Operation Manual
e Typ de UNC-naam voor de poort (Universal Naming Convention; uniforme naamgevingsregels). Deze bestaat
uit de naam van de server en de naam van de printer die is opgegeven in stap 2 op pagina 76. De naam moet
de volgende notatie hebben: \\server\printer.
f Klik op OK.
g Klik op Sluiten in het dialoogvenster Printerpoorten.
h Controleer of de nieuwe poort is geselecteerd op het tabblad Poorten en klik op Toepassen.
i Klik op OK.
Printer delen in een Macintosh-omgeving
1 Kies in de Finder Help > Mac Help.
2 Typ printer delen op een netwerk in het zoekvak en druk op return.
3 Selecteer een van de volgende opties:
• Printer delen met andere Mac OS X-gebruikers: hiermee kunt u andere Macintosh-computers met Mac OSX
10.4 of hoger op het netwerk toegang geven tot een printer die is aangesloten op uw Macintosh-computer.
• Printers delen met Windows-gebruikers: hiermee kunt u Windows-computers op het netwerk toegang geven
tot een printer die is aangesloten op uw Macintosh-computer.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking: Windows-gebruikers moeten de Windows-documentatie raadplegen voor informatie over het
toevoegen van een netwerkprinter die is aangesloten op een Macintosh-computer.
Beveiliging configureren
Eenvoudige draadloze netwerken vereisen WEP-sleutels of een vooraf gedeelde WPA/WPA2-sleutel. Mogelijk hebben
deze netwerken zelfs helemaal geen beveiliging. Geavanceerdere draadloze netwerkbeveiliging vereist mogelijk een
of meer certificaten en een verificatieserver. Als voor het netwerk een certificaat vereist is en u dit niet hebt, vult u het
formulier voor certificaataanvraag in van het hulpprogramma voor draadloze configuratie en volgt u de procedures
van uw bedrijf voor het aanvragen van een certificaat voor netwerktoegang.
Hieronder volgt de lijst met ondersteunde typen beveiliging voor draadloze netwerken en de bijbehorende vereisten.
WEP
•
WEP-sleutel (tot vier sleutels kunnen vereist zijn)
• Standaardsleutel voor WEP-verzending (als meer dan één WEP-sleutel wordt geconfigureerd, wordt hiermee
aangegeven welke moet worden gebruikt)
WPA Personal, WPA2‑Personal of WPA2‑Enterprise
•
Vooraf gedeelde sleutel
• Codering (AES of TKIP)
EAP‑MD5, MSCHAPv2 of LEAP
•
RADIUS-gebruikersnaam
• RADIUS-wachtwoord
Netwerk 77