Pro700 Series Gebruikershandleiding November 2010 Machinetype(n): 4444 Model(len): 101, 10E www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...................................................................................6 Over de printer............................................................................................7 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen.........................................................................................7 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................
Standaardinstellingen voor papier opslaan.............................................................................................37 Originele documenten op de glasplaat plaatsen.....................................................................................38 Originele documenten in de ADI plaatsen..............................................................................................39 Afdrukken................................................................................................
Scantaken annuleren...............................................................................................................................75 Faxen.........................................................................................................76 Printer instellen voor faxen.....................................................................................................................76 Faxinstellingen configureren.........................................................................
Stroomverbruik.....................................................................................................................................178 Index........................................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen.
Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's afdrukken met minder cartridges. • Reinig de printerkop.
Gewenste informatie Locatie Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik van de printer. Gebruikershandleiding • Papier en speciaal materiaal selecteren en De Gebruikershandleiding is beschikbaar op de cd met installatiesoftware.
Gewenste informatie Locatie Garantie-informatie De garantie-informatie verschilt per land of regio: • In de VS: raadpleeg de beperkte garantieverklaring bij deze printer of op http://support.lexmark.com. • Rest van de wereld: raadpleeg de gedrukte garantieverklaring bij de printer voor meer informatie. Onderdelen van de printer 1 2 3 4 5 6 7 12 8 11 10 9 Onderdeel Functie 1 Scannerklep Toegang krijgen tot de glasplaat. 2 Glasplaat Documenten en foto's scannen en kopiëren.
Onderdeel Functie 11 Papierlade Papier in de printer plaatsen. 12 Papieruitvoerlade Het papier opvangen dat wordt uitgevoerd. 4 3 1 5 6 2 7 8 9 Onderdeel Functie 1 Scannereenheid Toegang krijgen tot de inktcartridges. 2 Toegang tot de inktcartridges Inktcartridges installeren, vervangen of verwijderen. 3 Ethernet-poort De printer aansluiten op een computer, een lokaal netwerk of een externe DSLverbindingen of een kabelmodem.
9 Onderdeel Functie Toegang tot de printerkop De printerkop installeren. Opmerking: de houder wordt verplaatst naar het gedeelte voor toegang tot de printerkop als er geen printerkop is geïnstalleerd in de printer.
Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Paginarendementen beschikbaar op www.lexmark.com/pageyields. Gebruik alleen inktcartridges van Lexmark voor optimale resultaten.
Inktcartridges vervangen Zorg dat u over nieuwe cartridges beschikt voordat u begint. U moet nieuwe cartridges meteen installeren nadat u de oude cartridges hebt verwijderd omdat anders de resterende inkt in de printerkop kan uitdrogen. 1 Zet de printer aan. 2 Open de printer. Opmerking: de printerkop wordt naar de positie voor cartridge-installatie verplaatst. 3 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de gebruikte inktcartridge of -cartridges. 4 Installeer de afzonderlijke cartridges.
Papier en andere supplies bestellen Bezoek onze website op www.lexmark.com als u supplies wilt bestellen of een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken. Onderdeel Artikelnummer USB-kabel 1021294 Ga naar www.lexmark.com voor meer informatie. Papier Papierformaat Lexmark fotopapier Lexmark PerfectFinish fotopapier • • • • Letter • • • • Letter A4 4 x 6 inch L A4 4 x 6 inch L Opmerkingen: • De beschikbaarheid verschilt per land of regio.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer aangegeven: 3 2 1 10 4 8 9 Programma 1 5 6 7 Functie Aan/uit • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de spaarstand. Opmerking: Als de printer is ingeschakeld, drukt u op om over te schakelen naar de spaarstand. Houd drie seconden ingedrukt om de printer uit te schakelen.
Programma 7 Functie Selecteren • Menuopties selecteren. • Instellingen opslaan. • Papier in- of uitvoeren. Houd de knop drie seconden ingedrukt om het papier in of uit de printer te voeren. 8 Pijltoetsen Bladeren naar menu- of submenu-items op de display. 9 Display Op de display wordt het volgende weergegeven: • Printerstatus • Berichten • Menu's Opmerking: in de spaarstand is de display uitgeschakeld. 10 Instellen Het instelmenu weergeven en printerinstellingen wijzigen.
6 Programma Functie Dubbelzijdig/Ecomodus Activeer Dubbelzijdig om de volgende bewerkingen uit te voeren: • Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). Activeer Ecomodus om de volgende bewerkingen uit te voeren: • Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). • Overschakelen naar de spaarstand als de printer tien minuten niet wordt gebruikt. • De helderheid van het scherm instellen op laag. 7 Annuleren • Een afdruk-, kopieer-, scan- of faxtaak annuleren.
• De printer drukt kopieer- en faxtaken, en afdruktaken in Windows, af op beide zijden van het papier (dubbelzijdig; alleen voor bepaalde modellen). Als u de Ecomodus wilt inschakelen, drukt u op Dubbelzijdig/Ecomodus tot het lampje bij Ecomodus gaat branden. Tijdelijke instellingen wijzigen in nieuwe standaardinstellingen De volgende menu's worden hersteld naar de standaardinstellingen na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld.
De herstelfunctie voor instellingen uitschakelen U kunt de herstelfunctie voor instellingen uitschakelen als u niet wilt dat de printer de standaardinstellingen herstelt na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld. 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Apparaatinstelling en druk op .
Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • * Microsoft Windows 7 (alleen via het web)* Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Microsoft Windows 2000 (SP4 of hoger) Macintosh PowerPC OS X 10.3.9 tot 10.6 Macintosh Intel OS X 10.4.4 tot 10.6 Linux Ubuntu 8.10 en 8.04 LTS (alleen via het web)* Linux openSUSE 11.1 en 11.
Printersoftware Onderdeel Functie LexmarkTM printerstartpagina • • • • • • • • • • • (wordt de Printerstartpagina genoemd) Lexmark Fast Pics Toepassingen of programma's starten. Fax Solutions Software openen. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken. Documenten scannen naar PDF. Instellingen aanpassen voor de printer. Supplies bestellen. Inktcartridges onderhouden. Een testpagina afdrukken. De printer registreren. Contact opnemen met technische ondersteuning.
Onderdeel Functie Lexmark Servicecentrum • Problemen met de printer oplossen. • Onderhoudsfuncties van de printer weergeven. • Contact opnemen met technische ondersteuning. (wordt Servicecentrum genoemd) Opmerkingen: • Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • U wordt wellicht gevraagd dit programma te installeren vanaf het web, afhankelijk van uw printermodel.
Onderdeel Functie Dialoogvenster Druk af Afdrukinstellingen aanpassen en afdruktaken plannen. Opmerking: Open een document of foto en kies Archief > Druk af om het dialoogvenster Druk af te openen. Dialoogvenster Printerservices (niet beschikbaar in Mac OS X 10.5 of hoger) Scan Center (in Mac OS X 10.6) • • • • • Printerhulpprogramma openen. Problemen oplossen. Inkt of supplies bestellen. Contact opnemen met Lexmark. Versie controleren van de printersoftware die op de computer is geïnstalleerd.
Mac OS X 10.6 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap > Webkoppelingen 2 Dubbelklik op de webkoppeling die u wilt gebruiken. Mac OS X 10.5 en eerder 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Printerhulpprogramma. 3 Selecteer de gewenste koppeling op het tabblad Webkoppelingen. Optie Functie Klantenservice Contact opnemen met technische ondersteuning. Software-updates van Lexmark De nieuwste printersoftware downloaden en installeren.
Mac OS X 10.5 en eerder 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Printerhulpprogramma. 3 Klik op Klantenondersteuning op het tabblad Webkoppelingen. 4 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma. 5 Installeer aanvullende of optionele software. Printersoftware bijwerken Controleren op software-updates Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
Printersoftware opnieuw installeren Als u de printer hebt ingesteld met de cd met installatiesoftware, is alle benodigde software geïnstalleerd. Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de printer verwijderen en opnieuw installeren. Printersoftware verwijderen Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start.
3 Dubbelklik op Installeer. 4 Volg de aanwijzingen in het installatievenster. Internet gebruiken 1 Ga naar de Lexmark website op www.lexmark.com. 2 Ga naar: Downloads > Zoeken naar printerdrivers > selecteer uw printer > selecteer uw besturingssysteem 3 Download het stuurprogramma en installeer de printersoftware. Opmerking: Mogelijk is er bijgewerkte printersoftware beschikbaar op http://support.lexmark.com.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de papierlade plaatsen Aandachtspunten: • U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. • Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd. • U hebt voor speciaal papier de bijbehorende instructies doorgenomen. Opmerking: zorg dat het papier niet omkrult als u de papiergeleiders verschuift om papierstoringen te voorkomen. 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade.
