Intuition S500 Series Gebruikershandleiding Januari 2010 Machinetype(n): 4443 Model(len): 301, 30E, 31n, 3En, 30p www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................5 Over de printer....................................................................................6 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen..........................................................................................................6 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................................
Afdrukken..........................................................................................31 Tips voor afdrukken............................................................................................................................................................31 Standaarddocumenten afdrukken................................................................................................................................31 Speciale documenten afdrukken...........................................
Geavanceerde draadloze installatie..............................................................................................................................72 Veelgesteld vragen over netwerken.............................................................................................................................79 Printer onderhouden.......................................................................91 Inktcartridges onderhouden....................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit de stroomkabel aan op een stopcontact dat zich dichtbij het product bevindt en eenvoudig toegankelijk is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen. Dit product is samen met specifieke onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen.
Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's afdrukken met minder cartridges. • Reinig de printerkop.
Gewenste informatie Locatie Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik Gebruikershandleiding van de printer. De Gebruikershandleiding is beschikbaar op de cd met installatiesoftware.
Gewenste informatie Locatie Garantie-informatie De garantie-informatie verschilt per land of regio: • In de VS: raadpleeg de beperkte garantieverklaring bij deze printer of op http://support.lexmark.com. • Rest van de wereld: raadpleeg de gedrukte garantieverklaring bij de printer voor meer informatie. Onderdelen van de printer Onderdeel Functie 1 Hendel voor papieraanpassing De papiergeleiders aanpassen. 2 Papiersteun Papier in de printer plaatsen.
Onderdeel Functie 1 Scannerklep Toegang krijgen tot de glasplaat. 2 Glasplaat Documenten en foto's scannen en kopiëren. 3 USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel. Let op—Kans op beschadiging: raak het aangegeven gedeelte niet aan, tenzij u een USB- of installatiekabel aansluit of losmaakt.
Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Paginarendementen beschikbaar op www.lexmark.com/pageyields. Gebruik alleen inktcartridges van Lexmark voor optimale resultaten.
Officiële Lexmark inktcartridges gebruiken Lexmark printers en inktcartridges zijn ontworpen om gezamenlijk uitmuntende afdrukkwaliteit te leveren. Onze inkten zijn ontworpen voor gebruik in combinatie met uw printer en dragen bij aan een langere levensduur van uw product. U kunt het beste alleen officiële Lexmark inktcartridges gebruiken.
Als de cartridge wordt geleverd met een afsluitdopje, volgt u de aanwijzingen in de onderstaande afbeeldingen. Als de cartridge wordt geleverd met een draaidopje, volgt u de aanwijzingen in onderstaande afbeeldingen. 5 Installeer de afzonderlijke cartridges. Gebruik twee handen om de zwarte inktcartridge te installeren. Opmerking: installeer de nieuwe inktcartridges direct nadat u de beschermende dop hebt verwijderd om te voorkomen dat de inkt wordt blootgesteld aan lucht. 6 Sluit de printer.
Papier en andere supplies bestellen Bezoek onze website op www.lexmark.com als u supplies wilt bestellen of een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken. Onderdeel Artikelnummer USB-kabel 1021294 Ga naar www.lexmark.com voor meer informatie. Papier Papierformaat Lexmark fotopapier Lexmark PerfectFinish fotopapier • • • • Letter • • • • Letter A4 4 x 6 inch L A4 4 x 6 inch L Opmerkingen: • De beschikbaarheid verschilt per land of regio.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer aangegeven: Programma 1 Functie Aan/uit • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de spaarstand. Opmerking: Als de printer is ingeschakeld, drukt u op om over te schakelen naar de spaarstand. Houd drie seconden ingedrukt om de printer uit te schakelen.
Programma Functie 7 Starten Een afdruk-, scan- of kopieertaak starten, afhankelijk van de geselecteerde modus. 8 Dubbelzijdig/Ecomodus Activeer Dubbelzijdig om de volgende bewerkingen te kunnen uitvoeren: • Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). Activeer Ecomodus om de volgende bewerkingen te kunnen uitvoeren: • Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). • Overschakelen naar de Spaarstand als de printer 10 minuten niet wordt gebruikt.
