Pro800 Gebruikershandleiding November 2010 Machinetype(n): 4444 Model(len): 201, 20E www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...................................................................................6 Over de printer............................................................................................7 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen.........................................................................................7 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................
Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen................................................................................34 Standaardinstellingen voor papier opslaan.............................................................................................37 Originele documenten op de glasplaat plaatsen.....................................................................................38 Originele documenten in de ADI plaatsen......................................................................
Veelgestelde vragen over scannen..........................................................................................................72 Scantaken annuleren...............................................................................................................................73 E-mailen.....................................................................................................74 Printer instellen om e-mailberichten te verzenden............................................................
Kennisgevingen........................................................................................150 Productinformatie.................................................................................................................................150 Uitgavebericht.......................................................................................................................................150 Stroomverbruik.........................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen.
Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's afdrukken met minder cartridges. • Reinig de printerkop.
Gewenste informatie Locatie Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik Gebruikershandleiding van de printer. De Gebruikershandleiding is beschikbaar op de cd met installatiesoftware.
Gewenste informatie Locatie Telefonische ondersteuning In de VS belt u met: 1-800-332-4120 Maandag–vrijdag(8:00 a.m.–11:00 p.m. ET), zaterdag en zondag (11:00 a.m.–8:00 p.m. ET) Telefoonnummers en openingstijden voor uw land of regio kunt u vinden op de ondersteuningssite (http://support.lexmark.com) of op de gedrukte garantie die bij de printer is geleverd.
5 Onderdeel Functie papiergeleider van de ADI Het papier recht houden wanneer het wordt ingevoerd in de ADI. Opmerking: stel de papiergeleider van de ADI-lade in op de breedte van het originele document. 6 Uitvoerlade van de ADI Documenten opvangen wanneer deze uit de ADI worden gevoerd. 7 Wi-Fi-aanduiding Draadloze status controleren. 8 Sleuf voor geheugenkaart Plaats een geheugenkaart.
7 Onderdeel Functie Toegang tot de printerkop De printerkop installeren. Opmerking: de houder wordt verplaatst naar het gedeelte voor toegang tot de printerkop als er geen printerkop is geïnstalleerd in de printer.
Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Paginarendementen beschikbaar op www.lexmark.com/pageyields. Gebruik alleen inktcartridges van Lexmark voor optimale resultaten.
Inktcartridges vervangen Zorg dat u over nieuwe cartridges beschikt voordat u begint. U moet nieuwe cartridges meteen installeren nadat u de oude cartridges hebt verwijderd omdat anders de resterende inkt in de printerkop kan uitdrogen. 1 Zet de printer aan. 2 Open de printer. 2 Opmerking: de printerkop wordt naar de positie voor cartridge-installatie verplaatst. 3 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de gebruikte inktcartridge of -cartridges. 1 2 4 Installeer de afzonderlijke cartridges.
Papier en andere supplies bestellen Bezoek onze website op www.lexmark.com als u supplies wilt bestellen of een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken. Onderdeel Artikelnummer USB-kabel 1021294 Ga naar www.lexmark.com voor meer informatie. Papier Papierformaat Lexmark fotopapier Lexmark PerfectFinish fotopapier • • • • Letter • • • • Letter A4 4 x 6 inch L A4 4 x 6 inch L Opmerkingen: • De beschikbaarheid verschilt per land of regio.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer aangegeven: Opmerking: De pictogrammen worden weergegeven als u ze kunt selecteren in het huidige scherm. Als een pictogram niet wordt weergegeven, is de functie niet beschikbaar. 3 2 1 7 6 5 Optie 1 4 Functie Aan/uit • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de spaarstand.
7 Optie Functie Startpagina Terugkeren naar het startscherm. Informatie over het startscherm Nadat de printer is ingeschakeld en de opwarmperiode is verstreken, wordt het volgende scherm weergegeven op de display van de printer. Dit scherm wordt het startscherm genoemd. U kunt de opties in het startscherm gebruiken om een handeling te starten, zoals kopiëren of scannen of het wijzigen van printerinstellingen.
Item in display Beschrijving 4 SmartSolutions 5 Inktvoorraad 6 Instellen Het instelmenu weergeven en printerinstellingen wijzigen. 7 Dubbelzijdig Afdrukken op beide zijden van een vel papier. 1 8 Open het menu SmartSolutions. • Het huidige inktniveau in de geïnstalleerde cartridges weergeven. • Functies voor cartridge-onderhoud en –informatie gebruiken. 2 Ecomodus Activeer de Ecomodus om de volgende opties te selecteren: • Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken).
Onderdeel Functie 3 Accepteren De instelling opslaan. 4 pijl omlaag Omlaag bladeren. 5 Schuifbalk Omhoog en omlaag bladeren in een menulijst. 6 Pijl omhoog Omhoog bladeren. U bladert als volgt met het aanraakscherm: • Sleep de schuifbalk of raak de pijltoetsen aan tot het gewenste menu of de gewenste instelling wordt weergegeven op de display. • Als u een instelling wilt bevestigen op een menu of item wilt selecteren, moet het betreffende onderdeel aanraken.
Time-out voor spaarstand wijzigen De time-out van de spaarstand is de tijd waarna de printer overschakelt op de spaarstand, als deze niet wordt gebruikt. De spaarstand optimaliseert energiezuinigheid door het stroomverbruik van de printer te verminderen (tot wel 28 procent op sommige printermodellen) in vergelijking met standaardprinterinstellingen. Selecteer de laagte time-out voor de spaarstand als u de meeste energie wilt besparen.
Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • * Microsoft Windows 7 (alleen via het web)* Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Microsoft Windows 2000 (SP4 of hoger) Macintosh PowerPC OS X 10.3.9 tot 10.6 Macintosh Intel OS X 10.4.4 tot 10.6 Linux Ubuntu 8.10 en 8.04 LTS (alleen via het web)* Linux openSUSE 11.1 en 11.
Printersoftware Onderdeel Functie LexmarkTM printerstartpagina • • • • • • • • • • • (wordt de Printerstartpagina genoemd) Lexmark Fast Pics Toepassingen of programma's starten. Fax Solutions Software openen. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken. Documenten scannen naar PDF. Instellingen aanpassen voor de printer. Supplies bestellen. Inktcartridges onderhouden. Een testpagina afdrukken. De printer registreren. Contact opnemen met technische ondersteuning.
Onderdeel Functie Lexmark Servicecentrum • Problemen met de printer oplossen. • Onderhoudsfuncties van de printer weergeven. • Contact opnemen met technische ondersteuning. (wordt Servicecentrum genoemd) Opmerkingen: • Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • U wordt wellicht gevraagd dit programma te installeren vanaf het web, afhankelijk van uw printermodel.
Onderdeel Functie Dialoogvenster Druk af Afdrukinstellingen aanpassen en afdruktaken plannen. Opmerking: Open een document of foto en kies Archief > Druk af om het dialoogvenster Druk af te openen. Dialoogvenster Printerservices (niet beschikbaar in Mac OS X 10.5 of hoger) Scan Center (in Mac OS X 10.6) • • • • • Printerhulpprogramma openen. Problemen oplossen. Inkt of supplies bestellen. Contact opnemen met Lexmark. Versie controleren van de printersoftware die op de computer is geïnstalleerd.
Mac OS X 10.6 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap > Webkoppelingen 2 Dubbelklik op de webkoppeling die u wilt gebruiken. Mac OS X 10.5 en eerder 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Printerhulpprogramma. 3 Selecteer de gewenste koppeling op het tabblad Webkoppelingen. Optie Functie Klantenservice Contact opnemen met technische ondersteuning. Software-updates van Lexmark De nieuwste printersoftware downloaden en installeren.
