukken Aantal afdrukken Alle opdr.verw. Opdracht verw. Druk op Menu> of
Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. (vervolg) Met Opdracht verw. kunt u de taken te selecteren die u wilt verwijderen. Er wordt een lijst met beschikbare taken weergegeven. Met de knoppen Menu> en
Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden Nwe actieve lade Nwe actieve lade wordt weergegeven als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: • Als u Uitvrlad. conf. in het PAPIERMENU hebt ingesteld op Postbus, Uitvoer is vol of Type toekennen. • Als u Uitvrlad. conf. hebt ingesteld op Postbus, Uitvoer is vol of Type toekennen, moeten twee of meer laden worden gegroepeerd. Dit doet u door aan de laden dezelfde naam toe te kennen. • Als Bezig of Wachten wordt weergegeven.
Kwaliteitmenu Met het KWALITEITMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op de kwaliteit van de afgedrukte tekens en afbeeldingen. Kwaliteitmenu Menu-item Waarden Resolutie 300 dpi 600 dpi* Beeldkw. 1200 1200 dpi Met de instelling Resolutie kunt u opgeven hoeveel dots per inch (dpi) worden afgedrukt. Hoe hoger deze instelling, des te scherper worden tekens en afbeeldingen afgedrukt. Als de afdruktaak voornamelijk uit tekst bestaat, selecteert u 600 dpi voor de hoogste afdrukkwaliteit.
Kwaliteitmenu (vervolg) Menu-item Waarden Tonerzwarting 1 2 3 4 5 6 7* 8 9 10 Gebruik Tonerzwarting als u afbeeldingen in de afdruktaken lichter of donkerder wilt weergeven en toner wilt besparen. Verlaag de waarde voor Tonerzwarting voor fijnere lijnen, een hogere kwaliteit van afbeeldingen en lichtere grijstinten in afbeeldingen. Verhoog de waarde voor Tonerzwarting voor dikkere lijnen of donkere grijstinten in afbeeldingen. Als u tekst zeer vet wilt weergeven, stelt u Tonerzwarting in op 10.
Kwaliteitmenu (vervolg) Menu-item Waarden PictureGrade Uit Aan* Met het menu-item PictureGrade™ verbetert u de kwaliteit van afdrukken in grijstinten met een resolutie van 300, 600 of 1200 dpi in PostScript-emulatie. Als u Uit selecteert, worden de standaardparameters voor screening gebruikt. Als u Aan selecteert, worden andere standaardparameters voor screening gebruikt om de afdrukkwaliteit van afbeeldingen te verbeteren.
Instellingmenu Met het INSTELLINGMENU kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Instellingmenu Menu-item Waarden Printertaal PCL-emulatie* PS-emulatie De printertaal bepaalt hoe de computer communiceert met de printer. De computer gebruikt printertalen, zoals PCL-emulatie en PostScript-emulatie, om gegevens naar de printer te sturen.
Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Bronnen opslaan Uit* Aan Met het menu-item Bronnen opslaan kunt u opgeven wat u wilt doen met geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's, als voor een afdruktaak meer geheugen is vereist dan beschikbaar is. Als bronnen opslaan is ingesteld op Aan, blijven alle permanent geladen bronnen voor alle printertalen bewaard als de printertaal wordt gewijzigd en als een printerreset wordt uitgevoerd.
Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Timeout afdrkkn Uitgeschakeld 1…255 (90*) Met het menu-item Timeout afdrkkn bepaalt u hoeveel seconden de printer wacht met het afdrukken van de laatste pagina van een afdruktaak die niet eindigt met een opdracht om de pagina af te drukken. De timeout begint pas op het moment dat het bericht Wachten op de display wordt weergegeven. Tijdens een timeout wordt de pagina in de afdrukbuffer opgeslagen.
Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Autom. doorgaan Uitgeschakeld* 5…255 Stel Autom. doorgaan in op een waarde tussen 5 en 255 seconden als u wilt dat de printer doorgaat met afdrukken nadat een van de volgende fouten is gedetecteerd: 34 Papier te kort 35 Res Save UIT Onvoldoende geheugen 37 Onvoldoende geh. voor sort. 37 Onvoldoende geheugen voor defragmentatie 37 Onvoldoende geheugen - Taken in geheug. mogelk verloren.
Instellingmenu (vervolg) Menu-item Autom. doorgaan (vervolg) Waarden 61 Schijf beschadigd 62 Schijf vol 63 Schijf niet geformatteerd 80 Gepland onderhoud 88 Toner bijna op Taken op schijf afdrukken? Als een van deze fouten zich voordoet en u Autom. doorgaan hebt ingesteld op Uitgeschakeld, stopt de printer en wacht totdat u het probleem hebt verholpen. Als Autom. doorgaan is ingesteld op een numerieke waarde, wacht de printer gedurende de opgegeven periode. Daarna wordt de verwerking automatisch hervat.
Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Pag.bescherming Uit* Aan Als u Pag.bescherming instelt op Aan, wordt elke pagina eerst helemaal verwerkt voordat deze wordt afgedrukt. Dit kan handig zijn als zich problemen voordoen bij het afdrukken van een pagina die te complex is. Als het niet lukt om de pagina af te drukken, heeft de printer mogelijke onvoldoende geheugen om de pagina te verwerken.
Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Signaalinstell. Uit Eénmalig* Continu Als u wilt dat de printer telkens een signaal laat horen wanneer interventie vereist is, selecteert u Eénmalig of Continu. Selecteer Uit als u niet wilt dat de printer een signaal laat horen. Signaal toner Uit* Eénmalig Continu Met de instelling Signaal toner kunt u de printer zo instellen dat deze stopt op het moment dat de toner bijna op is. Als u Eénmalig of Continu selecteert, stopt de printer met afdrukken.
Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Taakboekhouding Uit* Aan Als u een optionele schijf in de printer hebt geïnstalleerd, stelt u Taak-boekhouding in op Aan zodat u de schijf kunt gebruiken om statistische gegevens op te slaan over de meest recente afdruktaken.
PCL Emul-menu In het PCL EMUL-MENU wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal is gebruikt. PCL Emul-menu Menu-item Waarden Lettertypebron Intern* Laadbaar Flash Schijf Alle Met het menu-item Lettertypebron bepaalt u welke lettertypen worden weergegeven in het menu Lettertypenaam. Als een lettertypebron niet is geïnstalleerd of geen lettertypen bevat, wordt deze niet als waarde in de lijst weergegeven.
PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden Pitch (wordt alleen weergegeven voor niet-proportionele lettertypen) 0,08…100 (in veelvouden van 0,01) Symbolenset Een lijst met IDs en namen van symbolensets (weergegeven op beide regels van de display) (10*) Als u een schaalbaar, niet-proportioneel lettertype hebt gekozen, kunt u een pitch voor dit lettertype selecteren. Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (in horizontale richting).
PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden Afdrukstand Staand* Liggend Met het menu-item Afdrukstand bepaalt u in welke richting wordt afgedrukt op een pagina. Selecteer Staand als u parallel aan de korte zijde van het afdrukmateriaal wilt afdrukken. Deze afdrukstand wordt STAAND genoemd. Deze afdrukstand wordt STAAND genoemd. Selecteer Liggend als u parallel aan de lange zijde van het afdrukmateriaal wilt afdrukken. Deze afdrukstand wordt LIGGEND genoemd.
PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden A4 breedte 198 mm* 203 mm Met het menu-item A4 breedte selecteert u de breedte van een logische pagina op A4-papier. Als u 198 mm selecteert, is de breedte van de logische pagina compatibel met die van de Hewlett-Packard LaserJet 5-printer. Als u 203 mm selecteert, is de logische pagina breed genoeg voor tachtig tekens van 10 cpi. NIEUW NR. LADE MF-invoer toew. Lade x toewijzen (waarbij x lade 1 tot en met 5 kan zijn) Env.invoer toew. Handinvoer toew. Hand.
PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden NIEUW NR. LADE (vervolg) Met het menu-item NIEUW NR. LADE kunt u de printer zodanig configureren dat deze werkt met printerstuurprogramma's of toepassingen die gebruikmaken van andere brontoewijzingen voor invoerbronnen. Selecteer Uit als u de fabriekswaarden voor de toewijzing van papierbronnen wilt gebruiken. Selecteer een numerieke waarde (0 ... 199) om een aangepaste waarde aan een papierbron toe te wijzen.
PostScriptmenu In het POSTSCRIPTMENU wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PostScript-emulatie als printertaal wordt gebruikt. PostScriptmenu Menu-item Waarden Print PS-fout Uit* Aan Selecteer Aan als u fouten in de PostScript-emulatie wilt afdrukken. Als een fout optreedt, wordt de verwerking van de afdruktaak stopgezet. Vervolgens wordt het foutbericht afgedrukt en wordt de afdruktaak geannuleerd.
Parallelmenu OPMERKING: PARALLEL OPT x wordt alleen weergegeven als er een parallelle interfacekaart is geïnstalleerd. Met het PARALLELMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de parallelle interface.
Parallelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Aan Uit Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt. Als Werkstand NPA is ingesteld op Aan, moeten de ontvangen gegevens een NPA-indeling hebben.
Parallelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Taakbuffer Uit* Aan Met een taakbuffer kunt u de verwerking van een afdruktaak uitstellen. De afdruktaak wordt tijdelijk opgeslagen op een optionele vaste schijf voordat deze wordt uitgevoerd. Doorgaans wordt hierdoor geheugen vrijgemaakt op de hostcomputer. Het menu-item Taakbuffer wordt alleen weergegeven als u de geïnstalleerde optionele vaste schijf hebt geformatteerd en als deze niet is beschadigd of beveiligd tegen lezen/schrijven of schrijven.
Parallelmenu (vervolg) Menu-item Waarden INIT honoreren Uit* Aan Met het menu-item INIT honoreren bepaalt u of de printer verzoeken van de computer om de hardware te initialiseren honoreert. De computer doet een initialisatieverzoek door het INIT-signaal op de parallelle interface te activeren. Veel computers activeren het INIT-signaal telkens als de computer wordt aan- of uitgezet. Werkst. paral. 1 Uit Aan* Met het menu-item Werkst. paral.
Serieelmenu Met het SERIEELMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de seriële interface. Het SERIEELMENU wordt alleen weergegeven als de printer standaard is uitgerust met een seriële interfacepoort of als u deze als optie hebt toegevoegd. Dit wordt op een van de volgende wijzen weergegeven: OPMERKING: De seriële interface is een • STNDRD-SERIEEL standaardoptie op de Optra T612 en de T612nprinters. SERIEEL OPT.
Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden PS SmartSwitch Uit Aan* Als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan, worden de gegevens die binnenkomen via de seriële interface door de printer gecontroleerd en wordt PostScript-emulatie geselecteerd als uit de gegevens blijkt dat dit de printertaal is. Als zowel PCL SmartSwitch als PS SmartSwitch zijn ingesteld op Uit, gebruikt de printer de taal die u met Printertaal hebt ingesteld als standaardtaal.
Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Seriebuffer Uitgeschakeld Auto* 3K tot maximum toegestane grootte U kunt de grootte van de buffer voor seriële invoer aanpassen aan de vereisten van uw systeem. Als u vanwege de beperkte omvang van de invoerbuffer niet verder kunt werken in een toepassing nadat u een afdruktaak naar de printer hebt verzonden, kunt u de buffer groter maken.
Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden RS-232/RS-422 RS-232* RS-422 Kies de gewenste configuratie voor de seriële communicatie tussen computer en printer. Selecteer RS-422 als u Serieel protocol automatisch wilt instellen op XON/XOFF. Polarit. RS-422 Normaal* Omgekeerd Stel de polariteit in op Normaal of Omgekeerd. Deze instelling is alleen beschikbaar als de seriële configuratie voor de communicatie is ingesteld op RS-422. Selecteer SERIEELMENU, SERIEEL OPT. 1, RS-232/RS-422 en RS-422.
Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Baud 1200 2400 4800 9600* 19200 38400 57600 115200 138200 172800 230400 345600 Hiermee selecteert u de snelheid waarmee gegevens van en naar de computer worden verzonden. 138200, 172800, 230400 en 345600 worden alleen voor het STNDRD-SERIEELMENU weergegeven. Raadpleeg de Technical Reference voor informatie over mogelijke baudwaarden. Databits 7 8* Met dit menu-item selecteert u het aantal databits dat in elk transmissieframe wordt verzonden.
Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Pariteit Even Oneven Geen* Negeren Met dit menu-item selecteert u de pariteit voor gegevensframes voor seriële invoer en uitvoer. Even De poort verwacht gegevensframes te ontvangen met een even aantal logische enen per byte. De poort verzendt XOFF en XON met een even pariteit. Als de poort een pariteitsfout ontdekt, wordt een omgekeerd vraagteken door de poort naar de printer verzonden in plaats van het teken dat door het hostsysteem is verzonden.
Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden DSR honoreren (alleen beschikbaar indien geconfigureerd voor RS-232) Uit* Aan Met DSR honoreren bepaalt u of de printer gebruikmaakt van het DSR-signaal (Data Set Ready). DSR is een van de handshaking-signalen die worden gebruikt voor de meeste seriële interfacekabels. Als DSR honoreren is ingesteld op Uit, worden alle gegevens die via de seriële interface worden ontvangen, beschouwd als geldige gegevens.
Netwerkmenu Met het NETWERKMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de netwerkpoort. Het SERIEELMENU wordt alleen weergegeven als de printer standaard is uitgerust met een printerserverpoort of deze als optie is toegevoegd. Dit wordt op een van de volgende manieren weergegeven: OPMERKING: Netwerkinterface is een • NETWERKOPT. 1 standaardoptie op de Optra T616n, T614n, T612n en T610n printers. • NETWERK OPT.
Netwerkmenu (vervolg) Menu-item Waarden PS SmartSwitch Uit Aan* Als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan, worden de gegevens die binnenkomen via de netwerkinterface door de printer gecontroleerd en wordt PostScript-emulatie geselecteerd als uit de gegevens blijkt dat dit de printertaal is. Als zowel PCL SmartSwitch als PS SmartSwitch zijn ingesteld op Uit, gebruikt de printer de taal die u met Printertaal hebt ingesteld als standaardtaal.
Netwerkmenu (vervolg) Menu-item Waarden Netwerkbuffer Auto* 3K tot maximum toegestane grootte U kunt de buffergrootte voor netwerkbuffer aanpassen aan de vereisten van uw systeem. Als u vanwege de beperkte omvang van de invoerbuffer niet verder kunt werken in een toepassing nadat u een afdruktaak naar de printer hebt verzonden, kunt u de buffer groter maken.
Netwerkmenu (vervolg) Menu-item Waarden STANDAARDINSTALLATIE NETWERK of NETWERKINST. x Waarden voor dit menu-item zijn afkomstig van de specifieke netwerkkaart. Open het menu als u de beschikbare waarden wilt bekijken. Raadpleeg de documentatie op de cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's voor meer informatie.
Infraroodmenu OPMERKING: Dit menu wordt alleen weergegeven als er een Tri-port-interfacekaart is geïnstalleerd. Met het INFRAROODMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de infraroodinterface. Als het menu-item Infraroodpoort is ingesteld op Uitgeschakeld, zijn de overige menu-items in het INFRAROODMENU niet beschikbaar.