Tijdelijke instellingen wijzigen in nieuwe standaardinstellingen De volgende menu's worden hersteld naar de standaardinstellingen na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld.
De herstelfunctie voor instellingen uitschakelen U kunt de herstelfunctie voor instellingen uitschakelen als u niet wilt dat de printer de standaardinstellingen herstelt na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld. 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Apparaatinstelling en druk op .
Fabrieksinstellingen herstellen Als u de standaardfabrieksinstellingen herstelt, worden alle printerinstellingen verwijderd die u hebt geselecteerd. Menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Standaardwaarden en druk op . 3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Standaardwaarden instellen en druk op 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Fabrieksinstellingen en druk op . .
Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • Microsoft Windows 7 (alleen via het web)1 Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Microsoft Windows 2000 (SP4 of hoger) Macintosh PowerPC OS X 10.3.9 of hoger Macintosh Intel OS X 10.4.4 of hoger Linux Ubuntu 8.04 LTS en 8.10 (alleen via het web)1 Linux OpenSUSE 11.0 en 11.
Printersoftware Onderdeel Functie LexmarkTM printerstartpagina • • • • • • • • • • • (wordt de printerstartpagina genoemd) Lexmark Fast Pics Toepassingen of programma's starten. Fax Solutions Software openen. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken. Documenten scannen naar PDF. Instellingen aanpassen voor de printer. Supplies bestellen. Inktcartridges onderhouden. Een testpagina afdrukken. De printer registreren. Contact opnemen met technische ondersteuning.
Onderdeel Functie Lexmark Servicecentrum • Problemen met de printer oplossen. • Onderhoudsfuncties van de printer weergeven. • Contact opnemen met technische ondersteuning. (wordt Servicecentrum genoemd) Opmerkingen: • Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • U wordt wellicht gevraagd dit programma te installeren vanaf het web, afhankelijk van uw printermodel.
Er worden tijdens de installatie van de software van de printer ook andere toepassingen geïnstalleerd. Deze toepassingen worden opgeslagen in de printermap in de Finder na de installatie. 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram van de toepassing die u wilt gebruiken. Onderdeel Functie Lexmark Takencentrum • Documenten en foto's scannen. • Instellingen voor scantaken aanpassen.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Printerhulpprogramma. 3 Klik op Klantenondersteuning op het tabblad Webkoppelingen. 4 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma. 5 Installeer aanvullende of optionele software. Printersoftware bijwerken (alleen Windows) Controleren op software-updates 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te verwijderen. 5 Start de computer opnieuw op wanneer het verwijderproces is voltooid. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Verwijder. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te verwijderen.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de printer plaatsen 1 Waaier het papier los. 2 Plaats het papier in het midden van de papiersteun. 3 Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. Opmerking: Duw het papier niet te ver in de printer. Het papier moet vlak in de papiersteun liggen en de randen moeten langs beide papiergeleiders liggen. 4 Selecteer of controleer de papierinstellingen op het bedieningspaneel van de printer.
Richtlijnen voor papier en special afdrukmateriaal Maximumaantal: Controleer het volgende: 100 vellen normaal papier • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven. • Het briefhoofdpapier wordt met de afdrukzijde naar boven en met de bovenkant naar voren in de printer ingevoerd. 25 vellen extra zwaar, mat papier • De afdrukzijde van het papier is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
Maximumaantal: Controleer het volgende: 10 enveloppen • De afdrukzijde van de envelop is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van de enveloppen geschoven. • U drukt de enveloppen af met de afdrukstand Liggend. Opmerking: Als u post verstuurt binnen Japan, kan de envelop in de staande afdrukstand worden afgedrukt met de locatie voor de postzegel in de rechterbenedenhoek of in de liggende afdrukstand met de locatie voor de postzegel in de linkerbenedenhoek.
