Operation Manual

3 Plaats de ADI-lade terug en druk de lade stevig vast totdat u een klik.
4 Raak OK aan of druk op
OK
afhankelijk van uw printermodel.
Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd
Probeer een of meer van de volgende oplossingen wanneer papier of speciaal papier verkeerd, scheef of met meerdere
vellen tegelijk wordt ingevoerd, of vellen aan elkaar vastkleven. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
CONTROLEER DE STAAT VAN HET PAPIER
Gebruik alleen nieuw en ongekreukeld papier.
CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET PAPIER
Plaats een kleinere hoeveelheid papier in de printer.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven in de printer. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn
geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.)
Controleer de instructies voor het plaatsen het papier of speciaal papier.
VERWIJDER ELKE PAGINA ZODRA DEZE IS AFGEDRUKT
PAS DE PAPIERGELEIDERS AAN HET GEPLAATSTE PAPIER AAN
Problemen met afdrukken oplossen
“Slechte kwaliteit aan de randen van het papier” op pagina 146
“Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding” op pagina 147
“Lage afdruksnelheid” op pagina 148
“Computer wordt trager tijdens het afdrukken” op pagina 148
Slechte kwaliteit aan de randen van het papier
Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
Problemen oplossen 146