Pro900 Series Gebruikershandleiding November 2009 Machinetype(n): 4444 Model(len): 301, 30E www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................6 Over de printer....................................................................................7 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen..........................................................................................................7 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................................
Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen...............................................................................................33 Standaardinstellingen voor papier opslaan...............................................................................................................36 Originele documenten op de glasplaat plaatsen....................................................................................................37 Originele documenten in de ADI plaatsen......................
Veelgestelde vragen over scannen...............................................................................................................................75 Scantaken annuleren.........................................................................................................................................................76 E-mailen..............................................................................................77 Printer instellen om e-mailberichten te verzenden....................
Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen........................................................151 Problemen met afdrukken oplossen..........................................................................................................................154 Problemen met kopiëren en scannen oplossen....................................................................................................156 E-mailproblemen oplossen.............................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen.
Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's afdrukken met minder cartridges. • Reinig de printerkop.
Gewenste informatie Locatie Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik van de printer. Gebruikershandleiding • Papier en speciaal materiaal selecteren en De Gebruikershandleiding is beschikbaar op de cd met installatiesoftware. bewaren • Papier in de printer plaatsen • Afdruk-, kopieer-, scan- en faxtaken uitvoeren, afhankelijk van het printermodel • Printerinstellingen configureren • Documenten en foto's weergeven en afdrukken Bezoek voor updates onze website op http://support.lexmark.
Gewenste informatie Locatie Telefonische ondersteuning In de VS belt u met: 1-800-332-4120 Maandag–vrijdag(8:00 a.m.–11:00 p.m. ET), zaterdag en zondag (11:00 a.m.–8:00 p.m. ET) Telefoonnummers en openingstijden voor uw land of regio kunt u vinden op de ondersteuningssite (http://support.lexmark.com) of op de gedrukte garantie die bij de printer is geleverd.
Onderdeel Functie Tweede papierlade (Lade 2) Extra papier in de printer plaatsen. Opmerking: uw printermodel beschikt wellicht niet over deze poort. U kunt in deze lade dezelfde papiersoort plaatsen als in lade 1 of een andere papiersoort en de standaardinstellingen voor papier wijzigen zodat de printer het papier in lade 2 gebruikt voor bepaalde taken. 9 Bedieningspaneel van de printer De printer bedienen.
Onderdeel 8 Duplexeenheid 9 Toegang tot de printerkop Functie • Afdrukken op beide zijden van een vel papier. • Vastgelopen papier verwijderen. De printerkop installeren. Opmerking: de houder wordt verplaatst naar het gedeelte voor toegang tot de printerkop als er geen printerkop is geïnstalleerd in de printer.
Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Paginarendementen beschikbaar op www.lexmark.com/pageyields. Gebruik alleen inktcartridges van Lexmark voor optimale resultaten.
Inktcartridges vervangen Zorg dat u over nieuwe cartridges beschikt voordat u begint. U moet nieuwe cartridges meteen installeren nadat u de oude cartridges hebt verwijderd omdat anders de resterende inkt in de printerkop kan uitdrogen. 1 Zet de printer aan. 2 Open de printer. Opmerking: de printerkop wordt naar de positie voor cartridge-installatie verplaatst. 3 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de gebruikte inktcartridge of -cartridges. 2 1 4 Installeer de afzonderlijke cartridges.
Papier en andere supplies bestellen Bezoek onze website op www.lexmark.com als u supplies wilt bestellen of een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken. Onderdeel Artikelnummer USB-kabel 1021294 Ga naar www.lexmark.com voor meer informatie. Papier Papierformaat Lexmark fotopapier Lexmark PerfectFinish fotopapier • • • • Letter • • • • Letter A4 4 x 6 inch L A4 4 x 6 inch L Opmerkingen: • De beschikbaarheid verschilt per land of regio.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer aangegeven: Opmerking: De pictogrammen worden weergegeven als u ze kunt selecteren in het huidige scherm. Als een pictogram niet wordt weergegeven, is de functie niet beschikbaar. 3 2 1 7 6 5 Optie 1 4 Functie Aan/uit • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de spaarstand.
Optie Functie 6 Help Help-tekst en -animaties weergeven. 7 Startpagina Terugkeren naar het startscherm. Informatie over het startscherm Nadat de printer is ingeschakeld en de opwarmperiode is verstreken, wordt het volgende scherm weergegeven op de display van de printer. Dit scherm wordt het startscherm genoemd. U kunt de opties in het startscherm gebruiken om een handeling te starten, zoals kopiëren of faxen of het wijzigen van printerinstellingen.
Item in display 4 Beschrijving Geheugenapparaat Foto's en documenten weergeven, selecteren, afdrukken of toevoegen aan e-mailberichten. Opmerking: dit pictogram wordt alleen weergegeven als u terugkeert naar het startscherm terwijl een geheugenkaart, flashstation of PictBridge-camera is aangesloten op de printer. of PictBridge 5 SmartSolutions 6 Inktvoorraad 7 Instellen Het instelmenu weergeven en printerinstellingen wijzigen. 8 Dubbelzijdig Afdrukken op beide zijden van een vel papier.
Bladeren door menu's met het aanraakscherm 1 PREVIEWING PHOTOS 2 3 Accept PAPER TYPE Accept Auto Detect Plain Matte Photo Transparency 6 Onderdeel Functie 1 Pijl naar links Naar links bladeren. 2 Pijl naar rechts Naar rechts bladeren. 3 Accepteren De instelling opslaan. 4 pijl omlaag Omlaag bladeren. 5 Schuifbalk Omhoog en omlaag bladeren in een menulijst. 6 Pijl omhoog Omhoog bladeren.
• Raak zo nodig Accepteren, OK of aan nadat u een selectie hebt gemaakt of een instelling hebt gewijzigd. Hiermee slaat u de instelling op. U kunt bijvoorbeeld als volgt naar Papiersoort bladeren en de instelling voor papiersoort wijzigen: 1 Raak aan. Opmerking: alle instructies in deze handleiding beginnen in het startscherm. 2 Raak Kopiëren aan. 3 Raak Meer opties aan. 4 Blader (met de schuifbalk of de pijltoetsen) omlaag tot Papiersoort wordt weergegeven. 5 Raak Papiersoort aan.
3 Als u wordt gevraagd de eerste instellingen voor de printer op te geven, geeft u de opties op met het aanraakscherm.
Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • Microsoft Windows 7 (alleen via het web)1 Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Microsoft Windows 2000 (SP4 of hoger) Macintosh PowerPC OS X 10.3.9 of hoger Macintosh Intel OS X 10.4.4 of hoger Linux Ubuntu 8.04 LTS en 8.10 (alleen via het web)1 Linux OpenSUSE 11.0 en 11.
Printersoftware Onderdeel Functie LexmarkTM printerstartpagina • • • • • • • • • • • (wordt de Printerstartpagina genoemd) Lexmark Fast Pics Toepassingen of programma's starten. Fax Solutions Software openen. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken. Documenten scannen naar PDF. Instellingen aanpassen voor de printer. Supplies bestellen. Inktcartridges onderhouden. Een testpagina afdrukken. De printer registreren. Contact opnemen met technische ondersteuning.
Onderdeel Functie Lexmark Servicecentrum • Problemen met de printer oplossen. • Onderhoudsfuncties van de printer weergeven. • Contact opnemen met technische ondersteuning. (wordt Servicecentrum genoemd) Opmerkingen: • Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • U wordt wellicht gevraagd dit programma te installeren vanaf het web, afhankelijk van uw printermodel.
Er worden tijdens de installatie van de software van de printer ook andere toepassingen geïnstalleerd. Deze toepassingen worden opgeslagen in de printermap in de Finder na de installatie. 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram van de toepassing die u wilt gebruiken. Onderdeel Functie Lexmark Takencentrum • Documenten en foto's scannen. • Instellingen voor scantaken aanpassen.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Printerhulpprogramma. 3 Klik op Klantenondersteuning op het tabblad Webkoppelingen. 4 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma. 5 Installeer aanvullende of optionele software. Printersoftware bijwerken (alleen Windows) Controleren op software-updates 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te verwijderen. 5 Start de computer opnieuw op wanneer het verwijderproces is voltooid. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Verwijder. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te verwijderen.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de papierlade plaatsen Aandachtspunten: • U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. • Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd. • U hebt voor speciaal papier de bijbehorende instructies doorgenomen. Opmerking: zorg dat het papier niet omkrult als u de papiergeleiders verschuift om papierstoringen te voorkomen. 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade.
3 Als u A4- of Legal-papier plaatst, drukt u het lipje in en trekt u de lade uit. 1 2 Opmerking: Als u de uitbreiding uitschuift, is de eerste stop geschikt voor A4-papier. Wanneer de uitbreiding volledig is uitgeschoven, is de lade geschikt voor Legal-papier. 4 Plaats het papier in de printer. 5 Schuif de papiergeleiders voorzichtig tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier.
6 Plaats de lade terug in de printer. Opmerking: Als u de lade hebt uitgeschoven voor A4- of Legal-papier, steekt de lade uit aan de voorkant van de printer wanneer u de lade in de printer plaatst. 7 Zet de papierstopper omhoog om het uitgevoerde papier op te vangen. Opmerking: Als u A4- of Legal-papier hebt geplaatst, moet u de papierstopper uittrekken. Gebruik de verlengstukken voor A4- en Legal-papier.