Maximumaantal: Controleer het volgende: 25 vellen glossy of fotopapier • De afdrukzijde van het papier is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven. • De afdrukkwaliteit Automatisch, Normaal of Foto is geselecteerd. Opmerking: De modus Concept is beschikbaar, maar wordt niet aanbevolen voor gebruik met duur papier zoals extra, zwaar mat papier, etiketten, fotokaarten en glossy papier.
c Druk op de pijl omhoog of omlaag om het standaardformaat voor het afdrukken van foto's te selecteren voor de printer en druk op 3 Druk op . tot Instellen wordt gesloten of druk op een andere modustoets. Originele documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep en plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Sluit de scannerklep.
Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Selecteer de instelling voor afdrukken zonder rand bij het afdrukken van foto's. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken 1 Plaats papier in de printer.
Afgedrukte exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt.
3 Selecteer een paginavolgorde in het gedeelte Exemplaren op het tabblad Printerinstelling: • Selecteer Laatste pagina eerst afdrukken om de laatste pagina als eerste af te drukken. • Schakel het selectievakje Laatste pagina eerst afdrukken uit als u de eerste pagina als eerste wilt afdrukken. Opmerking: Als dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, kunt u de laatste pagina niet als eerste afdrukken. Als u de afdrukvolgorde wilt wijzigen, moet u eerst dubbelzijdig afdrukken uitschakelen.
6 Selecteer een richting en klik op OK. 7 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. • Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal paginabeelden op dat op één vel papier moet worden afgedrukt. • Selecteer een Lay-outrichting in het menu Lay-outrichting. • Als u een rand wilt afdrukken rond elke pagina-afbeelding, kiest u een optie in het voorgrondmenu Rand. 8 Klik op Druk af.
Speciale documenten afdrukken Enveloppen afdrukken 1 Plaats de enveloppen in de printer. 2 Verzend de afdruktaak: Voor gebruikers van Windows a b c d Open een document en klik op Bestand Afdrukken. Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. Selecteer Normaal papier in de lijst Papiersoort op het tabblad Printerinstelling. Selecteer in de lijst Papierformaat het formaat van de enveloppen.
c Selecteer in de lijst Papierformaat op het tabblad Printerinstelling een papierformaat dat overeenkomt met het formaat van het etiketvel. Stel een aangepast papierformaat in als er geen passend papierformaat is. Selecteer zo nodig een papiersoort in de lijst Papiersoort. d Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. e Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers a b c d e Open een document en klik op Archief > Druk af.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en klik op Archief > Druk af. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Printer. 3 Klik zo nodig op het driehoekje. 4 Selecteer Aantal en pagina's in het voorgrondmenu met afdrukopties en klik op Pagina-instelling. 5 Selecteer in het voorgrondmenu Instellingen of Papierformaat de optie Aangepast papierformaat of Beheer aangepaste formaten. 6 Pas de instellingen naar wens aan om een aangepast formaat te maken. 7 Klik op OK. 8 Klik op Druk af.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar het opslagapparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. 2 Controleer of Geheugenkaart gevonden of Apparaat voor massaopslag wordt weergegeven op de display. Opmerkingen: • Als de printer het opslagapparaat niet herkent, verwijdert u het apparaat en plaatst u het weer terug in de printer.
3 Plaats een geheugenkaart, flashstation of digitale camera die is ingesteld voor massaopslag. Als er afbeeldingsbestanden en documentbestanden zijn opgeslagen op het opslagapparaat, drukt u op Foto's te selecteren. 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto's afdrukken en druk op om . 5 Druk op de pijl omhoog of omlaag om een instelling voor het afdrukken van foto's te selecteren en druk op .
Locatie Handelingen Kleureneffect Selecteren of u een foto wilt afdrukken in zwart-wit, sepia, antiekbruin of antiekgrijs. Kaders Een kader voor de foto selecteren. 7 Selecteer met de pijltoetsen. 8 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar en druk op . 9 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar en druk op . 10 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen: a Druk nogmaals op . b Selecteer met de pijltoetsen. c Druk op om de selecties op te slaan.
c Draag de foto's over of druk de foto's af: • Voor Windows-gebruikers Fast Pics wordt automatisch gestart nadat er verbinding is gemaakt. Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken. • Voor Macintosh-gebruikers Selecteer Ja om afbeeldingen weer te geven vanaf het opslagapparaat. Netwerkkaartlezer wordt geopend op de computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken.
