Pro910 Series Gebruikershandleiding december 2011 Machinetype(n): 4449 Model(len): 901, 90E, 91E www.lexmark.
Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...................................................................................6 Over de printer............................................................................................7 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen.........................................................................................7 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................
Inhoudsopgave 3 Enveloppen of fotopapier in de printer plaatsen....................................................................................30 Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen................................................................................33 Papierinstellingen opslaan......................................................................................................................35 Originele documenten op de glasplaat plaatsen...................................
Inhoudsopgave 4 Documenten scannen om deze te bewerken..........................................................................................62 Rechtstreeks scannen naar e-mail met de printersoftware....................................................................63 Scannen naar een PDF.............................................................................................................................64 Veelgestelde vragen over scannen.........................................................
Inhoudsopgave 5 Problemen oplossen.................................................................................133 Voor u problemen gaat oplossen..........................................................................................................133 Als uw probleem niet wordt opgelost met Problemen oplossen..........................................................133 Installatieproblemen oplossen......................................................................................................
Veiligheidsinformatie 6 Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: De lithiumbatterij in dit product moet niet worden vervangen. Wanneer de lithiumbatterij niet juist wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Over de printer 7 Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Over de printer 8 Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik lettertypen en lettertype-instellingen waarvoor minder inkt is vereist. U kunt in de meeste programma's de helderheid van kleuren aanpassen. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Met deze cartridges kunt u meer pagina's afdrukken.
Over de printer 9 Gewenste informatie Locatie Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik van de printer. Gebruikershandleiding De Gebruikershandleiding is beschikbaar op de cd met installatiesoftware. • Papier en speciaal materiaal selecteren en bewaren • Papier in de printer plaatsen • Afdruk-, kopieer-, scan- en faxtaken uitvoeren, afhankelijk van het printermodel • Printerinstellingen configureren • Documenten en foto's weergeven en Bezoek voor updates onze website op http://support.
Over de printer 10 Gewenste informatie Locatie Telefonische ondersteuning In de VS belt u met: 1‑800‑395‑4039 Maandag–vrijdag(8:00 a.m.–11:00 p.m. ET), zaterdag en zondag (11:00 a.m.– 8:00 p.m. ET) Telefoonnummers en openingstijden voor uw land of regio kunt u vinden op de ondersteuningssite (http://support.lexmark.com) of op de gedrukte garantie die bij de printer is geleverd. Garantie-informatie • In de VS: raadpleeg de beperkte garantieverklaring bij deze printer of op http://support.lexmark.com.
Over de printer 11 Onderdeel Functie 4 PictBridge- en USB-poort Een digitale PictBridge-camera of een flashstation aansluiten op de printer. 5 Papieruitvoerlade Het papier opvangen dat wordt uitgevoerd. 6 Papierlade (lade 1) Papier in de printer plaatsen. 7 Papierstopper Papier opvangen dat wordt uitgevoerd. 8 Bedieningspaneel van de printer De printer bedienen. 9 ADI Kopiëren, scannen of faxen van documenten met meerdere pagina's van het formaat A4, Letter of Legal.
Over de printer Onderdeel 12 Functie 17 Duplexeenheid 18 Toegangsgedeelte voor printerkop De printerkop installeren. papierstoringen, klep voor Vastgelopen pagina's verwijderen. 19 • Afdrukken op beide zijden van een vel papier. • Vastgelopen papier verwijderen. Opmerking: de houder wordt verplaatst naar het toegangsgedeelte voor de printerkop als er geen printerkop is geïnstalleerd in de printer.
Supplies bestellen en vervangen 13 Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Lexmark Pro910 Series behalve Pro919 Onderdeel Cartridge in retourneerprogramma1 Normale cartridge2 Zwarte inktcartridge 150 Niet beschikbaar Zwarte inktcartridge met hoog rendement 150XL, 155XL 150XLA Gele inktcartridge 150 Niet beschikbaar Gele cartridge met hoog rendement 150XL 150XLA Cyaan inktcartridge 150 Niet beschikbaar Cyaan cartridge met hoog rendement 150XL 150XLA Magenta inktcartrid
Supplies bestellen en vervangen 14 • Gebruik alleen inktcartridges van Lexmark voor optimale resultaten. • De cartridges kunnen worden gebruikt om documenten en foto's af te drukken. • Als u nieuwe inktcartridges opbergt, moet u ervoor zorgen dat deze ongeopend zijn en op de platte zijde zijn geplaatst. • Verwijder inktcartridges alleen uit de verpakking als u de cartridges gaat installeren.
Supplies bestellen en vervangen 15 Inktcartridges installeren 1 Verwijder de cartridges uit de verpakking en verwijder de beschermende dop van de inktcartridge. Als de cartridge wordt geleverd met een afsluitdopje, verwijdert u het dopje. 2 Plaats de inktcartridges in de printer. Schuif uw vinger langs de inktcartridge tot de cartridge vastklikt. Opmerkingen: • plaats eerst de kleurencartridges en vervolgens de zwarte cartridge.
Supplies bestellen en vervangen Papier 16 Papierformaat Lexmark fotopapier Lexmark PerfectFinish fotopapier • • • • Letter • • • • Letter A4 4 x 6 inch L A4 4 x 6 inch L Opmerkingen: • De beschikbaarheid verschilt per land of regio. • Als u foto's of andere afbeeldingen van hoge kwaliteit afdrukt, moet u Lexmark fotopapier of Lexmark PerfectFinishTM fotopapier gebruiken voor de beste resultaten. • Ga naar www.lexmark.com voor meer informatie.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 17 Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken Opmerking: De pictogrammen worden weergegeven als u ze kunt selecteren in het huidige scherm. Als een pictogram niet wordt weergegeven, is de functie niet beschikbaar. 1 2 3 7 Use 1 Aan/uit 6 4 5 Functie • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de slaapmodus.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 18 Informatie over het startscherm Nadat de printer is ingeschakeld en een korte opwarmperiode heeft doorlopen, wordt op de display het startscherm weergegeven. U kunt de opties in het startscherm gebruiken om een handeling te starten, zoals kopiëren of faxen, of de printerinstellingen te wijzigen. Opmerking: sommige functies zijn alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Optie 19 Functie 7 Instellen Het instelmenu weergeven en printerinstellingen wijzigen. 8 Ecomodus Activeer de Ecomodus om de volgende opties te selecteren: • Overschakelen naar de slaapstand als de printer tien minuten niet wordt gebruikt. • De helderheid van het scherm instellen op laag. 9 Wi-Fi-aanduiding Status van de netwerkverbinding van de printer controleren een de netwerkinstellingen weergeven.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Optie Functie 5 Schuifbalk Omhoog en omlaag bladeren in een menulijst. 6 pijl omlaag Omlaag bladeren. 20 Tips: • Gebruik uw vingers om door het scherm te bladeren. Het aanraakscherm werkt niet als u voor het bladeren andere hulpmiddelen of apparaten gebruikt. • Sleep de schuifbalk of raak de pijltoetsen aan tot het gewenste menu of de gewenste instelling wordt weergegeven op de display.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 21 Papier en energie besparen Als u het papiergebruik en de hoeveelheid papierafval sterk wilt verminderen, activeert u Dubbelzijdig afdrukken: 1 Blader in het startscherm naar: > Afdrukmodus instellen > Dubbelzijdige kopie, zelfstandig > Aan 2 Raak Accepteren aan.
Printersoftware gebruiken 22 Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • * Microsoft Windows 7 (SP1) Microsoft Windows Server 2008 (R2 SP1) Microsoft Windows Server 2008 (SP1) Microsoft Windows Server 2003 (SP2) Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Macintosh Intel OS X 10.7.0 of hoger Macintosh Intel OS X 10.6.
Printersoftware gebruiken 23 Als u deze extra programma's niet hebt geïnstalleerd tijdens de eerste installatie, plaatst u de cd met installatiesoftware opnieuw in de computer, voert u de installatiesoftware uit en klikt u op Geavanceerde opties > Extra software installeren. Printersoftware Onderdeel LexmarkTM printerstartpagina (wordt de printerstartpagina genoemd) Functie • • • • • • • • • • Toepassingen of programma's starten. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken.
Printersoftware gebruiken 24 Onderdeel Functie Voorkeursinstellingen voor afdrukken Wanneer u een document hebt geopend en Bestand > Afdrukken > Eigenschappen kiest, wordt het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u opties voor de afdruktaak selecteren, zoals de volgende opties: • • • • • • Het aantal exemplaren opgeven dat moet worden afgedrukt. Dubbelzijdige kopieën afdrukken. De papiersoort selecteren. Een nieuw watermerk toevoegen.