Enveloppen of fotopapier in de printer plaatsen 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade. 1 2 3 3 Gebruik het enveloppictogram en de omtrek voor fotopapier op de bodem van de lade om de enveloppen of het fotopapier correct te plaatsen. Opmerking: Plaats geen verschillende papiersoorten in de lade. U kunt enveloppen of fotopapier plaatsen, maar niet beide.
4 Plaats de enveloppen of het fotopapier in de lade. Opmerking: Plaats de enveloppen of het fotopapier met de afdrukzijde naar beneden. (Raadpleeg de instructies die bij de enveloppen of het fotopapier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) 5 Schuif de papiergeleiders tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de enveloppen of het fotopapier. 1 1 3 2 3 2 6 Plaats de lade terug in de printer.
7 Zet de papierstopper omhoog om de uitgevoerde enveloppen of foto's op te vangen. Opmerking: voor optimale resultaten moet u de foto's ten minste 24 uur laten drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen Maximumaantal Aandachtspunten 150 vellen normaal papier • Het papier dat u gebruikt, is geschikt voor inkjetprinters. • De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier geschoven.
Maximumaantal Aandachtspunten 10 enveloppen • De enveloppen die u gebruikt, zijn geschikt voor inkjetprinters. • De afdrukzijde van de enveloppen is naar beneden en met de flap naar links gericht, zoals wordt weergegeven. • U plaatst de enveloppen in het midden van de lade, zoals wordt aangegeven met het pictogram. Plaats de enveloppen helemaal achter in de lade. • U drukt de enveloppen met de liggende afdrukstand af.
Maximumaantal Aandachtspunten 50 transparanten • De ruwe zijde van de transparanten is naar beneden gericht. • Plaats transparanten van het formaat A4 of Letter. • U hebt de achtervellen van de transparanten verwijderd voordat u deze in de printer plaatst. • Als de transparanten een verwijderbare strip hebben, plaatst u de transparanten met de strip naar beneden gericht. • De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de transparanten geschoven.
Maximumaantal Aandachtspunten 20 vellen bannerpapier • De afdrukzijde van de banner is naar beneden gericht. • De vrije rand van het bannerpapier wordt als eerste in de printer ingevoerd. • Als de printer meerdere laden heeft, plaatst u het bannerpapier in lade 1. U plaatst als volgt bannerpapier in de printer: 1 2 3 4 Trek de lade volledig uit de printer. Verwijder al het papier uit de lade. Stel de papiergeleiders in voor Legal-papier.
• Als u het koppelen van papierladen wilt inschakelen: a Raak Papierladen koppelen aan. b Raak Automatisch en Accepteren aan. Wanneer het koppelen van papierladen is ingeschakeld, haalt de printer automatisch papier op uit de andere papierlade wanneer het papier in de standaardpapierlade op is. • Als u de standaardpapierlade voor verschillende typen afdruktaken wilt instellen: a Selecteer de standaardlade voor kopieer-, foto-, fax-, PictBridge- en Bluetooth-taken.
Originele documenten in de ADI plaatsen U kunt maximaal 50 vellen van een origineel document in de ADI plaatsen om deze te scannen, te kopiëren en te faxen. U kunt papier van het formaat A4, Letter of Legal in de ADI plaatsen. 1 Stel de papiergeleider van de ADI-lade in op de breedte van het originele document. 2 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar boven en de bovenzijde naar voren in de ADI tot u een pieptoon hoort.
Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Selecteer de instelling voor afdrukken zonder rand bij het afdrukken van foto's. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken 1 Plaats papier in de printer.
Afgedrukte exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt.
3 Selecteer een paginavolgorde in het gedeelte Exemplaren op het tabblad Printerinstelling: • Selecteer Laatste pagina eerst afdrukken om de laatste pagina als eerste af te drukken. • Schakel het selectievakje Laatste pagina eerst afdrukken uit als u de eerste pagina als eerste wilt afdrukken. Opmerking: Als dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, kunt u de laatste pagina niet als eerste afdrukken. Als u de afdrukvolgorde wilt wijzigen, moet u eerst dubbelzijdig afdrukken uitschakelen.
6 Selecteer een richting en klik op OK. 7 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. • Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal paginabeelden op dat op één vel papier moet worden afgedrukt. • Selecteer een Lay-outrichting in het menu Lay-outrichting. • Als u een rand wilt afdrukken rond elke pagina-afbeelding, kiest u een optie in het voorgrondmenu Rand. 8 Klik op Druk af.
Speciale documenten afdrukken Enveloppen afdrukken 1 Plaats de enveloppen in de printer. 2 Verzend de afdruktaak: Voor gebruikers van Windows a b c d Open een document en klik op Bestand Afdrukken. Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. Selecteer Normaal papier in de lijst Papiersoort op het tabblad Printerinstelling. Selecteer in de lijst Papierformaat het formaat van de enveloppen.
c Selecteer in de lijst Papierformaat op het tabblad Printerinstelling een papierformaat dat overeenkomt met het formaat van het etiketvel. Stel een aangepast papierformaat in als er geen passend papierformaat is. Selecteer zo nodig een papiersoort in de lijst Papiersoort. d Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. e Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers a b c d e Open een document en klik op Archief > Druk af.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en klik op Archief > Druk af. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Printer. 3 Klik zo nodig op het driehoekje. 4 Selecteer Aantal en pagina's in het voorgrondmenu met afdrukopties en klik op Pagina-instelling. 5 Selecteer in het voorgrondmenu Instellingen of Papierformaat de optie Aangepast papierformaat of Beheer aangepaste formaten. 6 Pas de instellingen naar wens aan om een aangepast formaat te maken. 7 Klik op OK. 8 Klik op Druk af.
Werken met foto's Geheugenkaart of flashstation gebruiken met de printer Geheugenkaarten en flashstations zijn opslagapparaten die regelmatig worden gebruikt met camera's en computers. U kunt de geheugenkaart uit de camera of het flashstation uit de computer verwijderen en rechtstreeks in de printer plaatsen. 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf of flashstation in de USB-poort.
2 Het venster Geheugenapparaat wordt op de display weergegeven. Opmerkingen: • Als de printer het opslagapparaat niet herkent, verwijdert u het apparaat en plaatst u het weer terug in de printer. • Als een flashstation of een digitale camera ingesteld op massaopslag in de USB-poort wordt geplaatst terwijl een geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst, wordt een bericht weergegeven op de display dat u moet kiezen welk opslagapparaat u wilt gebruiken.
6 Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, raakt u Instellingen wijzigen aan. Raak zo nodig Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. 7 Druk op . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Foto's bewerken met het bedieningspaneel van de printer 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Het venster Geheugenapparaat wordt op de display weergegeven.
Foto's op een opslagapparaat afdrukken met de printersoftware 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. 3 Draag de foto's over of druk de foto's af: Als de printer een USB-verbinding gebruikt • Voor Windows-gebruikers Fast Pics wordt automatisch gestart wanneer u het opslagapparaat plaatst. Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken.
Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridge-camera PictBridge is een technologie die wordt gebruikt in de meeste digitale camera's. Hiermee kunt u rechtstreeks vanaf de digitale camera afdrukken zonder dat u een computer nodig hebt. 1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera. Opmerking: gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PictBridge-poort op de voorkant van de printer.
4 Als u de standaardafdrukinstellingen wilt wijzigen: a Raak Meer opties aan om het menu PictBridge te openen. b Selecteer de papierbron, het papierformaat, de papiersoort, het fotoformaat, de kwaliteit en de indeling voor de foto's die u wilt afdrukken. Raak Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. Opmerking: de printer gebruikt de standaardafdrukinstellingen tenzij u de afdrukinstellingen wijzigt met de camera. 5 Raadpleeg de documentatie bij de camera als u wilt afdrukken.
Afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat • De printer voldoet aan de voorschriften van Bluetooth-specificatie 2.0. De volgende profielen worden ondersteund: Object Push Profile (OPP) en Serial Port Profile (SPP). Raadpleeg de fabrikant van het Bluetoothapparaat (mobiele telefoon of PDA) voor informatie over compatibiliteit en werking van de hardware. U kunt het beste de nieuwste firmware gebruiken op uw Bluetooth-apparaat.
U stelt als volgt een verbinding in tussen de printer en een Bluetooth-apparaat: 1 Plaats een USB Bluetooth-adapter in de PictBridge-poort aan de voorkant van de printer. Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Opmerking: er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd. 2 Blader in het startscherm naar Zoeken: > Bluetooth-configuratie > Zoeken 3 Controleer of Zoeken is ingesteld op AAN. Raak zo nodig AAN en vervolgens Accepteren aan.
Het Bluetooth-beveiligingsniveau instellen 1 Plaats een Bluetooth USB-adapter in de USB-poort. Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Opmerking: er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd. 2 Blader in het startscherm naar Beveiligingsniveau: > Bluetooth-configuratie > Beveiligingsniveau 3 Selecteer het beveiligingsniveau en raak Accepteren aan.
1 Plaats een Bluetooth USB-adapter in de USB-poort. Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapters, aansluitingen, de USB Bluetooth-adapter of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan tijdens het afdrukken, lezen of schrijven vanaf een Bluetooth-apparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. Opmerkingen: • Er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd.