3 Als de PictBridge-verbinding tot stand is gebracht, wordt het volgende bericht op de display weergegeven: Gebruik camera om foto's te selecteren en af te drukken. Kies OK om standaardafdrukinstellingen te selecteren. 4 Als u de standaardafdrukinstellingen wilt wijzigen: a Druk op om het menu PictBridge te openen. b Druk op de pijltoetsen om het papierformaat, de papiersoort, het fotoformaat en de indeling te selecteren elke keer nadat u een keuze hebt gemaakt. voor de foto's die u wilt afdrukken.
10 Plaats fotopapier in de printer. Opmerking: controleer of het papier overeenkomt met het formaat dat u hebt geselecteerd op het controlevel. 11 Druk op Kleur/Zwart-wit om een kleuren- of zwart-witfax te selecteren. Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden. 12 Druk op om de foto's af te drukken. Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Wanneer u voor de eerste keer een afdruktaak verzendt vanaf een Bluetooth-apparaat, moet u een verbinding instellen tussen de printer en het Bluetooth-apparaat. U moet in de volgende gevallen de verbinding opnieuw instellen: • U hebt de standaardinstellingen van de printer hersteld. • U hebt het Bluetooth-beveiligingsniveau of -wachtwoord gewijzigd. • Het Bluetooth-apparaat dat u gebruikt, vereist dat gebruikers voor elke afdruktaak opnieuw een Bluetoothverbinding instellen.
Het Bluetooth-beveiligingsniveau instellen 1 Plaats een Bluetooth USB-adapter in de USB-poort. Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Opmerking: er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Bluetooth-conf. en druk op de knop 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Beveiligingsniveau en druk op . .
1 Plaats een Bluetooth USB-adapter in de USB-poort. Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, aansluitingen, de USB Bluetooth-adapter of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan tijdens het afdrukken, lezen of schrijven vanaf een Bluetoothapparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. Opmerkingen: • er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd.
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) De automatische duplexeenheid, alleen beschikbaar op geselecteerde printermodellen, ondersteunt A4- en Letterpapier. Als u een model zonder automatische duplexeenheid hebt aangeschaft, of als u dubbelzijdig wilt afdrukken op andere papierformaten, kunt u de instructies gebruiken voor het handmatig afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig) van het papier.
Staand Liggend • Voor Inbinden aan korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend). Staand Liggend 5 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Geavanceerde opties, afhankelijk van uw besturingssysteem. 6 Klik zo nodig op het driehoekje. 7 Selecteer de droogtijd. In regio's met een hoge luchtvochtigheid moet u Langer selecteren. 8 Klik op Druk af.
6 Draai het papier om en plaats het terug in de printer en volg hierbij de aanwijzingen op het instructievel om de afdruktaak te voltooien. Opmerking: Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Geavanceerd uit als u weer enkelzijdig wilt afdrukken. Selecteer Uit in het voorgrondmenu in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en klik op Archief > Druk af. 2 Selecteer Papierafhandeling in het menu met afdrukopties.
Afdruktaken beheren Stel de printer in als standaardprinter De printer moet automatisch worden geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken wanneer u een afdruktaak verzendt. Als u de printer handmatig moet selecteren, is het niet de standaardprinter. De standaardprinter instellen: Voor gebruikers van Windows 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend.
3 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Kwaliteit & media, afhankelijk van uw besturingssysteem. 4 Selecteer in het menu Afdrukkwaliteit de afdrukmodus Snel afdrukken. 5 Selecteer Bewaar als in het voorgrondmenu Voorinstellingen en geef een naam op voor uw configuratie. U moet deze configuratienaam voor elke afdruktaak selecteren in het voorgrondmenu Voorinstellingen.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Klik op het printerpictogram in het Dock. Het wachtrijvenster wordt weergegeven. 2 Onderbreek de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt onderbreken, selecteert u de documentnaam en klikt u op Stel uit. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt onderbreken, klikt u op Stop printer of Stop afdruktaken, afhankelijk van het besturingsysteem. Afdruktaken hervatten Voor gebruikers van Windows 1 Klik op of klik op Start en Uitvoeren.
