Operation Manual
Verschillende soorten netwerken gebruiken verschillende protocollen, maar TCP/IP (Transmission Control
Protocol/Internet Protocol) is het meest populair. TCP/IP wordt gebruikt om gegevens te verzenden via internet en via
de meeste bedrijfs- en thuisnetwerken.
Elk apparaat op een netwerk dat TCP/IP gebruikt, moet een IP-adres hebben. IP-adressen zijn unieke computernamen
met een numerieke indeling die worden gebruikt om gegevens te verzenden via een netwerk. Met IP-adressen kan
TCP/IP verzoeken bevestigen voor het aanvragen en ontvangen van gegevens door verschillende apparaten in het
netwerk.
Hoe zoek ik IP-adressen?
Voor Windows-gebruikers
1
Klik op of op Start en klik op Uitvoeren.
2 Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren.
3 Druk op Enter of klik op OK.
4 Typ ipconfig en druk op Enter.
Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.0.100.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Ga in het Apple-menu naar:
Over deze Mac > Meer Info
2 Selecteer Netwerk in het deelvenster Inhoud.
3 Als u verbinding hebt gemaakt via een draadloos netwerk, kiest u AirPort in de lijst Actieve voorzieningen.
Het IP-adres van de printer zoeken
•
Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af.
Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP.
• Controleer de printerinstellingen.
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellen >
OK
> Netwerkconfiguratie >
OK
> Draadloos 802.11 b/g/n >
OK
> Netwerkverbinding instellen >
OK
> TCP/IP >
OK
> IP-adres >
OK
Hoe worden IP-adressen toegewezen?
Een IP-adres kan automatisch door het netwerk worden toegewezen met DHCP. Nadat de printer is geconfigureerd op
een computer, worden alle afdruktaken op de computer via het netwerk verzonden naar de printer met dit adres.
Als het IP-adres niet automatisch wordt toegewezen tijdens de draadloze installatie, kunt u het adres en andere
netwerkgegevens handmatig opgeven nadat u de printer hebt geselecteerd in de beschikbare lijst.
Netwerk 91