Operation Manual

SCHAKEL DE BEVEILIGINGSPROGRAMMA'S IN WINDOWS TIJDELIJK UIT VOORDAT U DE SOFTWARE
INSTALLEERT
CONTROLEER DE USB-AANSLUITING
1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen.
2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
De USB-poort is aangegeven met een
USB-symbool.
Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer. Mogelijk
hebt u de kabel aangesloten op een defecte poort.
MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN
1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan.
3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.
Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's
Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
CONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEPLAATST
1 Schakel de printer in en open vervolgens de printer.
2 Controleer of de cartridges correct zijn geplaatst.
De cartridges moeten stevig vastklikken in de overeenkomende kleurensleuf van de printerkop.
3 Sluit de printer.
SELECTEER DE PRINTER IN HET DIALOOGVENSTER AFDRUKKEN VOORDAT U DE AFDRUKTAAK
VERZENDT
CONTROLEER OF DE AFDRUKTAAK NIET IS ONDERBROKEN
CONTROLEER OF DE PRINTER IS INGESTELD ALS DE STANDAARDPRINTER
MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN
1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan.
3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.
Problemen oplossen
148