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) De automatische duplexeenheid, alleen beschikbaar op geselecteerde printermodellen, ondersteunt A4- en Letterpapier. Als u een model zonder automatische duplexeenheid hebt aangeschaft, of als u dubbelzijdig wilt afdrukken op andere papierformaten, kunt u de instructies gebruiken voor het handmatig afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig) van het papier.
Staand Liggend 2 1 2 1 • Voor Inbinden aan korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend). Staand Liggend 5 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Geavanceerde opties, afhankelijk van uw besturingssysteem. 6 Klik zo nodig op het driehoekje. 7 Selecteer de droogtijd. In regio's met een hoge luchtvochtigheid moet u Langer selecteren. 8 Klik op Druk af.
6 Draai het papier om en plaats het terug in de printer en volg hierbij de aanwijzingen op het instructievel om de afdruktaak te voltooien. 1 2 3 Opmerking: Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Geavanceerd uit als u weer enkelzijdig wilt afdrukken. Selecteer Uit in het voorgrondmenu in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en klik op Archief > Druk af. 2 Selecteer Papierafhandeling in het menu met afdrukopties.
Afdruktaken beheren Stel de printer in als standaardprinter De printer moet automatisch worden geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken wanneer u een afdruktaak verzendt. Als u de printer handmatig moet selecteren, is het niet de standaardprinter. De standaardprinter instellen: Voor gebruikers van Windows 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend.
3 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Kwaliteit & media, afhankelijk van uw besturingssysteem. 4 Selecteer in het menu Afdrukkwaliteit de afdrukmodus Snel afdrukken. 5 Selecteer Bewaar als in het voorgrondmenu Voorinstellingen en geef een naam op voor uw configuratie. U moet deze configuratienaam voor elke afdruktaak selecteren in het voorgrondmenu Voorinstellingen.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Klik op het printerpictogram in het Dock. Het wachtrijvenster wordt weergegeven. 2 Onderbreek de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt onderbreken, selecteert u de documentnaam en klikt u op Stel uit. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt onderbreken, klikt u op Stop printer of Stop afdruktaken, afhankelijk van het besturingsysteem. Afdruktaken hervatten Voor gebruikers van Windows 1 Klik op of klik op Start en Uitvoeren.
Afdruktaken annuleren Druk op om een afdruktaak te annuleren vanaf het bedieningspaneel van de printer. U annuleert als volgt een afdruktaak vanaf de computer: Voor gebruikers van Windows 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Openen of Afdruktaken weergeven.
Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Blader in het startscherm naar Foto opnieuw afdrukken: SmartSolutions > Foto opnieuw afdrukken 4 Raak Doorgaan aan. 5 Selecteer het formaat voor fotoafdrukken en raak Accepteren aan. 6 Raak Doorgaan aan om af te drukken. Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
5 Druk op . 6 Volg de aanwijzingen op de display. Afbeeldingen vergroten of verkleinen 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Blader in het startscherm naar Formaat wijzigen: Kopiëren > Meer opties > Formaat wijzigen 4 Selecteer een instelling voor formaat wijzigen en raak Accepteren aan. Opmerkingen: • Als u Aangepast % selecteert, kunt u het gewenste aangepaste percentage selecteren.
4 Pas het niveau aan met de schuifregelaar en raak Accepteren aan. Als u de schuifregelaar naar links sleept, wordt de kopie lichter. Sleept u de schuifregelaar naar rechts, dan wordt de kopie donkerder. 5 Druk op . Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel van de printer Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd).
Meerdere pagina's kopiëren op één vel Met de instelling Pagina's per vel kunt u meerdere pagina's kopiëren op één vel door kleinere afbeeldingen van elke pagina af te drukken. U kunt bijvoorbeeld een document met twintig pagina's verkleinen tot vijf pagina's als u deze instelling gebruikt om vier paginabeelden per vel af te drukken. 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
3 Raak in het startscherm Kopiëren aan. 4 Druk op om op de ene zijde van het papier af te drukken. 5 Plaats de volgende pagina van het document: • Als u een enkelzijdig document kopieert, plaatst u de volgende pagina met de bedrukte zijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Scannen ADI Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt automatisch een lijst met scantoepassingen gedownload. • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Geef de pincode op met het toetsenblok. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer. 4 Selecteer een toepassing een raak Accepteren aan.
Foto's in een bewerkingsprogramma scannen Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Blader in het startscherm naar Scannen naar computer: Scannen > Scannen naar computer 3 Raak Aangesloten met USB of de naam van de netwerkcomputer aan. De lokale of netwerkcomputer is de bestemming die de scan ontvangt.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats de foto('s) met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's. 3 Dubbelklik op Afdrukbeheer om het Takencentrum te openen. 4 Selecteer Foto in het menu Wat wordt gescand? in het hoofdvenster. 5 Selecteer Voor afdrukken of Voor weergeven op een monitor/webpagina in het voorgrondmenu Waarvoor wordt gescand beeld gebruikt?.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's. 3 Dubbelklik op Afdrukbeheer om het Takencentrum te openen. 4 Selecteer een andere instelling dan Foto in het gedeelte Wat wordt gescand? in het hoofdvenster. 5 Kies Voor bewerken (OCR) in het voorgrondmenu Waarvoor wordt gescand beeld gebruikt?.
4 Selecteer een documenttype in het gedeelte Wat wordt gescand? in het hoofdvenster. 5 Kies Voor weergeven op een monitor/webpagina in het menu Waarvoor wordt gescand beeld gebruikt?. 6 Selecteer een toepassing in het menu Stuur gescand beeld naar. 7 Klik op Scannen. 8 Sla de afbeelding op met de toepassing en de verzend de afbeelding als bijlage bij een e-mailbericht.
Veelgestelde vragen over scannen Hoe kan ik de kwaliteit van een scan verbeteren? • Zorg ervoor dat de originele documenten van goede kwaliteit zijn. • Controleer of gebruikte toepassing geschikt is voor het ontvangen van gescande documenten. Als u bijvoorbeeld een foto scant om deze te bewerken, moet u ervoor zorgen dat u een fotobewerkingsprogramma selecteert voor het ontvangen van de scan. Als u een document scant om de tekst te bewerken, moet u een OCR-toepassing selecteren.
Scantaken annuleren Druk op op het bedieningspaneel van de printer of klik op Annuleren op het scherm.
E-mailen U kunt de printer gebruiken om een of meer ontvangers te e-mailen zonder dat u een computer nodig hebt. U kunt hiervoor een document of foto scannen en verzenden als e-mailbericht of u kunt een opgeslagen document of foto op een opslagapparaat bijvoegen bij een e-mailbericht. Voordat u e-mailberichten kunt verzenden via het bedieningspaneel van de printer, moet u eerst de emailinstellingen van de printer configureren.
• • • • Naam afzender: geef uw naam op. Gebruikersnaam: geef uw e-mailadres op. Wachtwoord: geef het wachtwoord voor uw e-mailaccount op. Domein: geef het domein van uw e-mailaccount op. Opmerking: De instelling wordt alleen weergegeven als het verificatietype is ingesteld op NTLM. Neem contact op met uw e-mailprovider of uw systeembeheerder voor meer informatie. 3 Raak SMTP-instellingen aan om te controleren of de SMTP-serverinstellingen correct zijn.
d Raak Groepslid toevoegen aan en selecteer of u een contactpersoon handmatig wilt toevoegen of wilt importeren: – Adresboek: hiermee importeert u een contactpersoon uit het adresboek. – Geschiedenis: hiermee importeert u een contactpersoon uit de e-mailgeschiedenis. – Nieuw item: hiermee voegt u een nieuwe contactpersoon toe. e Raak Accepteren aan om een item op te slaan als u een contactpersoon importeert of toevoegt.
E-mail verzenden ADI Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
3 Selecteer het type uitvoerbestand dat u wilt maken. Opmerking: Selecteer het bestandstype PDF als u meerdere pagina's wilt scannen en deze wilt opslaan als één bestand. 4 Raak een optie aan om de ontvangers op te geven of te selecteren: • E-mailadres opgeven: gebruik deze optie als u het e-mailadres handmatig wilt opgeven. • Adresboek: raak Sorteren op naam of Sorteren op groep aan en selecteer vervolgens de contactpersoon. • Geschiedenis: selecteer de naam of het e-mailadres in de geschiedenislijst.
5 Selecteer het bestand dat u wilt toevoegen: Opmerking: u kunt per e-mailbericht slechts één document of foto toevoegen. • Als u een document wilt toevoegen: a Raak Document toevoegen aan e-mailbericht aan. b Raak de bestandsnaam aan van het document dat u wilt toevoegen. c Raak Doorgaan aan. • Als u een foto wilt toevoegen: a Raak Foto toevoegen aan e-mailbericht aan. b Raak de foto aan die u wilt toevoegen. c Raak Doorgaan aan.
Faxen LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer. Printer instellen voor faxen Scenario 1: standaardtelefoonlijn Configuratie 1: printer is aangesloten op een aparte faxlijn EXT LINE Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer.
Configuratie 2: printer deelt de lijn met een antwoordapparaat Aangesloten op dezelfde wandaansluiting voor telefoons EXT LINE PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. 2 Verwijder de afdekplug uit de -poort van de printer en sluit het antwoordapparaat aan op deze poort.