Printersoftware gebruiken 25 • Als u optimaal wilt profiteren van uw printer, selecteert u bij het installeren de optie voor aangepaste installatie en selecteert u vervolgens alle pakketten die worden weergegeven. Webkoppelingen openen Webkoppelingen zijn koppelingen naar voorgedefinieerde webpagina's die zijn opgeslagen in de printermap. 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer uw printermap > Webkoppelingen 2 Dubbelklik op de webkoppeling die u wilt gebruiken.
Printersoftware gebruiken 26 Printersoftware bijwerken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer de printer en klik vervolgens op Productupdates. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor Macintosh-gebruikers 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap > Webkoppelingen > Software-updates van Lexmark 2 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma.
Printersoftware gebruiken 27 3 Dubbelklik op Verwijder. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. Printersoftware installeren Opmerking: als u de printersoftware eerder hebt geïnstalleerd op deze computer en de software opnieuw moet installeren, moet u de huidige software eerst verwijderen. Voor Windows-gebruikers 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 28 Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de papierlade plaatsen Aandachtspunten: • • • • U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd. U hebt voor speciaal papier de bijbehorende instructies doorgenomen. Zorg dat het papier niet omkrult als u de papiergeleiders aanpast om papierstoringen te voorkomen. 1 Trek de lade volledig uit de printer.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 29 3 Als u A4- of Legal-papier plaatst, drukt u het lipje in en trekt u de lade uit. 1 2 Opmerking: Als u de uitbreiding uitschuift, is de eerste stop geschikt voor A4-papier. Wanneer de uitbreiding volledig is uitgeschoven, is de lade geschikt voor Legal-papier. 4 Plaats het papier met afdrukzijde naar beneden in de printer. 5 Schuif de papiergeleiders voorzichtig tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 30 6 Plaats de lade terug in de printer. Opmerking: Als u de lade hebt uitgeschoven voor A4- of Legal-papier, steekt de lade uit aan de voorkant van de printer wanneer u de lade in de printer plaatst. 7 Zet de papierstopper omhoog om het uitgevoerde papier op te vangen. 2 1 Opmerking: Als u A4- of Legal-papier hebt geplaatst, moet u de papierstopper uittrekken.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 31 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade. 1 3 2 3 Gebruik het enveloppictogram en de omtrek voor fotopapier op de bodem van de lade om de enveloppen of het fotopapier correct te plaatsen. Opmerking: Plaats geen verschillende papiersoorten in de lade. U kunt enveloppen of fotopapier plaatsen, maar niet beide. 4 Plaats de enveloppen of het fotopapier in de lade.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 32 5 Schuif de papiergeleiders tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de enveloppen of het fotopapier. 1 3 6 Plaats de lade terug in de printer.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 33 7 Zet de papierstopper omhoog om de uitgevoerde enveloppen of foto's op te vangen. 2 1 Opmerking: voor optimale resultaten moet u de foto's ten minste 24 uur laten drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen Maximumaantal Aandachtspunten 150 vellen normaal papier • Het papier dat u gebruikt, is geschikt voor inkjetprinters.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Maximumaantal 34 Aandachtspunten 10 enveloppen • De enveloppen die u gebruikt, zijn geschikt voor inkjetprinters. • De afdrukzijde van de enveloppen is naar beneden en met de flap naar links gericht, zoals wordt weergegeven. • U plaatst de enveloppen in het midden van de lade, zoals wordt aangegeven met het pictogram. Plaats de enveloppen helemaal achter in de lade. • U drukt de enveloppen met de liggende afdrukstand af.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Maximumaantal 10 opstrijktransfers 35 Aandachtspunten • U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijktransfers gevolgd. • De afdrukzijde van de transfers is naar beneden gericht. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van de transfers geschoven. Opmerking: Voor optimale resultaten kunt u het beste één transfer per keer in de printer plaatsen.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 36 Originele documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep en plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Sluit de scannerklep. Originele documenten in de ADI plaatsen U kunt maximaal 35 vellen van een origineel document in de ADI plaatsen om de vellen te scannen, kopiëren en faxen. U kunt papier van het formaat A4, Letter of Legal in de ADI plaatsen.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Wanneer Papierladen koppelen is ingeschakeld, haalt de printer automatisch papier op uit de optionele lade. Raak in het startscherm > Papierinstellingen > Laden koppelen > Automatisch > Accepteren. Opmerkingen: • Optionele laden zijn los verkrijgbaar.
Afdrukken 38 Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Raak de vergrendeling van de duplexeenheid niet aan tijdens het afdrukken. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
Afdrukken 39 Afgedrukte exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt.
Afdrukken 40 4 Schakel het selectievakje Omgekeerde paginavolgorde in als u de huidige paginavolgorde wilt wijzigen. 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Stel in het dialoogvenster Pagina-instelling de printer, het papierformaat en de afdrukstand in. 3 Klik op OK. 4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af.
Afdrukken 41 8 Pas de overige instellingen indien nodig aan. 9 Klik op Afdrukken. Documenten vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken Als u de functie Bestanden afdrukken wilt inschakelen, moet de geheugenkaart of het flashstation documentbestanden bevatten die worden ondersteund door de printer. Zie “Ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen” op pagina 45 voor meer informatie. 1 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
Afdrukken 42 6 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 7 Klik op Druk af. Opmerkingen: • Voor de meeste enveloppen wordt de afdrukstand Liggend gebruikt. • Zorg dat u in de toepassing dezelfde afdrukstand hebt geselecteerd. Afdrukken op etiketten Opmerkingen: • • • • Zorg dat de bovenkant van het etiketvel als eerste in de printer wordt ingevoerd. Zorg dat er een marge van minimaal 1 mm tussen de plakrand en de rand van het etiketvel zit.
Afdrukken 9 Selecteer in het menu Afdrukkwaliteit een andere afdrukkwaliteit dan Snel afdrukken of Concept. 10 Klik op Druk af. Afdrukken op papier met een aangepast formaat Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: Tabblad Papier/afwerking > Beheer aangepaste formaten > Nieuw 4 Voer een naam in en pas de instellingen naar wens aan om een aangepast formaat te maken en klik op OK.
Afdrukken 44 Werken met foto's Geheugenkaart of flashstation gebruiken met de printer Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf of flashstation in de USB-poort Geheugenkaart in de printer plaatsen Flashstation in de printer plaatsen SD/MS-Du o/MMC SD/MS-Du o/MMC H AS FL Opmerkingen: E IV DR Opmerkingen: • Plaats de kaart met het naamlabel naar boven. • Controleer of eventuele pijlen op de kaart in de richting van de printer zijn gericht.
Afdrukken 45 • Als een flashstation of een digitale camera ingesteld op massaopslag in de USB-poort wordt geplaatst terwijl een geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst, wordt op de display een bericht weergegeven dat u moet kiezen welk opslagapparaat u wilt gebruiken. Ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen Geheugenkaart • • • • • • • • • Bestandstype Secure Digital (SD) Documenten: • .
Afdrukken 46 Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridge-camera PictBridge is een technologie die wordt gebruikt in de meeste digitale camera's. Hiermee kunt u rechtstreeks vanaf de digitale camera afdrukken zonder dat u een computer nodig hebt. 1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera. Opmerking: gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PictBridge-poort op de voorkant van de printer.
Afdrukken 47 4 Als u de standaardafdrukinstellingen wilt wijzigen: a Raak Meer opties aan om het menu PictBridge te openen. b Selecteer de papierbron, het papierformaat, de papiersoort, het fotoformaat, de kwaliteit en de indeling voor de foto's die u wilt afdrukken. Raak Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. Opmerking: de printer gebruikt de standaardafdrukinstellingen tenzij u de afdrukinstellingen wijzigt met de camera. 5 Raadpleeg de documentatie bij de camera als u wilt afdrukken.
Afdrukken 48 3 Klik op OK. 4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 6 Selecteer Kwaliteit & media in het voorgrondmenu met afdrukopties. 7 Kies een ondersteunde papiersoort in het voorgrondmenu Papiersoort. 8 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. 9 Selecteer Inbinden aan lange zijde of Inbinden aan korte zijde in het menu Dubbelzijdig.
Afdrukken 49 3 Ga naar: Tabblad Indeling > gedeelte Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) > selecteer een instelling voor droogtijd Opmerking: bij hoge luchtvochtigheid, of als de normale droogtijd niet lang genoeg is om de inkt volledig te laten drogen, kunt u het beste de optie Langer gebruiken. 4 Klik op OK.
Afdrukken 50 Voor Macintosh-gebruikers 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen > de afdrukwachtrij voor uw printer 2 Als de afdrukwachtrij niet in de lijst voorkomt, moet u een nieuwe afdrukwachtrij maken. Afdrukwachtrij maken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op Printer toevoegen in het gedeelte voor afdruktaken. 2 Volg de aanwijzingen op het scherm. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Afdrukken 51 Standaardafdrukmodus wijzigen Als u inkt wilt besparen, kunt u voor alle afdruktaken de standaardafdrukmodus wijzigen in Concept of Snel afdrukken. In deze modus wordt minder inkt gebruikt en de modus is ideaal voor het afdrukken van documenten met alleen tekst. Als u een andere afdrukmodus wilt instellen om foto's of andere documenten van hoge kwaliteit af te drukken, kunt u een andere modus selecteren in het dialoogvenster Afdrukken voordat u de afdruktaak verzendt.