3 Als u A4- of Legal-papier plaatst, drukt u het lipje in en trekt u de lade uit. 1 2 Opmerking: Als u de uitbreiding uitschuift, is de eerste stop geschikt voor A4-papier. Wanneer de uitbreiding volledig is uitgeschoven, is de lade geschikt voor Legal-papier. 4 Plaats het papier in de printer.
5 Schuif de papiergeleiders voorzichtig tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier. 1 2 3 6 Plaats de lade terug in de printer. Opmerking: Als u de lade hebt uitgeschoven voor A4- of Legal-papier, steekt de lade uit aan de voorkant van de printer wanneer u de lade in de printer plaatst. 7 Zet de papierstopper omhoog om het uitgevoerde papier op te vangen. Opmerking: Als u A4- of Legal-papier hebt geplaatst, moet u de papierstopper uittrekken.
Enveloppen of fotopapier in de printer plaatsen 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade.
3 Gebruik het enveloppictogram en de omtrek voor fotopapier op de bodem van de lade om de enveloppen of het fotopapier correct te plaatsen. Opmerking: Plaats geen verschillende papiersoorten in de lade. U kunt enveloppen of fotopapier plaatsen, maar niet beide. 4 Plaats de enveloppen of het fotopapier in de lade. Opmerking: Plaats de enveloppen of het fotopapier met de afdrukzijde naar beneden.
5 Schuif de papiergeleiders tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de enveloppen of het fotopapier. 1 1 3 2 3 2 6 Plaats de lade terug in de printer. 7 Zet de papierstopper omhoog om de uitgevoerde enveloppen of foto's op te vangen. Opmerking: voor optimale resultaten moet u de foto's ten minste 24 uur laten drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Maximumaantal 100 vellen coated papier 25 vellen fotopapier 25 vellen glossy papier Aandachtspunten • De glanzende zijde of afdrukzijde is naar beneden gericht. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) • De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier geschoven. Opmerkingen: • Voor optimale resultaten moet u de foto's ten minste 24 uur laten drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Maximumaantal Aandachtspunten 25 vellen met etiketten • U gebruikt volledige etiketvellen. Bij gedeeltelijke vellen (met ontbrekende etiketten) kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor het papier kan vastlopen. • • • • 50 transparanten Plaats etiketvellen van het formaat A4 of Letter. De afdrukzijde van de etiketten is naar beneden gericht. De bovenkant van de etiketten wordt eerst ingevoerd.
Maximumaantal 20 vellen bannerpapier Aandachtspunten • De afdrukzijde van de banner is naar beneden gericht. • De vrije rand van het bannerpapier wordt als eerste in de printer ingevoerd. • Als de printer meerdere laden heeft, plaatst u het bannerpapier in lade 1. U plaatst als volgt bannerpapier in de printer: 1 2 3 4 Trek de lade volledig uit de printer. Verwijder al het papier uit de lade. Stel de papiergeleiders in voor Legal-papier.
c Druk op de pijl omhoog of omlaag om de standaardpapiersoort te selecteren voor de printer en druk op . • Als u het standaardformaat voor fotoafdrukken wilt instellen: a Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Standaardwaarden en druk op . b Druk op om Formaat fotoafdruk te selecteren. c Druk op de pijl omhoog of omlaag om het standaardformaat voor het afdrukken van foto's te selecteren voor de printer en druk op .
Originele documenten in de ADI plaatsen U kunt maximaal 50 vellen van een origineel document in de ADI plaatsen om deze te scannen, te kopiëren en te faxen. U kunt papier van het formaat A4, Letter of Legal in de ADI plaatsen. 1 Stel de papiergeleider van de ADI-lade in op de breedte van het originele document. 2 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar boven en de bovenzijde naar voren in de ADI tot u een pieptoon hoort.
Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Selecteer de instelling voor afdrukken zonder rand bij het afdrukken van foto's. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
Afgedrukte exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt.
3 Selecteer een paginavolgorde in het gedeelte Exemplaren op het tabblad Printerinstelling: • Selecteer Laatste pagina eerst afdrukken om de laatste pagina als eerste af te drukken. • Schakel het selectievakje Laatste pagina eerst afdrukken uit als u de eerste pagina als eerste wilt afdrukken. Opmerking: Als dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, kunt u de laatste pagina niet als eerste afdrukken. Als u de afdrukvolgorde wilt wijzigen, moet u eerst dubbelzijdig afdrukken uitschakelen.
4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 6 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. 7 Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal pagina's op dat op één vel papier moet worden afgedrukt. 8 Pas de overige instellingen indien nodig aan. 9 Klik op Druk af.
Speciale documenten afdrukken Enveloppen afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: Tabblad Printerinstelling > lijst Papiersoort > selecteer Normaal papier 4 Ga naar: Lijst Papierformaat > selecteer het envelopformaat Stel een aangepast envelopformaat in als er geen passend envelopformaat is. 5 Selecteer een afdrukstand bij Richting.
4 Ga naar: Lijst Papierformaat > selecteer het papierformaat Stel een aangepast papierformaat in als er geen passend papierformaat is. 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor. 3 Kies in het voorgrondmenu Papierformaat het papierformaat.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor. 3 Kies Beheer aangepaste formaten in het voorgrondmenu Papierformaat. 4 Pas de instellingen naar wens aan om een aangepast formaat te maken en klik op OK. 5 Kies in het voorgrondmenu Papierformaat het aangepaste papierformaat dat u hebt gemaakt en klik op OK. 6 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 7 Kies uw printer in het voorgrondmenu met printers.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar het opslagapparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. 2 Controleer of Geheugenkaart gevonden of Apparaat voor massaopslag wordt weergegeven op de display. Opmerkingen: • Als de printer het opslagapparaat niet herkent, verwijdert u het apparaat en plaatst u het weer terug in de printer.
3 Plaats een geheugenkaart, flashstation of digitale camera die is ingesteld voor massaopslag. Als er documentbestanden en afbeeldingsbestanden zijn opgeslagen op het opslagapparaat, drukt u op Foto's te selecteren. 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto's afdrukken en druk op om . 5 Druk op de pijl omhoog of omlaag om een instelling voor het afdrukken van foto's te selecteren en druk op .
Locatie Handelingen Kleureneffect Selecteren of u een foto wilt afdrukken in zwart-wit, sepia, antiekbruin of antiekgrijs. Kaders Een kader voor de foto selecteren. 7 Selecteer met de pijltoetsen. 8 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar en druk op . 9 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar en druk op . 10 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen: a Druk nogmaals op . b Selecteer met de pijltoetsen. c Druk op om de selecties op te slaan.
c Draag de foto's over of druk de foto's af: • Voor Windows-gebruikers Fast Pics wordt automatisch gestart nadat er verbinding is gemaakt. Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken. • Voor Macintosh-gebruikers Selecteer Ja om afbeeldingen weer te geven vanaf het opslagapparaat. Netwerkkaartlezer wordt geopend op de computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. 3 Als de PictBridge-verbinding tot stand is gebracht, wordt het volgende bericht op de display weergegeven: Gebruik camera om foto's te selecteren en af te drukken. Kies OK om standaardafdrukinstellingen te selecteren.
7 Volg de aanwijzingen op het controlevel om op te geven welke foto's u wilt afdrukken en om het aantal exemplaren, de rode-ogenreductie, de pagina-indeling, afdrukopties en het papierformaat te selecteren. Opmerking: zorg dat u de cirkels volledig invult. 8 Plaats het controlevel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Controlevel scannen wordt op de display weergegeven.
Afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat • De printer voldoet aan de voorschriften van Bluetooth-specificatie 2.0. De volgende profielen worden ondersteund: Object Push Profile (OPP) en Serial Port Profile (SPP). Raadpleeg de fabrikant van het Bluetooth-apparaat (mobiele telefoon of PDA) voor informatie over compatibiliteit en werking van de hardware. U kunt het beste de nieuwste firmware gebruiken op uw Bluetooth-apparaat.
Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Opmerking: er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Bluetooth-conf. en druk op 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Zoeken en druk op . . 5 Controleer of Zoeken is ingesteld op Aan. Blader zo nodig met de pijl omhoog of omlaag naar Aan en druk op De printer kan nu een verbinding van een Bluetooth-apparaat ontvangen.