Tips voor deze configuratie: • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan). • Stel de printer zo in dat deze oproepen twee belsignalen na het antwoordapparaat aanneemt. Als het antwoordapparaat bijvoorbeeld na vier belsignalen de oproep aanneemt, moet u de printer instellen op zes belsignalen. Op deze manier neemt het antwoordapparaat eerst oproepen aan en worden uw gesprekken ontvangen.
Tips voor deze configuratie: • Deze configuratie is het meest geschikt als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt. Als u een speciaal belsignaal hebt, controleert u of het juiste belsignaal hebt ingesteld voor de printer. Anders ontvangt de printer geen faxsignalen zelfs als u hebt ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het handmatig ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Uit).
U installeert als volgt een filter voor de printer: 1 Sluit de LINE-poort van het DSL-filter aan op de wandaansluiting. 2 Sluit een telefoonkabel aan tussen de -poort achter op de printer en de telefoonpoort op het DSL-filter. 3 Als u de computer wilt blijven gebruiken voor internettoegang, sluit u de computer aan op de DSL HPN-poort op het DSL-filter. 4 Als u een telefoon wilt aansluiten op de printer, moet u de afdekplug verwijderen uit de -poort van de printer en de telefoon aansluiten op deze poort.
Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de kabelmodem actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Scenario 5: Landspecifieke instelling Verschillende landen hebben verschillende soort wandaansluitingen. De meest voorkomende wandaansluiting is de Registered Jack-11 (RJ-11). Deze standaard wordt door de meeste landen gebruikt. U moet een RJ-11-stekker of een telefoonkabel met een RJ-11-aansluiting hebben zodat u een apparaat kunt aansluiten op een RJ-11wandaansluiting. De faxpoort op de achterzijde van de printer en de telefoonkabel die bij de printer zijn geleverd, beschikken over RJ-11-connectors.
Opmerkingen: • Verwijder de loopbackplug niet uit de -poort van de printer. • De printer wordt wellicht niet geleverd met een RJ-11-adapter in uw land of regio. Als het extra apparaat (telefoon of antwoordapparaat) over een RJ-11-connector beschikt, kunt u de loopbackplug -poort van de printer. verwijderen en het apparaat aansluiten op de EXT LINE Printer aansluiten in landen die een seriële verbinding gebruiken In sommige landen of regio's moet u alle apparaten aansluiten op de wandaansluiting.
EXT LINE Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons.
Sluit de printer aan op een van de N-poorten. EXT LINE N F N PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op een Npoort. 3 Als u een telefoon en een antwoordapparaat wilt aansluiten op dezelfde wandaansluiting, moet u de apparaten aansluiten zoals aangegeven.
Voettekst voor fax instellen 1 Blader in het startscherm naar Voettekst fax: > Faxinstellingen > Fax afdrukken > Voettekst fax 2 Raak AAN en vervolgens Accepteren aan. Faxinstellingen configureren U kunt de faxinstellingen configureren via het bedieningspaneel van de printer of de faxsoftware. Als u de faxinstellingen configureert op het bedieningspaneel van de printer, worden deze instellingen geïmporteerd met de faxsoftware. De volgende keer dat u de faxsoftware start, worden de wijzigingen weergegeven.
Faxinstellingen configureren met het bedieningspaneel van de printer 1 Blader in het startscherm naar Faxinstellingen: > Faxinstellingen 2 Faxinstellingen configureren met de opties in het menu: Locatie Rapporten Handelingen • Bevestigingspagina's of verzendrapporten afdrukken. In deze rapporten kunt u controleren of faxen zonder fouten zijn verzonden. • Faxgeschiedenis weergeven op het scherm. • Activiteitenlogboeken afdrukken.
Een lijst met contactpersonen maken U kunt een lijst met contactpersonen maken met het adresboek op het bedieningspaneel van de printer of met het telefoonboek in de faxsoftware. Als u een lijst met contactpersonen maakt met het bedieningspaneel van de printer, worden de contactpersonen automatisch opgeslagen als snelkeuze-items in het telefoonboek. Daarnaast worden contactpersonen die u toevoegt aan de faxsoftware, automatisch opgeslagen in het adresboek van de printer.
Lijst met contactpersonen maken met het bedieningspaneel van de printer 1 Blader in het startscherm naar Adresboek: > Adresboek 2 U voegt als volgt een contactpersoon toe: a Blader naar Naam contactpersoon toevoegen: Contactpersoon toevoegen > Naam contactpersoon toevoegen b c d e f Voer de naam van de contactpersoon in en raak OK aan. Raak Faxnummer toevoegen aan. Voer het faxnummer van de contactpersoon in en raak Accepteren aan. Raak Accepteren nogmaals aan.
Faxen verzenden ADI Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden (groepsfax): a Raak Faxen naar meerdere aan en raak Een nummer toevoegen aan. b Voer een faxnummer in of raak Adresboek of Geschiedenis aan om een contactpersoon te importeren. Herhaal deze stap tot de nummers van alle ontvangers zijn ingevoerd. Raak Accepteren aan elke keer dat u een ontvanger toevoegt. c Raak aan om de faxtaak te starten. Let op—Kans op beschadiging: raak de kabels of de poorten verzonden.
Faxen ontvangen Tips voor het ontvangen van faxen Bij het ontvangen van faxen: • Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkende telefoon-, DSL- of VoIP-lijn. Als u een kiestoon hoort, werkt de lijn. • Als u de printer instelt op handmatig faxen ontvangen (Automatisch beantwoorden: Uit), moet u het beltoonvolume niet instellen op Uit. • Als u de printer hebt ingesteld op automatisch faxen ontvangen (Automatisch beantwoorden: Aan), moet u papier in de printer plaatsen.
2 Als de telefoon overgaat en u hoort faxtonen wanneer u de telefoon opneemt, drukt u op op de printer of drukt u op *9* op de telefoon die is aangesloten op de printer. Let op—Kans op beschadiging: raak de kabels of de poorten en niet aan wanneer er een fax wordt ontvangen. Tips: • De standaardcode voor het handmatig beantwoorden van faxen is *9*, maar voor een verbeterde beveiliging moet u deze code wijzigen in een code die u alleen kent. U kunt maximaal 7 tekens opgeven voor de code.
Wat is een splitter en welk type splitter moet ik gebruiken? U kunt u een telefoonsplitter gebruiken als er in uw huis een beperkt aantal wandaansluitingen beschikbaar is of als de adapter een beperkt aantal poorten heeft. Een splitter splitst het telefoonsignaal waardoor u meerdere apparaten kunt aansluiten op de wandaansluiting. De splitter bevat twee of meer poorten waarop u de apparaten kunt aansluiten. Gebruik niet een lijnsplitter.
Als de printer zich op een aparte faxlijn bevindt, kunt u elk gewenst aantal belsignalen instellen voor de printer. Hoe kan ik het speciale belsignaal instellen voor de printer? Het is belangrijk om het juiste aantal belsignalen in te stellen als u bent geabonneerd op de functie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) van telefoonbedrijven. U kunt met deze functie meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn hebben.
Hoe kan ik het volume van de luidspreker op de printer aanpassen? Luister of u kiestoon hoort om na te gaan of de telefoonlijn werkt en controleer of alle kabels en apparaten goed zijn aangesloten op het telefoonnetwerk. Zorg ervoor dat het belvolume niet is ingesteld op Uit, vooral wanneer u een nummer kiest met hoorn op haak. Als u de printer hebt ingesteld op het handmatig ontvangen van faxen, controleert u of het beltoonvolume luid genoeg is.
Hoe kan ik de resolutie wijzigen van de documenten die ik fax? De resolutie of faxkwaliteit van de documenten die u verzendt, kunnen van invloed zijn op de faxverzending. Het ontvangende faxapparaat ondersteunt mogelijk de hoge resolutie niet en kan mogelijk uw fax niet ontvangen. U kunt dit probleem oplossen door Automatische faxconversie in te schakelen, maar de automatische conversie kan resulteren in een onleesbare fax vooral als het originele document al vaag is.
Hoe weet ik of de fax correct is verzonden? U kunt de printer zo instellen dat er een bevestigingspagina, of verzendrapport, wordt afgedrukt wanneer u een fax verzendt. Dit rapport bevat de datum en tijd waarop de fax is verzonden. Als de fax niet correct is verzonden, bevat het rapport tevens de oorzaak van de fout.
3 Raak Accepteren aan. Hoe kan ik een fax doorsturen? 1 Blader in het startscherm naar Fax doorsturen: > Faxinstellingen > Bellen en antwoorden > Fax doorsturen 2 Selecteer Doorsturen of Afdrukken en doorsturen en raak Accepteren aan. 3 Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen en raak Accepteren aan. Als u de optie inschakelt, worden alle ontvangen fax automatisch doorgestuurd tot u de optie uitschakelt.
Als een binnenkomende of uitgaande fax mislukt vanwege een stroomstoring, drukt de printer automatisch een foutrapport af de volgende keer dat deze wordt ingeschakeld. Voor binnenkomende faxen geeft het rapport aan wie de fax heeft verzonden en hoeveel pagina's niet zijn afgedrukt. Voor uitgaande faxen wordt aangegeven hoeveel pagina's er niet zijn verzonden. Faxen die verloren gaan vanwege een stroomstoring, kunnen niet worden teruggehaald.
Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer bevat een draadloze IEEE 802.11n-afdrukserver. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Ondersteunde netwerkbeveiligingsopties De printer ondersteunt drie draadloze beveiligingsopties: geen beveiliging, WEP en WPA/WPA2. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken. WPA-beveiliging is alleen een optie voor infrastructuurnetwerken met draadloze toegangspunten en netwerkkaarten die WPA ondersteunen. De meeste nieuwere draadloze-netwerkapparatuur biedt ook WPA2-beveiliging als optie. Opmerking: Als uw netwerk WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt, selecteert u WPA-Personal wanneer u wordt gevraagd het type beveiliging van uw netwerk te selecteren.
Printer installeren op een draadloos netwerk Voordat u de printer installeert op een draadloos netwerk, moet u het volgende controleren: • Uw draadloze netwerk is ingesteld en werkt correct. • De computer die u gebruikt, is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren. Voor gebruikers van Windows 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Installeer. 4 Selecteer De printer is al geconfigureerd. Ik installeer de printer op een nieuwe computer. 5 Klik op Doorgaan en volg de aanwijzingen op het scherm om een geconfigureerde printer te installeren op een nieuwe computer.
Printer toevoegen aan het draadloze netwerk 1 Volg de aanwijzingen om de printer in te stellen voor uw draadloze netwerk. Stop wanneer u wordt gevraagd een netwerk te selecteren. 2 Als de box over een knop voor koppeling/registratie beschikt op de achterkant, moet u op deze knop drukken voordat u een netwerk selecteert. Opmerking: nadat u op de knop hebt gedrukt, hebt u vijf minuten de tijd om de printerinstallatie te voltooien. 3 Ga nu verder met de aanwijzingen op het computerscherm.
Typ het statisch IP-adres in het adresvak van de webbrowser en druk op Enter om te controleren of het adres correct is toegewezen. De webpagina van de printer wordt geladen als het adres is toegewezen. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie. Draadloze instellingen wijzigen na de installatie U wijzigt als volgt draadloze instellingen van de printer, zoals het geconfigureerde netwerk, de beveiligingssleutel en andere instellingen: Voor gebruikers van Windows 1 Klik op of Start.
In Windows Vista of later 1 Klik op . 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Netwerk en internet. 4 Open Netwerkcentrum. 5 Klik op Een verbinding of netwerk instellen als u wordt gevraagd om een netwerk te selecteren waarmee u verbinding wilt maken. 6 Klik op Draadloos ad-hocnetwerk (computer-naar-computer) instellen als u wordt gevraagd om een verbindingsmethode te selecteren en klik op Volgende. 7 Volg de aanwijzingen voor het instellen van een draadloos ad-hocnetwerk.
Windows XP: 1 Klik op Start. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Netwerk- en Internet-verbindingen. 4 Klik op Netwerkverbindingen. 5 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de draadloze netwerkverbinding. 6 Klik op Inschakelen als deze optie wordt weergegeven in het voorgrondmenu. Opmerking: als Uitschakelen wordt weergegeven, is de draadloze verbinding al ingeschakeld. 7 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding. 8 Klik op Eigenschappen.
23 Het kan enkele minuten duren voordat de computer de nieuwe instellingen heeft herkend. U controleert als volgt de status van uw netwerk: a Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbindingen. b Selecteer Beschikbare draadloze netwerken weergeven. • Als het netwerk wordt weergegeven maar de computer heeft geen verbinding, selecteert u het adhocnetwerk en klikt u op Verbinden. • Als het netwerk niet wordt weergegeven, wacht u een minuut en klikt u op de knop Netwerklijst vernieuwen.
Printer toevoegen aan een bestaand, draadloos ad-hocnetwerk Opmerking: De printer kan niet met meerdere draadloze netwerken tegelijk communiceren. Als u de printer configureert voor een ad-hoc draadloos netwerk wordt deze van eventuele andere draadloze netwerken verwijderd. Dit geld voor zowel ad-hoc- als infrastructuurnetwerken waar de printer voor is geconfigureerd. Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start.
Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Windows) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer. Raadpleeg de onderwerpen over het oplossen van problemen met de specifieke verbinding als u problemen ondervindt tijdens de configuratie.
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Wacht een ogenblik tot Windows het stuurprogramma heeft gevonden en voltooi het instellen van de printer. 3 Selecteer de USB-printer (zie “De printer selecteren” op pagina 120). Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer.
Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Macintosh) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer. Raadpleeg de onderwerpen over het oplossen van problemen met de specifieke verbinding als u problemen ondervindt tijdens de configuratie.
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Voeg de printer toe (zie “De printer toevoegen” op pagina 122). 3 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de Ethernet-wachtrij als u de printer niet weer wilt gebruiken via een Ethernet-verbinding. Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer.
Mac OS X 10.4 en eerder 1 Selecteer in de Finder Ga > Hulpprogramma's. 2 Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. De printerlijst wordt weergegeven. 3 Selecteer de printer die u wilt gebruiken. 4 Klik op Voeg toe. De printerbrowser wordt weergegeven. 5 Selecteer de printer. 6 Klik op Voeg toe.
f Typ de UNC-naam voor de poort (Universal Naming Convention; uniforme naamgevingsregels). Deze bestaat uit de naam van de server en de naam van de printer die is opgegeven in stap 2 op pagina 123 De naam moet de volgende notatie hebben: \\server\printer. g Klik op OK. h Klik op Sluiten in het dialoogvenster Printerpoorten. i Controleer of de nieuwe poort is geselecteerd op het tabblad Poorten en klik op Toepassen. De nieuwe poort wordt weergegeven bij de naam van de printer. j Klik op OK.
Printer installeren op een Ethernet-netwerk Voordat u de printer installeert op een Ethernet-netwerk, moet u het volgende controleren: • U hebt de eerste installatie van de printer uitgevoerd. • Uw netwerk is ingesteld en werkt correct. • De computer is aangesloten op uw netwerk. Voor Windows-gebruikers 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Zoek naar de volgende aanduiding om na te gaan of uw draadloze toegangspunt geschikt is voor WPS: U vindt deze WPS-logo's aan de zijkant, achterkant of bovenkant van uw draadloze toegangspunt. Raadpleeg de documentatie bij het draadloze toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie over de toegang tot de draadloze instellingen en het bepalen of uw draadloze toegangspunt geschikt is voor WPS.
Wat is een netwerk? Een netwerk is een verzameling apparaten, zoals computers, printers, Ethernet-hubs, draadloze toegangspunten en routers die met elkaar zijn verbonden via kabels of via een draadloze verbinding zodat ze kunnen communiceren. Een netwerk kan bedraad of draadloos zijn, of zijn ingesteld voor zowel bedrade als draadloze apparaten. Apparaten op een bedraad netwerk gebruiken kabels om met elkaar te communiceren.
Voorbeeld van bedraad netwerk • Een computer, laptop en printer worden met Ethernet-kabels aangesloten op een hub, router of switch. • Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem. Internet Voorbeelden van een draadloos netwerk Scenario 1: Een combinatie van draadloze en bedrade netwerkverbindingen op een netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een router met mogelijkheden voor Ethernet en draadloos.
Scenario 2: Draadloos netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt of draadloze router. • Het draadloze toegangspunt verbindt het netwerk met internet via een DSL- of een kabelmodem. Internet Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet.
Waarom heb ik een installatiekabel nodig? Als u de printer installeert op uw draadloze netwerk, moet u de printer tijdelijk aansluiten op een computer met de installatiekabel. Deze tijdelijke aansluiting wordt gebruikt om de draadloze instellingen van de printer in te stellen. De installatiekabel wordt aangesloten op een rechthoekige USB-poort op de computer en op een vierkante USBpoort op de printer.
In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een draadloze router (draadloos toegangspunt). Apparaten op het draadloze netwerk moeten geldige IP-adressen hebben voor het huidige netwerk en ze moeten dezelfde SSID en hetzelfde kanaal gebruiken als het draadloze toegangspunt. In de ad-hocmodus communiceert een computer met een draadloze netwerkadapter rechtstreeks met een printer met een draadloze afdrukserver.
U kunt de kwaliteit van het signaal verbeteren door storingsbronnen te verwijderen en/of draadloze apparaten dichter bij het draadloze toegangspunt (draadloze router) te plaatsen. Hoe kan ik de signaalsterkte van het draadloze netwerk verbeteren? Een veelvoorkomende reden dat draadloze printers niet kunnen communiceren via een netwerk, is een draadloos signaal van slechte kwaliteit.
DEEL HET NETWERK OPNIEUW IN ZODAT DE SIGNAALOPNAME WORDT VERMINDERD Zelfs als het draadloze signaal door een object kan worden verzonden, wordt het signaal een beetje zwakker. Als het signaal door te veel objecten heen wordt verzonden, kan het erg worden verzwakt. Alle objecten nemen een deel van het draadloze signaal op wanneer het door de objecten heen wordt verzonden en bepaalde objecten kunnen zoveel van het signaal opnemen dat er communicatieproblemen optreden.