Infraroodmenu (vervolg) Menu-item Waarden PS SmartSwitch Uit Aan* Als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan, worden de gegevens die binnenkomen via de infrarood netwerkinterface door de printer gecontroleerd en wordt PostScript-emulatie geselecteerd als uit de gegevens blijkt dat dit de printertaal is. Als zowel PCL SmartSwitch als PS SmartSwitch zijn ingesteld op Uit, gebruikt de printer de taal die u met Printertaal als standaardtaal hebt ingesteld.
Infraroodmenu (vervolg) Menu-item Waarden Infraroodbuffer Uitgeschakeld Auto* 5K tot maximum toegestane grootte U kunt de buffergrootte voor de infraroodbuffer aanpassen aan de vereisten van uw systeem. Als u vanwege de beperkte omvang van de invoerbuffer niet verder kunt werken in een toepassing nadat u een afdruktaak naar de printer hebt verzonden, kunt u de buffer groter maken.
Infraroodmenu (vervolg) Menu-item Waarden Venstergrootte Auto* 1 Met het menu-item Venstergrootte geeft u het maximum aantal infraroodframes op dat de printer kan ontvangen voordat een bevestiging naar de hostcomputer moet worden verzonden. Als u Auto selecteert, stelt de printer de venstergrootte automatisch in tijdens het opstarten, om de verbinding optimaal te laten functioneren. In de meeste gevallen verdient de instelling Auto de voorkeur.
Infraroodmenu (vervolg) Menu-item Waarden Max. baud-snelh. 2400 9600 19200 38400 57600 115200 576000 1152000* 4000000 De maximumbaudsnelheid voor zowel de printer als de infraroodadapter wordt automatisch ingesteld als u de printer aanzet. Als de printer zich echter in een heldere of reflecterende omgeving bevindt, kunnen zich onderbrekingen voordoen tijdens de communicatie. In dat geval selecteert u een lagere baudsnelheid voor de infraroodverbinding.
LocalTalk-menu OPMERKING: Dit menu wordt alleen weergegeven als u een Tri-port-interfacekaart hebt geïnstalleerd. Met het LOCALTALK-MENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de LocalTalkpoort. Als het menu-item LocalTalk-poort is ingesteld op Uitgeschakeld, zijn de overige menu-items in het LOCALTALK-MENU niet beschikbaar.
LocalTalk-menu (vervolg) Menu-item Waarden PS SmartSwitch Uit Aan* Als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan, worden de gegevens die binnenkomen via de opgegeven LocalTalk-interface door de printer gecontroleerd en wordt PostScript-emulatie geselecteerd als uit de gegevens blijkt dat dit de printertaal is. Als zowel PCL SmartSwitch als PS SmartSwitch zijn ingesteld op Uit, gebruikt de printer de taal die u met Printertaal hebt ingesteld als standaardtaal.
LocalTalk-menu (vervolg) Menu-item Waarden LocalTalk-buffer Uitgeschakeld Auto* 6K tot maximum toegestane grootte U kunt de grootte van de buffer voor LocalTalk-invoer aanpassen aan de vereisten van uw systeem. Als u vanwege de beperkte omvang van de invoerbuffer niet verder kunt werken in een toepassing nadat u een afdruktaak naar de printer hebt verzonden, kunt u de buffer groter maken.
LocalTalk-menu (vervolg) Menu-item Waarden NPA-Hosts 1…10 (2*) Met dit menu-item geeft u het maximum aantal NPA-hosts op die zich kunnen aanmelden voor NPA-signalen. Als het aantal hosts dat zich heeft aangemeld voor NPA-signalen groter is dan de waarde die is opgegeven voor NPA-Hosts, worden alle volgende pogingen van hosts om zich aan te melden genegeerd. Opmerking: Als u de instelling voor NPA-Hosts wijzigt, wordt automatisch een printerreset uitgevoerd.
USB-menu OPMERKING: USB OPTIE x wordt alleen Met het USB-MENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op de USB-poort (Universal Serial Bus). Dit wordt als volgt weergegeven: • USB OPTIE x (waarbij x USB-poort 1 of 2 is) weergegeven als u een USB-interfacekaart of een parallelle interfacekaart hebt geïnstalleerd.
USB-menu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Aan Uit Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt. Als Werkstand NPA is ingesteld op Aan, moeten de ontvangen gegevens een NPA-indeling hebben.
USB-menu (vervolg) Menu-item Waarden Taakbuffer Uit* Aan Met een taakbuffer kunt u de verwerking van een afdruktaak uitstellen. De afdruktaak wordt tijdelijk opgeslagen op een optionele vaste schijf voordat deze wordt uitgevoerd. Meestal komt hierdoor geheugen vrij op de hostcomputer. Het menu-item Taakbuffer wordt alleen weergegeven als u de geïnstalleerde optionele vaste schijf hebt geformatteerd en als deze niet is beschadigd of beveiligd tegen lezen/schrijven of schrijven.
Faxmenu OPMERKING: De seriële interface is een standaardoptie op de Optra T612 en de T612n printers. SERIEEL OPT. x wordt alleen weergegeven als u een Tri-port-interfacekaart hebt geïnstalleerd. Met het FAXMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op faxtaken die naar de printer worden verzonden via de seriële interface. Het FAXMENU wordt alleen weergegeven als de printer standaard is uitgerust met een printerserverpoort of u deze als optie hebt toegevoegd.
Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Baudsnelh. fax 1200 2400 4800 9600 19200* 38400 57600 115200 Met dit menu-item selecteert u de snelheid waarmee faxgegevens vanaf en naar de computer worden verzonden. Raadpleeg de Technical Reference voor informatie over mogelijke baudwaarden. Databits fax 7 8* Met dit menu-item selecteert u het aantal faxdatabits dat in elk transmissieframe wordt verzonden. Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over databits.
Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Pariteit fax Even Oneven Geen* Negeren Met deze instelling kunt u de pariteit voor faxgegevensframes selecteren. Even De poort verwacht gegevensframes te ontvangen met een even aantal logische enen per byte. De poort verzendt XOFF en XON met een even pariteit. Als de poort een pariteitsfout ontdekt, wordt een omgekeerd vraagteken door de poort naar de printer verzonden in plaats van het teken dat door het hostsysteem is verzonden.
Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Buffer fax Uitgeschakeld Auto* 105K tot maximum toegestane grootte U kunt de buffergrootte voor de faxbuffer aanpassen aan de vereisten van uw systeem. Als u vanwege de beperkte omvang van de invoerbuffer geen faxgegevens kunt ontvangen, kunt u de faxbuffer vergroten.
Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Faxpapierformaat A4* (Landspecifiek) A5 JIS B5 Letter* (Landspecifiek) Legal Executive Universal Met het menu-item Faxpapierformaat geeft u het formaat op van het afdrukmateriaal waarop faxgegevens worden afgedrukt. De opmaak van inkomende faxen wordt automatisch aangepast aan het papierformaat dat is ingesteld met het menu-item Faxpapierformaat.
Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Fax papiersoort Standaardpapier* Karton Transparant Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Kleurpapier Aangepast 1 Aangepast 2 Aangepast 3 Aangepast 4 Aangepast 5 Aangepast 6 Met het menu-item Fax papiersoort geeft u de soort afdrukmateriaal op waarop faxgegevens worden afgedrukt. De printer gebruikt automatisch de papierbron die het juiste papierformaat en de juiste papiersoort bevat die u hebt opgegeven met de menu-items Faxpapierformaat en Fax papiersoort.
Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Fax uitvoerlade Standaardlade* Lade x (waarbij x staat voor een uitvoeroptie van 1 tot en met 10) Opmerking: Alleen geïnstalleerde uitvoeropties worden weergegeven. De instelling Fax uitvoerlade geeft aan wat de standaarduitvoerlade voor het afdrukmateriaal is. De standaarduitvoerlade bevindt zich aan de bovenzijde van de printer. Elke extra lade, die wordt aangeduid door een nummer, is beschikbaar voor elke geïnstalleerde uitvoeroptie.
