Operation Manual

Als u de printer, het papierformaat en de afdrukstand al hebt opgegeven in stap 1, moet u de printer mogelijk
opnieuw selecteren in het voorgrondmenu Printer voordat u verdergaat met stap 3. Als dit niet het geval is, moet
u ze instellen.
a Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers.
b Kies in het voorgrondmenu Papierformaat een formaat met een naam waar (Zonder randen) in voorkomt.
Als u bijvoorbeeld een 4 x 6-fotokaart plaatst, kiest u US 4 x 6 inch (zonder rand).
c Selecteer een afdrukstand bij Richting.
3 Klik zo nodig op Algemeen.
4 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Kwaliteit & media, afhankelijk van
uw besturingssysteem.
Selecteer in het voorgrondmenu Papiersoort de gewenste papiersoort.
Kies in het voorgrondmenu Afdrukkwaliteit de optie Foto of Best.
5 Klik op Bestand.
Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding
Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
CONTROLEER DE INKTVOORRADEN
Vervang bijna lege of lege inktcartridges.
SELECTEER EEN HOGERE AFDRUKKWALITEIT IN DE PRINTERSOFTWARE
CONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEÏNSTALLEERD
LIJN DE PRINTERKOP UIT
REINIG DE SPUITOPENINGEN VAN DE PRINTERKOP OF VOER EEN DIEPTEREINIGING UIT
Opmerking: als de strepen of lijnen niet verdwijnen van de afbeeldingen met deze oplossingen, neemt u contact op
met de technische ondersteuning.
Lage afdruksnelheid
Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
VERHOOG DE VERWERKINGSSNELHEID VAN DE COMPUTER
Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.
Gebruik minder afbeeldingen of kleinere afbeeldingen in het document.
Verwijder zo veel mogelijk ongebruikte lettertypen van het systeem.
Problemen oplossen
144