Voor Macintosh-gebruikers met een AirPort-basisstation Mac OS X 10.5 1 Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik op Netwerk. 3 Klik op AirPort. De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden, wordt weergegeven in het voorgrondmenu Netwerknaam. 4 Noteer de SSID. Mac OS X 10.4 en eerder 1 Selecteer in de Finder Ga > Programma's. 2 Dubbelklik in de map Programma's op Internetverbinding. 3 Klik op de werkbalk op AirPort.
Kan ik mijn printer tegelijkertijd via een USB- en een netwerkverbinding gebruiken? Ja, de printer ondersteunt USB- en netwerkverbindingen die tegelijkertijd zijn aangesloten. De printer kan als volgt geconfigureerd worden: • • • • • Lokaal aangesloten (aangesloten op de computer met een USB-kabel).
Het label met het MAC-adres vindt u aan de binnenkant van de printer. MAC: XX XX XX XX XX XX Het MAC-adres van de interne afdrukserver bestaat uit een reeks letters en cijfers. Andere apparaten gebruiken soms een ander type MAC-adres dat Universally Administered Address (UAA) wordt genoemd. MAC: XX XX XX XX XX XX UAA: XX XX XX XX XX XX Opmerking: Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een toegangspunt (router) zodat alleen apparaten met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken.
Aangezien computers geen woorden begrijpen en in plaats daarvan getallen gebruiken om te communiceren, is voor TCP/IP vereist dat elk apparaat op een netwerk dat TCP/IP gebruikt voor communicatie een IP-adres heeft. IPadressen zijn unieke computernamen met een numerieke indeling die worden gebruikt om gegevens te verzenden via een netwerk. Met IP-adressen kan TCP/IP verzoeken bevestigen voor het aanvragen en ontvangen van gegevens door verschillende apparaten in het netwerk.
SmartSolutions gebruiken Wat is SmartSolutions? SmartSolutions is een verzameling oplossingen die u kunt maken, aanpassen en downloaden van de SmartSolutionswebsite (http://smartsolutions.lexmark.com) naar de printer. Hiermee kunt u aangepaste oplossingen maken waarmee u veelgebruikte kopieer-, scan- en afdruktaken kunt met één druk op een knop kunt uitvoeren. Met SmartSolutions kunt u ook RSS-feeds, Google Agenda en online fotoalbums weergeven op het bedieningspaneel van de printer.
Oplossing Beschrijving Scannen naar e-mail Gescande documenten rechtstreeks per e-mail verzenden vanaf de printer met vooraf gedefinieerde namen of contactpersonen uit het adresboek. Scannen naar fax Documenten rechtstreeks faxen vanaf de printer met vooraf gedefinieerde namen of contactpersonen uit het adresboek. Scannen naar bestand Bestanden scannen en opslaan in een eerder geselecteerde map op een computer met de vooraf gedefinieerde instellingen.
Webbrowser gebruiken a Open een webbrowser. b Typ smartsolutions.lexmark.com in de adresbalk en druk op Enter. 2 Meld u aan op de SmartSolutions-website of maak een account. 3 Voeg uw printer toe. 4 Gebruik de website om oplossingen te maken, aan te passen en te downloaden naar uw printer. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor mSmartSolutions op de website voor meer informatie.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken Raak in het startscherm aan. De afbeelding voor inktvoorraden wordt weergegeven op de display.
Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Selecteer Printerstartpagina. 5 Kies uw printer in de keuzelijst met printers. 6 Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Onderhoud. 7 Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's.
Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer de printermap. 4 Selecteer uw printer in de keuzelijst met printers. 5 Klik op Cartridges reinigen op het tabblad Onderhoud. 6 Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's. 2 Selecteer Printerhulpprogramma in de lijst.
Aanraakscherm reinigen U moet wellicht af en toe het aanraakscherm van de printer reinigen om vingerafdrukken en vlekken te verwijderen. 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: als u de buitenkant van de printer reinigt, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken en alle kabels losmaken van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen.
Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een geaard stopcontact. • Controleer of de printer niet is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, UPS-systeem of verlengsnoer. • Controleer of de printer is ingeschakeld. • Controleer of de printer stevig is aangesloten op de hostcomputer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt.
Installatieproblemen oplossen • • • • • • • • “Onjuiste taal wordt weergegeven op de display” op pagina 146 “Printerkopfouten” op pagina 146 “Software is niet geïnstalleerd” op pagina 147 “Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 148 “Printer drukt lege pagina's af” op pagina 149 “Printer is bezet of reageert niet” op pagina 149 “Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 150 “Kan niet afdrukken via USB” op pagina 150 Onjuiste taal wordt weergegeven op de
2 Verwijder de printerkop. Let op—Kans op beschadiging: raak de spuitopeningen van de printerkop niet aan. 3 Veeg de contactpunten van de printerkop schoon met een schone, pluisvrije doek. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en sluit de klem tot deze vastklikt. 5 Sluit de printer. Opmerking: als het probleem niet is opgelost na het verwijderen en weer terugplaatsen van de printerkop, neemt u contact op met de technische ondersteuning.
SCHAKEL DE BEVEILIGINGSPROGRAMMA'S IN WINDOWS TIJDELIJK UIT VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort is aangegeven met een USB-symbool.
MAAK DE USB-KABEL LOS VAN DE PRINTER EN SLUIT DEZE WEER AAN CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort is aangegeven met een USB-symbool.
Als u de spaarstand van de printer niet wordt uitgeschakeld, moet u de printer uitschakelen en weer inschakelen: 1 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht 10 seconden. 2 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in. Controleer onze website voor updates voor de printersoftware of -firmware als dit probleem blijft bestaan.
VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen • • • • “Er is papier vastgelopen in de printer” op pagina 151 “Papier is vastgelopen in de duplexeenheid” op pagina 151 “Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen)” op pagina 153 “Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd” op pagina 153 Er is papier vastgelopen in de printer Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar.
1 Druk de vergrendelingen van de duplexeenheid naar beneden en trek de duplexeenheid naar buiten. LET OP—KANS OP LETSEL: Het gedeelte achter de duplexklep bevat uitstekende ribben die onderdeel zijn van de papierbaan. Wees voorzichtig wanneer u in dit gedeelte vastgelopen papier verwijdert om letsel te voorkomen. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 3 Plaats de duplexeenheid terug in de printer.
Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen) Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Open de ADF-klep en trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 2 Sluit de klep van de automatische documentinvoer. 3 Raak GEREED aan of druk op , afhankelijk van het printermodel.
PAS DE PAPIERGELEIDERS AAN HET GEPLAATSTE PAPIER AAN Problemen met afdrukken oplossen • • • • “Slechte kwaliteit aan de randen van het papier” op pagina 154 “Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding” op pagina 155 “Lage afdruksnelheid” op pagina 155 “Computer wordt trager tijdens het afdrukken” op pagina 155 Slechte kwaliteit aan de randen van het papier Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CON
Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE INKTVOORRADEN Vervang bijna lege of lege inktcartridges.
SCHAKEL HET TOEGANGSPUNT (ROUTER) UIT EN WEER IN ALS U ZICH OP EEN NETWERK BEVINDT 1 Trek de stekker van het toegangspunt uit het stopcontact. 2 Wacht tien seconden en steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
ZORG DAT HET DOCUMENT OF DE FOTO MET DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN IN DE RECHTERBENEDENHOEK VAN DE GLASPLAAT IS GEPLAATST Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd of gescand Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: ZORG DAT HET DOCUMENT OF DE FOTO MET DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN IN DE RECHTERBENEDENHOEK VAN DE GLASPLAAT IS GEPLAATST SELECTEER EEN PAPIERFORMAAT IN DE PRINTERSOFTW
GEBRUIK EEN LAGERE SCANRESOLUTIE Kan niet scannen naar een computer via een netwerk Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER EN DOELCOMPUTER BEIDE MET HETZELFDE NETWERK VERBONDEN ZIJN CONTROLEER OF DE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD OP DE DOELCOMPUTER E-mailproblemen oplossen • “Kan geen e-mail verzenden” op pagina 158 • “Kan geen bestanden bijvoegen” op pagina 158 Kan geen
Problemen met faxen oplossen • • • • • “Controlelijst voor problemen met faxen oplossen” op pagina 159 “Kan geen faxen verzenden” op pagina 160 “Kan geen faxen ontvangen” op pagina 161 “Kan de faxsoftware niet uitvoeren” op pagina 162 “Foutberichten voor faxen op het bedieningspaneel van de printer” op pagina 163 Zie de volgende onderwerpen voor uitgebreide beschrijvingen van veelgebruikte termen en taken: • “Printer instellen voor faxen” op pagina 83 • “Veelgestelde vragen over faxen” op pagina 101 Con
Kan geen faxen verzenden Als u met de Controlelijst voor problemen met faxen oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF U UW GEBRUIKERSGEGEVENS HEBT GEREGISTREERD IN DE PRINTER Als u uw gebruikersgegevens niet hebt opgegeven tijdens de eerste installatie, moet u uw faxnaam en faxnummer opgeven. In sommige landen kunt u geen fax verzenden als u uw faxnaam of bedrijfsnaam niet hebt opgegeven.