Afdrukken 52 Afdruktaken hervatten Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De map Printers wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Openen of Afdruktaken weergeven. 5 Hervat de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt hervatten, klikt met de rechtermuisknop op de documentnaam en kiest u Doorgaan of Opnieuw starten.
Afdrukken 53 Voor Macintosh-gebruikers 1 Klik op het printerpictogram in het Dock. Het wachtrijvenster wordt weergegeven. 2 Selecteer de taak die u wilt annuleren en klik op Verwijderen. Afdrukken vanaf een mobiel apparaat Wat is LexPrint? LexPrint is een gratis toepassing waarmee u eenvoudig foto's kunt afdrukken vanaf uw iPad, iPhone of iPod touch met een Lexmark printer die is verbonden met hetzelfde draadloze netwerk.
Kopiëren 54 Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Kopiëren 55 4 Druk op 5 Druk op en raak Kleur of Zwart-wit aan om een kleuren- of zwart-witkopie in te stellen. . Identiteitskaart kopiëren 1 Raak in het starscherm SmartSolutions > Kopie identiteitskaart aan. 2 Plaats de voorkant van de identiteitskaart met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 3 Raak Doorgaan aan. 4 Raak Ja aan als u wordt gevraagd of u de achterkant van de identiteitskaart wilt kopiëren.
Kopiëren 56 3 Pas het niveau aan met de schuifregelaar en raak Accepteren aan. 4 Druk op . Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel van de printer Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd 1 Plaats het originele document in de printer.
Kopiëren 57 Een overlay-bericht boven aan elke pagina afdrukken 1 Plaats het originele document in de printer. 2 Raak in het startscherm Kopiëren > Meer opties > Overlay aan. 3 Selecteer een instelling voor overlay en raak Accepteren aan. Opmerking: Als u Aangepaste tekst selecteert, wordt u gevraagd een aangepaste overlay op te geven. De tekst kan 32 tekens lang zijn. 4 Druk op .
Kopiëren 58 Handmatig dubbelzijdige kopieën maken 1 Plaats het originele document in de printer. 2 Raak in het startscherm Kopiëren aan. 3 Stel de gewenste kopieeropties in. Raak zo nodig Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. 4 Druk op om op de ene zijde van het papier af te drukken. 5 Plaats de volgende pagina van het document: • Als u een enkelzijdig document kopieert, plaatst u de volgende pagina.
Scannen 59 Scannen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Scannen 60 3 Selecteer het gewenste bestandstype voor de uitvoer en andere scanopties. Raak zo nodig Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. 4 Druk op . De scan is voltooid als er een bericht wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer dat het bestand dat u hebt gescand, is opgeslagen Scannen naar een netwerkcomputer 1 Plaats het originele document in de printer. 2 Raak in het startscherm Scannen > Computer aan. 3 Raak de naam van de doelcomputer aan.
Scannen 61 Foto's scannen om de foto's te bewerken Voor Windows-gebruikers 1 Plaats een of meer foto's met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer uw printer > Scannen • Als u een losse foto wilt scannen of meerdere foto's wilt scannen als één afbeelding, selecteert u Eén foto.
Scannen 62 Documenten scannen om deze te bewerken Met een OCR-toepassing (Optical Character Recognition) kunt u een origineel tekstdocument dat is gescand, bewerken. Hiervoor moet u een OCR-toepassing hebben geïnstalleerd op een lokale of netwerkcomputer en moet u deze kunnen selecteren in de lijst met toepassingen wanneer u de scan instelt.
Scannen 63 6 Selecteer zo nodig de indeling waarnaar u het bestand wilt converteren. 7 Sla het bestand op. Opmerking: Afhankelijk van uw instellingen kan het bestand worden geopend in de juiste toepassing en kunt u het bestand gaan bewerken. Rechtstreeks scannen naar e-mail met de printersoftware Zorg dat u de e-mailinstellingen hebt geconfigureerd voordat u doorgaat. Raadpleeg het gedeelte over e-mailen in de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Scannen 64 Scannen naar een PDF Voor Windows-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer uw printer > Scannen > PDF De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven. 5 Sla het document op als een PDF.
Scannen 65 Hoe kan ik scannen in zwart-wit? Opmerking: Kleur is de standaardinstelling voor alle scans. 1 Raak in het startscherm Scannen aan. 2 Kies een scanbestemming. 3 Selecteer het type uitvoerbestand dat u wilt maken. 4 Raak in het scherm Scanopties Kleur >Zwart-wit aan. 5 Druk op .
E-mailen 66 E-mailen U kunt de printer gebruiken om een of meer ontvangers te e-mailen zonder dat u een computer nodig hebt. U kunt hiervoor een document of foto scannen en verzenden als e-mailbericht of u kunt een opgeslagen document of foto op een opslagapparaat bijvoegen bij een e-mailbericht. Voordat u e-mailberichten kunt verzenden via het bedieningspaneel van de printer, moet u eerst de netwerkverbinding en e-mailinstellingen van de printer configureren.
E-mailen 67 • Gebruikersnaam: geef uw e-mailadres op. • Wachtwoord: geef het wachtwoord voor uw e-mailaccount op. • Domein: geef het domein van uw e-mailaccount op. Opmerking: De instelling wordt alleen weergegeven als Verificatie is ingesteld op NTLM. Neem contact op met uw e-mailprovider of uw systeembeheerder voor meer informatie. 3 Raak SMTP-instellingen aan om te controleren of de SMTP-serverinstellingen correct zijn.
E-mailen 68 Lijst met contactpersonen voor e-mail maken met de computer Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > tabblad Faxen > Lijst met contactpersonen bewerken > Selecteren uit telefoonboek 4 Selecteer een telefoonboek in het veld Telefoonboek. U kunt het telefoonboek van elke e-mailclient selecteren waarin u e-mailadressen hebt opgeslagen.
E-mailen 69 E-mail verzenden ADI Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
E-mailen 70 Documenten of foto's scannen naar e-mail 1 Plaats een origineel document of de foto op de glasplaat. 2 Raak Scannen > E-mail aan. 3 Selecteer het type uitvoerbestand dat u wilt maken. 4 Raak een optie aan om de ontvangers op te geven of te selecteren: • E-mailadres opgeven: gebruik deze optie als u het e-mailadres handmatig wilt opgeven. • Adresboek: raak Sorteren op naam of Sorteren op groep aan en selecteer vervolgens de contactpersoon.
Faxen 71 Faxen LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik alleen het telefoonsnoer (RJ-11) dat bij dit product is geleverd of een ULgoedgekeurd vervangend product met een minimale draaddikte van 26 AWG (American Wire Gauge) wanneer u dit product aansluit op het openbare telefoonnetwerk om het risico op brand te verkleinen. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Faxen 72 Configuratie 2: printer deelt de lijn met een antwoordapparaat Aangesloten op dezelfde wandaansluiting voor telefoons EXT LINE PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. 2 Verwijder de afdekplug uit de -poort van de printer en sluit het antwoordapparaat aan op deze poort.
Faxen 73 Tips voor deze configuratie: • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan). • Stel de printer zo in dat deze oproepen twee belsignalen na het antwoordapparaat aanneemt. Als het antwoordapparaat bijvoorbeeld na vier belsignalen de oproep aanneemt, moet u de printer instellen op zes belsignalen.
Faxen 74 Tips voor deze configuratie: • Deze configuratie is het meest geschikt als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt. Als u een speciaal belsignaal hebt, controleert u of het juiste belsignaal hebt ingesteld voor de printer. Anders ontvangt de printer geen faxsignalen zelfs als u hebt ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het handmatig ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Uit).
Faxen 75 U installeert als volgt een filter voor de printer: 1 Sluit de LINE-poort van het DSL-filter aan op de wandaansluiting. 2 Sluit een telefoonkabel aan tussen de -poort achter op de printer en de telefoonpoort op het DSL-filter. 3 Als u de computer wilt blijven gebruiken voor internettoegang, sluit u de computer aan op de DSL HPN-poort op het DSL-filter.
Faxen 76 Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Faxen 77 Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de kabelmodem actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Faxen 78 Scenario 5: Land- of regiospecifieke installatie Verschillende landen of regio's hebben verschillende soort wandaansluitingen. De standaard wandaansluiting in de meeste landen is de Registered Jack‑11 (RJ‑11). U moet een RJ‑11-stekker of een telefoonkabel met een RJ‑11aansluiting hebben zodat u een apparaat kunt aansluiten op een RJ‑11-wandaansluiting. De faxpoort op de achterzijde van de printer en de telefoonkabel die bij de printer zijn geleverd, beschikken over RJ‑11connectors.