Config menu Gebruik het CONFIG MENU als u de instellingen van de printer wilt wijzigen. U opent het CONFIG MENU als volgt: 1 2 Schakel de printer uit. 3 Laat de knoppen los zodra Zelftest wordt uitgevoerd wordt weergegeven. (Druk op Start om het Config Menu weer te geven als dit niet op regel 1 wordt weergegeven). Druk op Selecteren en Return, houd beide knoppen ingedrukt en zet vervolgens de printer aan.
Config menu (vervolg) Menu-item Waarden Paneelmenu's Uitschakelen Inschakelen* Selecteer Uitschakelen als u de menu's van het bedieningspaneel wilt vergrendelen. Selecteer Inschakelen als u de vergrendeling van de menu's van het bedieningspaneel wilt opheffen. Opdrachtbuffers Annuleren Selecteer Annuleren als u alle afdruktaken wilt verwijderen die zijn opgeslagen in de afdrukbuffer.
Config menu (vervolg) Menu-item Waarden Smal papier Gewoon breedte Kartonbreedte Trnsprntbreedte Etiketbreedte Bankpostbreedte Briefpap.breedte Breedte bedrukt Kleurbreedte Envelopbreedte Aangep. x breedte (waarbij x staat voor een van de zes aangepaste breedten) Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: Normaal* Smal Als er een naam beschikbaar is die door de gebruiker is gedefinieerd, wordt in plaats van Aangp. x breedte deze naam weergegeven.
Printerberichten begrijpen In dit gedeelte worden de verschillende berichten beschreven die op het bedieningspaneel kunnen worden weergegeven. Statusberichten geven informatie over de huidige status van de printer. Waarschuwingsberichten geven ook informatie over de huidige status van de printer. Waarschuwingsberichten worden weergegeven op de tweede regel van het bedieningspaneel.
Statusberichten Statusberichten worden weergegeven op de eerste regel van het bedieningspaneel. Zij geven informatie over de huidige status van de printer. Sommige berichten nemen beide regels van het display in beslag. Statusbericht Betekenis en toegestane actie Menuwijzigingen activeren De printer is opnieuw gestart om de wijziging van een printerinstelling te activeren. Bezig De printer is bezig met het ontvangen, verwerken of afdrukken van gegevens.
Statusbericht Betekenis en toegestane actie Taak wissen Boekh status De printer verwijdert alle taakgegevens die zijn opgeslagen op de schijf. Defragmenteren.. NIET UITZETTEN De printer defragmenteert het flash-geheugen om ruimte vrij te maken die nog in beslag wordt genomen door verwijderde bronnen. Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Opdrachten verwijderen Opdr. verw.
Statusbericht Betekenis en toegestane actie Flash wrdt gefrm. Het flash-geheugen wordt geformatteerd. NIET UITZETTEN Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Opmerking: Zet de printer niet uit terwijl dit bericht wordt weergegeven. Schijf wordt geformatteerd De schijf wordt geformatteerd. Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Opmerking: Zet de printer niet uit terwijl dit bericht wordt weergegeven.
Statusbericht Betekenis en toegestane actie Niet gereed De printer staat in de werkstand Niet gereed en kan dus geen gegevens vervangen of verwerken. • Druk op Start om de werkstand Niet gereed te annuleren. • Annuleer de huidige afdruktaak. Druk op Menu> of
of of Statusbericht Betekenis en toegestane actie Directory wordt afgedrukt De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een lijst van alle bestanden in het flash-geheugen of op de vaste schijf. Lettertypelijst wordt afgedrukt De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een lijst van alle beschikbare lettertypen voor de geselecteerde printertaal. Taak afdrukken Boekh status De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van de statistieken opdrachtbeheer.
Statusbericht Betekenis en toegestane actie Prg. Engine-code NIET UITZETTEN De printer is bezig met het programmeren van een nieuwe code in het flash-geheugen. Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Opmerking: Zet de printer niet uit terwijl dit bericht wordt weergegeven. Prg. Systeemcode NIET UITZETTEN De printer is bezig met het programmeren van nieuwe systeemcode. Zodra het programmeren is voltooid, wordt de printer uit- en weer aangezet.
Statusbericht Betekenis en toegestane actie Gereed De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. • Druk op Menu> of
Statusbericht Betekenis en toegestane actie Fabrieksinstell. worden hersteld De fabriekswaarden van de printer worden hersteld. Zie pagina 99 voor meer informatie over de printerinstellingen die hierdoor worden beïnvloed. Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Menu’s ontgrendelen Dit bericht wordt kort weergegeven nadat de menu's van het bedieningspaneel opnieuw zijn ingeschakeld. Raadpleeg “Menu's op het bedieningspaneel uitschakelen” op pagina 12.
Waarschuwingsberichten Waarschuwingsberichten worden weergegeven op de tweede regel van het bedieningspaneel. Als geen van de volgende voorwaarden aan de orde is, is regel 2 van het bedieningspaneel leeg. Waarschuwingsbericht Betekenis Vol Een van de uitvoerladen in een reeks gekoppelde laden is vol. stelt een door de gebruiker gedefinieerde naam voor. Dit bericht wordt alleen weergegeven als Uitvrlad. conf.
Waarschuwingsbericht Betekenis Overloopvak vol Het ingestelde overloopvak is vol. Dit bericht wordt alleen weergegeven als Uitvrlad. conf. is ingesteld op Uitvoer is vol. Zie pagina 21 voor meer informatie. Parallel De standaard parallelle interface is de actieve communicatieverbinding. Parallel x De printer is ingesteld op parallelle interfacepoort x, waarbij x de actieve communicatieverbinding voorstelt. Serieel De standaard seriële interface is de actieve communicatieverbinding.
