Operation Manual
3 Sluit alle geopende toepassingen.
4 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad.
5 Dubbelklik op Lexmark Extra's > Lexmark Configuratie-assistent.
6 Volg de aanwijzingen op het scherm.
7 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de Ethernet-wachtrij als u de printer niet weer wilt
gebruiken via een Ethernet-verbinding.
Printer lokaal gebruiken (USB)
Selecteer het verbindingstype dat beschrijft hoe u momenteel verbinding maakt met de printer:
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een Ethernet-verbinding
1 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
2 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
3 Voeg de printer toe. Zie “Printer toevoegen” op pagina 76.
4 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de Ethernet-wachtrij als u de printer niet weer wilt
gebruiken via een Ethernet-verbinding.
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk
1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer.
2 Voeg de printer toe. Zie “Printer toevoegen” op pagina 76.
3 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de wachtrij voor draadloos afdrukken als u de printer niet
weer wilt gebruiken via een draadloze verbinding.
De printer gebruiken via een Ethernet-netwerk
Selecteer het verbindingstype dat beschrijft hoe u momenteel verbinding maakt met de printer:
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk
1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de printer en op een beschikbare poort op een switch of wandaansluiting.
2 Wacht een minuut totdat de Ethernet-netwerkadapter wordt geactiveerd en een IP-adres ophaalt van het netwerk.
3 Voeg de printer toe. Zie “Printer toevoegen” op pagina 76.
4 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de wachtrij voor draadloos afdrukken als u de printer niet
weer wilt gebruiken via een draadloos netwerk.
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor lokaal gebruik (via een USB-verbinding)
1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de printer en op een beschikbare poort op een switch of wandaansluiting.
2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer waarmee u de printer wilt configureren.
3 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking: u hebt een USB-kabel nodig om de configuratie te voltooien.
Netwerk 75