510 Series Color Jetprinter™ Gebruikershandleiding voor Windows • Problemen met instellen van de printer oplossen Een controlelijst voor het vinden van oplossingen voor algemene installatieproblemen. • Printeroverzicht Informatie over de printeronderdelen en de printersoftware. • Tips voor afdrukken Meerdere projecten afdrukken op verschillende papiersoorten. • Onderhoud Cartridges onderhouden en supplies bestellen.
Uitgave: Februari 2004 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoud Hoofdstuk 1: Printeroverzicht....................................................... 5 Printeronderdelen........................................................................................... 5 Printersoftware ............................................................................................... 6 Hoofdstuk 2: Tips voor afdrukken.............................................. 10 Afdrukken op normaal papier .......................................................................
Hoofdstuk 4: Problemen met instellen van de printer oplossen ............................................................................ 49 Controlelijst voor het oplossen van problemen ............................................ 49 Problemen met de installatie van de printersoftware oplossen .................... 50 Hoofdstuk 5: Algemene problemen oplossen........................... 53 Foutberichten en knipperende lampjes ........................................................
1 Printeroverzicht Printeronderdelen 510 Series Color Jetprinter™ Papiersteun USB-kabelaansluiting Papierinvoer Knop Aan-uit/Hervatten Voorklep Papiergeleider en ontgrendelingslip Papieruitvoerlade Printeroverzicht 5 Aansluiting voor netvoeding
In de volgende tabel worden de afzonderlijke onderdelen beschreven. Onderdeel: Functie: Knop Aan-uit/Hervatten • Printer in- of uitschakelen. • Papier verwijderen uit de printer. Zie “Printer heeft een papierstoring” op pagina 58 voor meer informatie. • Printerstatus controleren. Zie “Foutberichten en knipperende lampjes” op pagina 53 voor meer informatie. Voorklep • Cartridges installeren of vervangen. • Vastgelopen papier verwijderen. Papieruitvoerlade Papier opvangen na het afdrukken.
U kunt de instellingen voor de printer wijzigen in het printerstuurprogramma. Als u een gewoon document wilt afdrukken op normaal papier, hoeft u de printerinstellingen niet te wijzigen.
Papierinstellingen Menu: Optie: Soort Normaal papier, Envelop, Banner, Coated papier, Glossy/fotopapier, Transparanten, Opstrijktransfer of Wenskaarten. Papierformaat Formaat dat hoort bij de papiersoort. Als het papierformaat niet voorkomt in de lijst, selecteert u Aangepast formaat. Zie “Afdrukken op papier met aangepast formaat” op pagina 40 voor meer informatie. Afdrukstand Staand of Liggend. Afdrukindeling Menu: Optie: Indeling Normaal, Banner, Spiegelen, N per vel, Poster of Brochure.
In de volgende tabel worden de tabbladen van Lexmark Printeroplossingen beschreven: Tabblad: Handelingen: Hoe • Printerinformatie weergeven. • Standaardafdruktips weergeven. • Informatie over afdrukprojecten weergeven. Problemen oplossen • Tips over de printerstatus weergeven. • Algemene onderwerpen voor het oplossen van problemen weergeven. Onderhoud • • • • • Inktcartridges installeren. Informatie over het aanschaffen van nieuwe cartridges weergeven. Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen.
2 Tips voor afdrukken Afdrukken op normaal papier Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 100 vellen normaal papier in de printer plaatsen. Stap 1: Plaats het papier in de printer • Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. • Duw het papier niet te ver in de printer. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan Als u normaal papier van het formaat A4 of Letter gebruikt en met normale kwaliteit wilt afdrukken, hoeft u de instellingen niet aan te passen. Gebruikt u speciaal papier, dan volgt u de procedure voor de papiersoort die u gebruikt. Stap 3: Druk het document af Klik op OK. Foto's afdrukken Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 50 vellen coated papier, fotopapier of glossy papier in de printer plaatsen.
• Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het fotopapier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u papier met het formaat Letter gebruikt. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Stap 3: Druk de foto's af Klik op OK. Opmerking: verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de foto's. Afdrukken op premiumpapier of coated papier Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 100 vellen premiumpapier in de printer plaatsen.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken. 3 Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op: a Klik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Stap 1: Plaats papier in de printer • Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. • Duw het papier niet te ver in de printer. • Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u papier met het formaat Letter gebruikt. Opmerking: gebruik een zwaardere papiersoort voor de hoogste afdrukkwaliteit.