Interventieberichten De volgende berichten worden weergegeven op numerieke volgorde. In het geval van papierstoringen moet u alle afdrukmateriaal uit de papierbaan verwijderen voordat u door kunt met afdrukken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 31 Tonercartr. defect De geïnstalleerde cartridge is defect. 32 Tonercartr. niet ondersteund De geïnstalleerde cartridge wordt niet ondersteund.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 35 Res Save UIT Onvold. geheugen Er is onvoldoende geheugen beschikbaar om Bronnen opslaan in te schakelen. Dit bericht geeft meestal aan dat er te veel geheugen is toegewezen aan een of meer koppelingsbuffers van de printer. U schakelt als volgt Bronnen opslaan in als dit bericht is weergegeven: • Installeer extra geheugen of • Stel de koppelingsbuffer in op Auto en verlaat de menu's om de wijzigingen aan de koppelingsbuffer te activeren.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 37 Onvoldoende geheugen Het printergeheugen bevat afdruk- en wachtstandtaken en is te vol om de verwerking van de huidige taak te kunnen voltooien. Taken in geheug. mogelk. verloren Opmerking: De berichten 37 Onvoldoende geheugen en Taken in geheug. mogelk. verloren. worden afwisselend weergegeven tot u een van de volgende handelingen uitvoert: • Druk op Start om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 39 Te complex Het kan zijn dat de pagina niet correct wordt afgedrukt omdat de hoeveelheid tekst, afbeeldingen of afdrukgegevens op de pagina zeer complex is. • Stel Paginabeveiliging in het INSTELLINGMENU in op Aan en stuur de taak opnieuw naar de printer. • Druk op Start om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. In dat geval kan een deel van de gegevens echter niet of niet juist worden afgedrukt. Probeer de afdruktaak te vereenvoudigen.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 53 Flash niet geformatteerd De printer heeft waargenomen dat het flash-geheugen niet is geformatteerd. Dit bericht verschijnt als u de printer aanzet. U moet het flash-geheugen formatteren voordat u bewerkingen kunt uitvoeren waarvoor flash-geheugen is vereist. U formatteert het flash-geheugen met de optie Flash formatteren in het MENU EXTRA. Druk op Start om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 54 Standaard seriële fout Er is een interfacefout (framing of pariteit) waargenomen op de standaard seriële poort. Deze fout duidt er in de meeste gevallen op dat de seriële verbinding onjuist is ingesteld. Als deze seriële fout wordt weergegeven, worden alle andere seriële fouten onderdrukt tot de interfaceparameters zijn gewijzigd of de printer opnieuw is ingesteld.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 55 Onvoldoende buffer fax De koppelingsbuffer van de printer die wordt gebruikt voor het verwerken van gegevens, is te vol om een binnenkomende fax te ontvangen. Dit bericht wordt meestal weergegeven terwijl de printer bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van gegevens vanaf een host-interfaceverbinding terwijl er faxgegevens worden ontvangen via een seriële interfacepoort die is geconfigureerd voor het verwerken van faxen.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 56 Strd par. prt uitgeschakeld Er zijn gegevens doorgegeven aan de printer via de parallelle poort, maar de parallelle poort is uitgeschakeld. Als dit foutbericht wordt weergegeven, worden alle andere foutberichten onderdrukt totdat de menu's zijn geactiveerd of u de printer opnieuw hebt ingesteld. 56 Par.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 61 Schijf beschadigd De printer heeft waargenomen dat de schijf is beschadigd. Dit bericht wordt weergegeven als u de printer aanzet of tijdens het formatteren van of schrijven naar de vaste schijf. Druk op Start om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Opmerking: U moet een andere schijf installeren voordat u bewerkingen kunt uitvoeren waarvoor een vaste schijf is vereist.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 88 Toner bijna op De toner is bijna op. Druk op Start om het bericht te wissen. 200 Papier vast Cartr. verwijd. De printer heeft een papierstoring onder de cartridge waargenomen. Open de bovenste voorklep, verwijder de cartridge en verwijder voorzichtig het vastgelopen afdrukmateriaal. Plaats de cartridge terug en sluit de bovenste voorklep. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 230 Papier vast Dubbelz. contr. De printer heeft een papierstoring in de lade voor dubbelzijdig afdrukken waargenomen. Open de voorklep van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Verwijder het afdrukmateriaal voorzichtig als het zichtbaar is, en plaats de voorklep terug. Open anders de achterklep van de lade voor dubbelzijdig afdrukken, verwijder het afdrukmateriaal en sluit de achterklep.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 260 Papier vast Env.lad. contrl. De printer heeft een papierstoring in de enveloppenlader waargenomen. Als de envelop zichtbaar is vanaf de voorzijde van de enveloppenlader, verplaatst u het envelopgewicht. Verwijder de stapel enveloppen en trek de vastgelopen envelop recht naar buiten. Als slechts een klein gedeelte zichtbaar is, trekt u de enveloppenlader recht uit de printer en legt deze opzij.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Inv.bron De printer heeft waargenomen dat ander afdrukmateriaal in de papierbron is geladen dan u hebt ingesteld in het menu PAPIERFORMAAT of PAPIERSOORT. Op regel 1 wordt de papierbron weergegeven ().
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Contr. verb. De communicatie tussen de printer en een van de volgende apparaten is verbroken. Opn. verbinden • • • • Lade x, waarbij de x een lade van 2 tot 5 voorstelt Uitvoerlade x, waarbij de x een uitvoerlade van 1 tot 10 voorstelt Lade voor dubbelzijdig afdrukken Enveloppenlader Opmerking: Alleen geïnstalleerde opties worden weergegeven.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Typ opdrachtPIN: =____ U wordt gevraagd de uit vier cijfers bestaande PIN-code (Personal Identification Number) in te voeren die is geassocieerd met het menu-item OPDR.VERTROUWEL. U voert dit nummer in met de knoppen op het bedieningspaneel. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. Laden De printer probeert afdrukmateriaal te laden uit een papierbron en neemt waar dat deze leeg is.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Handmatig laden De printer verzoekt u handmatig afdrukmateriaal vanuit de universeellader te laden. Op regel 2 wordt een van de volgende zaken weergegeven: • Een door de gebruiker gedefinieerde naam voor aangepast 1 tot en met 6. De naam wordt na 16 tekens afgekapt.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Lade U wordt gevraagd een papierlade te plaatsen zodat het afdrukken kan worden vervolgd. Dit bericht wordt weergegeven als de printer afdrukmateriaal nodig heeft uit een lade die ontbreekt. Dit kan voorkomen als u een papierlade tijdens het afdrukken van een taak verwijdert om afdrukmateriaal bij te vullen. U kunt dit bericht voorkomen door op Stop te drukken, te wachten tot de afdruktaak stopt, en vervolgens de laden te verwijderen.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Apparaat of Taak annuleren U wordt verozcht een van de volgende apparaten te plaatsen zodat een taak kan worden afgedrukt. • • • • Lade x, waarbij de x een lade van 2 tot 5 voorstelt Uitvoerlade x, waarbij de x een uitvoerlade van 1 tot 10 voorstelt Lade voor dubbelzijdig afdrukken Enveloppenlader Opmerking: Alleen geïnstalleerde opties worden weergegeven.
Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Standaardpapierlade verwijderen De printer heeft waargenomen dat uitvoerlade x vol is (de x stelt een lade van 1 tot 10 voor). Papier uit alle uitvoerladen verwijderen De printer heeft waargenomen dat alle uitvoerladen vol zijn omdat alle laden zijn gekoppeld tot één uitvoerlade. Papier verwijderen De printer heeft waargenomen dat alle uitvoerladen in vol zijn.
De printer onderhouden Ook al is de printer gemakkelijk in het onderhoud, het is wellicht verstandig een beheerder toe te wijzen die verantwoordelijk is voor het instellen en onderhouden van de printer. Gebruikers van de printer kunnen dan bij afdrukproblemen en onderhoud contact opnemen met de beheerder. OPMERKING: Het bericht 80 Gepland onderhoud wordt weergegeven nadat er 300.000 pagina’s zijn afgedrukt en geeft aan dat u bepaalde onderdelen van de printer moet vervangen.
Cartridge vervangen Het is verstandig een nieuwe cartridge te bestellen als het bericht Toner bijna op voor het eerst wordt weergegeven. U moet de nieuwe cartridge bij de hand hebben op het moment dat de huidige cartridge geen goede afdrukken meer maakt. Raadpleeg pagina 137 voor informatie over het bestellen van cartridges. Voer de volgende stappen uit om de cartridge te vervangen. In de documentatie die bij de cartridge wordt geleverd, vindt u gedetailleerde instructies voor de installatie.
Laadrol vervangen Als de afgedrukte pagina’s lichte tonervegen vertonen of te donker zijn, kunt u het beste een nieuwe laadrolkit bestellen. Raadpleeg pagina 138 voor het bestellen van een laadrol. Voer de volgende stappen uit om de laadrol te vervangen. In de documentatie die bij de laadrol wordt geleverd, vindt u gedetailleerde instructies voor de installatie. De printer onderhouden 1 2 Zet de printer uit en maak het netsnoer los. 3 Verwijder de oude laadrol. 4 Installeer de nieuwe laadrol.
Overdrachtrol vervangen Als de afdrukken te licht worden en lichte tonervegen vertonen of te donker zijn, kunt u het beste een nieuwe overdrachtrol bestellen. Raadpleeg pagina 138 voor het bestellen van een overdrachtrol. Voer de volgende stappen uit om de overdrachtrol te vervangen. In de documentatie die bij de overdrachtrol wordt geleverd, vindt u gedetailleerde instructies voor de installatie. De printer onderhouden 1 2 Zet de printer uit en haal het netsnoer eruit.