Faxen 79 Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op de wandaansluiting. 3 Als u een ander apparaat (telefoon of antwoordapparaat) op deze wandaansluiting wilt aansluiten, moet u dit apparaat rechtstreeks aansluiten op de wandaansluiting als het apparaat een niet-RJ-11-connector heeft.
Faxen Finland 80 Noorwegen Verenigd Koninkrijk Let op—Kans op beschadiging: Als uw land or regio voorkomt op de lijst, moet u de loopbackplug niet verwijderen -poort van de printer. Dit is nodig voor het correct functioneren van de apparaten op de telefoonlijn. uit de EXT LINE Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer.
Faxen 81 De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons. N F N Sluit de printer aan op een van de N-poorten. EXT LINE N F N PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer.
Faxen 82 Gebruikersgegevens invoeren Gebruikersgegevens bestaan uit uw naam of de naam van uw bedrijf, uw faxnummer (dit is uw telefoonnummer tenzij u beschikt over een aparte telefoonlijn voor faxen) en de datum en tijd op uw faxapparaat op het moment dat de fax wordt verzonden. De informatie wordt weergegeven in de kop- en voettekst van de faxen die u verzendt. In sommige landen kunt u geen faxen verzenden zonder deze gegevens.
Faxen 83 Locatie Handelingen Bellen en antwoorden • Printer instellen voor het automatisch of handmatig ontvangen van faxen. Automatisch beantwoorden in- of uitschakelen. • Beltoonvolume aanpassen. • Aantal belsignalen instellen. Dit is belangrijk als u ervoor kiest om faxen automatisch te ontvangen (Automatisch beantwoorden: Aan). • Speciaal belsignaal instellen.
Faxen 84 Printerinstellingen in Macintosh gebruiken 1 Dubbelklik op de printermap op het bureaublad of in de map Programma's van de Finder. 2 Dubbelklik op Printerinstellingen. 3 Configureer de faxinstellingen met de printersoftware. Klik op Help of om Help-informatie over de faxsoftware weer te geven. Een lijst met contactpersonen maken U kunt een lijst met contactpersonen maken met het adresboek op het bedieningspaneel van de printer of met het telefoonboek in de faxsoftware.
Faxen 85 Lijst met contactpersonen maken met de faxsoftware Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Klik op Printerstartpagina > Faxen > Lijst met contactpersonen bewerken. Het tabblad Contactpersonen van het Printerconfiguratieprogramma wordt geopend. 4 Klik op Selecteren uit telefoonboek. 5 Selecteer een telefoonboek in het veld Telefoonboek.
Faxen 86 Faxen verzenden ADI Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Faxen 87 Een fax naar één ontvanger verzenden: a Voer een faxnummer in of raak Adresboek of Geschiedenis aan om een contactpersoon te importeren. b Raak aan. Een fax naar meerdere ontvangers verzenden (groepsfax): a Raak Faxen naar meerdere aan en raak Een nummer toevoegen aan. b Voer een faxnummer in of raak Adresboek of Geschiedenis aan om een contactpersoon te importeren. Herhaal deze stap tot de nummers van alle ontvangers zijn ingevoerd. Raak Accepteren aan elke keer dat u een ontvanger toevoegt.
Faxen 88 3 Geef de naam en het nummer van de ontvanger op. 4 Klik op Faxen. Faxen ontvangen Tips voor het ontvangen van faxen Bij het ontvangen van faxen: • Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkende telefoon-, DSL- of VoIP-lijn. Als u een kiestoon hoort, werkt de lijn. • Als u de printer instelt op handmatig faxen ontvangen (Automatisch beantwoorden: Uit), moet u het beltoonvolume niet instellen op Uit.
Faxen 89 Faxen handmatig ontvangen 1 Controleer of Automatisch beantwoorden is uitgeschakeld: a Blader in het startscherm naar: > Faxinstellingen > Bellen en antwoorden > Automatisch beantwoorden b Als Automatisch beantwoorden niet is uitgeschakeld, raakt u Uit en vervolgens Accepteren aan. 2 Als de telefoon overgaat en u hoort faxtonen wanneer u de telefoon opneemt, drukt u op op de printer of drukt u op *9* op de telefoon die is aangesloten op de printer.
Faxen 90 Als u wilt controleren of u de juiste splitter gebruikt, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonsplitter en luistert u of u een kiestoon hoort. Wat is mijn faxnummer? In de meeste gevallen is uw telefoonnummer gelijk aan uw faxnummer. Als u zich abonneert op de DRPD-dienst (Distinctive Ring Pattern Detection) van uw telefoonbedrijf, is het faxnummer het nummer dat u toewijst aan de printer.
Faxen 91 Hoe kan ik het speciale belsignaal instellen voor de printer? Het is belangrijk om het juiste aantal belsignalen in te stellen als u bent geabonneerd op de functie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) van telefoonbedrijven. U kunt met deze functie meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn hebben.
Faxen 92 Hoe kan ik het volume van de luidspreker op de printer aanpassen? Luister of u kiestoon hoort om na te gaan of de telefoonlijn werkt en controleer of alle kabels en apparaten goed zijn aangesloten op het telefoonnetwerk. Als u de printer hebt ingesteld op het handmatig ontvangen van faxen, controleert u of het beltoonvolume luid genoeg is.
Faxen 93 Als uw fax met hoge resolutie niet wordt ontvangen, moet u een lagere kwaliteit selecteren. Kwaliteit Resolutie voor zwart-wit Resolutie voor kleur Standaard 200 x 100 200 x 200 Fijn 200 x 200 200 x 200 Zeer fijn 300 x 300 200 x 200 Extra fijn 300 x 300 (gerasterd) 200 x 200 1 Blader in het startscherm naar: Faxen > Meer opties > Kwaliteit 2 Selecteer een resolutie en raak Accepteren aan. Hoe kan ik een fax op een opgegeven tijdstip verzenden? 1 Raak Faxen aan in het startscherm.
Faxen 94 Hoe weet ik of de fax correct is verzonden? U kunt de printer zo instellen dat er een bevestigingspagina, of verzendrapport, wordt afgedrukt wanneer u een fax verzendt. Dit rapport bevat de datum en tijd waarop de fax is verzonden. Als de fax niet correct is verzonden, bevat het rapport tevens de oorzaak van de fout.
Faxen 95 Hoe kan ik faxen blokkeren? U kunt faxen van specifieke nummers blokkeren. U kunt ook ongewenste faxen en faxen van onbekende afzenders (afzenders zonder nummerweergave) blokkeren. Deze functie is handig als u automatisch faxen wilt ontvangen, maar de faxen wilt filteren die u ontvangt. Faxen van specifieke nummers blokkeren 1 Blader in het startscherm naar: >Faxinstellingen >Fax blokkeren >Aan-/uitzetten >Aan >Accepteren 2 Voeg een nummer toe dat u wilt blokkeren.
Netwerk 96 Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer kan een IEEE 802.11b, IEEE 802.11g of IEEE 802.11n draadloze afdrukserver bevatten. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Opmerking: Als de printer een draadloze IEEE 802.
Netwerk 97 Voor een geldige WEP-sleutel geldt het volgende: • Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers, interpunctietekens en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Netwerk 98 • ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. ASCII-tekens in een vooraf gedeelde sleutel/wachtwoord voor WPA/WPA2 zijn hoofdlettergevoelig. Als uw netwerk niet is beveiligd, hebt u geen beveiligingssleutel. Opmerking: Als u de SSID van het netwerk waarop de computer is aangesloten niet weet, start u het hulpprogramma voor de draadloze netwerkadapter van de computer en zoekt u de netwerknaam op.
Netwerk 99 Draadloze modus Verificatietype Infrastructuur • • • • • • Ad-hoc Open modus Gedeelde modus WPA-Personal WPA2‑Personal WPA2‑Enterprise 802.1X ‑ RADIUS Open modus Codering Controleer welke coderingsmethode wordt gebruikt op het netwerk. Opmerking: sommige verificatietypen zijn mogelijk alleen beschikbaar voor bepaalde modellen of besturingssystemen.
Netwerk 100 Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, start u de cd handmatig: a Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. b Typ D:\setup.exe in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren, waarbij D de letter van uw cd- of dvdstation is. c Druk op Enter of klik op OK. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: Als u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren, selecteert u Draadloze verbinding. Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen.
Netwerk 101 Printerstatus bepalen met netwerkaanduidingen Copy Scan Fax Memory Device Smart Solutions Opmerkingen: – Sommige functies zijn mogelijk alleen beschikbaar op bepaalde modellen. – Raadpleeg de documentatie bij de printer of neem contact op met de systeembeheerder om te achterhalen of uw printer over draadloze en/of Ethernet-functies beschikt. • Voor printers met een aanraakscherm worden de netwerkaanduidingen (Ethernet en Wi‑Fi) alleen weergegeven in het startscherm.