5 Druk op de pijl omhoog of omlaag om het beveiligingsniveau te selecteren en druk op . • Laag: gebruik deze optie als u wilt toestaan dat Bluetooth-apparaten verbinding met de printer kunnen maken en afdruktaken kunnen verzenden zonder dat gebruikers een code moeten opgeven. • Hoog: gebruik deze optie als u wilt instellen dat gebruikers een viercijferige code moeten opgeven op het Bluetooth-apparaat voor ze verbinding kunnen maken met de printer en afdruktaken kunnen verzenden.
2 De printer moet zijn ingesteld voor het ontvangen van Bluetooth-verbindingen. Zie “Verbinding tussen de printer en een Bluetooth-apparaat instellen” op pagina 53 voor meer informatie. 3 Stel het Bluetooth-apparaat in voor afdrukken naar de printer. Raadpleeg de documentatie bij uw Bluetoothapparaat voor meer informatie. 4 Raadpleeg de documentatie bij uw Bluetooth-apparaat om af te drukken. Opmerking: als het Bluetooth-beveiligingsniveau op de printer is ingesteld op Hoog, moet u een wachtwoord opgeven.
6 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Kwaliteit & media, afhankelijk van uw besturingssysteem. 7 Selecteer Normaal papier in het voorgrondmenu Papiersoort. 8 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. 9 Selecteer Inbinden aan lange zijde of Inbinden aan korte zijde in het menu Dubbelzijdig. • Voor Inbinden aan lange zijde worden pagina's ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand voor staand, bovenrand voor liggend).
3 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Geavanceerde opties, afhankelijk van uw besturingssysteem. 4 Klik zo nodig op het driehoekje. 5 Selecteer de instelling voor droogtijd. In regio's met een hoge luchtvochtigheid moet u Langer selecteren. Handmatig op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) Voor gebruikers van Windows 1 Open een document en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
4 Nadat de eerste set met pagina's is afgedrukt, draait u het papier om en plaatst u papier terug in de printer. 1 2 3 5 Herhaal stap 1 en 2. 6 Selecteer in het het voorgrondmenu Afdrukken of Pagina's voor afdrukken de optie voor het afdrukken van even pagina's. 7 Klik op Druk af. Afdruktaken beheren Stel de printer in als standaardprinter De printer moet automatisch worden geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken wanneer u een afdruktaak verzendt.
Afdrukmodus wijzigen Als u inkt wilt besparen, kunt u voor alle afdruktaken de standaardafdrukmodus wijzigen in Concept of Snel afdrukken. In deze modus wordt minder inkt gebruikt en de modus is ideaal voor het afdrukken van documenten met alleen tekst. Als u foto's of andere documenten van hoge kwaliteit wilt afdrukken, kunt u een andere modus selecteren in het dialoogvenster Afdrukken voordat u de afdruktaak verzendt.
3 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Kwaliteit & media, afhankelijk van uw besturingssysteem. 4 Selecteer in het menu Afdrukkwaliteit Automatisch, Concept of Snel afdrukken, Normaal, Foto of Best. Opmerking: als u afdrukt in de modus Snel afdrukken wordt er minder inkt gebruikt. Deze modus is ideaal voor het afdrukken van documenten met alleen tekst. Afdruktaken onderbreken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren.
5 Hervat de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt hervatten, klikt met de rechtermuisknop op de documentnaam en kiest u Doorgaan of Opnieuw starten. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt hervatten, klikt u op Printer en schakelt u de optie Afdrukken onderbreken uit. Voor Macintosh-gebruikers 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen > selecteer de printer 2 Klik op Open afdrukwachtrij of Printerconfiguratie. Het wachtrijvenster wordt weergegeven.
Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto opnieuw afdrukken. 5 Blader met de pijl naar links of rechts naar het gewenste fotoformaat. 6 Druk op . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Afbeeldingen vergroten of verkleinen 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Formaat wijzigen. 5 Blader met de pijl naar links of rechts naar de gewenste instelling. Opmerkingen: • Als u Aangepast % selecteert, drukt u op percentage selecteren.
5 Druk op de pijl naar links of rechts om de schuifregelaar aan te passen en druk op om de instelling op te slaan. Opmerking: Als u op de pijl naar links drukt, wordt de kopie lichter. Als u op de pijl naar rechts drukt, wordt de kopie donkerder. 6 Druk op .
Meerdere pagina's kopiëren op één vel Met de instelling Pagina's per vel kunt u meerdere pagina's kopiëren op één vel door kleinere afbeeldingen van elke pagina af te drukken. U kunt bijvoorbeeld een document met twintig pagina's verkleinen tot vijf pagina's als u deze instelling gebruikt om vier paginabeelden per vel af te drukken. 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Handmatig dubbelzijdige kopieën maken 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Druk op de pijl naar links of rechts om het aantal exemplaren te selecteren en druk op Kleur/Zwart-wit om een kleuren- of zwart-witkopie in te stellen. Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden.
Scannen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Opmerkingen: • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Geef de pincode op met het toetsenblok. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer. 4 Wacht tot de printer klaar is met het downloaden van een lijst met scantoepassingen die beschikbaar zijn op de geselecteerde computer. 5 Druk op de pijl naar links of rechts om een toepassing te selecteren en druk op .
Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt automatisch een lijst met scantoepassingen gedownload. • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Geef de pincode op met het toetsenblok. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer. 4 Druk op de pijl naar links of rechts om een fotobewerkingstoepassing te selecteren en druk op .
8 Klik op Voorbeeld/bewerken. Het dialoogvenster Scan wordt weergegeven. 9 Pas de afbeelding en scaninstellingen naar wens aan. 10 Klik op Scannen. Documenten in een bewerkingstoepassing scannen Met een OCR-toepassing (Optical Character Recognition) kunt u een origineel tekstdocument dat is gescand, bewerken. Hiervoor moet u een OCR-toepassing hebben geïnstalleerd op een lokale of netwerkcomputer en moet u deze kunnen kiezen in de lijst met toepassingen wanneer u de scan instelt.
Rechtstreeks scannen naar e-mail met de printersoftware Voor Windows-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > E-mailen 5 Selecteer Foto, Document of PDF.
3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > PDF De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven. 5 Sla het document op als een PDF. Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Dubbelklik op de printermap op het bureaublad of in de map Programma's van de Finder.
Wat is een lijst met toepassingen en hoe werk ik deze bij? Als u een bestand scant, kunt u kiezen welke toepassing wordt gebruikt om het te openen op uw computer. De printer downloadt deze lijst met toepassingen van de computer wanneer u voor het eerst een scan maakt. Als de gewenste toepassing niet wordt weergegeven in de lijst of als u nieuwe toepassingen installeert op de computer, moet u de lijst met toepassingen op de printer bijwerken.
Faxen LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer. Printer instellen voor faxen Scenario 1: standaardtelefoonlijn Configuratie 1: printer is aangesloten op een aparte faxlijn EXT LINE Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer.
Configuratie 2: printer deelt de lijn met een antwoordapparaat Aangesloten op dezelfde wandaansluiting voor telefoons EXT LINE PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. 2 Verwijder de afdekplug uit de -poort van de printer en sluit het antwoordapparaat aan op deze poort.
Tips voor deze configuratie: • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan). • Stel de printer zo in dat deze oproepen twee belsignalen na het antwoordapparaat aanneemt. Als het antwoordapparaat bijvoorbeeld na vier belsignalen de oproep aanneemt, moet u de printer instellen op zes belsignalen. Op deze manier neemt het antwoordapparaat eerst oproepen aan en worden uw gesprekken ontvangen.
Tips voor deze configuratie: • Deze configuratie is het meest geschikt als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt. Als u een speciaal belsignaal hebt, controleert u of het juiste belsignaal hebt ingesteld voor de printer. Anders ontvangt de printer geen faxsignalen zelfs als u hebt ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het handmatig ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Uit).
U installeert als volgt een filter voor de printer: 1 Sluit de LINE-poort van het DSL-filter aan op de wandaansluiting. 2 Sluit een telefoonkabel aan tussen de -poort achter op de printer en de telefoonpoort op het DSL-filter. 3 Als u de computer wilt blijven gebruiken voor internettoegang, sluit u de computer aan op de DSL HPN-poort op het DSL-filter. 4 Als u een telefoon wilt aansluiten op de printer, moet u de afdekplug verwijderen uit de -poort van de printer en de telefoon aansluiten op deze poort.
Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de kabelmodem actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Scenario 5: Landspecifieke instelling Verschillende landen hebben verschillende soort wandaansluitingen. De meest voorkomende wandaansluiting is de Registered Jack-11 (RJ-11). Deze standaard wordt door de meeste landen gebruikt. U moet een RJ-11-stekker of een telefoonkabel met een RJ-11-aansluiting hebben zodat u een apparaat kunt aansluiten op een RJ-11-wandaansluiting. De faxpoort op de achterzijde van de printer en de telefoonkabel die bij de printer zijn geleverd, beschikken over RJ-11connectors.
Opmerkingen: • Verwijder de loopbackplug niet uit de -poort van de printer. • De printer wordt wellicht niet geleverd met een RJ-11-adapter in uw land of regio. Als het extra apparaat (telefoon of antwoordapparaat) over een RJ-11-connector beschikt, kunt u de loopbackplug -poort van de printer. verwijderen en het apparaat aansluiten op de EXT LINE Printer aansluiten in landen die een seriële verbinding gebruiken In sommige landen of regio's moet u alle apparaten aansluiten op de wandaansluiting.
EXT LINE Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons.
Sluit de printer aan op een van de N-poorten. EXT LINE N F N PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op een N-poort. 3 Als u een telefoon en een antwoordapparaat wilt aansluiten op dezelfde wandaansluiting, moet u de apparaten aansluiten zoals aangegeven.
6 Blader met de pijltoetsen naar Uw faxnummer en druk op 7 Geef uw fax- of telefoonnummer op en druk op . . Voettekst voor fax instellen 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op . 3 Blader met de pijltoetsen naar Fax afdrukken en druk op . 4 Blader met de pijltoetsen naar Voettekst fax en druk op . 5 Druk nogmaals op om Aan te selecteren. 6 Tijdens de installatie van de printer wordt u gevraagd de datum en de tijd op te geven.
Locatie Handelingen Bellen en antwoorden • Printer instellen voor het automatisch of handmatig ontvangen van faxen. Automatisch beantwoorden in- of uitschakelen. • Beltoonvolume aanpassen. • Aantal belsignalen instellen. Dit is belangrijk als u ervoor kiest om faxen automatisch te ontvangen (Automatisch beantwoorden: Aan). • Speciaal belsignaal instellen.
4 Klik op de tab Faxen en klik op Printer configureren voor faxen. De wizard Faxconfiguratie wordt geopend. 5 Voer de wizard Faxconfiguratie uit. Zorg dat u de juiste telefoondienst en –verbinding selecteert. De wizard configureert de optimale instellingen op basis van uw verbinding. Opmerking: Als u de geavanceerde faxinstellingen wilt configureren, klikt u op Geavanceerde faxinstellingen configureren op het tabblad Faxen van de printerstartpagina. Hiermee start u het printerconfiguratieprogramma.
c Druk op de pijltoetsen om te selecteren of u handmatig een contactpersoon wilt toevoegen of een contactpersoon wilt importeren. Druk op als u een keuze hebt gemaakt. • Als u handmatig een contactpersoon wilt toevoegen, geeft u met het toetsenblok het faxnummer op en drukt u op . • Als u een contactpersoon wilt importeren, selecteert u met de pijltoetsen een contactpersoon in het adresboek of de lijst voor opnieuw kiezen. Druk op als u een keuze hebt gemaakt.
Faxen verzenden ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
4 Druk op de knop Kleur/Zwart-wit om een kleuren- of zwart-witfax te selecteren. 5 Druk op om de faxtaak te starten. Let op—Kans op beschadiging: raak de kabels of de poorten en niet aan wanneer er een fax wordt verzonden. Tip: • U kunt een groepsfax naar maximaal 30 ontvangers verzenden. Faxen verzenden met de computer Voor Windows-gebruikers 1 Open een bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2 Selecteer de faxversie van uw printer in het menu Printermenu en klik op OK.
Faxen automatisch ontvangen 1 Controleer of Automatisch beantwoorden is ingeschakeld: a Druk op het bedieningspaneel van de printer op . b Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op . c Blader met de pijltoetsen naar Bellen en antwoorden en druk op d Druk nogmaals op . om Automatisch beantwoorden te selecteren. e Als Automatisch beantwoorden niet is ingeschakeld, drukt u op de pijltoetsen om naar Aan te bladeren en drukt u op om de instelling op te slaan.
Tips: • De standaardcode voor het handmatig beantwoorden van faxen is *9*, maar voor een verbeterde beveiliging moet u deze code wijzigen in een code die u alleen kent. U kunt maximaal 7 tekens opgeven voor de code. De geldige tekens zijn de cijfers 0-9 en de tekens # en *. • Controleer of de telefoon is aangesloten op de wandaansluiting en de -poort op de achterkant van de printer en of de printer is aangesloten op de wandaansluiting en de -poort.
Wat is mijn faxnummer? In de meeste gevallen is uw telefoonnummer gelijk aan uw faxnummer. Als u zich abonneert op de DRPD-dienst (Distinctive Ring Pattern Detection) van uw telefoonbedrijf, is het faxnummer het nummer dat u toewijst aan de printer. Zorg ervoor dat u het juiste speciale belsignaal voor dat nummer instelt in de faxsoftware of in het menu Faxinstellingen op het bedieningspaneel van de printer.
Hoe kan ik het speciale belsignaal instellen voor de printer? Het is belangrijk om het juiste aantal belsignalen in te stellen als u bent geabonneerd op de functie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) van telefoonbedrijven. U kunt met deze functie meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn hebben. Elk telefoonnummer heeft een speciaal belsignaal (één keer overgaan, twee keer overgaan, drie keer overgaan).
Hoe kan ik het volume van de luidspreker op de printer aanpassen? Luister of u kiestoon hoort om na te gaan of de telefoonlijn werkt en controleer of alle kabels en apparaten goed zijn aangesloten op het telefoonnetwerk. Zorg ervoor dat het belvolume niet is ingesteld op Uit, vooral wanneer u een nummer kiest met hoorn op haak. Als u de printer hebt ingesteld op het handmatig ontvangen van faxen, controleert u of het beltoonvolume luid genoeg is.
Hoe kan ik de resolutie wijzigen van de documenten die ik fax? De resolutie of faxkwaliteit van de documenten die u verzendt, kunnen van invloed zijn op de faxverzending. Het ontvangende faxapparaat ondersteunt mogelijk de hoge resolutie niet en kan mogelijk uw fax niet ontvangen. U kunt dit probleem oplossen door Automatische faxconversie in te schakelen, maar de automatische conversie kan resulteren in een onleesbare fax vooral als het originele document al vaag is.
Hoe weet ik of de fax correct is verzonden? U kunt de printer zo instellen dat er een bevestigingspagina, of verzendrapport, wordt afgedrukt wanneer u een fax verzendt. Dit rapport bevat de datum en tijd waarop de fax is verzonden. Als de fax niet correct is verzonden, bevat het rapport tevens de oorzaak van de fout. 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op 3 Blader met de pijltoetsen naar Rapporten en druk op . .
5 Druk op de pijltoetsen op een instelling voor dubbelzijdig afdrukken: • Knopinstelling gebruiken: binnenkomende faxen worden afgedrukt op beide zijden van het papier als de knop Dubbelzijdig op het bedieningspaneel is ingesteld op Aan. • Altijd: binnenkomende faxen worden altijd afgedrukt op beide zijden van het papier, ongeacht de instelling voor de knop Dubbelzijdig. 6 Druk op om de instelling op te slaan. Hoe kan ik een fax doorsturen? 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Blokkeer onbekende faxen (faxen zonder nummerweergave). a Blader met de pijltoetsen naar Zonder id blok. en druk op b Blader met de pijltoetsen naar Aan en druk op . om de instelling op te slaan. Kan ik mislukte faxen terughalen? De printer slaat een binnenkomende fax op in het printergeheugen voordat de fax wordt afgedrukt. Als het papier of de inkt in de printer op is, kunt u de fax afdrukken nadat u de fout hebt verholpen. Er verschijnt een bericht als er faxen zijn die kunnen worden afgedrukt.
Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer bevat een draadloze IEEE 802.11n-afdrukserver. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Ondersteunde netwerkbeveiligingsopties De printer ondersteunt drie draadloze beveiligingsopties: geen beveiliging, WEP en WPA/WPA2. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken. WPA-beveiliging is alleen een optie voor infrastructuurnetwerken met draadloze toegangspunten en netwerkkaarten die WPA ondersteunen. De meeste nieuwere draadloze-netwerkapparatuur biedt ook WPA2-beveiliging als optie. Opmerking: Als uw netwerk WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt, selecteert u WPA-Personal wanneer u wordt gevraagd het type beveiliging van uw netwerk te selecteren.
Printer installeren op een draadloos netwerk Voordat u de printer installeert op een draadloos netwerk, moet u het volgende controleren: • Uw draadloze netwerk is ingesteld en werkt correct. • De computer die u gebruikt, is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren. Voor gebruikers van Windows 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Installeer. 4 Selecteer De printer is al geconfigureerd. Ik installeer de printer op een nieuwe computer. 5 Klik op Doorgaan en volg de aanwijzingen op het scherm om een geconfigureerde printer te installeren op een nieuwe computer.
Printer toevoegen aan het draadloze netwerk 1 Volg de aanwijzingen om de printer in te stellen voor uw draadloze netwerk. Stop wanneer u wordt gevraagd een netwerk te selecteren. 2 Als de box over een knop voor koppeling/registratie beschikt op de achterkant, moet u op deze knop drukken voordat u een netwerk selecteert. Opmerking: nadat u op de knop hebt gedrukt, hebt u vijf minuten de tijd om de printerinstallatie te voltooien. 3 Ga nu verder met de aanwijzingen op het computerscherm.
Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie. Draadloze instellingen wijzigen na de installatie U wijzigt als volgt draadloze instellingen van de printer, zoals het geconfigureerde netwerk en de beveiligingssleutel: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
3 Volg de aanwijzingen voor het instellen van een draadloos ad-hocnetwerk. Tijdens de installatie: a Maak een netwerknaam of SSID voor het netwerk met de computer en de printer. b Schrijf de naam van uw draadloze netwerk op. Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. c Open het lijst voor het beveiligingstype, selecteer WPA2-Personal of WEP en maak een WPA-wachtwoord of WEP-beveiligingssleutel. Het WPA-wachtwoord moet bestaan uit het volgende: • 8 tot 63 ASCII-tekens.
6 Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren in. 7 Verwijder eventueel bestaande netwerken onder Voorkeursnetwerken. Selecteer een netwerk en klik op Verwijderen als u het netwerk wilt verwijderen uit de lijst. 8 Klik op Toevoegen om een ad-hocnetwerk te maken. 9 Voer in het vak Netwerknaam (SSID) de naam in voor het draadloze netwerk. 10 Noteer de netwerknaam zodat u deze bij de hand hebt tijdens het uitvoeren van de draadloze configuratie.
Mac OS X 10.5 of hoger Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Klik in het menu Netwerk of Netwerknaam op Maak netwerk aan. 3 Geef een naam op voor het ad-hocnetwerk en klik op OK. Opmerking: bewaar de netwerknaam en het wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
Opmerkingen: • Als u WPS wilt gebruiken om de printer draadloos te configureren, moeten alle apparaten op uw draadloze netwerk WPS ondersteunen. Als een apparaat op uw netwerk WPS niet ondersteunt, moet u de SSID en beveiligingsgegevens invoeren wanneer daarom wordt gevraagd. • Als u de pincodemethode gebruikt om de printer toe te voegen via WPS, moet u ervoor zorgen dat u alle acht cijfers invoert wanneer u wordt gevraagd uw pincode in te voeren.
Printer lokaal gebruiken (USB) Selecteer het verbindingstype dat beschrijft hoe u momenteel verbinding maakt met de printer: Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Wacht een ogenblik tot Windows het stuurprogramma heeft gevonden en voltooi het instellen van de printer. 3 Selecteer de USB-printer (zie “De printer selecteren” op pagina 112).
5 Selecteer Als standaardprinter instellen in het menu. 6 Sluit het venster Printers of Printers en faxapparaten. Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Macintosh) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer.
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding 1 Sluit het ene uiteinde van een USB-kabel aan op de USB-poort aan de achterkant van de printer. Sluit het andere uiteinde aan op een USB-poort op de computer. 2 Voeg de printer toe (zie “De printer toevoegen” op pagina 114). 3 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de Ethernet-wachtrij als u de printer niet weer wilt gebruiken via een Ethernet-verbinding.
Mac OS X 10.4 en eerder 1 Selecteer in de Finder Hulpprogramma's. 2 Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. 3 Selecteer de gewenste printer in het dialoogvenster met de printerlijst en klik op Voeg toe. 4 Selecteer de printer in de printerbrowser en klik op Voeg toe.
i Controleer of de nieuwe poort is geselecteerd op het tabblad Poorten en klik op Toepassen. De nieuwe poort wordt weergegeven bij de naam van de printer. j Klik op OK. Printer delen in een Macintosh-omgeving 1 Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik in de menubalk op Help Systeemvoorkeuren Help. 3 Typ printer delen op een netwerk in het zoekvak en druk op return. 4 Dubbelklik op Printer delen met andere Mac OS X-gebruikers als u andere Macintosh-computers met Mac OS X 10.
• De computer is aangesloten op uw netwerk. Voor Windows-gebruikers 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het welkomstvenster niet verschijnt na een minuut, gaat u als volgt te werk: a Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. b Typ in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren D:\setup.exe, waarbij D de letter van het cd-rom- of dvdrom-station is. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm om de printer in te stellen.
Raadpleeg de documentatie bij het draadloze toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie over de toegang tot de draadloze instellingen en het bepalen of uw draadloze toegangspunt geschikt is voor WPS. Waar kan ik mijn WEP-sleutel of WPA-wachtwoord vinden? De WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord voor het draadloze netwerk kunt u vinden in de beveiligingsinstellingen van het toegangspunt of de draadloze router.
Hoe bepaal ik welk type beveiliging voor mijn netwerk wordt gebruikt? U moet de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord en het type beveiliging (WEP, WPA of WPA2) kennen dat wordt gebruikt op het draadloze netwerk. Raadpleeg de documentatie bij het draadloze toegangspunt (draadloze router) of de webpagina voor het draadloze toegangspunt, of neem contact op met de systeembeheerder als u niet beschikt over deze instellingen.
• Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem. Internet Scenario 2: Draadloos netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt of draadloze router. • Het draadloze toegangspunt verbindt het netwerk met internet via een DSL- of een kabelmodem. Internet Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt.
Scenario 4: Computer draadloos verbonden met een printer zonder toegang tot internet • Een computer is rechtstreeks aangesloten op een printer en wordt niet via een draadloze router geleid. • Deze configuratie word een ad-hocnetwerk genoemd. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet. Opmerking: De meeste computers kunnen niet met meerdere draadloze netwerken tegelijk verbinding maken.
2 Sluit de kleine, vierkante stekker aan op de printer. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken? Er zijn twee soorten draadloze netwerken: infrastructuur en ad-hoc. In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een draadloze router (draadloos toegangspunt).
Infrastructuurmodus is de aanbevolen installatiemethode vanwege de volgende redenen: • • • • Verbeterde netwerkbeveiliging Verbeterde betrouwbaarheid Snellere prestaties Eenvoudigere installatie Signaalsterkte bepalen Draadloze apparaten hebben een ingebouwde antenne die radiosignalen verzendt en ontvangt. De signaalsterkte die wordt weergegeven op de netwerkconfiguratiepagina van de printer geeft aan hoe sterk een verzonden signaal wordt ontvangen. Veel factoren hebben invloed op de signaalsterkte.
VERWIJDER OBJECTEN DIE TUSSEN HET TOEGANGSPUNT EN DE PRINTER GEPLAATST ZIJN Het draadloze signaal van uw toegangspunt kan door de meeste objecten heen worden verzonden. De meeste muren, vloeren, meubels en andere objecten zullen het draadloze signaal niet blokkeren. Er zijn echter materialen waar het signaal niet doorheen kan worden verzonden. Objecten met metaal en beton kunnen het signaal blokkeren. Plaats de printer en het toegangspunt zo dat het signaal niet wordt geblokkeerd door dergelijke objecten.
d Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. e Noteer de SSID. Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 2 Zoek de SSID op van het netwerk waarmee de printer is verbonden: a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. b Zoek in het gedeelte Draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk.
Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken. Kan ik mijn printer tegelijkertijd via een USB- en een netwerkverbinding gebruiken? Ja, de printer ondersteunt USB- en netwerkverbindingen die tegelijkertijd zijn aangesloten.
