Operation Manual

1
De inktcartridges uit de printer te verwijderen.
2
Controleer of sticker en tape zijn verwijderd van de cartridges.
2
1
1
2
3
De inktcartridges zijn teruggeplaatst in de printer.
Ga als volgt te werk als de printer is aangesloten op de computer via een ander
apparaat:
1
Maak de USB-kabel los van het andere apparaat, zoals een USB-hub of
schakelkastje.
2
Sluit de kabel rechtstreeks aan op de printer en de computer.
Controleer of de printer is ingesteld als standaardprinter en of deze niet in de
wachtstand is geplaatst of is onderbroken.
1
Klik op:
Windows XP Professional Edition: Start Instellingen Printers en
faxapparaten.
Windows XP Home Edition: Start Configuratiescherm Printers en
faxapparaten.
Windows 2000: Start Instellingen Printers.
Windows 98/ME: Start Instellingen Printers.
2
Dubbelklik op de naam van de printer.
3
Klik op Printer.
Controleer of de optie Afdrukken onderbreken is uitgeschakeld.
Controleer of de optie Als standaard instellen is ingeschakeld.
Problemen oplossen
85