Controleren of foutcorrectie is ingeschakeld: 1 Blader in het startscherm naar Foutcorrectie: > Faxinstellingen > Bellen en verzenden > Foutcorrectie 2 Controleer of foutcorrectie is ingesteld op Aan. Als de instelling niet is ingeschakeld, raakt u AAN en vervolgens Accepteren aan. AUTOMATISCH FAXCONVERSIE INSCHAKELEN Als het ontvangende faxapparaat geen kleurenfaxen ondersteunt, wordt met deze optie de uitgaande fax automatisch omgezet in zwart-wit.
CONTROLEER OF DE PRINTER IS AANGESLOTEN OP EEN ANALOGE POORT De printer is een analoog apparaat. Als u een PBX-systeem gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op een analoge poort op het PBX-systeem. U hebt wellicht een DA-converter nodig die digitale signalen omzet in analoge signalen. CONTROLEER OF HET PRINTERGEHEUGEN NIET VOL IS De printer slaat een binnenkomende fax op in het printergeheugen voordat de fax wordt afgedrukt.
CONTROLEER OF DE PRINTER CORRECT IS AANGESLOTEN OP EEN TELEFOONLIJN U moet de printer aansluiten op een telefoonlijn (via een standaardwandaansluiting, DSL-filter, VoIP-adapter of kabelmodem) voor u de faxsoftware kunt openen om de faxinstellingen te configureren.
Foutbericht Betekenis Mogelijke oplossingen De telefoonlijn is aangesloten op de onjuiste aansluiting op de achterzijde van het apparaat. De telefoonkabel is aangesloten op Sluit de telefoonkabel aan op de -poort de verkeerde poort op de achterop de achterzijde van de printer. zijde van de printer. Digitale lijn gevonden De printer is aangesloten op een digitale lijn. De printer is een analoog apparaat en moet zijn aangesloten op een analoge lijn.
Foutbericht Betekenis Geen nummerweergave Uw printer heeft de oproep Schakel Zonder id blokkeren uit. afgebroken omdat de inkomende fax geen afzendergegevens bevat. U hebt wellicht ingesteld dat u faxen zonder nummerweergave wilt blokkeren of faxen zonder nummerweergave zijn niet toegestaan in uw land of regio. Oproep afgebrkn Mogelijke oplossingen Als u foutberichten wilt oplossen in de faxsoftware, klikt u op Help om de helpinformatie weer te geven voor de faxsoftware.
CONTROLEER DE NETWERKVERBINDING Als de printer en de computer via een netwerk met elkaar verbonden zijn, controleert u of communicatie mogelijk is tussen de juiste host en het juiste apparaat. Selecteer de printer vanaf de computer of de computer vanaf de printer.
• “Kan niet afdrukken en er is een firewall aanwezig op de computer” op pagina 169 • “Communicatie met de printer verbroken tijdens verbinding met VPN (Virtual Private Network)” op pagina 170 Controlelijst voor netwerkproblemen oplossen Controleer het volgende voordat u begint met problemen met draadloze netwerken oplossen: Algemene informatie over netwerken Aandachtspunten: • De printer, computer en het draadloze toegangspunt zijn aangesloten en ingeschakeld. • Het draadloze netwerk werkt correct.
• De printer staat niet in de buurt van andere elektronische apparaten die storing kunnen veroorzaken met het draadloze signaal. Zorg dat de printer en het draadloze toegangspunt niet van elkaar gescheiden worden door palen, muren of steunpilaren die metaal of beton bevatten. Er zijn veel apparaten die invloed kunnen hebben op het draadloze signaal waaronder: babyfoons, motoren, draadloze telefoons, beveiligingscamera’s, andere draadloze apparaten en een aantal Bluetooth-apparaten.
SLUIT DE NETVOEDING OPNIEUW AAN 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Maak de netvoeding los van de achterkant van de printer en sluit de netvoeding weer aan. 4 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact. 5 Schakel de printer in en hervat de installatie op de computer. VOER HET INSTALLATIEPROGRAMMA OPNIEUW UIT 1 Sluit het installatieprogramma. 2 Verwijder de cd uit de computer en start de computer opnieuw op.
• Schakel de firewall tijdelijk uit en installeer de draadloze printer op uw computer. Schakel de firewall weer in wanneer de draadloze installatie is voltooid. Communicatie met de printer verbroken tijdens verbinding met VPN (Virtual Private Network) De verbinding met een draadloze printer wordt verbroken op uw lokale netwerk als u verbinding maakt met de meeste VPN's (Virtual Private Networks).
VERBINDING MET VPN-SESSIE VERBREKEN Wanneer u verbonden bent met een ander netwerk via een VPN-verbinding, hebt u geen toegang tot de printer over uw draadloze netwerk. Beëindig de VPN-sessie en probeer opnieuw af te drukken. CONTROLEER OF DE DEMOMODUS UITGESCHAKELD Ga na of de printer over een demomodus beschikt. Bepaalde printerfuncties zijn niet beschikbaar als de demomodus is ingeschakeld. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar Demomodus: > Demomodus. Selecteer Uit en sla de instelling op.
PLAATS DE COMPUTER EN/OF PRINTER DICHTER BIJ HET DRAADLOZE TOEGANGSPUNT Het bereik van uw draadloze netwerk is afhankelijk van veel factoren, waaronder de mogelijkheden van uw router en netwerkadapters. Als u problemen ondervindt met afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de computer en printer zich niet meer dan 30 meter uit elkaar bevinden. CONTROLEER DE KWALITEIT VAN HET DRAADLOZE SIGNAAL Druk de netwerkconfiguratiepagina af en controleer de kwaliteit van het signaal.
d Klik op de hoofdpagina op Draadloos of een andere optie waar de instellingen worden opgeslagen. De SSID wordt weergegeven. e Noteer de SSID. Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 2 Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Zoek in het gedeelte draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk.
4 Klik op de hoofdpagina op Draadloos of een andere optie waar de instellingen worden opgeslagen. De SSID wordt weergegeven. 5 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel/het WPA-wachtwoord (indien weergegeven). Opmerkingen: • Noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
SELECTEER DE DRAADLOZE PRINTER U moet wellicht de draadloze printer selecteren op uw computer om de printer draadloos te kunnen gebruiken. 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op de printer in de map met dezelfde naam en hetzelfde modelnummer, gevolgd door (Netwerk). 5 Selecteer Printer online gebruiken in het menu.
CONTROLEER DE NETWERKNAAM Uw netwerk mag niet dezelfde naam hebben als een ander netwerk bij u in de buurt. Als u en uw buurman bijvoorbeeld de standaardnetwerknaam van de fabrikant gebruiken, kan de printer verbinding maken met het netwerk van uw buurman. Als u geen unieke netwerknaam gebruikt, raadpleegt u de documentatie voor het draadloze toegangspunt (draadloze router) om een nieuwe netwerknaam in te stellen.
Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie Als de Wi-Fi-aanduiding oranje knippert tijdens de installatie, geeft dit aan dat de printer is geconfigureerd voor gebruik op een draadloos netwerk maar geen verbinding kan maken met het netwerk waarvoor de printer is geconfigureerd. De printer kan wellicht geen verbinding maken met het netwerk vanwege een storing, de afstand tot het draadloze toegangspunt (draadloze router) of omdat de instellingen zijn gewijzigd. Dit zijn mogelijke oplossingen.
CONTROLEER HET MAC-ADRES Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opnemen in de filterlijst voor MAC-adressen. U kunt de printer dan gebruiken op het netwerk. Zie “Hoe vind ik het MACadres?” op pagina 135 voor meer informatie. PING HET TOEGANGSPUNT OM TE CONTROLEREN OF HET NETWERK FUNCTIONEERT Voor Windows-gebruikers 1 Zoek het IP-adres van het toegangspunt op als u dit niet weet: a Klik op of op Start en klik op Uitvoeren.
Opmerkingen: • Geel betekent dat de poort actief is, maar niet aangesloten. • Rood betekent dat de poort niet is ingesteld. 2 Zoek het IP-adres van het draadloze toegangspunt op: a Kies Over deze Mac in het Apple-menu. b Klik op Meer info. c Selecteer Netwerk in het deelvenster Inhoud. d Selecteer AirPort in de lijst Actieve voorzieningen. De gegevens van de AirPort-verbinding worden weergegeven in het onderste deelvenster. e Noteer de gegevens bij het item Router.
Als de printer niet reageert, wordt 'Time-out bij opdracht.' weergegeven. • De computer is wellicht niet verbonden met het netwerk. • U moet mogelijk de instellingen voor de printer wijzigen. Voer het hulpprogramma voor draadloze configuratie opnieuw uit. Voor Macintosh-gebruikers 1 Druk een netwerkconfiguratiepagina af om het IP-adres van de printer te controleren. Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP. 2 Selecteer in de Finder Ga > Hulpprogramma's. 3 Dubbelklik op Netwerkhulpprogramma.
5 Klik op de koppeling Hulpprogramma voor draadloze configuratie. Opmerking: als onderdeel van de configuratieprocedure wordt u mogelijk gevraagd om de printer opnieuw aan te sluiten op de computer met de installatiekabel. 6 Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Draadloze afdrukserver is niet geïnstalleerd.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Kies Over deze Mac in het Apple-menu. 2 Klik op Meer info. 3 Selecteer Netwerk in het deelvenster Inhoud. 4 Als u verbinding hebt gemaakt via een draadloos netwerk, kiest u AirPort in de lijst Actieve voorzieningen. Het IP-adres van een printer zoeken • Het IP-adres van de printer bevindt zich op de netwerkconfiguratiepagina. Ga als volgt te werk als aan de printer en/of laptop geen IP-adres is toegewezen, of als een van de apparaten het IP-adres 169.254.x.