Het label met het MAC-adres vindt u aan de binnenkant van de printer. MAC: XX XX XX XX XX XX Het MAC-adres van de interne afdrukserver bestaat uit een reeks letters en cijfers. Andere apparaten gebruiken soms een ander type MAC-adres dat Universally Administered Address (UAA) wordt genoemd. UAA: MAC: XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX Opmerking: Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een toegangspunt (router) zodat alleen apparaten met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken.
Aangezien computers geen woorden begrijpen en in plaats daarvan getallen gebruiken om te communiceren, is voor TCP/IP vereist dat elk apparaat op een netwerk dat TCP/IP gebruikt voor communicatie een IP-adres heeft. IP-adressen zijn unieke computernamen met een numerieke indeling die worden gebruikt om gegevens te verzenden via een netwerk. Met IP-adressen kan TCP/IP verzoeken bevestigen voor het aanvragen en ontvangen van gegevens door verschillende apparaten in het netwerk.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand uitgeschakeld of wordt de printer tijdelijk ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken Druk op het bedieningspaneel van de printer op > Onderhoud > > Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start.
Printerkop uitlijnen Als tekens of lijnen gekarteld of met golvingen zijn afgedrukt, moet u mogelijk de printerkop uitlijnen. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Onderhoud > > Printer uitlijnen > Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Opmerking: Verwijder de uitlijningspagina pas uit de printer als deze volledig is afgedrukt.
Spuitopeningen van de printerkop reinigen Slechte afdrukkwaliteit kan soms worden veroorzaakt door verstopte spuitopeningen van de printerkop. Reinig de spuitopeningen van de printerkop om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren. Opmerkingen: • Bij het reinigen van de spuitopeningen van de printerkop wordt inkt gebruikt, dus reinig de spuitopeningen alleen wanneer dit nodig is. • Bij het diep reinigen wordt meer inkt gebruikt, dus probeer eerst de optie Printerkop reinigen om inkt te besparen.
Buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: als u de buitenkant van de printer reinigt, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken en alle kabels losmaken van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen. 2 Verwijder het papier uit de papiersteun en de papieruitvoerlade. 3 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • • • • • • • • • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een geaard stopcontact. Controleer of de printer niet is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, UPS-systeem of verlengsnoer. Controleer of de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer stevig is aangesloten op de hostcomputer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt.
• • • • • • “Software is niet geïnstalleerd” op pagina 136 “Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 137 “Printer drukt lege pagina's af” op pagina 138 “Printer is bezet of reageert niet” op pagina 138 “Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 139 “Kan niet afdrukken via USB” op pagina 139 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende
VERWIJDER DE PRINTERKOP EN PLAATS DE PRINTERKOP TERUG. 1 Open de printer en til het deksel op. 2 2 Verwijder de printerkop. 3 Veeg de contactpunten van de printerkop schoon met een schone, pluisvrije doek.
4 Plaats de printerkop terug in de printer. Opmerking: als het probleem niet is opgelost na het verwijderen en weer terugplaatsen van de printerkop, neemt u contact op met de technische ondersteuning. Software is niet geïnstalleerd Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEPLAATST 1 Schakel de printer in en open vervolgens de printer. 2 Controleer of de cartridges correct zijn geplaatst. De cartridges moeten stevig vastklikken in de overeenkomende kleurensleuf van de printerkop. 3 Sluit de printer.
CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort is aangegeven met een USB-symbool. Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer.
Als u de spaarstand van de printer niet wordt uitgeschakeld, moet u de printer uitschakelen en weer inschakelen: 1 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht 10 seconden. 2 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in. Controleer onze website voor updates voor de printersoftware of -firmware als dit probleem blijft bestaan.
Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen • • • • “Er is papier vastgelopen in de printer” op pagina 140 “Papier is vastgelopen in de duplexeenheid” op pagina 140 “Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen)” op pagina 142 “Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd” op pagina 142 Er is papier vastgelopen in de printer Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar.
1 Druk de vergrendelingen van de duplexeenheid naar beneden en trek de duplexeenheid naar buiten. LET OP—KANS OP LETSEL: Het gedeelte achter de duplexklep bevat uitstekende ribben die onderdeel zijn van de papierbaan. Wees voorzichtig wanneer u in dit gedeelte vastgelopen papier verwijdert om letsel te voorkomen. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 3 Plaats de duplexeenheid terug in de printer.
Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen) Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Open de ADF-klep en trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 2 Sluit de klep van de automatische documentinvoer. 3 Raak GEREED aan of druk op , afhankelijk van het printermodel.
Problemen met afdrukken oplossen • • • • “Slechte kwaliteit aan de randen van het papier” op pagina 143 “Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding” op pagina 144 “Lage afdruksnelheid” op pagina 144 “Computer wordt trager tijdens het afdrukken” op pagina 145 Slechte kwaliteit aan de randen van het papier Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE MINIMUMINSTELLINGEN VOOR AFDRUKKEN Als u de
Als u de printer, het papierformaat en de afdrukstand al hebt opgegeven in stap 1, moet u de printer mogelijk opnieuw selecteren in het voorgrondmenu Printer voordat u verdergaat met stap 3. Als dit niet het geval is, moet u ze instellen. a Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. b Kies in het voorgrondmenu Papierformaat een formaat met een naam waar (Zonder randen) in voorkomt. Als u bijvoorbeeld een 4 x 6-fotokaart plaatst, kiest u US 4 x 6 inch (zonder rand).
VOEG GEHEUGEN TOE Ga na of u het RAM-geheugen van de computer moet uitbreiden. SELECTEER EEN LAGERE AFDRUKKWALITEIT IN DE PRINTERSOFTWARE SELECTEER HANDMATIG EEN PAPIERSOORT DIE OVEREENKOMT MET HET PAPIER DAT U GEBRUIKT VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW Computer wordt trager tijdens het afdrukken Dit zijn mogelijke oplossingen.
Scannereenheid sluit niet 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder eventuele obstakels die de scannereenheid blokkeren. 3 Laat de scannereenheid zakken.
Scan is mislukt Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
Kan niet scannen naar een computer via een netwerk Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER EN DOELCOMPUTER BEIDE MET HETZELFDE NETWERK VERBONDEN ZIJN CONTROLEER OF DE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD OP DE DOELCOMPUTER ZORG ERVOOR DAT DE OPTIE VOOR NETWERKSCANNEN NAAR EEN COMPUTER INSCHAKELEN IS INGESCHAKELD OP HET TABBLAD ALGEMEEN VAN HET SCAN CENTER (ALLEEN MACINTOSH) Opmerki
Controlelijst voor verbinding • Controleer of de printer en andere apparaten op de lijn (indien van toepassing) correct zijn ingesteld en geconfigureerd volgens de configuratieprocedure. • Controleer of de kabels zijn aangesloten op de juiste poorten. • Controleer of de kabels stevig zijn aangesloten.
Printer zo instellen dat het document wordt gescand voordat het nummer wordt gekozen zodat het document niet opnieuw hoeft worden gescand als het verzenden van de fax mislukt. Het gescande document wordt opgeslagen in het printergeheugen. De printer kan het document ophalen en vervolgens automatisch opnieuw het nummer kiezen. De printer instellen op scannen voor kiezen: 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op .
CONTROLEER OF DE INSTELLING KIESVOORVOEGSEL CORRECT IS Het kiesvoorvoegsel is het nummer of de serie nummers die u moet indrukken voordat u het werkelijke faxnummer of telefoonnummer kunt kiezen. Als de printer wordt gebruikt in een kantoor of PBX (private branch exchange) kan dit een bepaald nummer zijn dat u moet invoeren voordat u een oproep buiten het kantoor kunt voeren. Controleer of het kiesvoorvoegsel dat is ingesteld op de printer correct is voor uw netwerk.
CONTROLEER OF FAX DOORSTUREN IS UITGESCHAKELD Fax doorsturen is mogelijk ingeschakeld. Schakel deze optie uit zodat de printer de fax kan ontvangen. 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op . 3 Blader met de pijltoetsen naar Bellen en antwoorden en druk op 4 Blader met de pijltoetsen naar Fax doorsturen en druk op 5 Blader met de pijltoetsen naar Uit en druk op . . .
CONTROLEER OF DE PRINTER ZICH NIET IN DE SPAARSTAND BEVINDT Foutberichten voor faxen op het bedieningspaneel van de printer Foutbericht Betekenis Mogelijke oplossingen Fout met externe fax Het ontvangende faxapparaat kan de fax niet ontvangen. De fout aan de ontvangende zijde kan verschillende oorzaken hebben. • Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de verbinding niet optimaal. • Verlaag de verzendsnelheid van de faxmodus • Registreer uw gebruikersgegevens.