3 U drukt als volgt af op beide zijden van het papier: a Klik op de tab Afdrukindeling in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Dubbelzijdig in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken. c Selecteer Omslaan naar zijkant of Omslaan naar bovenkant. Als u Omslaan naar zijkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt als de pagina's in een tijdschrift. Als u Omslaan naar bovenkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt als de pagina's in een notitieblok.
U gaat als volgt te werk als u geen instructiepagina wilt afdrukken: a Klik op Opties Stijlopties in het dialoogvenster Afdrukken. b Schakel het selectievakje Instructies afdrukken voor het opnieuw plaatsen van papier uit. c Klik op OK. Kaarten afdrukken Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 25 wenskaarten, indexkaarten, fotokaarten of briefkaarten in de printer plaatsen.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken. 3 Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op: a Klik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid als u afdrukt op fotokaarten of wenskaarten. Selecteer Normaal voor andere kaartsoorten.
• Plaats de enveloppen verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. • Voer de enveloppen in met de afdrukzijde naar u toe. • Zorg dat u de enveloppen invoert met de locatie voor de postzegel linksboven. • Duw de enveloppen niet te ver in de printer. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de enveloppen. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
3 Geef als volgt een papiersoort op: a Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Envelop in het gedeelte Papiersoort. 4 Geef als volgt een envelopformaat op: a Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Kies het juiste formaat in het menu Envelopformaat. Zie “Afdrukken op papier met aangepast formaat” op pagina 40 voor meer informatie.
Stap 1: Plaats het papier in de printer • Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. • Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe. • Duw het papier niet te ver in de printer. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u papier met het formaat Letter gebruikt. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
3 U drukt als volgt afbeeldingen in zwart-wit af: a Klik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Kleurenafbeeldingen in zwart-wit afdrukken. c Klik op OK. 4 Pas het document aan met de procedure voor de papiersoort die u gebruikt. Stap 3: Druk het document af Klik op OK. Opmerking: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 50 vellen normaal papier.
• Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u papier met het formaat Letter gebruikt. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Stap 3: Druk het document af Klik op OK. Nadat de eerste helft van de brochure en de instructiepagina zijn afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw te plaatsen. 1 Plaats de stapel papier en de instructiepagina in de printer, met de afgedrukte zijde van u af en met de pijlen naar onderen in de papiersteun. 2 Klik op Doorgaan. U gaat als volgt te werk als u geen instructiepagina wilt afdrukken: 1 Klik op Opties Stijlopties in het dialoogvenster Afdrukken.
U stelt als volgt de brochure samen: 1 Neem de eerste bundel uit de uitvoerlade, vouw deze dubbel en leg de bundel apart. 2 Pak de volgende bundel, vouw deze dubbel en leg de bundel boven op de eerste. 3 Leg de bundels op elkaar totdat de brochure compleet is. 4 Bind de bundels in. Etiketten afdrukken Afhankelijk van de dikte van de etiketvellen kunt u per keer maximaal 25 vellen in de printer plaatsen. Stap 1: Plaats de etiketten in de printer • Gebruik etiketten die geschikt zijn voor inkjetprinters.
• Voer de etiketten in met de afdrukzijde naar u toe. • Duw de etiketten niet te ver in de printer. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de etiketten. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u etiketten met het formaat Letter gebruikt. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
Stap 3: Druk de etiketten af Klik op OK. Opmerking: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 10 etiketvellen. Als u meer dan 10 vellen wilt afdrukken, moet u de eerste 10 vellen verwijderen voordat u kunt doorgaan met afdrukken. Hand-outs afdrukken U kunt papier besparen door hand-outs, of meerdere paginabeelden, af te drukken op één vel papier. Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u maximaal 100 vellen papier in de printer plaatsen.
• Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u papier met het formaat Letter gebruikt. Opmerking: gebruik een zwaardere papiersoort voor de hoogste afdrukkwaliteit. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Stap 3: Druk de hand-outs af Klik op OK. Als u hebt ingesteld dat de hand-outs op één zijde van de pagina worden afgedrukt, bent u klaar. Als u hebt ingesteld dat de hand-outs op beide zijden van de pagina worden afgedrukt, gaat u verder met afdrukken. 1 Nadat de eerste helft van de hand-out is afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw te plaatsen. Plaats de stapel papier en de instructiepagina in de printer, met de afgedrukte zijde van u af en met de pijlen naar onderen in de papiersteun.