Verhittingsstation vervangen Als de afdrukken te licht worden en lichte tonervegen vertonen of te donker zijn, kunt u het beste een nieuw verhittingsstation bestellen. Raadpleeg pagina 138 voor het bestellen van een verhittingsstation. Voer de volgende stappen uit om het verhittingsstation te vervangen. In de documentatie die bij het verhittingsstation wordt geleverd, vindt u gedetailleerde instructies voor de installatie.
Accessoires bestellen Onderhoudskit U behaalt debeste resultaten als u Lexmark accessoires voor de printer gebruikt. In de Verenigde Staten of Canada belt u 1-800-438-2468 voor informatie over geautoriseerde dealers van Lexmark accessoires. U kunt ook de Lexmark weblocatie bezoeken op www.lexmark.com. In andere landen neemt u contact op met de leverancier van de printer. Als het bericht 80 Gepland onderhoud voor het eerst wordt weergegeven, is het verstandig een onderhoudskit te bestellen.
Cartridges Het is verstandig een nieuwe cartridge te bestellen als het bericht Toner bijna op voor het eerst wordt weergegeven. U moet de nieuwe cartridge bij de hand hebben op het moment dat de huidige cartridge geen goede afdrukken meer maakt. De voorkeur gaat hierbij uit naar drie cartridges die speciaal zijn ontworpen voor uw printer: Cartridge artikelnummers* Optra T cartridge gemiddeld rendement*** Afdrukken dekking (bij benadering) 12A5840 10.000 pagina's 5% 12A5845 25.
Reiniger voor etikettenverhittingsstation Voor etikettoepassingen moet het verhittingsstation met een speciale reiniger worden schoongemaakt om een betrouwbare invoer te garanderen. Deze reiniger wordt bij de cartridge geleverd met artikelnummer 12A5849. U kunt dit onderdeel ook afzonderlijk bestellen met artikelnummer 99A0725. Het gebruik van reinigers voor etikettenverhittingsstation wordt afgeraden bij dubbelzijdig afdrukken.
Accessoires bewaren Bewaar accessoires altijd in hun originele verpakking tot het moment dat ze moeten worden geïnstalleerd. Bewaar accessoires nooit onder de volgende omstandigheden: • bij temperaturen van 43o C of hoger; • in een omgeving met een sterk wisselende vochtigheidsgraad of temperatuur; • in direct zonlicht; • op stoffige plaatsen; • gedurende langere tijd in een auto; • in een omgeving waar zich bijtende stoffen bevinden; • in een omgeving met zilte lucht.
Printerproblemen oplossen Controleer eerst de volgende zaken als zich een probleem voordoet: • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. • De aan/uit-schakelaar van de printer staat aan. • Het stopcontact is niet uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker. • Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact wordt aangesloten, werkt. OPMERKING: Raadpleeg “Printerberichten begrijpen” op pagina 101 als een foutbericht wordt weergegeven.
Problemen met de display Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u het probleem niet zelf kunt oplossen. Probleem Actie Het statusbericht Menu's uitgeschakeld wordt weergegeven op het bedieningspaneel. De menu's van het bedieningspaneel zijn uitgeschakeld. U schakelt de menu’s als volgt in: • • • • • • • • • • • Schakel de printer uit. Druk op Selecteren en Return, houd beide knoppen ingedrukt en zet vervolgens de printer aan.
Afdrukproblemen Probleem Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de informatie die hier wordt weergegeven het probleem niet kunt oplossen. Actie Taak is niet afgedrukt of de Controleer of Gereed wordt weergegeven op het bedieningspaneel voordat u een taak doorgeeft om af te verkeerde tekens zijn afgedrukt. drukken. Druk op Start om terug te keren naar de status Gereed. Controleer of er afdrukmateriaal in de printer is geladen. Druk op Start om terug te keren naar de status Gereed.
Probleem Actie De printer is aangesloten op de USB-poort, maar drukt niet af. Controleer of Windows 98 of een ander USB-compatibel besturingssysteem wordt gebruikt dat wordt ondersteund door Lexmark. Het afdrukmateriaal wordt • Controleer of het afdrukmateriaal dat u gebruikt, voldoet aan de specificaties voor de printer. Raadpleeg de verkeerd ingevoerd of er worden Gebruikershandleiding voor meer informatie. meerdere vellen ingevoerd.
Probleem Actie Het papier wordt niet netjes in de uitvoerlade gestapeld. Draai de stapel afdrukmateriaal in de lade of in de universeellader om. De printer drukt niet dubbelzijdig • Controleer of Duplex is geselecteerd in zowel het MENU AFWERKING als in het printerstuurprogramma. af. • Controleer of er voldoende printergeheugen is geïnstalleerd.
Problemen met de afdrukkwaliteit Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de informatie die hier wordt weergegeven het probleem niet kunt oplossen. Probleem Actie De afdruk is te licht. • De toner is mogelijk bijna op. Verwijder de cartridge. Schud de cartridge zachtjes heen en weer om de resterende toner te kunnen gebruiken. Plaats de cartridge terug. • Wijzig de instelling voor Tonerzwarting in het KWALITEITMENU. Raadpleeg “Tonerzwarting” op pagina 48.
Probleem Actie Op de pagina verschijnen • Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd. lichte tonervegen of de pagina • Vervang de cartridge. Raadpleeg “De printer onderhouden” op pagina 131 voor meer informatie. is donker • Vervang de laadrol als het probleem aanhoudt. Raadpleeg “Laadrol vervangen” op pagina 133. De pagina is geheel wit. • Controleer of u het verpakkingsmateriaal van de cartridge hebt verwijderd. • Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd. • Controleer de tonervoorraad.
Probleem De afdruk is te donker. Actie Wijzig de instelling voor Tonerzwarting in het KWALITEITMENU. Raadpleeg “Tonerzwarting” op pagina 48. Opmerking: Macintosh-gebruikers moeten er op letten dat het aantal regels per inch (lpi) niet te hoog is ingesteld in de toepassing. Tekens hebben rafelige of ongelijkmatige randen. • Wijzig de instelling voor Resolutie in het KWALITEITMENU in 600 dpi of 1200 dpi. Raadpleeg “Resolutie” op pagina 47. • Stel PQET in het KWALITEITMENU in op Aan.
Probleem Actie De pagina of een gedeelte van de pagina is zwart. • Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd. • Als de laadrol is vervangen, controleer dan of deze goed is geïnstalleerd. De taak wordt afgedrukt, maar • Controleer of de instelling PAPIERFORMAAT in het PAPIERMENU juist is. Raadpleeg “PAPIERFORMAAT” de linkermarge en op pagina 16. • Controleer of de marges goed zijn ingesteld in de toepassing. bovenmarge zijn onjuist.
Problemen met opties Probleem Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de informatie die hier wordt weergegeven het probleem niet kunt oplossen. Actie De optie die u hebt • Controleer of de optie is gemarkeerd met een gekleurd driehoekje. Dat geeft aan dat de optie compatibel is geïnstalleerd functioneert niet met de printer. goed of stopt. • Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan.
Probleem Actie De optie functioneert niet goed nadat u deze hebt geïnstalleerd. Uitbreidingseenheid voor papieruitvoer: Controleer de aansluiting tussen de verschillende uitbreidingseenheden en de aansluiting tussen de uitbreidingseenheid en de printer. Als de uitbreidingseenheid wel voorkomt op de pagina met menu-instellingen, maar het afdrukmateriaal vastloopt tijdens de in-/uitvoer, is de uitbreidingseenheid mogelijk niet goed geïnstalleerd. Installeer elke uitbreidingseenheid opnieuw.
Probleem Actie De optie functioneert niet goed nadat u deze hebt geïnstalleerd. Tri-port-interface: Controleer of de kaart voor de tri-port-interface goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. Voor Macintosh-gebruikers: • Zorg dat de hostcomputer is ingesteld op LocalTalk. • Als u een verbinding met een telefoonkabel gebruikt, moet u een eindplug gebruiken.