Mac OS X 10.5 en eerder 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Printerhulpprogramma. 3 Klik op Klantenondersteuning op het tabblad Webkoppelingen. 4 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma. 5 Installeer aanvullende of optionele software. Printersoftware bijwerken Controleren op software-updates Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
Printersoftware opnieuw installeren Als u de printer hebt ingesteld met de cd met installatiesoftware, is alle benodigde software geïnstalleerd. Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de printer verwijderen en opnieuw installeren. Printersoftware verwijderen Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start.
3 Dubbelklik op Installeer. 4 Volg de aanwijzingen in het installatievenster. Internet gebruiken 1 Ga naar de Lexmark website op www.lexmark.com. 2 Ga naar: Downloads > Zoeken naar printerdrivers > selecteer uw printer > selecteer uw besturingssysteem 3 Download het stuurprogramma en installeer de printersoftware. Opmerking: Mogelijk is er bijgewerkte printersoftware beschikbaar op http://support.lexmark.com.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de papierlade plaatsen Aandachtspunten: • U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. • Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd. • U hebt voor speciaal papier de bijbehorende instructies doorgenomen. Opmerking: zorg dat het papier niet omkrult als u de papiergeleiders verschuift om papierstoringen te voorkomen. 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade.
3 Als u A4- of Legal-papier plaatst, drukt u het lipje in en trekt u de lade uit. 1 2 Opmerking: Als u de uitbreiding uitschuift, is de eerste stop geschikt voor A4-papier. Wanneer de uitbreiding volledig is uitgeschoven, is de lade geschikt voor Legal-papier. 4 Plaats het papier in de printer. 5 Schuif de papiergeleiders voorzichtig tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier.
6 Plaats de lade terug in de printer. Opmerking: Als u de lade hebt uitgeschoven voor A4- of Legal-papier, steekt de lade uit aan de voorkant van de printer wanneer u de lade in de printer plaatst. 7 Zet de papierstopper omhoog om het uitgevoerde papier op te vangen. Opmerking: Als u A4- of Legal-papier hebt geplaatst, moet u de papierstopper uittrekken. Gebruik de verlengstukken voor A4- en Legal-papier.
Enveloppen of fotopapier in de printer plaatsen 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade. 1 2 3 3 Gebruik het enveloppictogram en de omtrek voor fotopapier op de bodem van de lade om de enveloppen of het fotopapier correct te plaatsen. Opmerking: Plaats geen verschillende papiersoorten in de lade. U kunt enveloppen of fotopapier plaatsen, maar niet beide.
4 Plaats de enveloppen of het fotopapier in de lade. Opmerking: Plaats de enveloppen of het fotopapier met de afdrukzijde naar beneden. (Raadpleeg de instructies die bij de enveloppen of het fotopapier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) 5 Schuif de papiergeleiders tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de enveloppen of het fotopapier. 1 1 3 2 3 2 6 Plaats de lade terug in de printer.
7 Zet de papierstopper omhoog om de uitgevoerde enveloppen of foto's op te vangen. Opmerking: voor optimale resultaten moet u de foto's ten minste 24 uur laten drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen Maximumaantal 150 vellen normaal papier Aandachtspunten • Het papier dat u gebruikt, is geschikt voor inkjetprinters. • De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier geschoven.
Maximumaantal Aandachtspunten 10 enveloppen • De enveloppen die u gebruikt, zijn geschikt voor inkjetprinters. • De afdrukzijde van de enveloppen is naar beneden en met de flap naar links gericht, zoals wordt weergegeven. • U plaatst de enveloppen in het midden van de lade, zoals wordt aangegeven met het pictogram. Plaats de enveloppen helemaal achter in de lade. • U drukt de enveloppen met de liggende afdrukstand af.
Maximumaantal Aandachtspunten 10 opstrijktransfers • U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijktransfers gevolgd. • De afdrukzijde van de transfers is naar beneden gericht. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van de transfers geschoven. Opmerking: Voor optimale resultaten kunt u het beste één transfer per keer in de printer plaatsen. 25 indexkaarten, fotovellen of briefkaarten • De kaarten zijn niet dikker dan 0,635 mm (0,025 inch).
Maximumaantal 20 vellen bannerpapier Aandachtspunten • De afdrukzijde van de banner is naar beneden gericht. • De vrije rand van het bannerpapier wordt als eerste in de printer ingevoerd. • Als de printer meerdere laden heeft, plaatst u het bannerpapier in lade 1. U plaatst als volgt bannerpapier in de printer: 1 2 3 4 Trek de lade volledig uit de printer. Verwijder al het papier uit de lade. Stel de papiergeleiders in voor Legal-papier.
Originele documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep en plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Sluit de scannerklep. Originele documenten in de ADI plaatsen U kunt maximaal 50 vellen van een origineel document in de ADI plaatsen om deze te scannen, te kopiëren en te faxen. U kunt papier van het formaat A4, Letter of Legal in de ADI plaatsen. 1 Stel de papiergeleider van de ADI-lade in op de breedte van het originele document.
Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Selecteer de instelling voor afdrukken zonder rand bij het afdrukken van foto's. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
Afgedrukte exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt.
3 Selecteer een paginavolgorde in het gedeelte Exemplaren op het tabblad Printerinstelling: • Selecteer Laatste pagina eerst afdrukken om de laatste pagina als eerste af te drukken. • Schakel het selectievakje Laatste pagina eerst afdrukken uit als u de eerste pagina als eerste wilt afdrukken. Opmerking: Als dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, kunt u de laatste pagina niet als eerste afdrukken. Als u de afdrukvolgorde wilt wijzigen, moet u eerst dubbelzijdig afdrukken uitschakelen.
4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 6 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. 7 Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal pagina's op dat op één vel papier moet worden afgedrukt. 8 Pas de overige instellingen indien nodig aan. 9 Klik op Druk af.
Speciale documenten afdrukken Enveloppen afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: Tabblad Printerinstelling > lijst Papiersoort > selecteer Normaal papier 4 Ga naar: Lijst Papierformaat > selecteer het envelopformaat Stel een aangepast envelopformaat in als er geen passend envelopformaat is. 5 Selecteer een afdrukstand bij Richting.
4 Ga naar: Lijst Papierformaat > selecteer het papierformaat Stel een aangepast papierformaat in als er geen passend papierformaat is. 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor. 3 Kies in het voorgrondmenu Papierformaat het papierformaat.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor. 3 Kies Beheer aangepaste formaten in het voorgrondmenu Papierformaat. 4 Pas de instellingen naar wens aan om een aangepast formaat te maken en klik op OK. 5 Kies in het voorgrondmenu Papierformaat het aangepaste papierformaat dat u hebt gemaakt en klik op OK. 6 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 7 Kies uw printer in het voorgrondmenu met printers.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar het opslagapparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. 2 Het venster Geheugenapparaat wordt op de display weergegeven. Opmerkingen: • Als de printer het opslagapparaat niet herkent, verwijdert u het apparaat en plaatst u het weer terug in de printer.
3 Raak Foto's weergeven aan. Het scherm Foto's selecteren wordt weergegeven. 4 Raak de foto's aan die u wilt afdrukken. Tips: • Als u een geselecteerde foto wilt wissen, raakt u de foto nogmaals aan. • Als u meer foto's wilt weergeven, raakt u de pijl naar links of rechts aan en raakt u de foto aan om deze te selecteren. 5 Als u klaar bent met het selecteren van de foto's die u wilt afdrukken, raakt u Indeling aan. 6 Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, raakt u Instellingen wijzigen aan.
