Operation Manual
Controlelijst voor verbinding
• Controleer of de printer en andere apparaten op de lijn (indien van toepassing) correct zijn ingesteld en
geconfigureerd volgens de configuratieprocedure.
• Controleer of de kabels zijn aangesloten op de juiste poorten.
• Controleer of de kabels stevig zijn aangesloten.
Controleer zo nodig of de kabels van de volgende hardware stevig zijn aangesloten:
Netvoeding Antwoordapparaat Kabelmodem Splitter
Telefoon VoIP-adapter DSL-filter RJ11-adapter
•
Als de printer is aangesloten op een DSL-verbinding (Digital Subscriber Line), moet u een DSL-filter voor de printer
gebruiken.
•
Als de printer is aangesloten op een VoIP-adapter of kabelmodem, controleert u of de printer is aangesloten op de
eerste telefoonpoort.
•
Als u een splitter gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u een telefoonsplitter gebruikt. Gebruik niet een lijnsplitter.
Kan geen faxen verzenden
Als u met de Controlelijst voor problemen met faxen oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
CONTROLEER OF U UW GEBRUIKERSGEGEVENS HEBT OPGEGEVEN OP DE PRINTER
Als u uw gebruikersgegevens niet hebt opgegeven tijdens de eerste installatie, moet u uw faxnaam en faxnummer
opgeven. Deze gegevens geven op alle faxen die u verzendt, aan dat u de afzender bent. In sommige landen of regio's
moeten het faxnummer en de faxnaam worden toegevoegd als u een fax wilt verzenden en sommige faxapparaten
blokkeren anonieme faxen.
VERLAAG DE VERZENDSNELHEID VAN DE FAXMODEM
De modem van de printer kan gegevens verzenden en ontvangen tot 33.600 bps. Het is echter niet nodig om de
modem in te stellen op de snelste mogelijkheid voor gegevensoverdracht. De snelheid van de modem van het
ontvangende faxapparaat moet gelijk zijn aan of groter dan de snelheid waarmee u de fax verzendt. Anders wordt
uw fax niet ontvangen.
1 Blader in het startscherm naar:
> Faxinstellingen > Bellen en verzenden > Maximale verzendsnelheid
2
Selecteer een verzendsnelheid en raak Accepteren aan.
SCHAKEL FOUTCORRECTIE IN
Er kunnen fouten en vlekken in het gefaxte document voorkomen als er te veel ruis op de lijn voorkomt. Met deze
functie kan de printer corrupte gegevensblokken opnieuw verzenden en de fouten corrigeren. Wanneer er te veel
fouten voorkomen in een fax, kan de fax worden geweigerd door het ontvangende faxapparaat.
Blader in het startscherm naar:
> Faxinstellingen > Bellen en verzenden > Foutcorrectie > Aan > Accepteren
Problemen oplossen 163