Problemen bij afdrukken via netwerk Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de informatie die hier wordt weergegeven het probleem niet kunt oplossen. Probleem Actie Taak is niet afgedrukt of de verkeerde tekens zijn afgedrukt. Als u een Lexmark interne printerserver of externe printerserver gebruikt, controleer dan of deze goed is ingesteld en of de netwerkkabel is aangesloten. Opmerking: Raadpleeg de cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's voor meer informatie.
Overige problemen en vragen Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de informatie die hier wordt weergegeven het probleem niet kunt oplossen. Probleem Actie Hoe kom ik aan actuele printerstuurprogramma's of hulpprogramma's? • De cd metStuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's die bij de printer is geleverd, bevat printerstuurprogramma's en hulpprogramma's . U kunt ook • De Lexmark weblocatie bezoeken op http://www.lexmark.
Opties verwijderen Belangrijke richtlijnen Houdt u aan de volgende richtlijnen als u opties verwijdert: • Verwijder alle afdrukmateriaal uit de optie voordat u deze verwijdert. • Voordat u een papieroptie verwijdert, moet u eerst alle papieropties of de printer boven deze optie verwijderen. • Alle opties moeten afzonderlijk worden verwijderd. Probeer nooit twee of meer opties tegelijk te verwijderen.
Uitvoeroptie verwijderen Volg deze instructies op om een uitbreidingseenheid voor papieruitvoer, een 5-vaks postbus of een hoge-capaciteitsuitvoerlader te verwijderen. 1 Als u de bovenste uitvoeroptie verwijdert en niet van plan bent die terug te plaatsen, verwijdert u de bovenklep. Nadat de uitvoeropties zijn verwijderd, moet u de bovenklep terugplaatsen op de printer of op de bovenste uitvoeroptie.
2 Bij het verwijderen van een uitbreidingseenheid moet u de lade van de eenheid loskoppelen. Ga door met stap 3 als u een 5vaks postbus of een hoge-capaciteitsuitvoerlader verwijdert. a Pak de lade aan de rand vast en til deze zo omhoog dat de onderste nokjes loskomen uit de sleuven op de uitbreidingseenheid. b Trek de lade recht naar u toe om de bovenste nokjes uit de sleuven van de uitbreidingseenheid te verwijderen.
WAARSCHUWING: De randen van de bevestigingsbeugels kunnen het tafelblad of stoffen beschadigen. Opties verwijderen 3 Aan de uitvoeroptie kan een metalen papierbeugel zijn bevestigd. Verwijder in dit geval de uiteinden van de metalen papierbeugel uit de uiteinden van de plastic steun op de bodem van de uitvoeroptie. Raadpleeg de Installatiehandleiding als u de papierbeugel weer op een uitvoeroptie wilt bevestigen.
Enveloppenlader verwijderen 1 Opties verwijderen Verwijder alle enveloppen uit de enveloppenlader.
Opties verwijderen 2 Duw de enveloppensteun in de gesloten stand. 3 Open de bovenste voorklep. 4 Trek de enveloppenlader iets omhoog en recht uit de printer. Leg de enveloppenlader opzij. 5 Sluit beide voorkleppen. 6 Raadpleeg de Installatiehandleiding voor het terugplaatsen van opties.
Printer verwijderen LET OP: Zorg ervoor dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden als u deze neerzet. Gebruik de handgrepen of vraag of iemand u wilt helpen. 1 Vraag of iemand u wilt helpen bij het tillen van de printer aan de handgrepen. Zet de printer opzij. 2 Raadpleeg de Installatiehandleiding voor het terugplaatsen van opties.
Papierlade of de lade voor dubbelzijdig afdrukken verwijderen Opties verwijderen 1 Til de lade voorzichtig recht omhoog tot deze volledig los is van de onderliggende optie. Leg de lade opzij. 2 Raadpleeg de Installatiehandleiding voor het terugplaatsen van opties.
Printergeheugen of flashgeheugen verwijderen Raadpleeg zo nodig de Installatiehandleiding voor instructies tot het verkrijgen van toegang tot de systeemkaart van de printer. 1 Kijk welke geheugenoptie u wilt verwijderen. 2 Duw de vergrendelingen aan beide uiteinden van de connector naar buiten. 3 Trek de geheugenoptie recht uit de connector. 4 Doe de geheugenoptie terug in de originele verpakking.
Optionele kaart verwijderen WAARSCHUWING: Elektronische onderdelen Raadpleeg zo nodig de Installatiehandleiding voor instructies tot het verkrijgen van toegang tot de systeemkaart van de printer. 1 Kijk welke optie u wilt verwijderen. 2 Maak de twee schroeven boven en onder de sleuf los en verwijder deze. Trek de kaart voorzichtig uit de connector op de systeemkaart. 3 Doe de kaart terug in de originele verpakking.
Lettertypen Dit gedeelte bevat basisinformatie over lettertypen, hun kenmerken, en de specifieke lettertypen die beschikbaar zijn in PCL 6- en PostScript 3-emulatie. Letterbeelden en lettertypen Een lettertype (font) is een verzameling tekens en symbolen met een gemeenschappelijk ontwerp. Het specifieke ontwerp wordt het letterbeeld genoemd. Met letterbeelden voegt u iets persoonlijks toe aan een document. Goedgekozen letterbeelden maken een document gemakkelijker te lezen.
Stijl heeft betrekking op andere aanpassingen van het letterbeeld, zoals een schuine hoek of de tekenbreedte. Cursief en hellend zijn stijlen waarbij de tekens onder een schuine hoek staan. Smal, gecondenseerd en verbreed zijn stijlen die betrekking hebben op de breedte van tekens. Bij bepaalde lettertypen zijn verschillende aanpassingen van het gewicht en de stijl toegepast, zoals Helvetica Narrow Bold Italic.
Pitch en puntformaat De grootte van een lettertype wordt aangegeven als een pitch of puntformaat, afhankelijk van de vraag of het lettertype een vast of proportioneel lettertype is. In vaste lettertypen heeft elk teken dezelfde breedte. Pitch wordt gebruikt om de grootte van vaste lettertypen aan te duiden. De pitch geeft het aantal tekens aan dat op één horizontale inch wordt afgedrukt.
hetzelfde lettertype dat wordt afgedrukt met puntformaat 12. In de volgende illustratie ziet u voorbeelden van een lettertype met verschillende puntformaten: 48 punten 36 punten 24 punten 18 punten 12 punten 10 punten Het puntformaat van een lettertype is gedefinieerd als de afstand tussen de bovenkant van het hoogste teken in het lettertype tot de onderkant van het laagste teken in het lettertype.
Bitmap-lettertpyen en schaalbare lettertypen De printer gebruikt zowel bitmap-lettertypen als schaalbare lettertypen. Bitmap-lettertypen zijn in het printergeheugen opgeslagen als vooraf gedefinieerde patronen van bits die een letterbeeld met een bepaald formaat, bepaalde stijl en bepaalde resolutie voorstellen. Links wordt een voorbeeld weergegeven van een bitmap-lettertype. Bitmap-lettertypen zijn beschikbaar in verschillende stijlen en met verschillende puntformaten in de vorm van laadbare lettertypen.
Deze tijdelijke bitmap-lettertypen worden verwijderd als u de printer uit zet. Schaalbare lettertypen bieden flexibiliteit, zodat u in vele verschillende puntformaten kunt afdrukken. De printer maakt gebruik van verschillende indelingen voor schaalbare lettertypen om de lettertypen te laden. PCL 6-emulatie maakt gebruik van Intellifont en TrueType schaalbare lettertypen. PostScript 3emulatie maakt gebruik van Type 1 en TrueType schaalbare lettertypen.