9 Herhaal stap 4 tot en met 8 tot alle foto's zijn bewerkt en raak Indeling aan. 10 Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, raakt u Instellingen wijzigen aan. Raak zo nodig Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. 11 Druk op . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Foto's op een opslagapparaat afdrukken met de printersoftware 1 Plaats fotopapier in de printer.
Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridge-camera PictBridge is een technologie die wordt gebruikt in de meeste digitale camera's. Hiermee kunt u rechtstreeks vanaf de digitale camera afdrukken zonder dat u een computer nodig hebt. 1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera. Opmerking: gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PictBridge-poort op de voorkant van de printer.
4 Als u de standaardafdrukinstellingen wilt wijzigen: a Raak Meer opties aan om het menu PictBridge te openen. b Selecteer de papierbron, het papierformaat, de papiersoort, het fotoformaat, de kwaliteit en de indeling voor de foto's die u wilt afdrukken. Raak Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. Opmerking: de printer gebruikt de standaardafdrukinstellingen tenzij u de afdrukinstellingen wijzigt met de camera. 5 Raadpleeg de documentatie bij de camera als u wilt afdrukken.
Afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat • De printer voldoet aan de voorschriften van Bluetooth-specificatie 2.0. De volgende profielen worden ondersteund: Object Push Profile (OPP) en Serial Port Profile (SPP). Raadpleeg de fabrikant van het Bluetooth-apparaat (mobiele telefoon of PDA) voor informatie over compatibiliteit en werking van de hardware. U kunt het beste de nieuwste firmware gebruiken op uw Bluetooth-apparaat.
2 Blader in het startscherm naar Zoeken: > Bluetooth-configuratie > Zoeken 3 Controleer of Zoeken is ingesteld op AAN. Raak zo nodig AAN en vervolgens Accepteren aan. De printer kan nu een verbinding van een Bluetooth-apparaat ontvangen. 4 Configureer het Bluetooth-apparaat om een verbinding met de printer in te stellen. Raadpleeg de documentatie bij uw Bluetooth-apparaat voor meer informatie.
1 Plaats een Bluetooth USB-adapter in de USB-poort. Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapters, aansluitingen, de USB Bluetooth-adapter of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan tijdens het afdrukken, lezen of schrijven vanaf een Bluetooth-apparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. Opmerkingen: • Er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd.
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) De automatische duplexeenheid, alleen beschikbaar op geselecteerde printermodellen, ondersteunt A4- en Letterpapier. Als u een model zonder automatische duplexeenheid hebt aangeschaft, of als u dubbelzijdig wilt afdrukken op andere papierformaten, kunt u de instructies gebruiken voor het handmatig afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig) van het papier.
9 Selecteer Inbinden aan lange zijde of Inbinden aan korte zijde in het menu Dubbelzijdig. • Voor Inbinden aan lange zijde worden pagina's ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand voor staand, bovenrand voor liggend). Staand Liggend 2 1 2 1 • Voor Inbinden aan korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend). Staand Liggend 10 Klik op Bestand.
Handmatig op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) Voor gebruikers van Windows 1 Open een document en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Klik op de tab Geavanceerd. 4 Selecteer Handmatig in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken. Opmerking: de optie Instructies afdrukken voor het opnieuw plaatsen van papier wordt automatisch geselecteerd. 5 Klik op OK. De printer drukt de oneven pagina's en een instructievel af.
6 Herhaal stap 1 en 2. 7 Selecteer in het voorgrondmenu Afdrukken of Pagina's voor afdrukken de optie voor het afdrukken van even pagina's. 8 Klik op Afdrukken. Afdruktaken beheren Stel de printer in als standaardprinter De printer moet automatisch worden geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken wanneer u een afdruktaak verzendt. Als u de printer handmatig moet selecteren, is het niet de standaardprinter.
4 Klik met de rechtermuisknop op de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. 5 Selecteer Snel afdrukken als afdrukmodus. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en klik op Archief > Druk af. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Printer. 3 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Kwaliteit & media, afhankelijk van uw besturingssysteem. 4 Selecteer in het menu Afdrukkwaliteit de afdrukmodus Concept of Snel afdrukken.
5 Onderbreek de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt onderbreken, klikt u met de rechtermuisknop op de documentnaam en klikt u op Pauze. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt onderbreken, klikt u op Printer en schakelt u de optie Afdrukken onderbreken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Klik op het printerpictogram in het Dock. Het wachtrijvenster wordt weergegeven.
Afdruktaken annuleren Druk op om een afdruktaak te annuleren vanaf het bedieningspaneel van de printer. U annuleert als volgt een afdruktaak vanaf de computer: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Openen of Afdruktaken weergeven.
Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
5 Raak Kleur of Zwart-wit aan om een kleuren- of zwart-witkopie in te stellen. 6 Druk op . Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Blader in het startscherm naar Foto opnieuw afdrukken: SmartSolutions > Foto opnieuw afdrukken 4 Raak Doorgaan aan. 5 Selecteer het formaat voor fotoafdrukken en raak Accepteren aan. 6 Raak Doorgaan aan om af te drukken.
4 Raak Dubbelzijdig naar enkelzijdig of Dubbelzijdig naar dubbelzijdig aan en raak Accepteren aan. • Selecteer Dubbelzijdig naar enkelzijdig om enkelzijdige exemplaren van het dubbelzijdig document te maken. • Selecteer Dubbelzijdig naar dubbelzijdig om dubbelzijdige exemplaren (net als het originele document) te maken. 5 Druk op . 6 Volg de aanwijzingen op de display. Afbeeldingen vergroten of verkleinen 1 Plaats papier in de printer.
Kopieën lichter of donkerder maken 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Blader in het startscherm naar Lichter/donkerder: Kopiëren > Meer opties > Lichter/donkerder 4 Pas het niveau aan met de schuifregelaar en raak Accepteren aan. Als u de schuifregelaar naar links sleept, wordt de kopie lichter. Sleept u de schuifregelaar naar rechts, dan wordt de kopie donkerder. 5 Druk op .
4 Selecteer het aantal keren dat u de afbeelding wilt herhalen op een pagina (één keer, vier keer, negen keer of zestien keer) en raak Accepteren aan. 5 Druk op . Meerdere pagina's kopiëren op één vel Met de instelling Pagina's per vel kunt u meerdere pagina's kopiëren op één vel door kleinere afbeeldingen van elke pagina af te drukken. U kunt bijvoorbeeld een document met twintig pagina's verkleinen tot vijf pagina's als u deze instelling gebruikt om vier paginabeelden per vel af te drukken.
Handmatig dubbelzijdige kopieën maken 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Raak in het startscherm Kopiëren aan. 4 Druk op om op de ene zijde van het papier af te drukken.
Scannen ADI Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt automatisch een lijst met scantoepassingen gedownload. • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Geef de pincode op met het toetsenblok. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer. 4 Selecteer een toepassing een raak Accepteren aan.