Netwerk 102 Aanduiding Printerstatus • De printer is niet geconfigureerd voor een draadloos netwerk en kan daarom geen verbinding maken met een draadloos netwerk. of Wi‑Fi-indicatielampje brandt niet ! of Wi‑Fi-indicatielampje knippert groen • De printer is geconfigureerd voor een ad-hocverbinding, maar communiceert momenteel niet met een ander ad-hocapparaat. • De printer bevindt zich buiten het bereik van het toegangspunt (draadloze router).
Netwerk 103 Voor Macintosh-gebruikers Selecteer Ander draadloos netwerk en de lijst en klik op Ga door. b Voer de gegevens van uw draadloze netwerk in. Opmerking: De WEP-, WPA- of WPA2-sleutel vindt u op de onderzijde van de box of in de documentatie van de box, of u kunt de sleutel verkrijgen via de webpagina van de box. Als u de sleutel voor het draadloze netwerk al hebt aangepast, gebruikt u de sleutel die u hebt gemaakt. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Netwerk 104 Geavanceerde draadloze installatie Printer toevoegen aan een bestaand, draadloos ad-hocnetwerk Controleer het volgende voor u begint: • De draadloze netwerkadapter is correct aangesloten op de computer en werkt. • Het draadloze ad-hocnetwerk waarmee de printer verbinding gaat maken, is beschikbaar. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het instellen van een ad-hocnetwerk.
Netwerk 105 Wi‑Fi Protected Setup handmatig configureren Opmerking: Controleer of het toegangspunt (draadloze router) gecertificeerd is voor WPS (Wi‑Fi Protected Setup). Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. Als uw printer of apparaat nog niet is geconfigureerd voor een draadloze verbinding en u wilt de configuratie uitvoeren met WPS, drukt u op knop WPS op de draadloze router.
Netwerk 106 • Certificaat van de certificeringsinstantie EAP‑TLS • RADIUS-gebruikersnaam • Certificaat van de certificeringsinstantie • Ondertekend certificaat EAP‑TTLS • Toepasselijke interne verificatie • RADIUS-gebruikersnaam • RADIUS-wachtwoord • Certificaat van de certificeringsinstantie 802.1x-verificatie configureren Welke informatie u moet invullen, is afhankelijk van het 802.1x-beveiligingsmechanisme dat u selecteert.
Netwerk 107 • Het hostnaam van de printer • Eventuele beveiligingsgegevens die nodig zijn voor verificatie op het netwerk Opmerking: Zorg ervoor dat u ook over een Ethernet-kabel beschikt waarmee u de printer fysiek aansluit op het netwerk. Sluit de kabel aan op de printer en op een beschikbare poort op een netwerkapparaat of een wandaansluiting.
Netwerk 108 Netwerkbeheertaken uitvoeren Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Windows) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer.
Netwerk 109 Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Wacht een ogenblik tot Windows het stuurprogramma heeft gevonden en voltooi het instellen van de printer. 3 Selecteer de USB-printer. Zie “Printers selecteren” op pagina 109. Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer.
Netwerk 110 Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Macintosh) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer. Raadpleeg de onderwerpen over het oplossen van problemen met de specifieke verbinding als u problemen ondervindt tijdens de configuratie.
Netwerk 111 3 Voeg de printer toe. Zie “Printer toevoegen” op pagina 111. 4 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de Ethernet-wachtrij als u de printer niet weer wilt gebruiken via een Ethernet-verbinding. Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Voeg de printer toe. Zie “Printer toevoegen” op pagina 111. 3 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt.
Netwerk 112 Printer delen in een Windows-omgeving 1 Bereid de computers voor op het delen van de printer: a Schakel in het Configuratiescherm de optie Bestands- en printerdeling in bij Netwerk om ervoor te zorgen dat alle computers waarvoor de printer wordt gebruikt, toegankelijk zijn. Raadpleeg de documentatie bij Windows voor informatie over het inschakelen van Bestands- en printerdeling. b Installeer de printersoftware op alle computers waarvoor de printer wordt gebruikt.
Netwerk 113 3 Selecteer een van de volgende opties: • Printer delen met andere Mac OS X-gebruikers: hiermee kunt u andere Macintosh-computers met Mac OSX 10.4 of hoger op het netwerk toegang geven tot een printer die is aangesloten op uw Macintosh-computer. • Printers delen met Windows-gebruikers: hiermee kunt u Windows-computers op het netwerk toegang geven tot een printer die is aangesloten op uw Macintosh-computer. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Netwerk 114 • Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt (draadloze router) is geleverd. U kunt de informatie in de documentatie vinden als uw toegangspunt de standaardinstellingen gebruikt. • Controleer de beveiligingsinstellingen van het toegangspunt. 1 Open een webbrowser en geef het IP-adres van het toegangspunt op in de adresbalk. Druk op Enter.
Netwerk 115 Hoe bepaal ik welk type beveiliging voor mijn netwerk wordt gebruikt? • Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning. De persoon die het netwerk heeft opgezet, bewaart meestal de gegevens van uw draadloze verbinding. • Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt (draadloze router) is geleverd. • Controleer het wachtwoord dat u gebruikt om toegang te krijgen tot uw draadloze netwerk. Als u geen wachtwoord gebruikt, kiest u Geen of Geen beveiliging.
Netwerk 116 Voorbeelden van een draadloos netwerk Scenario 1: Een combinatie van draadloze en bedrade netwerkverbindingen op een netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een router met mogelijkheden voor Ethernet en draadloos. • Sommige computers en printers zijn draadloos met de router verbonden en anderen via een bedrade verbinding. • Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem.
Netwerk 117 Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet. Scenario 4: Computer draadloos verbonden met een printer zonder toegang tot internet • Een computer is rechtstreeks aangesloten op een printer en wordt niet via een draadloze router geleid. • Deze configuratie word een ad-hocnetwerk genoemd. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet.
Netwerk 118 De USB-poort op de computer en printer zijn gemarkeerd met het symbool . Opmerking: Sluit de USB-kabel pas aan als dit wordt aangegeven. 1 Als de USB-poort achter op de printer is afgedekt met een sticker, moet de sticker verwijderen. EXT LINE EXT LINE 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. EXT LINE EXT LINE 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
Netwerk 119 Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken? Er zijn twee soorten draadloze netwerken: infrastructuur en ad-hoc. In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een toegangspunt (draadloze router). In de ad-hocmodus communiceert een computer met een draadloze netwerkadapter rechtstreeks met een printer met een draadloze afdrukserver.
Netwerk 120 Controleer de verbinding van de printer • Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar Kwaliteit. • Controleer de signaalsterkte op het bedieningspaneel van de printer. Ga naar: > Netwerkconfiguratie > Draadloos netwerk De balken die naast de netwerknaam worden weergegeven, geven de kwaliteit van het signaal aan.
Netwerk 121 VERWIJDER STORINGSBRONNEN Andere soorten radiofrequenties kunnen problemen veroorzaken met het draadloze signaal op uw netwerk, waardoor afdrukproblemen tijdelijk lijken te zijn. • Schakel mogelijke storingsbronnen uit wanneer dit mogelijk is.
Netwerk 122 2 Zoek de SSID op van het netwerk waarmee de printer is verbonden: a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. b Zoek in het gedeelte Draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk. Als de SSID's niet gelijk zijn, voert u het hulpprogramma nogmaals uit om de printer te installeren op het netwerk dat door de computer wordt gebruikt.
Netwerk 123 Kan ik mijn printer tegelijkertijd via een USB- en een netwerkverbinding gebruiken? Ja, de printer ondersteunt USB- en netwerkverbindingen die tegelijkertijd zijn aangesloten. De printer kan als volgt geconfigureerd worden: • • • • • Lokaal aangesloten (aangesloten op de computer met een USB-kabel).
Netwerk 124 Zorg dat de printer met een juist MAC-adres is geselecteerd wanneer u de printer op een netwerk wilt aansluiten. S M AC : eri al xx Nu xx m be xx r xx xx xx XX xx XX XX XX XX XX Pro715 www.le xmark.
Netwerk 125 Wat is TCP/IP? Netwerken kunnen functioneren als computers, printers en andere apparaten gegevens naar elkaar kunnen verzenden via kabels of met draadloze signalen. De overdracht van gegevens wordt mogelijk gemaakt door sets met regels voor gegevensverzending die protocollen worden genoemd. Een protocol kan worden gezien als een taal met regels waardoor gebruikers effectief kunnen communiceren met elkaar.
Netwerk 126 Als het IP-adres niet automatisch wordt toegewezen tijdens de draadloze installatie, kunt u het adres en andere netwerkgegevens handmatig opgeven nadat u de printer hebt geselecteerd in de beschikbare lijst. Wat is een sleutelindex? Een toegangspunt (draadloze router) kan met maximaal vier WEP-sleutels worden geconfigureerd. Er wordt op het netwerk echter maar één sleutel tegelijkertijd gebruikt. De sleutels zijn genummerd en het nummer van de sleutel wordt de sleutelindex genoemd.