Interne schaalbare lettertypen PCL 6-emulatie Albertus Medium PostScript 3-emulatie AlbertusMT AlbertusMT-Italic AlbertusMT-Light Albertus Extra Bold Antique Olive AntiqueOlive-Roman Antique Olive Italic AntiqueOlive-Italic Antique Olive Bold AntiqueOlive-Bold AntiqueOlive-Compact Arial Lettertypen ArialMT Arial Italic Arial-ItalicMT Arial Bold Arial-BoldMT Arial Bold Italic Arial-BoldItalicMT ITC Avant Garde Book AvantGarde-Book ITC Avant Garde Book Oblique AvantGarde-BookOblique ITC A
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Clarendon Condensed Bold Coronet Coronet-Regular CourierPS Courier CourierPS Oblique Courier-Oblique CourierPS Bold Courier-Bold CourierPS Bold Italic Courier-BoldOblique CG Omega CG Omega Bold CG Omega Italic CG Omega Bold Italic Lettertypen Garamond Antiqua Garamond Antiqua Garamond Halbfett Garamond-Halbfett Garamond Kursiv Garamond-Kursiv Garamond Kursiv Halbfett Garamond-KursivHalbfett Helvetica Light H
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) Lettertypen PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Helvetica Bold Helvetica-Bold Helvetica Bold Italic Helvetica-BoldOblique Helvetica Narrow Helvetica-Narrow Helvetica Narrow Italic Helvetica-Narrow-Oblique Helvetica Narrow Bold Helvetica-Narrow-Bold Helvetica Narrow Bold Italic Helvetica-Narrow-BoldOblique CG Times Intl-CG-Times CG Times Italic Intl-CG-Times-Italic CG Times Bold Intl-CG-Times-Bold CG Times Bold Italic Intl-CG-Times-BoldItalic
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Letter Gothic Bold LetterGothic-Bold LetterGothic-BoldSlanted Marigold Marigold Century Schoolbook Roman NewCenturySchlbk-Roman Century Schoolbook Italic NewCenturySchlbk-Italic Century Schoolbook Bold NewCenturySchlbk-Bold Century Schoolbook Bold Italic NewCenturySchlbk-BoldItalic Optima Optima-Bold Optima-BoldItalic Optima-Italic Palatino Roman Palatino-Roman Palatino Italic Palatino-Italic Palatino Bold Palat
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Times Bold Italic Times-BoldItalic Times New Roman TimesNewRomanPSMT Times New Roman Italic TimesNewRomanPS-ItalicMT Times New Roman Bold TimesNewRomanPS-BoldMT Times New Roman Bold Italic TimesNewRomanPS-BoldItalicMT Univers Univers-Oblique Univers-Bold Univers-BoldOblique Univers Condensed Medium Univers-Condensed Univers Condensed Medium Italic Univers-CondensedOblique Univers Condensed Bold Univers-CondensedBold
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Univers-Light Univers-LightOblique Clarendon Clarendon-Light Clarendon-Bold Helvetica-Condensed Helvetica-Condensed-Bold Helvetica-Condensed-BoldObl Helvetica-Condensed-Oblique StempelGaramond-Bold StempelGaramond-BoldItalic StempelGaramond-Italic StempelGaramond-Roman Apple-Chancery Chicago Geneva Monaco NewYork Oxford Taffy Lettertypen 175
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie MonaLisa-Recut Candid Bodoni Bodoni-Italic Bodoni-Bold Bodoni-BoldItalic Bodoni-Poster Bodoni-PosterCompressed CooperBlack CooperBlack-Italic Copperplate-ThirtyTwoBC Copperplate-ThirtyThreeBC Eurostile Eurostile-Bold Eurostile-ExtendedTwo Eurostile-BoldExtendedTwo GillSans GillSans-Italic GillSans-Bold GillSans-BoldItalic Lettertypen 176
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie GillSans-Condensed GillSans-BoldCondensed GillSans-Light GillSans-LightItalic GillSans-ExtraBold Goudy Goudy-Italic Goudy-Bold Goudy-BoldItalic Goudy-ExtraBold HoeflerText-Regular HoeflerText-Italic HoeflerText-Black HoeflerText-BlackItalic HoeflerText-Ornaments JoannaMT JoannaMT-Italic JoannaMT-Bold JoannaMT-BoldItalic LubalinGraph-Book Lettertypen 177
Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie LubalinGraph-BookOblique LubalinGraph-Demi LubalinGraph-DemiOblique PCL 6-emulatie Line Printer 16 POSTNET Barcode Lettertypen 178 PostScript 3-emulatie
Symbolensets Een symbolenset is de verzameling alfanumerieke tekens, interpunctie en speciale tekens die beschikbaar zijn in het geselecteerde lettertype. Symbolensets ondersteunen de eisen voor verschillende talen of bepaalde toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke tekst. In PCL 6-emulatie wordt met een symbolenset bovendien gedefinieerd welk teken wordt afgedrukt voor elke toets op het toetsenbord (of meer bepaald, voor elke toetscode).
PCL ITC Zapf Dingbats ISO 8859-1 Latin 1 (ECMA-94) PC-866 Cyrillic PS ITC Zapf Dingbats ISO 8859-2 Latin 2 PC-869 Greece PS Math ISO 8859-5 Latin/Cyrillic PC-911 Katakana PS Text ISO 8859-7 Latin/Greek PC-1004 OS/2 Pi Font ISO 8859-9 Latin 5 Math-8 Symbol ISO 8859-10 Latin 6 Greek-8 Wingdings ISO 8859-15 Latin 9 Turkish-8 POSTNET Barcode PC-8 Bulgarian Roman-8 ISO : Deutsch PC-8 Danish/Norwegian (437N) Roman-9 ISO : Español PC-8 Greek Alternate (437G) Roman Extension ISO 2: IRV
Laadbare lettertypen In PostScript 3-emulatie kunt u schaalbare lettertypen en in PCL 6emulatie schaalbare lettertypen of bitmap-lettertypen laden. Lettertypen kunnen worden geladen in het printergeheugen of naar het optionele flash-geheugen of de optionele schijf. Lettertypen die zijn geladen naar het flash-geheugen of de schijf blijven daar aanwezig, zelfs nadat de printertaal wordt gewijzigd, de printer opnieuw wordt ingesteld of de printer wordt uitgeschakeld.
Een lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van alle lettertypen die op dit moment beschikbaar zijn voor de printer: 1 Controleer of de printer is ingeschakeld en of het statusbericht Gereed op de display wordt weergegeven. 2 Druk op Menu> of
indrukken en weer loslaten tot MENU EXTRA wordt weergegeven. 4 Druk op Selecteren. 5 Druk op Menu> tot Lettertypelijst wordt weergegeven. 6 Druk op Selecteren.8 Druk op Selecteren. Het bericht Lettertypelijst wordt afgedrukt wordt weergegeven. Dit bericht blijft op de display van het bedieningspaneel staan tot de pagina wordt afgedrukt. Als de lijst met lettertypevoorbeelden wordt afgedrukt, keert de printer terug naar de werkstand Gereed.
Printerspecificaties Afmetingen Optra T616 Optra T616n Optra T614 Optra T614n Optra T612 Optra T612n Optra T610 Optra T610n 404 404 404 404 379 404 340 340 538 2 5382 Breedte mm 418 418 418 418 418 418 400 400 Diepte mm 513 513 513 513 513 513 498 498 20,4 20,4 20,4 20,4 20,2 20,4 19,7 19,7 23,6 3 23,6 3 Hoogte mm Gewicht1 kg 538 2 23,6 3 1 Gewicht van de printer inclusief cartridge. van de printer inclusief ladekast voor 500 vel.
Informatie over deze uitgave Eerste uitgave (juni 1999) De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT, DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.