Foto's in een bewerkingsprogramma scannen Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Plaats de foto('s) met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Blader in het startscherm naar: Scannen > Scannen naar computer 3 Raak Aangesloten met USB of de naam van de netwerkcomputer aan. De lokale of netwerkcomputer is de bestemming die de scan ontvangt.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats de foto('s) met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Dubbelklik op de printermap op het bureaublad of in de map Programma's van de Finder. 3 Dubbelklik op Scan Center of Takencentrum. 4 Selecteer Foto in het gedeelte Wat wordt gescand? in het hoofdvenster. 5 Kies Voor afdrukken of Voor weergeven op een monitor/webpagina in het voorgrondmenu 'Waarvoor wordt gescand beeld gebruikt?'.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Dubbelklik op de printermap op het bureaublad of in de map Programma's van de Finder. 3 Dubbelklik op Scan Center of Takencentrum. 4 Selecteer een andere instelling dan Foto in het gedeelte 'Wat wordt gescand?' in het hoofdvenster. 5 Kies Voor bewerken (OCR) in het voorgrondmenu Waarvoor wordt gescande afbeelding gebruikt?.
6 Selecteer een e-mailtoepassing in het voorgrondmenu Stuur gescand beeld naar. 7 Klik op Scannen. Wanneer de scan is voltooid, wordt een nieuw e-mailbericht gemaakt waaraan het gescande document automatisch is toegevoegd als bijlage. 8 Stel uw e-mailbericht op. Scannen naar een PDF Voor gebruikers van Windows 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Klik op of Start.
Hoe kan ik scannen in zwart-wit? Kleur is de standaardinstelling voor alle scans. U kunt als volgt scannen in zwart-wit: 1 Raak in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer Scannen aan. 2 Kies een scanbestemming. 3 Selecteer de instellingen voor de scan. 4 Raak in het scherm Scanopties aan.
E-mailen U kunt de printer gebruiken om een of meer ontvangers te e-mailen zonder dat u een computer nodig hebt. U kunt hiervoor een document of foto scannen en verzenden als e-mailbericht of u kunt een opgeslagen document of foto op een opslagapparaat bijvoegen bij een e-mailbericht. Voordat u e-mailberichten kunt verzenden via het bedieningspaneel van de printer, moet u eerst de e-mailinstellingen van de printer configureren.
• Gebruikersnaam: geef uw e-mailadres op. • Wachtwoord: geef het wachtwoord voor uw e-mailaccount op. • Domein: geef het domein van uw e-mailaccount op. Opmerking: De instelling wordt alleen weergegeven als het verificatietype is ingesteld op NTLM. Neem contact op met uw e-mailprovider of uw systeembeheerder voor meer informatie. 3 Raak SMTP-instellingen aan om te controleren of de SMTP-serverinstellingen correct zijn.
– Nieuw item: hiermee voegt u een nieuwe contactpersoon toe. e Raak Accepteren aan om een item op te slaan als u een contactpersoon importeert of toevoegt. Lijst met contactpersonen voor e-mail maken met de printersoftware Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Klik op Printerstartpagina. 4 Klik op de tab Faxen en klik op Lijst met contactpersonen bewerken.
E-mail verzenden ADI Glasplaat Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
3 Selecteer het type uitvoerbestand dat u wilt maken. Opmerking: Selecteer het bestandstype PDF als u meerdere pagina's wilt scannen en deze wilt opslaan als één bestand. 4 Raak een optie aan om de ontvangers op te geven of te selecteren: • E-mailadres opgeven: gebruik deze optie als u het e-mailadres handmatig wilt opgeven. • Adresboek: raak Sorteren op naam of Sorteren op groep aan en selecteer vervolgens de contactpersoon. • Geschiedenis: selecteer de naam of het e-mailadres in de geschiedenislijst.
5 Selecteer het bestand dat u wilt toevoegen: Opmerking: u kunt per e-mailbericht slechts één document of foto toevoegen. • Als u een document wilt toevoegen: a Raak Document toevoegen aan e-mailbericht aan. b Raak de bestandsnaam aan van het document dat u wilt toevoegen. c Raak Doorgaan aan. • Als u een foto wilt toevoegen: a Raak Foto toevoegen aan e-mailbericht aan. b Raak de foto aan die u wilt toevoegen. c Raak Doorgaan aan.
Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer bevat een draadloze IEEE 802.11n-afdrukserver. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Ondersteunde netwerkbeveiligingsopties De printer ondersteunt drie draadloze beveiligingsopties: geen beveiliging, WEP en WPA/WPA2. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken. WPA-beveiliging is alleen een optie voor infrastructuurnetwerken met draadloze toegangspunten en netwerkkaarten die WPA ondersteunen. De meeste nieuwere draadloze-netwerkapparatuur biedt ook WPA2-beveiliging als optie. Opmerking: Als uw netwerk WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt, selecteert u WPA-Personal wanneer u wordt gevraagd het type beveiliging van uw netwerk te selecteren.
Printer installeren op een draadloos netwerk Voordat u de printer installeert op een draadloos netwerk, moet u het volgende controleren: • Uw draadloze netwerk is ingesteld en werkt correct. • De computer die u gebruikt, is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren. Voor gebruikers van Windows 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Installeer. 4 Selecteer De printer is al geconfigureerd. Ik installeer de printer op een nieuwe computer. 5 Klik op Doorgaan en volg de aanwijzingen op het scherm om een geconfigureerde printer te installeren op een nieuwe computer.
Printer toevoegen aan het draadloze netwerk 1 Volg de aanwijzingen om de printer in te stellen voor uw draadloze netwerk. Stop wanneer u wordt gevraagd een netwerk te selecteren. 2 Als de box over een knop voor koppeling/registratie beschikt op de achterkant, moet u op deze knop drukken voordat u een netwerk selecteert. Opmerking: nadat u op de knop hebt gedrukt, hebt u vijf minuten de tijd om de printerinstallatie te voltooien. 3 Ga nu verder met de aanwijzingen op het computerscherm.
Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie. Draadloze instellingen wijzigen na de installatie U wijzigt als volgt draadloze instellingen van de printer, zoals het geconfigureerde netwerk en de beveiligingssleutel: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
3 Volg de aanwijzingen voor het instellen van een draadloos ad-hocnetwerk. Tijdens de installatie: a Maak een netwerknaam of SSID voor het netwerk met de computer en de printer. b Schrijf de naam van uw draadloze netwerk op. Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. c Open het lijst voor het beveiligingstype, selecteer WPA2-Personal of WEP en maak een WPA-wachtwoord of WEP-beveiligingssleutel. Het WPA-wachtwoord moet bestaan uit het volgende: • 8 tot 63 ASCII-tekens.
6 Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren in. 7 Verwijder eventueel bestaande netwerken onder Voorkeursnetwerken. Selecteer een netwerk en klik op Verwijderen als u het netwerk wilt verwijderen uit de lijst. 8 Klik op Toevoegen om een ad-hocnetwerk te maken. 9 Voer in het vak Netwerknaam (SSID) de naam in voor het draadloze netwerk. 10 Noteer de netwerknaam zodat u deze bij de hand hebt tijdens het uitvoeren van de draadloze configuratie.
Mac OS X 10.5 of hoger Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Klik in het menu Netwerk of Netwerknaam op Maak netwerk aan. 3 Geef een naam op voor het ad-hocnetwerk en klik op OK. Opmerking: bewaar de netwerknaam en het wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
Opmerkingen: • Als u WPS wilt gebruiken om de printer draadloos te configureren, moeten alle apparaten op uw draadloze netwerk WPS ondersteunen. Als een apparaat op uw netwerk WPS niet ondersteunt, moet u de SSID en beveiligingsgegevens invoeren wanneer daarom wordt gevraagd. • Als u de pincodemethode gebruikt om de printer toe te voegen via WPS, moet u ervoor zorgen dat u alle acht cijfers invoert wanneer u wordt gevraagd uw pincode in te voeren.
