Operation Manual
6 Selecteer de kopieermodus:
• Druk op om over te schakelen naar de kleurenmodus.
• Druk op om over te schakelen naar de zwart-witmodus.
Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden.
7 Druk op .
Opmerking: de geselecteerde kopieerinstellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen als de printer twee
minuten inactief is.
Identiteitskaart kopiëren
1 Plaats normaal A4- of Letter-papier in de printer.
2 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Kopiëren >
OK
> Kopie identiteitskaart
3 Druk op en plaats de identiteitskaart met de voorkant naar beneden op de plaatsingsaanduiding van de glasplaat.
4 Druk op .
5 Blader met de pijl naar links of rechts naar Ja en druk vervolgens op
OK
als u wordt gevraagd of u de achterkant
van de identiteitskaart wilt kopiëren.
6 Plaats de achterkant van de identiteitskaart met de bedrukte zijde naar beneden op de plaatsingsaanduiding van
de glasplaat en druk op
.
Afbeeldingen vergroten of verkleinen
1 Plaats papier in de printer.
2 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Kopiëren >
OK
> Schalen
4 Blader met de pijl naar links of rechts naar de gewenste schaalinstelling.
Opmerkingen:
• Als u Aangepast % selecteert, drukt u op
OK
en vervolgens op de pijl naar links of rechts om een aangepast
percentage selecteren. Druk op
OK
om de instelling op te slaan.
• Als u Zonder rand selecteert, verkleint of vergroot de printer het document of de foto om een kopie zonder
rand af te drukken op het papierformaat dat u hebt geselecteerd. Voor optimale resultaten met deze
instelling moet u fotopapier gebruiken en de papiersoort instellen op Foto.
• Als u Passend op pagina selecteert, wordt de schaal van het document of de foto proportioneel aangepast
aan het formaat van de pagina.
5 Druk op .
Kopiëren 50