Stap 1: Plaats het papier in de printer • Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. • Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe. • Duw het papier niet te ver in de printer. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u papier met het formaat Letter gebruikt. Opmerking: gebruik een zwaardere papiersoort voor de hoogste afdrukkwaliteit.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken. 3 Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op: a Klik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Normaal in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Stel de poster samen 1 Snijd van elke afgedrukte pagina aan de aangrenzende zijden de witte randen bij. Snijd bijvoorbeeld de witte randen aan de boven- en linkerzijde van elke pagina bij. Afgedrukte pagina's waarvan de witte rand is bijgesneden aan twee aangrenzende zijden Bijgesneden randen Niet-bijgesneden randen 2 Leg de pagina's zo op elkaar dat elke bijgesneden rand over een niet bijgesneden rand (de witte rand) valt. 3 Plak de achterzijden van de pagina's aan elkaar vast.
Stap 1: Plaats de opstrijktransfers in de printer • Als bij de opstrijktransfers speciale instructies zijn geleverd, neemt u deze aandachtig door. • Plaats de opstrijktransfers verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. • Voer de opstrijktransfers in met de afdrukzijde (lege zijde) naar boven. • Duw de opstrijktransfers niet te ver in de printer. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de opstrijktransfers.
3 Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op: a Klik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Normaal of Beter in het gedeelte Kwaliteit/snelheid. 4 Geef als volgt een papiersoort op: a Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Opstrijktransfer in het gedeelte Papiersoort.
• Plaats de transparanten verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. • Voer de transparanten in met de ruwe zijde (afdrukzijde) naar boven. Transparanten met verwijderbare strips plaatst u met de strips naar beneden en van u af. • Duw de transparanten niet te ver in de printer. • Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de transparanten. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u transparanten met het formaat Letter gebruikt.
4 Geef als volgt een papiersoort op: a Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Transparanten in het gedeelte Papiersoort. 5 Geef als volgt een papierformaat op: a Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Kies A4 of U.S. Letter in het menu Papierformaat. 6 Klik op OK. Stap 3: Druk de transparanten af Klik op OK.
• Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u papier met het formaat Letter gebruikt. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Banner afdrukken U kunt per keer maximaal 20 vellen bannerpapier in de printer plaatsen. Stap 1: Plaats het bannerpapier in de printer 1 Verwijder eventueel aanwezig papier uit de printer. 2 Plaats een stapel bannerpapier met het exacte aantal vellen dat u als banner wilt afdrukken, achter de printer. Opmerking: als u meer bannerpapier in de printer plaatst, kan er een papierstoring optreden. Zie “Printer heeft een papierstoring” op pagina 58 voor meer informatie.
4 Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u bannerpapier met het formaat Letter gebruikt. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
7 Geef als volgt een afdrukindeling op: a Klik op de tab Afdrukindeling in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Selecteer Banner in het gedeelte Indeling. 8 Klik op OK. Stap 3: Druk de banner af Klik op OK. Afdrukken op papier met aangepast formaat Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u maximaal 100 vellen aangepast papier in de printer plaatsen.
• Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken. 3 Maak als volgt een aangepast papierformaat: a Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. b Kies Aangepast formaat in het menu Papierformaat.
3 Onderhoud Inktcartridges vervangen De Lexmark 510 Series ondersteunt de volgende cartridges: Artikel: Artikelnummer: Kleureninktcartridge 26 of 27 Zwarte-inktcartridge 16 of 17 Opmerking: u kunt de printer gebruiken met alleen een kleureninktcartridge of alleen een zwarte-inktcartridge. Zie pagina 48 voor meer informatie over het bestellen van supplies. Gebruikte cartridges verwijderen 1 Controleer of het aan/uit-lampje brandt. 2 Open de voorklep.