Afdruktaken annuleren Druk op om een afdruktaak te annuleren vanaf het bedieningspaneel van de printer. U annuleert als volgt een afdruktaak vanaf de computer: Voor gebruikers van Windows 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Openen of Afdruktaken weergeven.
Kopiëren Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto opnieuw afdrukken. 5 Blader met de pijl naar links of rechts naar het gewenste fotoformaat. 6 Druk op . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Opmerkingen: • Als u Aangepast % selecteert, drukt u op en vervolgens pijl naar links of rechts om het gewenste aangepaste percentage selecteren. Druk op om de instelling op te slaan. • Als u Zonder rand selecteert, verkleint of vergroot de printer het document of de foto om een kopie zonder rand af te drukken op het papierformaat dat u hebt geselecteerd.
Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel van de printer Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Pagina's per vel. 5 Druk op de pijl naar links of rechts om het aantal pagina's te selecteren dat op een vel papier moet worden afgedrukt. U kunt één, twee of vier paginabeelden kopiëren op één vel. Opmerking: als u vier pagina's kopieert in liggende indeling, moet u eerst pagina 3 en 4 scannen en vervolgens pagina 1 en 2. 6 Druk op .
6 Plaats de volgende pagina van het document: • Als u een enkelzijdig document kopieert, plaatst u de volgende pagina met de bedrukte zijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. • Als u een dubbelzijdig document kopieert, draait u het originele document om en plaatst u het opnieuw met de bedrukte zijde omhoog in de automatische documentvoer of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Scannen Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt automatisch een lijst met scantoepassingen gedownload. • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Voer de pincode in met de pijltoetsen. Druk op nadat u een cijfer hebt ingevoerd. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer.
Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt automatisch een lijst met scantoepassingen gedownload. • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Voer de pincode in met de pijltoetsen. Druk op nadat u een cijfer hebt ingevoerd. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer.
7 Als u meerdere afbeeldingen wilt scannen, selecteert u Prompt voor meerdere pagina's. 8 Klik op Voorbeeld/bewerken. Het dialoogvenster Scan wordt weergegeven. 9 Pas de afbeelding en scaninstellingen naar wens aan. 10 Klik op Scannen. Documenten in een bewerkingstoepassing scannen Met een OCR-toepassing (Optical Character Recognition) kunt u een origineel tekstdocument dat is gescand, bewerken.
7 Klik op Scannen. 8 Open het gescande document vanuit een tekstverwerkingstoepassing om het te bewerken. Rechtstreeks scannen naar e-mail met de printersoftware Voor Windows-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Selecteer Printerstartpagina. 5 Kies uw printer in de keuzelijst met printers.
Scannen naar een PDF Voor Windows-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Selecteer Printerstartpagina. 5 Kies uw printer in de keuzelijst met printers. 6 Klik op PDF. De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven. 7 Sla het document op als een PDF.
Waarom moet ik een pincode opgeven? Pincodes vormen een beveiligingsmaatregel waarmee kan worden voorkomen dat gescande gegevens op bepaalde locatie terechtkomen of dat anderen de gescande gegevens kunnen weergeven of gebruiken. Mogelijk moet u een pincode opgeven als dit vereist is voor de netwerkcomputer waarnaar u scant. Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem voor informatie over het toewijzen van pincodes aan netwerkcomputers.
Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer bevat een draadloze IEEE 802.11n-afdrukserver. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Ondersteunde netwerkbeveiligingsopties De printer ondersteunt drie draadloze beveiligingsopties: geen beveiliging, WEP en WPA/WPA2. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken. WPA-beveiliging is alleen een optie voor infrastructuurnetwerken met draadloze toegangspunten en netwerkkaarten die WPA ondersteunen. De meeste nieuwere draadloze-netwerkapparatuur biedt ook WPA2-beveiliging als optie. Opmerking: Als uw netwerk WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt, selecteert u WPA-Personal wanneer u wordt gevraagd het type beveiliging van uw netwerk te selecteren.
