Operation Manual
In Windows Vista of later
1 Klik op .
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Netwerk en internet.
4 Open Netwerkcentrum.
5 Klik op Een verbinding of netwerk instellen als u wordt gevraagd om een netwerk te selecteren waarmee u
verbinding wilt maken.
6 Klik op Draadloos ad-hocnetwerk (computer-naar-computer) instellen als u wordt gevraagd om een
verbindingsmethode te selecteren en klik op Volgende.
7 Volg de aanwijzingen voor het instellen van een draadloos ad-hocnetwerk. Tijdens de installatie:
a Maak een netwerknaam of SSID voor het netwerk met de computer en de printer.
b Schrijf de naam van uw draadloze netwerk op. Gebruik de juiste spelling en hoofdletters.
c Open het lijst voor het beveiligingstype, selecteer WPA2-Personal of WEP en maak een WPA-wachtwoord
of WEP-beveiligingssleutel.
Het WPA-wachtwoord moet bestaan uit het volgende:
• 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
of
• Precies 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
WEP-sleutels moeten de volgende kenmerken hebben:
• Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
of
• Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden
weergegeven
d Schrijf het wachtwoord van uw draadloze netwerk op. Gebruik de juiste spelling en hoofdletters.
Windows Vista schakelt het ad-hocnetwerk in. Het netwerk wordt weergegeven bij de beschikbare netwerken in
het dialoogvenster Verbinding met een netwerk maken. Dit geeft aan dat de computer is geconfigureerd voor
het ad-hocnetwerk.
8 Sluit het Configuratiescherm van Windows en eventuele andere vensters.
9 Plaats de installatiesoftware-cd in de computer en volg de aanwijzingen voor draadloze installatie.
Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de
installatiesoftware.
10 Wanneer de beschikbare netwerken worden weergegeven, geeft u de netwerknaam en beveiligingsgegevens
op die u hebt gemaakt in stap 7. Het installatieprogramma configureert de printer voor gebruik met uw computer.
11 Bewaar een kopie van de netwerknaam en de beveiligingsgegevens op een veilige plaats, zodat u deze in de
toekomst weer kunt gebruiken.
Opmerking: mogelijk moet u op een computer met Windows Vista opnieuw verbinding maken met het ad-
hocnetwerk nadat de computer opnieuw is opgestart.
Netwerk
115