3 Druk de tabs op de deksels van de cartridges in en open de deksels. 4 Verwijder de gebruikte inktcartridges. Bewaar de cartridges in een luchtdichte verpakking of gooi de cartridges weg. Neem hierbij de geldende milieuvoorschriften in acht. Cartridges installeren 1 Als u nieuwe cartridges installeert, verwijdert u de sticker en de transparante tape van de achter- en onderzijde van de cartridges. Waarschuwing: raak de goudkleurige contactgedeelten aan de achter- en onderzijde van de cartridges niet aan.
2 Plaats de kleureninktcartridge in de linkerhouder. Plaats de zwarte-inktcartridge in de rechterhouder. Opmerking: de kleureninktcartridge gaat langer mee als u een zwarte-inktcartridge en een kleureninktcartridge installeert. Tevens verbetert u zo de afdruksnelheid. 3 Klik de deksels vast. 4 Sluit de voorklep. Opmerking: de voorklep moet zijn gesloten voordat u een taak kunt afdrukken.
Instellingen voor cartridges opgeven in de printersoftware Installeer eerst de inktcartridges voor u de instellingen opgeeft in de printersoftware. Zie “Cartridges installeren” op pagina 43 voor meer informatie. 1 Open Lexmark Printeroplossingen. Zie “Lexmark Printeroplossingen” op pagina 8 voor meer informatie. 2 Klik op Nieuwe inktcartridge installeren op het tabblad Onderhoud. 3 Selecteer de cartridge die u hebt geïnstalleerd.
Afdrukkwaliteit verbeteren Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit van het document, kunt u de afdrukkwaliteit als volgt verbeteren: • Gebruik het juiste papier voor het document. Gebruik bijvoorbeeld fotopapier als u een foto wilt afdrukken. • Gebruik zwaarder papier, helderwit papier of coated papier. • Selecteer als volgt een hogere afdrukkwaliteit: 1 Klik op Bestand Afdrukken in de toepassing. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
3 Veeg de spuitopeningen en contactpunten schoon: a Verwijder de inktcartridges. Zie “Gebruikte cartridges verwijderen” op pagina 42 voor meer informatie. b Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. c Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de spuitopeningen schoon in de aangegeven richting.
Inktcartridges beschermen Volg de onderstaande aanwijzingen voor een optimale levensduur van de inktcartridges en optimale printerprestaties: • Bewaar een nieuwe inktcartridge in de verpakking totdat u de cartridge gaat installeren. • Verwijder de cartridge niet uit de printer, tenzij u de cartridge wilt vervangen, reinigen of opbergen in een luchtdichte verpakking. Als u de cartridge langere tijd blootstelt aan de open lucht, kan de afdrukkwaliteit verminderen.
4 Problemen met instellen van de printer oplossen Controlelijst voor het oplossen van problemen De netvoeding is stevig aangesloten op de printer en een geaard stopcontact. De printer en de computer zijn ingeschakeld. De USB-kabel is stevig aangesloten op de printer en op de computer of de Lexmark adapter. De lampjes van de printer knipperen. Zie “Foutberichten en knipperende lampjes” op pagina 53 voor meer informatie.
De printer is ingesteld als standaardprinter. U stelt de printer als volgt in als standaardprinter: 1 Klik op Start Instellingen Printers. 2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Lexmark 510 Series en controleer of Als standaard instellen is geselecteerd. De printer is rechtstreeks aangesloten op de computer. Volg de onderstaande stappen als de printer is aangesloten via een extern apparaat, zoals een USB-hub, schakelkastje, scanner of faxapparaat.
3 Klik op Annuleren als het afgebeelde venster of een vergelijkbaar venster verschijnt. Windows 98/Me Windows 2000/XP 4 Verwijder de cd met printersoftware uit het cd-rom-station en plaats de cd opnieuw in het station. 5 Dubbelklik op Deze computer op het bureaublad. 6 Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-station. Dubbelklik zo nodig op setup.exe. 7 Volg de instructies op het scherm om de installatie van de printersoftware te voltooien.
Printersoftware verwijderen 1 Klik op het bureaublad op Start Programma's Lexmark 510 Series ongedaan maken. Lexmark 510 Series Installatie 2 Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen. 3 Start de computer opnieuw op voordat u de printersoftware opnieuw installeert. Printersoftware installeren U kunt de printersoftware installeren met de cd die bij de printer is geleverd of de printersoftware downloaden van de weblocatie van Lexmark op www.lexmark.com.
