Operation Manual

Programma Functie
7 Selecteren
Menuopties selecteren.
Instellingen opslaan.
Papier in- of uitvoeren. Houd de knop drie seconden
ingedrukt om het papier in of uit de printer te voeren.
8 Pijltoetsen Bladeren naar menu- of submenu-items op de display.
9 Display
Opmerking: in de spaarstand is de display uitge-
schakeld.
Op de display wordt het volgende weergegeven:
Printerstatus
Berichten
Menu's
10 Instellen Het instelmenu weergeven en printerinstellingen wijzigen.
Opmerking: wanneer deze knop is geselecteerd, branden
de lampjes Scannen, Kopiëren, Faxen en Foto niet.
1
2
3
4
5
6
7
8
Programma Functie
1 Adresboek Hiermee hebt u toegang tot faxnummers in een lijst met opgeslagen nummers.
2 Opnieuw kiezen/Onderbreken In de modus Faxen:
Een onderbreking van drie seconden invoegen in het faxnummer dat u wilt
kiezen om te wachten op een buitenlijn of om verbinding te maken met een
geautomatiseerd antwoordsysteem. Voeg alleen een onderbreking toe als u al
bent begonnen met het invoeren van het nummer.
Het laatstgekozen nummer weergeven. Druk op de pijl omhoog of omlaag om
de vijf laatstgekozen nummer weer te geven.
3 Kiestoon Hiermee moet u het telefoonnummer handmatig invoeren met het toetsenblok
voor u de fax kunt verzenden.
4 Kleur/Zwart-wit Schakelen naar de kleurenmodus of zwart-witmodus.
5 Start Een taak starten afhankelijk van de geselecteerde modus.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken
17