SmartSolutions gebruiken 127 SmartSolutions gebruiken Wat zijn SmartSolutions? SmartSolutions zijn oplossingen die u kunt maken, aanpassen en downloaden van de SmartSolutions-website (http://smartsolutions.lexmark.com) naar de printer. U kunt aangepaste oplossingen maken waarmee u veelgebruikte kopieer-, scan- en afdruktaken kunt met één druk op een knop kunt uitvoeren. Tevens kunt u RSS-feeds, agenda's en online fotoalbums weergeven op het bedieningspaneel van de printer.
SmartSolutions gebruiken Voor Macintosh-gebruikers Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's. b Klik op Ga naar Lexmark SmartSolutions. Webbrowser gebruiken a Open een webbrowser. b Typ smartsolutions.lexmark.com in de adresbalk en druk op Enter. 2 Meld u aan op de SmartSolutions-website of maak een account. 3 Voeg uw printer toe. 4 Gebruik de website om oplossingen te maken, aan te passen en te downloaden naar uw printer.
Printer onderhouden 129 Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een goed geaard, werkend stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de slaapstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken Raak in het startscherm aan. De afbeelding voor inktvoorraden wordt weergegeven op de display.
Printer onderhouden 130 Spuitopeningen van de printerkop reinigen Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, moet u mogelijk de spuitopeningen van de printerkop reinigen om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren. Zorg dat de printer aangesloten blijft op een geaard en werkend stopcontact zodat het apparaat de automatische onderhoudsprocedures kan uitvoeren.
Printer onderhouden 131 Glasplaat reinigen Maak de glasplaat van de scanner en verwante onderdelen schoon als afgedrukte pagina's verticale strepen bevatten of u vlekken of vegen op dergelijke onderdelen ziet. 1 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. 2 Veeg de glasplaat en andere verwante onderdelen voorzichtig schoon.
Printer onderhouden 132 De printer verplaatsen naar een andere locatie Als u de printer en optionele lade wilt verplaatsen naar een andere locatie, moet u de volgende voorzorgsmaatregelen nemen: • Controleer of de printer is uitgeschakeld. • Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de gehele onderzijde van de printer en van de optionele lade worden ondersteund. • Verwijder al het papier uit de laden. • Zorg dat de papierstopper en -laden zich in de oorspronkelijke positie bevinden.
Problemen oplossen 133 Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • • • • • • • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een goed geaard en werkend stopcontact. Controleer of de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer stevig is aangesloten op de computer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt. Controleer de printer op foutberichten en los eventuele problemen op.
Problemen oplossen 134 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u de volgende oplossingen controleren: DE TAAL WIJZIGEN MET DE PRINTERMENU'S 1 Blader in het startscherm naar: > Apparaatinstelling > Taal 2 Selecteer een taal en raak Accepteren aan. 3 Raak Ja aan om de instelling te bevestigen.
Problemen oplossen 135 Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEPLAATST 1 Schakel de printer in en open vervolgens de printer. 2 Controleer of de cartridges correct zijn geplaatst. De cartridges moeten stevig vastklikken in de overeenkomende kleurensleuf van de printerkop. 3 Sluit de printer.
Problemen oplossen 136 CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort wordt aangegeven met . Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer.
Problemen oplossen 137 Printer is bezet of reageert niet Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER ZICH NIET IN DE SLAAPSTAND BEVINDT Als het aan/uit-lampje langzaam knippert, bevindt de printer zich in de slaapstaand. Druk op activeren.
Problemen oplossen 138 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort wordt aangegeven met . Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer. Mogelijk hebt u de kabel aangesloten op een defecte poort. CONTROLEER OF DE USB-POORT IS INGESCHAKELD IN WINDOWS 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ devmgmt.msc in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK.
Problemen oplossen 139 Wijzig [Papierbron] in papier van het formaat [Formaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Selecteer de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort. • Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om door te gaan na het plaatsen van het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de standaardpapierlade. • Druk op om de huidige taak te annuleren.
Problemen oplossen 140 Duplexeenheid ontbreekt Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct is geïnstalleerd op de achterzijde van de printer om het bericht te verwijderen. EXT LINE • Annuleer de actieve taak. E-mailserver is niet ingesteld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om terug te gaan naar het vorige menu. • Zorg ervoor dat de e-mailserver is opgegeven. > E‑mailinstelling > Instellingen SMTP aan.
Problemen oplossen 141 • Schakel de printer uit en schakel de printer na 10 seconden weer in. Opmerking: Controleer of de printer zich niet in de slaapstand bevindt. Houd de knop ingedrukt om de printer uit te schakelen. drie seconden • Raadpleeg de Gebruikershandleiding of ga naar de ondersteuningswebsite van Lexmark op http://support.lexmark.com voor meer informatie. Inktcartridge ontbreekt Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Installeer de ontbrekende inktcartridge(s).
Problemen oplossen • Druk op 142 om de huidige taak te annuleren. Plaats [Soort]-papier van het formaat [Formaat] in de [Papierbron] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vul de lade met de opgegeven papiersoort. • Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Druk op om de huidige taak te annuleren.
Problemen oplossen 143 Papierlade [x] gedetecteerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Ja aan om het bericht te wissen. • Raak Instellingen wijzigen aan en selecteer de soort en het formaat van het materiaal dat in de printer is geplaatst. Raak Accepteren aan voor elke selectie. Papierlade [x] verwijderd Plaats de aangegeven papierlade in de printer of raak OK aan. Het printergeheugen is vol Raak OK aan of druk op om het bericht te wissen, afhankelijk van uw printermodel.
Problemen oplossen 144 2 Verwijder de printerkop. 3 Veeg de contactpunten van de printerkop en de contactpunten in printerkophouder schoon met een schone, pluisvrije doek. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en druk op de het deksel tot dit vastklikt. 5 Sluit de printer. Opmerking: Als het probleem niet is opgelost na het verwijderen en weer terugplaatsen van de printerkop, moet u de printer uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.
Problemen oplossen 145 Ontbrekende printerkop Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • De printerkop installeren. 1 Open de printer en til het deksel van de houder op. 1 2 2 Plaats de printerkop in de printer en druk op de het deksel tot dit vastklikt. 1 2 Opmerking: controleer of de inktcartridges in de printerkop zijn geïnstalleerd. Raadpleeg 'Inktcartridges vervangen' in de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 3 Sluit de printer. • Raak of aan om het bericht te wissen.
Problemen oplossen 146 Printerkop niet ondersteund Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Zet de printer uit en vervolgens weer aan. • Installeer een ondersteunde printerkop. 1 Open de printer. 2 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de cartridges. 1 2 IIIIIIIIII II IIIII IIIII III III IIIII IIIII 3 Til het deksel van de houder op. 1 4 Verwijder de niet-ondersteunde printerkop.
Problemen oplossen 147 5 Plaats de ondersteunde printerkop in de printer en druk op het deksel tot dit vastklikt. 1 2 Opmerking: controleer of de inktcartridges in de printerkop zijn geïnstalleerd. Raadpleeg 'Inktcartridges vervangen' in de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 6 Sluit de printer. • Bezoek de Lexmark ondersteuningswebsite op http://support.lexmark.com of neem contact op met de klantenondersteuning voor meer informatie.
Problemen oplossen 148 • Raak OK aan om het bericht te wissen. • Raadpleeg de Gebruikershandleiding of ga naar de ondersteuningswebsite van Lexmark op http://support.lexmark.com voor een lijst met ondersteunde cartridges. Klep ADF-scanner is open Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Sluit de klep om het bericht te wissen. • Druk op om de huidige scantaak te annuleren.
Problemen oplossen 149 Softwarefout in standaardnetwerk Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. • Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten. Kan de oplossing niet ophalen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Controleer of de printer en computer beide zijn verbonden met internet via een draadloze of Ethernet-verbinding.
Problemen oplossen 150 Controleer het gedeelte voor het verwijderen van vastgelopen papier 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder de klep voor papierstoringen. 1 2 3 Opmerkingen: • Druk het lipje in en til de klep op. • Controleer of de printerkop naar de zijkant is verschoven, uit de buurt van het vastgelopen papier. 3 Pak het papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Problemen oplossen 151 4 Plaats de klep voor papierstoringen terug en zorg ervoor dat deze weer vastklikt. 1 2 5 Sluit de printer. 6 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel. Controleer de papierlade Opmerkingen: • Voor bepaalde modellen die ondersteuning bieden voor een tweede lade, moet u ook de tweede lade controleren. • Als de papierlade is verwijderd, moet u deze niet terugplaatsen totdat de storing is opgelost. 1 Trek de lade volledig uit de printer.