Foutbericht Betekenis Mogelijke oplossingen Digitale lijn gevonden De printer is aangesloten op een digitale lijn. De printer is een analoog apparaat en moet zijn aangesloten op een analoge lijn. Als u de printer wilt aansluiten op een digitale lijn, moet u een DA-converter of een filter gebruiken. Raadpleeg het gedeelte 'Printer instellen voor faxen' voor meer informatie. Verbinden mislukt Fout met telefoonlijn De printer kan de kiestoon niet herkennen.
Foutbericht Betekenis Geen nummerweergave Uw printer heeft de oproep Schakel Zonder id blokkeren uit. afgebroken omdat de inkomende fax geen afzendergegevens bevat. U hebt wellicht ingesteld dat u faxen zonder nummerweergave wilt blokkeren of faxen zonder nummerweergave zijn niet toegestaan in uw land of regio. Oproep afgebrkn Mogelijke oplossingen Als u foutberichten wilt oplossen in de faxsoftware, klikt u op Help om de helpinformatie weer te geven voor de faxsoftware.
NETWERKVERBINDING CONTROLEREN Als de printer en de computer via een netwerk met elkaar verbonden zijn, controleert u of communicatie mogelijk is tussen de juiste host en het juiste apparaat. Selecteer de printer vanaf de computer of de computer vanaf de printer.
CONTROLEER OF HET DRAADLOZE NETWERK VERBINDING HEEFT EN ACTIEF IS Als de draadloze verbinding niet actief is, sluit u de printer aan op de computer met een USB-kabel.
• De printer en computer bevinden zich beide binnen het bereik van het draadloze netwerk. Bij de meeste netwerken moeten de printer en de computer zich binnen een bereik van 30 meter vanaf het draadloze toegangspunt (draadloze router) bevinden. • Het Wi-Fi-lampje brandt groen. • De computer en printer zijn beide met hetzelfde draadloze netwerk verbonden. • De printer staat niet in de buurt van andere elektronische apparaten die storing kunnen veroorzaken met het draadloze signaal.
Bij twijfels controleert u op onze website of er een bijgewerkte versie van de printersoftware beschikbaar is. Raadpleeg 'Printersoftware installeren' in de Gebruikershandleiding voor meer informatie. U kunt de Gebruikershandleiding weergeven via de koppeling onder aan het installatievenster. SLUIT DE NETVOEDING OPNIEUW AAN 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Maak de netvoeding los van de achterkant van de printer en sluit de netvoeding weer aan.
Kan niet afdrukken en er is een firewall aanwezig op de computer Firewalls van derden (niet van Microsoft) kunnen de werking van draadloos afdrukken beïnvloeden. Als de printer en de computer op de juiste manier geconfigureerd zijn, het draadloze netwerk correct werkt en de printer niet draadloos wil afdrukken, zou een firewall het probleem kunnen zijn.
Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of wanneer de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
VERPLAATS HET TOEGANGSPUNT ZODAT HET ZICH NIET IN DE BUURT VAN ANDERE ELEKTRONISCHE APPARATEN BEVINDT Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere elektronische apparatuur, zoals magnetrons of andere apparaten, draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het toegangspunt niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst.
c Klik op OK. d Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. e Noteer de SSID. Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 2 Zoek de SSID op van het netwerk waarmee de printer is verbonden: a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. b Zoek in het gedeelte Draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk.
Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken. CONTROLEER OF UW BESTURINGSSYSTEEM GESCHIKT IS VOOR DRAADLOOS AFDRUKKEN VIA AIRPORT De printer biedt alleen ondersteuning voor draadloos afdrukken via AirPort-basisstations voor Mac OS X 10.5 of hoger.
SELECTEER DE DRAADLOZE POORT Als u de printer eerder als lokaal aangesloten printer hebt geconfigureerd, moet u wellicht de draadloze printer selecteren om de printer draadloos te gebruiken. 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of Printereigenschappenin het menu. 5 Klik op de tab Poorten.
Als u een netwerknaam instelt, moet u de SSID van de printer en computer terugzetten naar dezelfde netwerknaam. CONTROLEER DE BEVEILIGINGSSLEUTELS Als u WEP-beveiliging gebruikt Voor een geldige WEP-sleutel geldt het volgende: • Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven.
PLAATS DE COMPUTER EN/OF PRINTER DICHTER BIJ HET TOEGANGSPUNT De mogelijke afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken is 90 meter. Deze afstand voor draadloze netwerken kan mogelijk verdubbelen voor 802.11n-netwerken. Het bereik van uw draadloze netwerk is afhankelijk van veel factoren, waaronder de mogelijkheden van uw toegangspunt en draadloze netwerkadapters.
d Typ ping gevolgd door een spatie en het IP-adres van het toegangspunt. Bijvoorbeeld: ping 192.168.1.100 e Druk op Enter. 3 Controleer of het toegangspunt reageert: • Als het toegangspunt reageert, worden verschillende regels weergegeven die beginnen met 'Antwoord van'. Het is mogelijk dat de printer geen verbinding heeft gemaakt met het draadloze netwerk. Zet de printer uit en weer aan en probeer opnieuw verbinding te maken. • Als het toegangspunt niet reageert, wordt 'Time-out bij opdracht.
CONTROLEER OF DE COMPUTER KAN COMMUNICEREN MET DE PRINTER Voor Windows-gebruikers 1 Zoek het IP-adres van printer op. a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. b Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP. 2 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 3 Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. 4 Druk op Enter of klik op OK. 5 Typ ping, gevolgd door een spatie en het IP-adres van de printer. Bijvoorbeeld: ping 192.168.1.
CONFIGUREER DE PRINTER OPNIEUW VOOR DRAADLOZE TOEGANG Als de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u het hulpprogramma opnieuw uitvoeren. De WEP- of WPA-sleutel, het kanaal of andere netwerkinstellingen zijn mogelijk handmatig gewijzigd, of de fabrieksinstellingen van het toegangspunt zijn hersteld. Problemen die zijn ontstaan door fouten tijdens de draadloze configuratie, kunnen mogelijk opgelost worden door de draadloze installatie opnieuw uit te voeren.
Bericht Communicatie is niet beschikbaar verschijnt tijdens draadloos afdrukken Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE COMPUTER EN PRINTER GELDIGE IP-ADRESSEN VOOR HET NETWERK HEBBEN Als u een laptop gebruikt waarop de energiebesparingstand is ingeschakeld, kan het bericht Communicatie is niet beschikbaar worden weergegeven op de computer als u draadloos wilt afdrukken. Dit kan gebeuren als de vaste schijf van de laptop is uitgeschakeld.
• Schakel ongebruikte draadloze apparaten op het netwerk tijdelijk uit en onderbreek handelingen die het netwerk zwaar belasten, zoals de overdracht van grote bestanden of het spelen van games via het netwerk. Als het netwerk bezet is, ontvangt de printer het IP-adres mogelijk niet binnen de toegestane tijd. • Controleer of uw DHCP-server, die mogelijk ook fungeert als uw draadloze router, werkt en is geconfigureerd voor het toewijzen van IP-adressen.
Problemen met onderbrekingen in de draadloze communicatie oplossen Mogelijk valt het u op dat de printer een korte periode werkt en vervolgens stopt met werken, hoewel er schijnbaar niets is gewijzigd op het draadloze netwerk. Er zijn veel oorzaken waardoor de netwerkcommunicatie kan worden onderbroken en soms treden er meerdere problemen tegelijk op. Dit zijn mogelijke oplossingen.
CONFIGUREER DE DRAADLOZE ROUTER MET EEN UNIEKE SSID Veel draadloze netwerken gebruiken de oorspronkelijke SSID die door de fabrikant is ingesteld. Het gebruik van de standaard-SSID kan problemen veroorzaken als meerdere netwerken in een gebied dezelfde SSID gebruiken. Mogelijk proberen de printer of computer verbinding te maken met het verkeerde netwerk, hoewel het lijkt als ze verbinding maken met het juiste netwerk. Wijzig de standaard ingestelde SSID op uw draadloze router om dit probleem te voorkomen.