Printer lokaal gebruiken (USB) Selecteer het verbindingstype dat beschrijft hoe u momenteel verbinding maakt met de printer: Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Wacht een ogenblik tot Windows het stuurprogramma heeft gevonden en voltooi het instellen van de printer. 3 Selecteer de USB-printer (zie “De printer selecteren” op pagina 90).
5 Selecteer Als standaardprinter instellen in het menu. 6 Sluit het venster Printers of Printers en faxapparaten. Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Macintosh) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer.
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding 1 Sluit het ene uiteinde van een USB-kabel aan op de USB-poort aan de achterkant van de printer. Sluit het andere uiteinde aan op een USB-poort op de computer. 2 Voeg de printer toe (zie “De printer toevoegen” op pagina 92). 3 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de Ethernet-wachtrij als u de printer niet weer wilt gebruiken via een Ethernet-verbinding.
Mac OS X 10.4 en eerder 1 Selecteer in de Finder Hulpprogramma's. 2 Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. 3 Selecteer de gewenste printer in het dialoogvenster met de printerlijst en klik op Voeg toe. 4 Selecteer de printer in de printerbrowser en klik op Voeg toe.
i Controleer of de nieuwe poort is geselecteerd op het tabblad Poorten en klik op Toepassen. De nieuwe poort wordt weergegeven bij de naam van de printer. j Klik op OK. Printer delen in een Macintosh-omgeving 1 Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik in de menubalk op Help Systeemvoorkeuren Help. 3 Typ printer delen op een netwerk in het zoekvak en druk op return. 4 Dubbelklik op Printer delen met andere Mac OS X-gebruikers als u andere Macintosh-computers met Mac OS X 10.
• De computer is aangesloten op uw netwerk. Voor Windows-gebruikers 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het welkomstvenster niet verschijnt na een minuut, gaat u als volgt te werk: a Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. b Typ in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren D:\setup.exe, waarbij D de letter van het cd-rom- of dvdrom-station is. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm om de printer in te stellen.
Raadpleeg de documentatie bij het draadloze toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie over de toegang tot de draadloze instellingen en het bepalen of uw draadloze toegangspunt geschikt is voor WPS. Waar kan ik mijn WEP-sleutel of WPA-wachtwoord vinden? De WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord voor het draadloze netwerk kunt u vinden in de beveiligingsinstellingen van het toegangspunt of de draadloze router.
Hoe bepaal ik welk type beveiliging voor mijn netwerk wordt gebruikt? U moet de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord en het type beveiliging (WEP, WPA of WPA2) kennen dat wordt gebruikt op het draadloze netwerk. Raadpleeg de documentatie bij het draadloze toegangspunt (draadloze router) of de webpagina voor het draadloze toegangspunt, of neem contact op met de systeembeheerder als u niet beschikt over deze instellingen.
• Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem. Internet Scenario 2: Draadloos netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt of draadloze router. • Het draadloze toegangspunt verbindt het netwerk met internet via een DSL- of een kabelmodem. Internet Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt.
Scenario 4: Computer draadloos verbonden met een printer zonder toegang tot internet • Een computer is rechtstreeks aangesloten op een printer en wordt niet via een draadloze router geleid. • Deze configuratie word een ad-hocnetwerk genoemd. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet. Opmerking: De meeste computers kunnen niet met meerdere draadloze netwerken tegelijk verbinding maken.
2 Sluit de kleine, vierkante stekker aan op de printer. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken? Er zijn twee soorten draadloze netwerken: infrastructuur en ad-hoc. In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een draadloze router (draadloos toegangspunt).
Infrastructuurmodus is de aanbevolen installatiemethode vanwege de volgende redenen: • • • • Verbeterde netwerkbeveiliging Verbeterde betrouwbaarheid Snellere prestaties Eenvoudigere installatie Signaalsterkte bepalen Draadloze apparaten hebben een ingebouwde antenne die radiosignalen verzendt en ontvangt. De signaalsterkte die wordt weergegeven op de netwerkconfiguratiepagina van de printer geeft aan hoe sterk een verzonden signaal wordt ontvangen. Veel factoren hebben invloed op de signaalsterkte.
VERWIJDER OBJECTEN DIE TUSSEN HET TOEGANGSPUNT EN DE PRINTER GEPLAATST ZIJN Het draadloze signaal van uw toegangspunt kan door de meeste objecten heen worden verzonden. De meeste muren, vloeren, meubels en andere objecten zullen het draadloze signaal niet blokkeren. Er zijn echter materialen waar het signaal niet doorheen kan worden verzonden. Objecten met metaal en beton kunnen het signaal blokkeren. Plaats de printer en het toegangspunt zo dat het signaal niet wordt geblokkeerd door dergelijke objecten.
d Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. e Noteer de SSID. Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 2 Zoek de SSID op van het netwerk waarmee de printer is verbonden: a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. b Zoek in het gedeelte Draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk.
Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken. Kan ik mijn printer tegelijkertijd via een USB- en een netwerkverbinding gebruiken? Ja, de printer ondersteunt USB- en netwerkverbindingen die tegelijkertijd zijn aangesloten.
Het label met het MAC-adres vindt u aan de binnenkant van de printer. MAC: XX XX XX XX XX XX Het MAC-adres van de interne afdrukserver bestaat uit een reeks letters en cijfers. Andere apparaten gebruiken soms een ander type MAC-adres dat Universally Administered Address (UAA) wordt genoemd. UAA: MAC: XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX Opmerking: Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een toegangspunt (router) zodat alleen apparaten met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken.
Aangezien computers geen woorden begrijpen en in plaats daarvan getallen gebruiken om te communiceren, is voor TCP/IP vereist dat elk apparaat op een netwerk dat TCP/IP gebruikt voor communicatie een IP-adres heeft. IP-adressen zijn unieke computernamen met een numerieke indeling die worden gebruikt om gegevens te verzenden via een netwerk. Met IP-adressen kan TCP/IP verzoeken bevestigen voor het aanvragen en ontvangen van gegevens door verschillende apparaten in het netwerk.
SmartSolutions gebruiken Wat is SmartSolutions? SmartSolutions is een verzameling oplossingen die u kunt maken, aanpassen en downloaden van de SmartSolutionswebsite (http://smartsolutions.lexmark.com) naar de printer. Hiermee kunt u aangepaste oplossingen maken waarmee u veelgebruikte kopieer-, scan- en afdruktaken kunt met één druk op een knop kunt uitvoeren. Met SmartSolutions kunt u ook RSS-feeds, Google Agenda en online fotoalbums weergeven op het bedieningspaneel van de printer.
Oplossing Beschrijving Scannen naar e-mail Gescande documenten rechtstreeks per e-mail verzenden vanaf de printer met vooraf gedefinieerde namen of contactpersonen uit het adresboek. Scannen naar fax Documenten rechtstreeks faxen vanaf de printer met vooraf gedefinieerde namen of contactpersonen uit het adresboek. Scannen naar bestand Bestanden scannen en opslaan in een eerder geselecteerde map op een computer met de vooraf gedefinieerde instellingen.
2 Meld u aan op de SmartSolutions-website of maak een account. 3 Voeg uw printer toe. 4 Gebruik de website om oplossingen te maken, aan te passen en te downloaden naar uw printer. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor mSmartSolutions op de website voor meer informatie.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand uitgeschakeld of wordt de printer tijdelijk ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken Raak in het startscherm aan. De afbeelding voor inktvoorraden wordt weergegeven op de display.
