Operation Manual
3 Selecteer het gewenste bestandstype voor de uitvoer en andere scanopties. Raak zo nodig Accepteren aan elke
keer dat u een selectie maakt.
4 Druk op .
De scan is voltooid als er een bericht wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer dat het bestand dat
u hebt gescand, is opgeslagen
Scannen naar een netwerkcomputer
1 Plaats het originele document in de printer.
2 Raak in het startscherm Scannen > Computer aan.
3
Raak de naam van de doelcomputer aan.
Opmerkingen:
•
Controleer of de scansoftware is geïnstalleerd op de doelcomputer.
• Controleer of de printer kan communiceren met de doelcomputer.
•
U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer.
•
Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een
pincode wilt toewijzen aan de computer.
4 Selecteer het gewenste bestandstype voor de uitvoer en andere scanopties. Raak zo nodig Accepteren aan elke
keer dat u een selectie maakt.
5 Druk op .
De scan is voltooid als er een bericht wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer dat het bestand dat
u hebt gescand, is opgeslagen
Scannen naar een netwerkmap
Opmerkingen:
• afhankelijk van uw printermodel is deze functie mogelijk niet beschikbaar in de Embedded Web Server.
•
Maak een snelkoppeling naar de map voordat u begint. Zie “Snelkoppeling voor een netwerkmap toevoegen” op
pagina 63 voor meer informatie.
1
Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2 Blader in het beginscherm naar:
Scannen >Netwerkmap
3 Selecteer de naam van de gewenste gedeelde netwerkmap.
U moet wellicht uw gebruikersnaam en wachtwoord opgeven.
Tijdens scannen 62