Printer installeren op een draadloos netwerk Voordat u de printer installeert op een draadloos netwerk, moet u het volgende controleren: • Uw draadloze netwerk is ingesteld en werkt correct. • De computer die u gebruikt, is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren. Voor gebruikers van Windows 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Installeer. 4 Selecteer De printer is al geconfigureerd. Ik installeer de printer op een nieuwe computer. 5 Klik op Doorgaan en volg de aanwijzingen op het scherm om een geconfigureerde printer te installeren op een nieuwe computer.
Printer toevoegen aan het draadloze netwerk 1 Volg de aanwijzingen om de printer in te stellen voor uw draadloze netwerk. Stop wanneer u wordt gevraagd een netwerk te selecteren. 2 Als de box over een knop voor koppeling/registratie beschikt op de achterkant, moet u op deze knop drukken voordat u een netwerk selecteert. Opmerking: nadat u op de knop hebt gedrukt, hebt u vijf minuten de tijd om de printerinstallatie te voltooien. 3 Ga nu verder met de aanwijzingen op het computerscherm.
Typ het statisch IP-adres in het adresvak van de webbrowser en druk op Enter om te controleren of het adres correct is toegewezen. De webpagina van de printer wordt geladen als het adres is toegewezen. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie. Draadloze instellingen wijzigen na de installatie U wijzigt als volgt draadloze instellingen van de printer, zoals het geconfigureerde netwerk, de beveiligingssleutel en andere instellingen: Voor gebruikers van Windows 1 Klik op of Start.
Windows Vista: 1 Klik op . 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Netwerk en internet. 4 Klik onder Netwerkcentrum op Verbinding met een netwerk maken. 5 Klik op Een verbinding of netwerk instellen als u wordt gevraagd om een netwerk te selecteren waarmee u verbinding wilt maken. 6 Klik op Draadloos ad-hocnetwerk (computer-naar-computer) instellen als u wordt gevraagd om een verbindingsmethode te selecteren en klik op Volgende. 7 Volg de aanwijzingen in de wizard Draadloos ad-hocnetwerk instellen.
6 Klik op Inschakelen als deze optie wordt weergegeven in het snelmenu. Opmerking: als Uitschakelen wordt weergegeven, is de draadloze verbinding al ingeschakeld. 7 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding. 8 Klik op Eigenschappen. 9 Klik op de tab Draadloze netwerken. Opmerking: Als het tabblad Draadloze netwerken niet wordt weergegeven, is er software van derden op de computer geïnstalleerd waarmee de instellingen voor draadloze netwerken worden beheerd.
25 Wanneer de beschikbare netwerken worden weergegeven, geeft u de netwerknaam en beveiligingsgegevens op die u hebt gemaakt in stap 13. Het installatieprogramma configureert de printer voor gebruik met uw computer. 26 Bewaar een kopie van de netwerknaam en de beveiligingsgegevens op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
5 Klik op de koppeling Hulpprogramma voor draadloze configuratie. 6 Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: computers met Windows Vista moeten mogelijk opnieuw verbinding maken met het ad-hocnetwerk nadat de computer opnieuw is opgestart. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm.
5 Klik op de koppeling Hulpprogramma voor draadloze configuratie. 6 Volg de aanwijzingen om de printer draadloos in te stellen. Opmerking: u hoeft tijdens de draadloze configuratie de USB-kabel waarmee de printer is aangesloten op de computer, niet los te maken. Printer lokaal gebruiken (USB) 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Wacht een ogenblik tot Windows het stuurprogramma heeft gevonden en voltooi het instellen van de printer. Opmerking: u de printer draadloos blijven gebruiken.
Mac OS X 10.4 en eerder a Selecteer in de Finder Ga > Hulpprogramma's. b Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. De printerlijst wordt weergegeven. c Selecteer de printer die u wilt gebruiken. 3 Als er geen twee afdrukwachtrij is gemaakt, moet u de printer handmatig toevoegen. Mac OS X 10.5 a Klik op +. b Selecteer een printer in de lijst en klik vervolgens op Voeg toe. Mac OS X 10.4 en eerder a Klik op Voeg toe.