Printerkop uitlijnen Als tekens of lijnen gekarteld of met golvingen zijn afgedrukt, moet u mogelijk de printerkop uitlijnen. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Blader in het startscherm naar: > Meer opties > Printer uitlijnen Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Opmerking: Verwijder de uitlijningspagina pas uit de printer als deze volledig is afgedrukt. Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Plaats normaal papier in de printer.
Opmerkingen: • Bij het reinigen van de spuitopeningen van de printerkop wordt inkt gebruikt, dus reinig de spuitopeningen alleen wanneer dit nodig is. • Bij het diep reinigen wordt meer inkt gebruikt, dus probeer eerst de optie Printerkop reinigen om inkt te besparen. • Als de inktvoorraad te laag is, moet u de inktcartridges vervangen voordat u de spuitopeningen van de printerkop kunt reinigen.
4 Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon. Verwijder hierbij eventuele inktresten die zijn achtergebleven op de papieruitvoerlade. Let op—Kans op beschadiging: als u een vochtige doek gebruikt om de binnenkant van de printer te reinigen, kan de printer beschadigd raken. 5 Controleer of de printer droog is voor u een nieuwe afdruktaak start. Glasplaat reinigen 1 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. 2 Veeg de glasplaat voorzichtig schoon.
Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • • • • • • • • • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een geaard stopcontact. Controleer of de printer niet is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, UPS-systeem of verlengsnoer. Controleer of de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer stevig is aangesloten op de hostcomputer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt.
• • • • • • “Software is niet geïnstalleerd” op pagina 116 “Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 117 “Printer drukt lege pagina's af” op pagina 118 “Printer is bezet of reageert niet” op pagina 119 “Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 119 “Kan niet afdrukken via USB” op pagina 119 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u de volgende oplossin
2 Verwijder de printerkop. Let op—Kans op beschadiging: raak de spuitopeningen van de printerkop niet aan. 3 Veeg de contactpunten van de printerkop schoon met een schone, pluisvrije doek. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en sluit de klem tot deze vastklikt. 5 Sluit de printer. Opmerking: als het probleem niet is opgelost na het verwijderen en weer terugplaatsen van de printerkop, neemt u contact op met de technische ondersteuning.
CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort is aangegeven met een USB-symbool. Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer.
SLUIT DE NETVOEDING VAN DE PRINTER WEER AAN 1 Schakel de printer uit. Opmerking: Controleer of de printer zich niet in de spaarstand bevindt Houd de knop om de printer uit te schakelen. drie seconden ingedrukt 2 Trek het netsnoer uit netvoeding. 3 Sluit het netsnoer na één minuut weer aan op de netvoeding. 4 Zet de printer aan. MAAK DE USB-KABEL LOS VAN DE PRINTER EN SLUIT DEZE WEER AAN CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd.
Printer is bezet of reageert niet Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER ZICH NIET IN DE SPAARSTAND BEVINDT Als het aan/uit-lampje langzaam knippert, bevindt de printer zich in de spaarstand. Druk op activeren.
CONTROLEER OF DE USB-POORT IS INGESCHAKELD IN WINDOWS 1 Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. 2 Typ devmgmt.msc in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. Het venster Apparaatbeheer wordt geopend. 4 Klik op het plusteken (+) naast Universal Serial Bus Controllers. Als u USB-hostcontroller en USB-hoofdhub ziet staan, is de USB-poort geactiveerd. Raadpleeg de documentatie bij de computer voor meer informatie.
Papier is vastgelopen in de duplexeenheid Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Druk de vergrendelingen van de duplexeenheid naar beneden en trek de duplexeenheid naar buiten. LET OP—KANS OP LETSEL: Het gedeelte achter de duplexklep bevat uitstekende ribben die onderdeel zijn van de papierbaan. Wees voorzichtig wanneer u in dit gedeelte vastgelopen papier verwijdert om letsel te voorkomen.
4 Raak GEREED aan of druk op , afhankelijk van het printermodel. 5 Ga verder met de afdruktaak op de computer. Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen) Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Open de ADF-klep en trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert.
VERWIJDER ELKE PAGINA ZODRA DEZE IS AFGEDRUKT PAS DE PAPIERGELEIDERS AAN HET GEPLAATSTE PAPIER AAN Problemen met afdrukken oplossen • • • • “Slechte kwaliteit aan de randen van het papier” op pagina 123 “Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding” op pagina 124 “Lage afdruksnelheid” op pagina 124 “Computer wordt trager tijdens het afdrukken” op pagina 125 Slechte kwaliteit aan de randen van het papier Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een
Als u de printer, het papierformaat en de afdrukstand al hebt opgegeven in stap 1, moet u de printer mogelijk opnieuw selecteren in het voorgrondmenu Printer voordat u verdergaat met stap 3. Als dit niet het geval is, moet u ze instellen. a Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. b Kies in het voorgrondmenu Papierformaat een formaat met een naam waar (Zonder randen) in voorkomt. Als u bijvoorbeeld een 4 x 6-fotokaart plaatst, kiest u US 4 x 6 inch (zonder rand).
VOEG GEHEUGEN TOE Ga na of u het RAM-geheugen van de computer moet uitbreiden. SELECTEER EEN LAGERE AFDRUKKWALITEIT IN DE PRINTERSOFTWARE SELECTEER HANDMATIG EEN PAPIERSOORT DIE OVEREENKOMT MET HET PAPIER DAT U GEBRUIKT VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW Computer wordt trager tijdens het afdrukken Dit zijn mogelijke oplossingen.
Scannereenheid sluit niet 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder eventuele obstakels die de scannereenheid blokkeren. 3 Laat de scannereenheid zakken.
Scan is mislukt Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
Kan niet scannen naar een computer via een netwerk Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER EN DOELCOMPUTER BEIDE MET HETZELFDE NETWERK VERBONDEN ZIJN CONTROLEER OF DE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD OP DE DOELCOMPUTER ZORG ERVOOR DAT DE OPTIE VOOR NETWERKSCANNEN NAAR EEN COMPUTER INSCHAKELEN IS INGESCHAKELD OP HET TABBLAD ALGEMEEN VAN HET SCAN CENTER (ALLEEN MACINTOSH) Opmerki
Kan geen bestanden bijvoegen SELECTEER EEN ONDERSTEUND BESTANDSTYPE (JPEG OF PDF) ZORG DAT HET BESTAND NIET TE GROOT IS Problemen met geheugenkaarten oplossen • • • • “Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen” op pagina 129 “Er gebeurt niets wanneer de geheugenkaart is geplaatst” op pagina 129 “Kan geen documenten afdrukken vanaf een geheugenkaart of flashstation” op pagina 130 “Foto's worden niet overgedragen van een geheugenkaart via een draadloos netwerk” op pagina 130 Controlelijst v
CONTROLEER DE NETWERKVERBINDING Als de printer en de computer via een netwerk met elkaar verbonden zijn, controleert u of communicatie mogelijk is tussen de juiste host en het juiste apparaat. Selecteer de printer vanaf de computer of de computer vanaf de printer.
SELECTEER DE JUISTE COMPUTERNAAM IN DE LIJST OP DE PRINTER CONTROLEER OF HET DRAADLOZE NETWERK VERBINDING HEEFT EN ACTIEF IS Als de draadloze verbinding niet actief is, sluit u de printer aan op de computer met een USB-kabel.
Draadloos netwerk Aandachtspunten: • De SSID is juist. Druk een netwerkconfiguratiepagina af met de printer en controleer de netwerkinstellingen. • Uw WEP-sleutel of WPA-wachtwoord is juist (als uw netwerk beveiligd is). Met dit wachtwoord kunt u zich aanmelden bij het draadloze toegangspunt (draadloze router) en de beveiligingsinstellingen controleren. Voer de draadloze installatie nogmaals uit als u er niet zeker van bent dat uw beveiligingsinformatie correct is.
