Operation Manual

Zorg ervoor dat de apparaten correct zijn geconfigureerd volgens de configuratieprocedure in het gedeelte 'Printer
instellen voor faxen'.
Controleer of de kabels zijn aangesloten op de juiste poorten.
Controleer of de kabels stevig zijn aangesloten.
Controleer zo nodig of de kabels van de volgende hardware stevig zijn aangesloten:
Netvoeding
Telefoon
Antwoordapparaat
VoIP-adapter
DSL-filter
Splitter
Kabelmodem
Als de printer is aangesloten op een DSL-lijn, moet u een DSL-filter voor de printer installeren. Een DSL-filter
minimaliseert storing tussen de faxsignalen en internetsignalen op de lijn. Sluit de printer aan op de telefoonpoort
op het DSL-filter en sluit de computer aan op de DSL/HPN-poort op het filter.
Als u wilt controleren of u de printer correct op het filter hebt aangesloten, sluit u een analoge telefoon aan op de
-poort achter op de printer en luistert u of u een kiestoon hoort.
Als de printer is aangesloten op een VoIP-lijn, controleert u of de printer is aangesloten op een actieve telefoonpoort.
Sluit de printer aan op de eerste poort op de VoIP-adapter, meestal aangeduid met de naam 'Phone
Port' (telefoonpoort) of 'Phone Line 1' (telefoonlijn 1).
Als u wilt controleren of de telefoonpoort actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de poort en luistert u of u
een kiestoon hoort.
Als u een splitter gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u een telefoonsplitter gebruikt. Gebruik niet een lijnsplitter.
Als u wilt controleren of u de juiste splitter gebruikt, sluit u een analoge telefoon aan op de splitter en luistert u of
u een kiestoon hoort.
Als u de items in deze lijst hebt gecontroleerd, maar nog steeds geen kiestoon hoort, neemt u contact op met uw
telefoonaanbieder.
Kan geen faxen verzenden
Als u met de Controlelijst voor problemen met faxen oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
CONTROLEER OF U UW GEBRUIKERSGEGEVENS HEBT GEREGISTREERD IN DE PRINTER
Als u uw gebruikersgegevens niet hebt opgegeven tijdens de eerste installatie, moet u uw faxnaam en faxnummer
opgeven. In sommige landen kunt u geen fax verzenden als u uw faxnaam of bedrijfsnaam niet hebt opgegeven.
Sommige faxapparaten blokkeren onbekende faxen of faxen zonder gegevens van de afzender.
VERLAAG DE VERZENDSNELHEID VAN DE FAXMODEM
De modem van de printer kan gegevens verzenden met 33.600 bps. Dit is de maximale snelheid waarmee de printer
faxen kan verzenden en ontvangen. Het is echter niet nodig om de modem in te stellen op de snelste mogelijkheid
voor gegevensoverdracht. De snelheid van de modem van het ontvangende faxapparaat moet gelijk zijn aan of groter
dan de snelheid waarmee u de fax verzendt. Anders wordt uw fax niet ontvangen.
Problemen oplossen
137