Problemen oplossen 152 3 Plaats de lade terug in de printer. 4 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel. Papier vast in de uitvoerlade 1 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 2 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel. Papier is vastgelopen in de duplexeenheid Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar.
Problemen oplossen 153 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. EXT LINE Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats de duplexeenheid terug in de printer. EXT LINE 4 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel. Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen) Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert.
Problemen oplossen 154 2 Pak het papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Scenario 1 Scenario 2 Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de ADI-klep. 4 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel. Controleer onder de ADI-lade 1 Verwijder de ADI-lade.
Problemen oplossen 155 2 Pak het papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats de ADI-lade terug en druk de lade stevig vast totdat u een klik. 4 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel.
Problemen oplossen 156 Problemen met afdrukken oplossen • • • • “Slechte kwaliteit aan de randen van het papier” op pagina 156 “Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding” op pagina 157 “Lage afdruksnelheid” op pagina 157 “Computer wordt trager tijdens het afdrukken” op pagina 158 Slechte kwaliteit aan de randen van het papier Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE MINIMUMINSTELLINGE
Problemen oplossen 157 9 Kies in het voorgrondmenu Afdrukkwaliteit de optie Best of Foto. 10 Klik op Druk af. Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE INKTVOORRADEN Vervang bijna lege of lege inktcartridges.
Problemen oplossen 158 Computer wordt trager tijdens het afdrukken Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE USB-VERBINDING TUSSEN DE PRINTER EN DE COMPUTER Als de computer met een USB-kabel is aangesloten op de printer, moet u een andere USB-kabel proberen.
Problemen oplossen 159 Scannereenheid sluit niet 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder eventuele obstakels die de scannereenheid blokkeren. 3 Laat de scannereenheid zakken.
Problemen oplossen 160 Scan is mislukt Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
Problemen oplossen 161 Kan geen e-mail verzenden CONTROLEER DE CONFIGURATIE-INSTELLINGEN VOOR E-MAIL Controleer of u de juiste e-mailinstellingen hebt opgegeven en een SMTP-server hebt geconfigureerd. CONTROLEER DE NETWERKVERBINDING Controleer of de printer is aangesloten op een draadloos of Ethernet-netwerk. Uw netwerk moet verbonden zijn met internet zodat de printer kan communiceren met de SMTP-server.
Problemen oplossen 162 Controlelijst voor problemen met faxen oplossen Als u problemen ondervindt met het verzenden en ontvangen van faxen, controleert u eerst de verbinding: 1 Sluit een analoge telefoon aan op de wandaansluiting voor telefoons, het DSL-filter, het VoIP-apparaat of de kabelmodem waarop u de printer hebt aangesloten en controleer of u een kiestoon hoort. Zorg dat u de telefoon aansluit op dezelfde poort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met uw telefoonaanbieder.
Problemen oplossen 163 VERLAAG DE VERZENDSNELHEID VAN DE FAXMODEM De modem van de printer kan gegevens verzenden en ontvangen tot 33.600 bps. Het is echter niet nodig om de modem in te stellen op de snelste mogelijkheid voor gegevensoverdracht. De snelheid van de modem van het ontvangende faxapparaat moet gelijk zijn aan of groter dan de snelheid waarmee u de fax verzendt. Anders wordt uw fax niet ontvangen.
Problemen oplossen 164 Kan geen faxen ontvangen Als u met de Controlelijst voor problemen met faxen oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF U DE JUISTE INSTELLINGEN HEBT OPGEGEVEN BIJ HET INSTELLEN Als de printer de lijn deelt met andere apparaten, controleert u of het volgende is ingesteld: • Automatisch beantwoorden is ingeschakeld. • De printer neemt op na een hoger aantal belsignalen dan de overige apparaten.
Problemen oplossen 165 Kan de faxsoftware niet uitvoeren De printer moet zijn aangesloten op een telefoonlijn of een DSL-, VoIP- of kabeldienst voordat u de faxinstellingen kunt configureren in de faxsoftware. CONTROLEER OF ER EEN FAXSTUURPROGRAMMA IS GEÏNSTALLEERD De faxoptie kan alleen worden gebruikt met het PostScript-stuurprogramma of het universele faxstuurprogramma. Raadpleeg de cd Software en documentatie voor meer informatie over het installeren van deze stuurprogramma's.
Problemen oplossen 166 Foutbericht Betekenis Mogelijke oplossingen De telefoonlijn is aangesloten op de onjuiste aansluiting op de achterzijde van het apparaat. De telefoonkabel is aangesloten op de Sluit de telefoonkabel aan op de verkeerde poort op de achterzijde van de printer. de printer. Digitale lijn gevonden De printer is aangesloten op een digitale lijn. De printer is een analoog apparaat en moet zijn aangesloten op een analoge lijn.
Problemen oplossen 167 Problemen met geheugenkaarten oplossen • “Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen” op pagina 167 • “Er gebeurt niets wanneer de geheugenkaart is geplaatst” op pagina 167 Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen Voordat u problemen gaat oplossen, moet u de volgende controlelijst gebruiken om de meeste geheugenkaartproblemen op te lossen: • Controleer of de geheugenkaart die u gebruikt, geschikt is voor de printer.
Problemen oplossen 168 • Het IP-adres, gateway en netwerkmasker zijn juist voor het netwerk. Druk een netwerkconfiguratiepagina af met de printer en controleer de netwerkinstellingen. • Alle switches, hubs en andere aangesloten apparaten zijn ingeschakeld. Ethernet-netwerk Aandachtspunten: • De Ethernet-kabel en aansluitingen zijn niet beschadigd. Controleer of de aansluitingen aan beide uiteinden niet zijn beschadigd. Gebruik zo mogelijk een nieuwe kabel.
Problemen oplossen 169 CONTROLEER OF DE USB-POORT OP DE COMPUTER WERKT Test de USB-poort door andere apparaten op de poort aan te sluiten. Als u de apparaten zonder problemen kunt gebruiken op de poort, werkt de poort. Opmerkingen: • Wellicht werkt de poort correct, maar er kunnen conflicten optreden bij gebruik van meerdere USBapparaten. Maak daarom een van de andere USB-apparaten los. • Als de USB-poort op de computer niet werk, probeert u een van de andere USB-poorten op de computer.
Problemen oplossen 170 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Controleer het venster Apparaatbeheer terwijl u een USB-kabel of een ander apparaat aansluit op de USB-poort. Het venster wordt vernieuwd wanneer Apparaatbeheer de USB-verbinding herkent. • Neem contact op met de klantenservice als Apparaatbeheer activiteit aangeeft maar geen van de voorgaande oplossingen heeft gewerkt. • Als Apparaatbeheer geen activiteit aangeeft, is er mogelijk een probleem met de USB-ondersteuning van de computer.
Problemen oplossen 171 Instellingen voor draadloze netwerken herstellen naar standaardwaarden Blader in het startscherm naar: > Netwerkconfiguratie > Netwerkinstellingen herstellen > Ja Druk een netwerkconfiguratiepagina af en controleer de instellingen voor het draadloze netwerk.
Problemen oplossen 172 CONTROLEER OF HET TOEGANGSPUNT EEN KNOP VOOR KOPPELING/REGISTRATIE HEEFT Als u een draadloze breedbandbox gebruikt in Europa, het Midden-Oosten en Afrika zoals LiveBox, AliceBox, N9UF Box, FreeBox of Club Internet, moet u mogelijk op een knop voor koppeling/registratie drukken wanneer u de printer toevoegt aan uw draadloze netwerk. Als u een dergelijke box gebruikt, raadpleegt u de documentatie bij de router voor meer informatie of neemt u contact op met uw internetaanbieder.
Problemen oplossen 173 Als u het IP-adres van het toegangspunt niet weet: 1 2 3 4 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. Druk op Enter of klik op OK. Typ ipconfig en druk op Enter. Controleer als volgt het gedeelte Draadloze netwerkverbinding: • Het item 'Default Gateway' geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134.
Problemen oplossen 174 c Klik op TCP/IP. Het item Router geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. 2 Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord en klik op OK. 3 Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. 4 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel/het WPA-wachtwoord (indien weergegeven). Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters.
Problemen oplossen 175 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Typ ipconfig en druk op Enter. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.0.100. Voor Macintosh-gebruikers 1 Ga in het Apple-menu naar: Over deze Mac >Meer info 2 Selecteer Netwerk in het deelvenster Inhoud. 3 Als u verbinding hebt gemaakt via een draadloos netwerk, kiest u AirPort in de lijst Actieve voorzieningen. Het item Router geeft gewoonlijk het toegangspunt aan.
Problemen oplossen 176 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of Printereigenschappen in het menu. 5 Klik op de tab Poorten. 6 Zoek de geselecteerde poort op. Er staat een vinkje in de kolom Poort naast de geselecteerde poort. 7 Als in de kolom Beschrijving wordt aangegeven dat de geselecteerde poort een USB-poort is, bladert u door de lijst en selecteert u de poort waarvoor Printerpoort wordt vermeld in de kolom Beschrijving.
