Operation Manual

Problemen met faxen oplossen
“Controlelijst voor problemen met faxen oplossen” op pagina 159
“Kan geen faxen verzenden” op pagina 160
“Kan geen faxen ontvangen” op pagina 161
“Kan de faxsoftware niet uitvoeren” op pagina 162
“Foutberichten voor faxen op het bedieningspaneel van de printer” op pagina 163
Zie de volgende onderwerpen voor uitgebreide beschrijvingen van veelgebruikte termen en taken:
“Printer instellen voor faxen” op pagina 83
“Veelgestelde vragen over faxen” op pagina 101
Controlelijst voor problemen met faxen oplossen
Als u problemen ondervindt met het verzenden en ontvangen van faxen, controleert u eerst de verbinding:
1 Sluit een analoge telefoon aan op de wandaansluiting voor telefoons, het DSL-filter, het VoIP-apparaat of de
kabelmodem waarop u de printer hebt aangesloten en controleer of u een kiestoon hoort. Zorg dat u de telefoon
aansluit op dezelfde poort.
Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met uw telefoonaanbieder.
2 Sluit een analoge telefoon aan op de -poort van de printer terwijl de printer is aangesloten op een telefoonlijn
en controleer of u een kiestoon hoort.
Gebruik de volgende controlelijst als u geen kiestoon hoort. Controleer na elk item of u een kiestoon hoort.
Als u een kiestoon hoort, maar nog steeds problemen hebt met het verzenden en ontvangen van faxen, neemt
u de overige onderwerpen in dit gedeelte door.
Controlelijst voor verbinding
Controleer of de printer en andere apparaten op de lijn (indien van toepassing) correct zijn ingesteld en
geconfigureerd volgens de configuratieprocedure.
Controleer of de kabels zijn aangesloten op de juiste poorten.
Controleer of de kabels stevig zijn aangesloten.
Controleer zo nodig of de kabels van de volgende hardware stevig zijn aangesloten:
Netvoeding Antwoordapparaat Kabelmodem Splitter
Telefoon VoIP-adapter DSL-filter RJ11-adapter
Als de printer is aangesloten op een DSL-verbinding (Digital Subscriber Line), moet u een DSL-filter voor de printer
gebruiken.
Als de printer is aangesloten op een VoIP-adapter of kabelmodem, controleert u of de printer is aangesloten op
de eerste telefoonpoort.
Als u een splitter gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u een telefoonsplitter gebruikt. Gebruik niet een lijnsplitter.
Problemen oplossen
159