CONTROLEER OF BIDIRECTIONELE COMMUNICATIE IS INGESCHAKELD Opmerking: deze oplossing is alleen van toepassing op Windows-gebruikers 1 Klik op , of op Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of Printereigenschappenin het menu. 5 Klik op de tab Poorten.
SCHAKEL DE STORINGSBRONNEN UIT Veelgebruikte huishoudelijke apparatuur verstoort mogelijk de netwerkcommunicatie. Draadloze telefoons (geen mobiele telefoons), magnetrons, babyfoons, vrijwel alle keukenapparatuur, draadloze beveiligingsapparatuur, andere draadloze netwerken in de buurt en elk apparaat met een motor kan onderbrekingen in de draadloze netwerkcommunicatie veroorzaken. Schakel mogelijke storingsbronnen uit en controleer of deze het probleem veroorzaken.
5 Klik op de koppeling TCP/IP. 6 Klik op de koppeling Statisch IP-adres instellen . 7 Geef het IP-adres dat u wilt toewijzen aan de printer op in het veld IP-adres. 8 Klik op de knop Verzenden. Een bericht dat de selectie wordt verzonden, wordt weergegeven. Ga na of het IP-adres is bijgewerkt door het statische IP-adres in de adresbalk van de browser te typen en te controleren of de webpagina van de printer opnieuw wordt geladen.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark Pro900 Series Apparaattype: 4444 Model(len): 301, 30E Uitgavebericht November 2009 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. PerfectFinish is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Mac en het Mac-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. Kennisgevingen over licenties U kunt de volgende documenten weergeven vanaf de cd met installatiesoftware.
AEEA-richtlijn (Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling.
Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product. 21 Kopiëren Er worden papieren kopieën van papieren originelen gemaakt met het product. 13 Scannen Er worden papieren originelen gescand met het product. 11 Gereed Het product wacht op een afdruktaak. 10,5 Spaarstand De spaarstand van het product is geactiveerd. 4,3 Uit 0,43 Het product is aangesloten op een stopcontact, maar het apparaat is uitgeschakeld.
GAAT U ERMEE AKKOORD DE GEBRUIKERS OP DE HOOGTE TE STELLEN VAN HET FEIT DAT ZE DOOR HET PRODUCT TE GEBRUIKEN, AANGEVEN DAT ZE AKKOORD GAAN MET DEZE VOORWAARDEN.
gebruikers beperken tot het aantal dat is opgegeven in uw overeenkomst met Lexmark. U mag de onderdelen van het Softwareprogramma niet van elkaar scheiden voor gebruik op meer dan één computer.
9 BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID.
16 EXPORTBEPERKINGEN. U mag niet (a) het Softwareprogramma of enig direct afgeleid product daarvan aanschaffen, verzenden, overdragen of herexporteren als hierbij de toepasselijke exportwetgeving wordt geschonden of (b) toestaan dat het Softwareprogramma wordt gebruikt voor doeleinden die zijn verboden in dergelijke exportwetgeving, inclusief maar niet beperkt tot het verspreiden van nucleaire, chemische of biologische wapens. 17 INSTEMMING MET CONTRACT IN ELEKTRONISCHE VORM.
De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Budapest HONGARIJE, Een verklaring van conformiteit met de vereisten van de richtlijnen kan worden opgevraagd bij de gemachtigde vertegenwoordiger.
Notice to users in Brazil Este equipamento opera em carater secundario, isto e, nao tem direito a protecao contra interferencia prejudicial, mesmo de estacoes do mesmo tipo, e nao pode causar interferencia a sistemas operando em carater primario. (Res.ANATEL 282/2001). Industry Canada (Canada) This device complies with Industry Canada specification RSS-210.
Taiwan NCC RF notice statement Kennisgeving voor gebruikers in de Europese Unie Producten met de CE-markering voldoen aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG en 1999/5/EG aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecom
Deutsch Hiermit erklärt Lexmark International, Inc., dass sich das Gerät dieses Gerät in Übereinstimmung mit den grundlegenden Anforderungen und den übrigen einschlägigen Bestimmungen der Richtlinie 1999/5/EG befindet. Ελληνική ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Η LEXMARK INTERNATIONAL, INC. ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ ΑΥΤΟ ΤΟ ΠΡΟΪΟΝ ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5/ΕΚ. English Hereby, Lexmark International, Inc.
Index A aangepast papierformaat afdrukken op 44 aanpassen, beltoon- en kiesvolume 104 aanpassen, luidsprekervolume 104 aanpassen, printeroplossingen 139 aanraakscherm bladeren 19 reinigen 144 ad-hoc SSID 114 WEP 114 ad-hocnetwerk 130 ad-hocnetwerk, draadloos maken met Macintosh 114 maken met Windows 114 printer toevoegen 118 ADI-lade (automatische documentinvoer) locatie 10 ADI-uitvoerlade locatie 10 Adresboek instellen 95, 96, 97 Adresboek, e-mail instellen 78 afbeelding herhalen 66 afbeelding verkleinen 6
buitenkant van de printer reinigen 143 C camera aansluiten 50 cartridges, inkt bestellen 13 van Lexmark gebruiken 13 Club Internet 112 coated papier plaatsen 33 Communicatie is niet beschikbaar bericht 181 computer wordt trager tijdens het afdrukken 155 configureren e-mailinstellingen 77 faxinstellingen 94 IP-adres 113 contactpersonen, lijst instellen 96, 97 contactpersonenlijst, e-mail instellen 78, 79 maken 79 controlelijst geheugenkaart, problemen oplossen 165 problemen met faxen oplossen 159 voor u pro
Ethernet 135 Ethernet-configuratie gegevens vereist voor 124 Ethernet-netwerk benodigde informatie voor het configureren van afdrukken via Ethernet 124 voor Macintosh 125 voor Windows 125 Ethernet-poort locatie 11 etiketten afdrukken 43 plaatsen 34 exemplaren maken 63 EXT-poort locatie 11 extra computers installeren, draadloze printer 111 F fabrieksinstellingen herstellen 20 fax afdrukken instellen 95 fax blokkeren instellen 95 fax instellen digitale telefoondienst 88 DSL-verbinding 86 landspecifiek 90 sta
gegevens vereist voor het installeren van de printer op een draadloos netwerk 110 geheugenkaart afdrukken, documenten van 42 foto's met het controlevel afdrukken 51 ondersteunde bestandstypen 47 plaatsen 46 scannen naar 70 geheugenkaart kan niet worden geplaatst 165 geheugenkaart, problemen oplossen controlelijst 165 er gebeurt niets als de geheugenkaart is geplaatst 165 kan niet afdrukken vanaf een flashstation 166 geluidsemissie, niveaus 187 geplande fax verzenden 105 glasplaat reinigen 143 glossy papier
meerdere paginabeelden afdrukken op één vel 67 op beide zijden van het papier 67 Pagina's per vel 67 tips 63 vergroten, afbeelding 65 kopiëren en scannen, problemen oplossen gedeeltelijk, documenten of foto's scannen 157 kan niet scannen naar de computer via een netwerk 158 kopieerapparaat of scanner reageert niet 156 kwaliteit van gescande afbeelding is slecht 156 scan is mislukt 157 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 157 kopiëren, problemen oplossen scannereenheid sluit ni
Patroon nummerweergave instellen 95 PDF maken van een scan 74 PictBridge- en USB-poort locatie 10 PictBridge-camera aansluiten 50 pictogrammen bedieningspaneel van de printer 16 startscherm 17 plaatsen documenten in de automatische documentinvoer 38 documenten op de glasplaat 37 enveloppen 43 enveloppen of fotopapier 31 papierlade 28 verschillende papiersoorten 33 plaatsen, geheugenkaart of flashstation 46 pogingen voor opnieuw kiezen instellen 95 printer delen 123 delen in Windows 123 toevoegen aan SmartSo
papier vastgelopen in de duplexeenheid 151 papier vastgelopen in de printer 151 protocol 136 publicaties zoeken 8 R rapporten faxgeschiedenis 106 rapporten, fax instellen 95 recycling 7 AEEA-verklaring 188 Lexmark producten 15 reinigen, bedieningspaneel van de printer 144 reinigen, buitenkant van de printer 143 reinigen, spuitopeningen van printerkop 142 RJ11-adapter 90 S scan is mislukt 157 scankwaliteit verbeteren 75 scannen documenten scannen om deze te bewerken 72 documenten voor e-mailen 73 foto's sc
Verenigd Koninkrijk speciale installatieaanwijzingen voor draadloze aansluitingen 112 vergroten, afbeelding 65 vervangen, inktcartridges 14 verwijderen, printersoftware 26 verzenden van faxen, tips 98 verzenden, e-mailbericht document of foto scannen 80 foto of document toevoegen 81 verzenden, geplande fax 105 verzendrapport, fax 106 verzendsnelheid voor faxen instellen 95 verzonden, geschiedenisrapport 106 Virtual Private Network 170 Voice over Internet Protocol (VoIP) fax instellen 87 voicemail instellen