Problemen oplossen 177 ZORG ERVOOR DAT HET NETWERK NIET OVERBELAST IS Als een draadloos netwerk overbelast is, kunnen de computer en printer mogelijk niet met elkaar communiceren.
Problemen oplossen 178 U wijst als volgt een statisch IP-adres toe aan de printer: 1 Voltooi de draadloze installatie waardoor de printer een DHCP-adres ontvangt van een DHCP-server op het netwerk. 2 Druk een netwerkconfiguratiepagina af om het IP-adres vast te stellen dat nu is toegewezen aan de printer. 3 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Druk op Enter. 4 Klik op Configuratie > TCP/IP > Statisch IP-adres instellen.
Kennisgevingen 179 Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark Pro910 Series Apparaattype: 4449 Model(len): 901, 90E, 91E Uitgavebericht december 2011 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Kennisgevingen 180 Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. PCL(r) is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. AirPrint en het logo van AirPrint zijn handelsmerken van Apple, Inc.
Kennisgevingen 181 Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval. Neem contact op met uw gemeente voor mogelijkheden voor afvoer en recycling. Kennisgeving voor batterijen Dit product bevat materiaal met perchloraat. Mogelijk zijn speciale bedieningsinstructies van toepassing. Ga voor meer informatie naar http://www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate/.
Kennisgevingen 182 Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Bezig met afdrukken van Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product. 32 Kopiëren Er worden papieren kopieën van papieren originelen gemaakt met het product. 21 Scannen Er worden papieren originelen gescand met het product. 15 Gereed Het product wacht op een afdruktaak. 11.5 Slaapstand De normale spaarstand van het apparaat is geactiveerd.
Kennisgevingen 183 De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550, Verenigde Staten. De erkende vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Boedapest HONGARIJE. Een verklaring waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van de EG-richtlijnen kan op aanvraag worden verkregen bij de erkende vertegenwoordiger.
Kennisgevingen 184 De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Boedapest HONGARIJE. Een verklaring van conformiteit met de vereisten van de richtlijnen kan worden opgevraagd bij de gemachtigde vertegenwoordiger.
Kennisgevingen 185 Español Por medio de la presente, Lexmark International, Inc. declara que este producto cumple con los requisitos esenciales y cualesquiera otras disposiciones aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE. Eesti Käesolevaga kinnitab Lexmark International, Inc., et seade see toode vastab direktiivi 1999/5/EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist tulenevatele muudele asjakohastele sätetele. Suomi Lexmark International, Inc.
Kennisgevingen 186 LICENTIEOVEREENKOMST BETREFFENDE SOFTWARE VAN LEXMARK Deze licentieovereenkomst (“Licentieovereenkomst van de software”) vormt een wettelijke overeenkomst tussen u (als individuele gebruiker of rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
Kennisgevingen 4 5 6 7 8 187 DADEN (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF BURGERLIJKE AANPSRAKELIJKHEID), ZELFS WANNEER LEXMARK OF HAAR LEVERANCIERS OF DOCHTERONDERNEMINGEN OP DE HOOGTE WAREN VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE, TENZIJ DEZE UITSLUITING VAN SCHADE WETTELIJK ONGELDIG IS VERKLAARD. DE HIERVOOR GENOEMDE BEPERKINGEN ZIJN ZELFS VAN TOEPASSING ALS DE VOORNOEMDE VERHAALSMOGELIJKHEDEN NIET AAN HUN WEZENLIJKE DOEL BEANTWOORDEN. VS WETGEVING STATEN.
Kennisgevingen 188 9 AANVULLENDE SOFTWARE. Deze Licentieovereenkomst is van toepassing op updates van of aanvullingen op de 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 originele Software die door Lexmark ter beschikking worden gesteld, tenzij er andere voorwaarden met de update of aanvulling worden meegeleverd. TERMIJN. Deze Licentieovereenkomst blijft van kracht totdat deze wordt beëindigd of afgewezen.
Kennisgevingen 189 MICROSOFT CORPORATION NOTICES 1 This product may incorporate intellectual property owned by Microsoft Corporation. The terms and conditions upon which Microsoft is licensing such intellectual property may be found at http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=52369. 2 This product is based on Microsoft Print Schema technology. You may find the terms and conditions upon which Microsoft is licensing such intellectual property at http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83288.
Index 190 Index Cijfers 2-zijdig, faxen instellen 82 802.
Index buitenkant van de printer reinigen 130 C camera aansluiten 46 Cartridge niet ondersteund 141 Cartridgefout 140 cartridges, inkt bestellen 13 van Lexmark gebruiken 14 certificaataanvragen 106 Club Internet 102 coated papier plaatsen 33 Communicatie is niet beschikbaar bericht 174 Communicatiefout 139 computer wordt trager tijdens het afdrukken 158 configureren, beveiligingsinstellingen 105 configureren, Wi‑Fi Protected Setup PBC, configuratiemethode met drukknop 105 pincode, configuratiemethode 105 c
Index e-mailproblemen oplossen kan geen bestanden bijvoegen 161 kan geen e-mail verzenden 161 E-mailserver is niet ingesteld 140 EAP 105 EAP‑MD5 106 EAP‑TLS 106 EAP‑TTLS 106 emissiekennisgevingen 180, 182, 183 enveloppen afdrukken 41 plaatsen 30, 34, 41 er gebeurt niets als de geheugenkaart is geplaatst 167 Ethernet 123 Ethernet-aanduiding beschrijving van pictogrammen 101 Ethernet-configuratie gegevens vereist voor 106 Ethernet-netwerk benodigde informatie voor het configureren van afdrukken via Ethernet
Index geheugenkaart, problemen oplossen controlelijst 167 er gebeurt niets als de geheugenkaart is geplaatst 167 geluidsemissie, niveaus 180 geplande fax verzenden 93 glasplaat reinigen 131 glossy papier plaatsen 33 groepsfax, verzenden direct 86 Groepskeuze instellen 84, 85 H hergebruiken 7 Lexmark producten 16 herstellen standaardfabrieksinstellingen van interne, draadloze afdrukserver 171 hervatten afdruktaak 52 Het printergeheugen is vol 143 hoorn op haak, faxen 93 I identiteitskaarten kopiëren 55 in
Index overlay-bericht toevoegen 57 Papierbesparing 56 scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 56 sorteren, exemplaren 56 tips 54 vergroten, afbeelding 55 verwijderen, achtergrond 57 kopiëren en scannen, problemen oplossen gedeeltelijk, documenten of foto's scannen 159 kan niet scannen naar de computer via een netwerk 160 kopieerapparaat of scanner reageert niet 158 kwaliteit van gescande afbeelding is slecht 159 scan is mislukt 160 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 160
Index papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd 155 papier vast in de uitvoerlade 152 papier vastgelopen in de ADI 153 papier vastgelopen in de duplexeenheid 152 papier vastgelopen in de printer 149 papierbesparing 21 Papierbesparing, exemplaren 56 papierinstellingen opslaan 35 papierlade enveloppen of fotokaarten plaatsen 30 papier vastgelopen in de printer 149 papierlade (lade 1) locatie 11 Papierlade [x] gedetecteerd 143 Papierlade verwijderd 143 papierstopper locatie 11 papierstoringen, klep v
Index problemen oplossen contact opnemen met de klantenondersteuning 133 De knop Doorgaan is niet beschikbaar 168 draadloos netwerk 167 fax, controlelijst 162 niet-reagerende printer controleren 133 standaardprinterproblemen oplossen 133 problemen oplossen met draadloze apparaten communicatieproblemen oplossen 176 kan niet afdrukken via draadloos netwerk 171 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Macintosh) 103 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Windows) 103 problemen oplossen
Index sorteren, exemplaren 56 speciaal belsignaal 91 splitter kiezen, faxen 89 splitter, kiezen 89 spuitopeningen van printerkop reinigen 130 SSID draadloos netwerk 114 zoeken 121, 114 Standaard-e-mailbericht 139 standaardafdrukmodus wijzigen 51 standaardfabrieksinstellingen herstellen 21 interne, draadloze afdrukserver opnieuw instellen 171 standaardfabrieksinstellingen herstellen 21 standaardinstellingen herstellen 21 standaardprinter, instellen 50 startscherm pictogrammen 18 storing draadloos netwerk 12
Index Wijzig [Papierbron] in [Type]-papier van het formaat [Formaat] 139 Wijzig [Papierbron] in papier van het formaat [Formaat] 139 wijzigen, afdrukvolgorde 39 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Macintosh) 103 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Windows) 103 wijzigen, paginavolgorde 39 wijzigen, standaardafdrukmodus 51 wijzigen, time-out van de slaapstand 20 Windows printer installeren op een draadloos netwerk 99 Windows-software Abbyy Sprint OCR 22 Hulpprogramma voor stat