CONTROLEER OF DE USB-KABEL WERKT Probeer een andere USB-kabel. Als u een kabel gebruikt die langer is dan drie meter, moet u een kortere kabel proberen. CONTROLEER OF U DE JUISTE CD VOOR HET PRINTERMODEL GEBRUIKT Vergelijk het printermodel dat is vermeld op de cd met het printermodel dat is vermeld op de printer. De cijfers moeten exact overkomen of binnen dezelfde productserie vallen. Bij twijfels controleert u op onze website of er een bijgewerkte versie van de printersoftware beschikbaar is.
4 Controleer het venster Apparaatbeheer terwijl u een USB-kabel of een ander apparaat aansluit op de USB-poort. Het venster wordt vernieuwd wanneer Apparaatbeheer de USB-verbinding herkent. • Neem contact op met de klantenservice als Apparaatbeheer activiteit aangeeft maar geen van de voorgaande oplossingen heeft gewerkt. • Als Apparaatbeheer geen activiteit aangeeft, is er mogelijk een probleem met de USB-ondersteuning van de computer.
Instellingen voor draadloze netwerken herstellen naar standaardwaarden 1 Blader in het startscherm naar Netwerkinstellingen herstellen: > Netwerkconfiguratie > Netwerkinstellingen herstellen 2 Raak Ja aan. De draadloze instellingen van de printer zijn hersteld naar de standaardwaarden. Druk ter controle een netwerkconfiguratiepagina af.
CONTROLEER OF HET TOEGANGSPUNT EEN KNOP VOOR KOPPELING/REGISTRATIE HEEFT Als u een draadloze breedbandbox gebruikt in Europa, het Midden-Oosten en Afrika zoals LiveBox, AliceBox, N9UF Box, FreeBox of Club Internet, moet u mogelijk op een knop voor koppeling/registratie drukken wanneer u de printer toevoegt aan uw draadloze netwerk. Als u een dergelijke box gebruikt, raadpleegt u de documentatie bij de router voor meer informatie of neemt u contact op met uw internetaanbieder.
Als u het IP-adres van het toegangspunt niet weet: 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Typ ipconfig en druk op Enter. Controleer als volgt het gedeelte Draadloze netwerkverbinding: • Het item 'Default Gateway' geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134.
c Klik op TCP/IP. Het item Router geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. 2 Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord en klik op OK. 3 Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. 4 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel/het WPA-wachtwoord (indien weergegeven). Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
SELECTEER DE DRAADLOZE PRINTER U moet wellicht de draadloze printer selecteren op uw computer om de printer draadloos te kunnen gebruiken. 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op de printer in de map met dezelfde naam en hetzelfde modelnummer, gevolgd door (Netwerk). 5 Selecteer Printer online gebruiken in het menu.
CONTROLEER DE NETWERKNAAM Uw netwerk mag niet dezelfde naam hebben als een ander netwerk bij u in de buurt. Als u en uw buurman bijvoorbeeld de standaardnetwerknaam van de fabrikant gebruiken, kan de printer verbinding maken met het netwerk van uw buurman. Als u geen unieke netwerknaam gebruikt, raadpleegt u de documentatie voor het draadloze toegangspunt (draadloze router) om een nieuwe netwerknaam in te stellen.
Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie Als de Wi-Fi-aanduiding oranje knippert tijdens de installatie, geeft dit aan dat de printer is geconfigureerd voor gebruik op een draadloos netwerk maar geen verbinding kan maken met het netwerk waarvoor de printer is geconfigureerd. De printer kan wellicht geen verbinding maken met het netwerk vanwege een storing, de afstand tot het toegangspunt (draadloze router) of omdat de instellingen zijn gewijzigd. Dit zijn mogelijke oplossingen.
PING HET TOEGANGSPUNT OM TE CONTROLEREN OF HET NETWERK FUNCTIONEERT Voor Windows-gebruikers 1 Zoek het IP-adres van het toegangspunt op. a Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. b Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. c Druk op Enter of klik op OK. d Typ ipconfig en druk op Enter. • Het 'Default Gateway' toegangspunt geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134.
Opmerkingen: • Geel betekent dat de poort actief is, maar niet aangesloten. • Rood betekent dat de poort niet is ingesteld. 2 Zoek het IP-adres van het toegangspunt op: a Ga in het Apple-menu naar: Over deze Mac > Meer info b Selecteer Netwerk in het deelvenster Inhoud. c Selecteer AirPort in de lijst Actieve voorzieningen. De gegevens van de AirPort-verbinding worden weergegeven in het onderste deelvenster. d Noteer de gegevens bij het item Router. Het item Router geeft gewoonlijk het toegangspunt aan.
Als de printer niet reageert, wordt 'Time-out bij opdracht.' weergegeven. • De computer is wellicht niet verbonden met het netwerk. • U moet mogelijk de instellingen voor de printer wijzigen. Voer het hulpprogramma voor draadloze configuratie opnieuw uit. Voor Macintosh-gebruikers 1 Zoek het IP-adres van printer op. a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. b Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP.
3 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > tabblad Instellingen > Wireless Setup Utility Opmerking: als onderdeel van de configuratieprocedure wordt u mogelijk gevraagd om de printer opnieuw aan te sluiten op de computer met de installatiekabel. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik op de printermap op het bureaublad of in de map Programma's van de Finder. 2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Kies Over deze Mac in het Apple-menu. 2 Klik op Meer info. 3 Selecteer Netwerk in het deelvenster Inhoud. 4 Als u verbinding hebt gemaakt via een draadloos netwerk, kiest u AirPort in de lijst Actieve voorzieningen. Het IP-adres van een printer zoeken • Het IP-adres van de printer bevindt zich op de netwerkconfiguratiepagina. Ga als volgt te werk als aan de printer en/of laptop geen IP-adres is toegewezen, of als een van de apparaten het IPadres 169.254.x.
CONTROLEER OF BIDIRECTIONELE COMMUNICATIE IS INGESCHAKELD Opmerking: deze oplossing is alleen van toepassing op Windows-gebruikers 1 Klik op , of op Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of Printereigenschappenin het menu. 5 Klik op de tab Poorten.
SCHAKEL DE STORINGSBRONNEN UIT Veelgebruikte huishoudelijke apparatuur verstoort mogelijk de netwerkcommunicatie. Draadloze telefoons (geen mobiele telefoons), magnetrons, babyfoons, vrijwel alle keukenapparatuur, draadloze beveiligingsapparatuur, andere draadloze netwerken in de buurt en elk apparaat met een motor kan onderbrekingen in de draadloze netwerkcommunicatie veroorzaken. Schakel mogelijke storingsbronnen uit en controleer of deze het probleem veroorzaken.
5 Klik op de koppeling TCP/IP. 6 Klik op de koppeling Statisch IP-adres instellen . 7 Geef het IP-adres dat u wilt toewijzen aan de printer op in het veld IP-adres. 8 Klik op de knop Verzenden. Een bericht dat de selectie wordt verzonden, wordt weergegeven. Ga na of het IP-adres is bijgewerkt door het statische IP-adres in de adresbalk van de browser te typen en te controleren of de webpagina van de printer opnieuw wordt geladen.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark Pro800 Series Apparaattype: 4444 Model(len): 201, 20E Uitgavebericht November 2010 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. PerfectFinish is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Mac en het Mac-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval.