5 Algemene problemen oplossen Voor informatie over: Zie pagina: Foutberichten en knipperende lampjes 53 Er wordt niet of langzaam afgedrukt 54 Vastgelopen papier verwijderen en papierstoringen verhelpen 57 Problemen met afdrukkwaliteit oplossen 58 Problemen met speciaal papier oplossen 61 Foutberichten en knipperende lampjes In dit gedeelte vindt u uitleg over de betekenis van de foutberichten van de printersoftware en knipperende lampjes op de printer.
Als dit bericht verschijnt, kunt u het volgende doen: • Klik op OK. • Klik op ? voor meer informatie over het bestellen van supplies. • Bestel een nieuwe inktcartridge of zoek een leverancier bij u in de buurt op de weblocatie van Lexmark op www.lexmark.com. Voor meer informatie: • • Zie “Cartridges installeren” op pagina 43 voor meer informatie over het installeren van een nieuwe cartridge. Zie “Supplies bestellen” op pagina 48 voor meer informatie over het bestellen van supplies.
Printer is aangesloten maar er wordt niet afgedrukt Controleer eerst de lijst voor het oplossen van problemen op pagina 49 en ga dan als volgt verder: Controleer als volgt de printerstatus: Windows 98/Me/2000 Windows XP 1 Klik op Start Printers. 1 Klik op Start Instellingen Configuratiescherm. 2 Klik op Printers en andere hardware. 2 Dubbelklik in de map Printers op het pictogram voor de Lexmark 510 Series printer. 3 Klik op Reeds geïnstalleerde printers en faxprinters.
• Ga na of u niet meerdere exemplaren van de printersoftware hebt geïnstalleerd: 1 Windows 98/Me/2000: klik op Start Windows XP: klik op Start Printers en faxapparaten. 2 Instellingen Configuratiescherm Printers. Printers en andere hardware Controleer of in de map Printers slechts één pictogram voor de Lexmark 510 Series printer staat. • Als u meerdere exemplaren van de printersoftware hebt geïnstalleerd, verwijdert u alle exemplaren. Start de computer opnieuw op en installeer de printersoftware.
De printer drukt erg langzaam af • Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt. • Bekijk het document dat u afdrukt. Het afdrukken van foto's en afbeeldingen duurt langer dan het afdrukken van gewone tekst. Ook het afdrukken van grote documenten of documenten met achtergrondafbeeldingen duurt langer. • Controleer of de printer niet bezig is met het afdrukken van een ander document. Afdruktaken worden afgedrukt in de volgorde waarin ze naar de printer worden verzonden.
Enveloppen en vellen speciaal papier worden niet ingevoerd Controleer de volgende punten: • Het invoeren van papier verloopt zonder problemen. Plaats de enveloppen of het speciale papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de enveloppen of het speciale papier. Zie “Tips voor afdrukken” op pagina 10 voor meer informatie.
Afdruk is te donker of bevat vlekken • Zorg dat het papier recht en ongekreukeld wordt ingevoerd. • Laat de inkt volledig drogen voordat u het papier aanpakt. • Zorg dat de papiersoort en het papierformaat in de printersoftware overeenkomen met het papier dat in de printer is geplaatst. Zie “Printersoftware” op pagina 6 voor meer informatie. • Controleer of de juiste instelling voor afdrukkwaliteit is geselecteerd voor de papiersoort.
Ontbrekende of onverwachte tekens Net als met andere printers kunt u met deze printer niet afdrukken op de uiterste randen van een pagina. De marges moeten binnen de volgende waarden zijn ingesteld: Marge: Minimuminstelling: Links en rechts • 6,35 mm (0,25 inch) voor U.S. Letter, U.S.
4 Klik op Kleurinstellingen handmatig selecteren. 5 Selecteer Natuurlijke kleuren. Kleuren op de afdruk zijn flets Probeer de suggesties in het gedeelte “Kleuren op de afdruk wijken af van de kleuren op het scherm” op pagina 60. Als de kleuren nog steeds flets zijn, moet u proberen de spuitopeningen te reinigen. Zie “Afdrukkwaliteit verbeteren” op pagina 46 voor meer informatie. Foto's worden niet met de verwachte kwaliteit afgedrukt • Gebruik fotopapier dat geschikt is voor inkjetprinters.