CONTROLEER OP UPDATES VOOR DE DRAADLOZE ADAPTER Als u problemen ondervindt met het afdrukken vanaf een bepaalde computer, controleert u de website van de fabrikant van de netwerkadapter in de computer. Mogelijk is er een bijgewerkt stuurprogramma beschikbaar waarmee u het probleem kunt oplossen. STEL ALLE NETWERKAPPARATEN IN OP HETZELFDE TYPE Wanneer 802.11b-, 802.11g- en 802.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark Pro700 Series Apparaattype: 4444 Model(len): 101, 10E Uitgavebericht November 2010 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. PerfectFinish is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Mac en het Mac-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval.
Waarden kunnen gewijzigd worden. Zie www.lexmark.com voor de huidige waarden. Spaarstand Dit product werd ontworpen met een energiebesparende modus, namelijk de Spaarstand. De spaarstandmodus is het equivalent van de slaapmodus. De spaarstand bespaart energie door het energieverbruik te verlagen tijdens periodes waarin de printer langdurig niet wordt gebruikt.
naar de winkel van aankoop. U kunt een vervangende cartridge zonder deze voorwaarden aanschaffen op www.lexmark.com. LICENTIEOVEREENKOMST VOOR LEXMARK SOFTWARE Deze Licentieovereenkomst voor software ('Licentieovereenkomst') is een rechtsgeldige overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
c Voorbehoud van rechten. Het Softwareprogramma, inclusief alle lettertypen, is auteursrechtelijk beschermd 4 5 6 7 8 9 en eigendom van Lexmark International, Inc. en/of zijn leveranciers. Alle rechten die niet expliciet worden verleend aan u in deze Licentieovereenkomst, zijn voorbehouden aan Lexmark. d Freeware.
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET SOFTWAREPROGRAMMA, OF ANDERSZINS IN COMBINATIE MET ENIGE BEPALING IN DEZE LICENTIEOVEREENKOMST), ONGEACHT DE AARD VAN DE CLAIM, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT SCHENDING VAN GARANTIE OF CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD (INCLUSIEF NALATIGHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID), EN ZELFS NIET ALS LEXMARK, OF ZIJN LEVERANCIERS, PARTNERS OF WEDERVERKOPERS OP DE HOOGTE ZIJN GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE, OF VOOR ENIGE CLAIM DOOR U O
vervangen deze voorwaarden en bepalingen alle voorgaande of gelijktijdige mondelinge of schriftelijke communicaties, voorstellen en verklaringen met betrekking tot het Softwareprogramma of enig ander onderwerp dat onder deze Licentieovereenkomst valt (behalve voor zover dergelijke externe voorwaarden niet in strijd zijn met de voorwaarden van deze Licentieovereenkomst of enige andere geschreven overeenkomst die is ondertekend door u en Lexmark met betrekking tot uw Gebruik van het Softwareprogramma).
De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Budapest HONGARIJE, Een verklaring van conformiteit met de vereisten van de richtlijnen kan worden opgevraagd bij de gemachtigde vertegenwoordiger. Zie de tabel onder aan het gedeelte Kennisgevingen voor meer informatie over conformiteit.
(1) cet appareil ne doit pas provoquer d'interférences et (2) il doit accepter toute interférence reçue, y compris celles risquant d'altérer son fonctionnement. Cet appareil a été conçu pour fonctionner uniquement avec l'antenne fournie. L'utilisation de toute autre antenne est strictement interdite par la réglementation d'Industry Canada. En application des réglementations d'Industry Canada, l'utilisation d'une antenne de gain supérieur est strictement interdite.
die is ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommunicatiestation. De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. Gebruik van het product is toegestaan in alle landen van de EU en EVA, maar is beperkt tot gebruik binnenshuis. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA.
Latviski Ar šo Lexmark International, Inc. deklarē, ka šis izstrādājums atbilst Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un citiem ar to saistītajiem noteikumiem. Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE.
Index A aangepast papierformaat afdrukken op 45 aanpassen, beltoon- en kiesvolume 97 aanpassen, luidsprekervolume 97 ad-hoc SSID 107 WEP 107 ad-hocnetwerk 122 ad-hocnetwerk, draadloos maken met Macintosh 107 maken met Windows 107 printer toevoegen 110 ADI-lade locatie 10 ADI-uitvoerlade locatie 10 Adresboek instellen 89, 90 Adresboek, fax instellen 87 afbeelding herhalen 66 afbeelding verkleinen 65 afdrukken aangepast papierformaat 45 documenten 40 documenten van een geheugenkaart of flashstation 43 dubbelz
C camera aansluiten 50 cartridges, inkt bestellen 13 van Lexmark gebruiken 13 Club Internet 105 coated papier plaatsen 35 Communicatie is niet beschikbaar bericht 171 computer wordt trager tijdens het afdrukken 145 configureren faxinstellingen 87, 88 IP-adres 106 contactpersonen, lijst instellen 89, 90 controlelijst geheugenkaart, problemen oplossen 155 problemen met faxen oplossen 148 voor u problemen gaat oplossen 133 controleren inktvoorraad 129 controleren, kiestoon 96 controlevel gebruiken 51 D delen,
etiketten afdrukken 44 plaatsen 36 exemplaren maken 63 EXT-poort locatie 11 extra computers installeren, draadloze printer 104 F fabrieksinstellingen herstellen 20 fax afdrukken instellen 87 fax blokkeren instellen 87 fax doorsturen 100 fax, foutberichten De telefoonlijn is aangesloten op de onjuiste aansluiting op de achterzijde van het apparaat 153 Digitale lijn gevonden 154 Fatale fout met fax 153 Faxmodus niet ondersteund 153 Fout met externe fax 153 Fout met faxmodem 153 Fout met telefoonlijn 154 Geen
geheugenkaart, problemen oplossen controlelijst 155 er gebeurt niets als de geheugenkaart is geplaatst 155 kan niet afdrukken vanaf een flashstation 156 geheugenkaartsleuven locatie 10 geluidsemissie, niveaus 177 geplande fax verzenden 98 glasplaat locatie 10 reinigen 132 glossy papier plaatsen 35 groepsfax, verzenden direct 91 groepskeuze instellen 89, 90 H hergebruiken 7 AEEA-verklaring 177 Lexmark producten 15 herstellen standaardfabrieksinstellingen van interne, draadloze afdrukserver 160 hervatten afd
op beide zijden van het papier 67, 68 Pagina's per vel 67 tips 63 vergroten, afbeelding 65 kopiëren en scannen, problemen oplossen gedeeltelijk, documenten of foto's scannen 146 kan niet scannen naar de computer via een netwerk 148 kopieerapparaat of scanner reageert niet 145 kwaliteit van gescande afbeelding is slecht 146 scan is mislukt 147 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 147 kopiëren, problemen oplossen scannereenheid sluit niet 146 kwaliteit van gescande afbeelding is
plaatsen documenten in de automatische documentinvoer 39 documenten op de glasplaat 38 enveloppen 44 enveloppen of fotopapier 32 papierlade 29 verschillende papiersoorten 34 plaatsen, geheugenkaart of flashstation 46 pogingen voor opnieuw kiezen, fax instellen 87 printer delen 115 delen in Windows 115 printer delen 116 printer drukt lege pagina's af 138 printer drukt niet af draadloos 160 printer drukt niet draadloos af 164 printer installeren op bedraad netwerk (Macintosh) 116 op bedraad netwerk (Windows)
S scan is mislukt 147 scankwaliteit verbeteren 74 scannen bedieningspaneel van de printer gebruiken 69 documenten scannen om deze te bewerken 72 documenten voor e-mailen 73 foto's scannen om deze te bewerken 70 kwaliteit verbeteren 74 naar een computer 69 naar een flashstation 70 naar een geheugenkaart 70 PDF maken van een scan 73 pincode 74 tips 69 via een netwerk 69 zwart-wit 74 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 147 scannereenheid locatie 11 scannereenheid sluit niet 146
VPN verbinding met printer verliezen 160 W wachtwoord 119 Webkoppelingen gebruiken 23 website zoeken 8 wenskaarten plaatsen 34 WEP 102 ad-hoc 107 WEP-sleutel sleutelindex 128 zoeken 118 Wi-Fi-aanduiding lampje brandt niet 165 uitleg van kleuren 105 Wi-Fi-aanduiding brandt nog steeds oranje 165 Wi-Fi-aanduiding knippert oranje 166 Wi-Fi Protected Setup 110 gebruiken 117 Wi-Fi Protected Setup, logo zoeken 117 WiFi-aanduiding brandt groen printer drukt niet af 164 wijzigen time-out voor spaarstand 18 wijzigen