Waarden kunnen gewijzigd worden. Zie www.lexmark.com voor de huidige waarden. Spaarstand Dit product werd ontworpen met een energiebesparende modus, namelijk de Spaarstand. De spaarstandmodus is het equivalent van de slaapmodus. De spaarstand bespaart energie door het energieverbruik te verlagen tijdens periodes waarin de printer langdurig niet wordt gebruikt.
naar de winkel van aankoop. U kunt een vervangende cartridge zonder deze voorwaarden aanschaffen op www.lexmark.com. LICENTIEOVEREENKOMST VOOR LEXMARK SOFTWARE Deze Licentieovereenkomst voor software ('Licentieovereenkomst') is een rechtsgeldige overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
c Voorbehoud van rechten. Het Softwareprogramma, inclusief alle lettertypen, is auteursrechtelijk beschermd 4 5 6 7 8 9 en eigendom van Lexmark International, Inc. en/of zijn leveranciers. Alle rechten die niet expliciet worden verleend aan u in deze Licentieovereenkomst, zijn voorbehouden aan Lexmark. d Freeware.
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET SOFTWAREPROGRAMMA, OF ANDERSZINS IN COMBINATIE MET ENIGE BEPALING IN DEZE LICENTIEOVEREENKOMST), ONGEACHT DE AARD VAN DE CLAIM, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT SCHENDING VAN GARANTIE OF CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD (INCLUSIEF NALATIGHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID), EN ZELFS NIET ALS LEXMARK, OF ZIJN LEVERANCIERS, PARTNERS OF WEDERVERKOPERS OP DE HOOGTE ZIJN GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE, OF VOOR ENIGE CLAIM DOOR U O
vervangen deze voorwaarden en bepalingen alle voorgaande of gelijktijdige mondelinge of schriftelijke communicaties, voorstellen en verklaringen met betrekking tot het Softwareprogramma of enig ander onderwerp dat onder deze Licentieovereenkomst valt (behalve voor zover dergelijke externe voorwaarden niet in strijd zijn met de voorwaarden van deze Licentieovereenkomst of enige andere geschreven overeenkomst die is ondertekend door u en Lexmark met betrekking tot uw Gebruik van het Softwareprogramma).
tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommunicatiestation. De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft.
The term "IC:" before the certification/registration number only signifies that the Industry Canada technical specifications were met. Industry Canada (Canada) Cet appareil est conforme à la norme RSS-210 d'Industry Canada. Son fonctionnement est soumis aux deux conditions suivantes : (1) cet appareil ne doit pas provoquer d'interférences et (2) il doit accepter toute interférence reçue, y compris celles risquant d'altérer son fonctionnement.
De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Budapest HONGARIJE, Een verklaring van conformiteit met de vereisten van de richtlijnen kan worden opgevraagd bij de gemachtigde vertegenwoordiger.
Français Par la présente, Lexmark International, Inc. déclare que l'appareil ce produit est conforme aux exigences fondamentales et autres dispositions pertinentes de la directive 1999/5/CE. Magyar Alulírott, Lexmark International, Inc. nyilatkozom, hogy a termék megfelel a vonatkozó alapvetõ követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv egyéb elõírásainak. Íslenska Hér með lýsir Lexmark International, Inc.
Index A aangepast papierformaat afdrukken op 44 aanpassen, printeroplossingen 108 aanraakscherm bladeren 18 reinigen 113 ad-hoc SSID 85 WEP 85 ad-hocnetwerk 100 ad-hocnetwerk, draadloos maken met Macintosh 85 maken met Windows 85 printer toevoegen 88 ADI- papiergeleider locatie 11 ADI-lade locatie 10 ADI-uitvoerlade locatie 11 Adresboek, e-mail instellen 75 afbeelding herhalen 64 afbeelding verkleinen 63 afdrukken aangepast papierformaat 44 documenten 39 documenten van een geheugenkaart of flashstation 42 d
controlelijst geheugenkaart, problemen oplossen 129 voor u problemen gaat oplossen 114 controlevel gebruiken 50 D delen, printer in Windows 93 documenten afdrukken 39 als bijlage toevoegen aan email 78 plaatsen in de automatische documentinvoer 38 plaatsen op de glasplaat 38 scannen met het aanraakscherm 67 scannen naar e-mail 77 scannen voor bewerken 70 Doorgaan (knop), grijs weergegeven 132 Doorgaan (knop), niet beschikbaar 132 Doorgaan (knop), werkt niet 132 draadloos 89, 104 Macintosh 91 printer drukt
foto's aanpassen, helderheid 47 afdrukken met bedieningspaneel van de printer 46 afdrukken met het controlevel 50 als bijlage toevoegen aan email 78 automatisch verbeteren 47 bewerken met aanraakscherm 47 bijsnijden 47 draaien 47 foto's kopiëren 62 kleureneffecten toepassen 47 kopieën zonder rand maken 63 scannen naar e-mail 77 scannen voor bewerken 69 verwijderen, rode-ogeneffect 47 foto's vanaf een opslagapparaat afdrukken met de printersoftware 48 foto's worden niet afgedrukt van een geheugenkaart via ee
kennisgevingen 151, 152, 153, 157, 158, 159 knoppen bedieningspaneel van de printer 16 Kopie identiteitskaart 107 kopieerapparaat of scanner reageert niet 125 kopieerkwaliteit, aanpassen 63 kopieertaak annuleren 66 kopiëren 61 afbeelding herhalen 64 afbeelding verkleinen 63 dubbelzijdig document 62 exemplaren sorteren 64 foto's 62 identiteitskaarten 62 kopie lichter of donkerder maken 64 kwaliteit aanpassen 63 meerdere paginabeelden afdrukken op één vel 65 op beide zijden van het papier 65, 66 Pagina's per
startscherm 17 plaatsen documenten in de automatische documentinvoer 38 documenten op de glasplaat 38 enveloppen 43 enveloppen of fotopapier 32 papierlade 29 verschillende papiersoorten 34 plaatsen, geheugenkaart of flashstation 45 printer delen 93 delen in Windows 93 toevoegen aan SmartSolutions 108 printer delen 94 printer drukt lege pagina's af 118 printer drukt niet af draadloos 134 printer drukt niet draadloos af 138 printer installeren op bedraad netwerk (Macintosh) 94 op bedraad netwerk (Windows) 94
naar een geheugenkaart 68 PDF maken van een scan 72 pincode 73 tips 67 via een netwerk 67 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 127 scannereenheid locatie 11 scannereenheid sluit niet 126 scannerklep locatie 10 scantaak annuleren 73 selecteren, draadloze poort 145 Service Center 114 slechte kwaliteit aan de randen van de pagina 123 sleuf voor geheugenkaart locatie 11 sleutelindex 106 SmartSolutions 107 aanpassen 108 printer toevoegen 108 SMTP-server configureren 74 software Ser
Windows installeren, printer op bedraad netwerk (Ethernet) 94 printer installeren op een draadloos netwerk 82 Windows-software Abby Sprint OCR 21 Fast Pics 21 Fax Solutions Software 21 Faxconfiguratieprogramma 21 Hulpprogramma's voor Office 21 Printerstartpagina 21 Servicecentrum 21 Voorkeursinstellingen voor afdrukken 21 Werkbalk 21 Wireless Setup Utility 21 WPA 80 WPA-wachtwoord zoeken 96 WPA2 80 WPS 88 Z zoeken informatie 8 MAC-adres 104 publicaties 8 SSID 96 Website 8 WEP-sleutel 96 WPA-wachtwoord 96 z