Kennisgevingen Kennisgevingen over elektronische emissie Conformiteit met de richtlijnen van de FCC (Federal Communications Commission) De Lexmark Z600 Series Color Jetprinter, type 4126-001 is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-regels.
Japanese VCCI notice Korean MIC statement The United Kingdom Telecommunications Act 1984 This apparatus is approved under the approval number NS/G/1234/J/100003 for the indirect connections to the public telecommunications systems in the United Kingdom.
Verklarende woordenlijst aangepast papier. Papierformaat dat afwijkt van standaardformaten. afdrukken in omgekeerde volgorde. Een softwareoptie van de printer waarmee u de laatste pagina van het document eerst kunt afdrukken zodat de pagina's op volgorde in de papieruitvoerlade terecht komen. afdrukwachtrij. De locatie op de server waar afdruktaken in volgorde van verzending worden opgeslagen voor afdrukken. automatische papierinvoer (API).
handmatig uitlijnen. Een functie van de printer waarmee u uitlijningswaarden voor inktcartridges kunt selecteren. hand-outs. Meerdere paginabeelden afgedrukt op één vel papier. Zie N per vel. inbinden aan korte zijde. Een softwareoptie van de printer waarmee dubbelzijdig bedrukte pagina's zodanig worden geplaatst dat ze aan de korte zijde van de pagina's kunnen worden ingebonden. inbinden aan lange zijde.
premiumpapier. Coated papier dat geschikt is voor rapporten of documenten met afbeeldingen. printerpoort. Zie USB-poort. printersoftware. (1) Het programma waarmee u instellingen kunt selecteren voor het aanpassen van afdruktaken. (2) Het programma waarmee de computer met de printer kan communiceren. printerstuurprogramma. Zie printersoftware. programma. Software op de computer waarmee u een bepaalde taak kunt uitvoeren, zoals tekst verwerken of foto's bewerken. randapparaat.
USB-poort. Een kleine, rechthoekige poort aan de achterzijde van de computer, waarop randapparaten, zoals een printer, kunnen worden aangesloten met een USB-kabel. Hierdoor kan de computer snel communiceren met de printer. verscherpen. Een softwareoptie van de printer waarmee u onscherp afgedrukte afbeeldingen duidelijker kunt maken. watermerk. Een lichte afbeelding of achtergrondtekst die op elke pagina van een document wordt weergegeven.
Register A aanbevolen instellingen aangepast papier 40 afdrukken op beide zijden van papier 14 afdrukken, laatste pagina eerst 36 bannerpapier 38 briefkaarten 17 brochure 22 coated papier 11 dubbelzijdig 14 dubbelzijdig afdrukken 14 enveloppen 18 etiketten 25 fotokaarten 17 fotopapier 11 glossy papier 11 hand-outs 27 indexkaarten 17 kaarten 17 kleurenafbeeldingen afdrukken in zwart-wit 20 kleurenafbeeldingen in zwart-wit 20 laatste pagina eerst 36 normaal papier 10 opstrijktransfers 32 poster 29 premiumpapi
afdrukken in omgekeerde volgorde 36 afdrukken op beide zijden van papier 14 afdrukken verloopt niet constant 59 afdrukken, kleurenafbeeldingen in zwart-wit 20 afdrukken, laatste pagina eerst 36 afdrukkwaliteit verbeteren 46 afdrukproblemen afdrukkwaliteit 58 er wordt niet of langzaam afgedrukt 54 foutberichten 53 knipperende lampjes 53 lege pagina's 56 papierinvoer 57 papierstoringen 58 software 50 speciaal papier 61 artikelnummers kleureninktcartridge 48 USB-kabel 48 zwarte-inktcartridge 48 B baanvorming
opstrijktransfers 32 poster 29 premiumpapier 13 transparanten 34 T-shirttransfers 32 wenskaarten 17 poster 29 premiumpapier 13 printerkabel, problemen oplossen 49 printeronderdelen 6 printersoftware installeren 52 Lexmark Printeroplossingen 6 stuurprogramma 6 verwijderen 52 verwijderen (Windows) 56 printersoftware-cd, problemen oplossen 50 printerstuurprogramma installeren 52 verwijderen 52 problemen oplossen afdrukkwaliteit 58 cartridges 49 er wordt niet of langzaam afgedrukt 54 foutberichten 53 knipperend