3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. b c d e f Klik met de rechtermuisknop op de naam van de printer. Klik op Eigenschappen. Klik op de tab Poorten en vervolgens op Poort toevoegen. Selecteer Local Port en klik op de knop Nieuwe poort. Typ de UNC-naam voor de poort (Universal Naming Convention; uniforme naamgevingsregels).
De printer ondersteunt de volgende verbindingsmethoden voor draadloze netwerken: • Pincode: bij deze methode wordt de pincode van de printer ingesteld bij de draadloze instellingen van het draadloze toegangspunt. • Configuratie met drukknop: hierbij moeten binnen een bepaalde periode een knop op de printer en een knop op het draadloze apparaat worden ingedrukt.
Veel netwerkadapters leveren een programma waarmee u de draadloze instellingen van uw computer, waaronder de SSID, kunt weergeven. Controleer uw computer om te zien of er een programma is geïnstalleerd met uw netwerkadapter. Als u de SSID niet kunt vinden met deze methoden, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
• Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem. Scenario 2: Draadloos netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt of draadloze router. • Het draadloze toegangspunt verbindt het netwerk met internet via een DSL- of een kabelmodem. Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt.
Scenario 4: Computer draadloos verbonden met een printer zonder toegang tot internet • Een computer is rechtstreeks aangesloten op een printer en wordt niet via een draadloze router geleid. • Deze configuratie word een ad-hocnetwerk genoemd. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet. Opmerking: De meeste computers kunnen niet met meerdere draadloze netwerken tegelijk verbinding maken.
2 Sluit de kleine, vierkante stekker aan op de printer. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken? Er zijn twee soorten draadloze netwerken: infrastructuur en ad-hoc. In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een draadloze router (draadloos toegangspunt).
Infrastructuurmodus is de aanbevolen installatiemethode vanwege de volgende redenen: • • • • Verbeterde netwerkbeveiliging Verbeterde betrouwbaarheid Snellere prestaties Eenvoudigere installatie Signaalsterkte bepalen Draadloze apparaten hebben een ingebouwde antenne die radiosignalen verzendt en ontvangt. De signaalsterkte die wordt weergegeven op de netwerkconfiguratiepagina van de printer geeft aan hoe sterk een verzonden signaal wordt ontvangen. Veel factoren hebben invloed op de signaalsterkte.
VERWIJDER OBJECTEN DIE TUSSEN HET TOEGANGSPUNT EN DE PRINTER GEPLAATST ZIJN Het draadloze signaal van uw toegangspunt kan door de meeste objecten heen worden verzonden. De meeste muren, vloeren, meubels en andere objecten zullen het draadloze signaal niet blokkeren. Er zijn echter materialen waar het signaal niet doorheen kan worden verzonden. Objecten met metaal en beton kunnen het signaal blokkeren. Plaats de printer en het toegangspunt zo dat het signaal niet wordt geblokkeerd door dergelijke objecten.
c Klik op OK. d Klik op de hoofdpagina op Draadloos of een andere optie waar de instellingen worden opgeslagen. De SSID wordt weergegeven. e Noteer de SSID. Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 2 Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Zoek in het gedeelte draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk.
4 Klik op de hoofdpagina op Draadloos of een andere optie waar de instellingen worden opgeslagen. De SSID wordt weergegeven. 5 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel/het WPA-wachtwoord (indien weergegeven). Opmerkingen: • Noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
Het label met het MAC-adres vindt u aan de binnenkant van de printer. Het MAC-adres van de interne afdrukserver bestaat uit een reeks letters en cijfers. Andere apparaten gebruiken soms een ander type MAC-adres dat Universally Administered Address (UAA) wordt genoemd. Opmerking: Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een toegangspunt (router) zodat alleen apparaten met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken. Dit wordt filteren op MAC-adres genoemd.
Aangezien computers geen woorden begrijpen en in plaats daarvan getallen gebruiken om te communiceren, is voor TCP/IP vereist dat elk apparaat op een netwerk dat TCP/IP gebruikt voor communicatie een IP-adres heeft. IPadressen zijn unieke computernamen met een numerieke indeling die worden gebruikt om gegevens te verzenden via een netwerk. Met IP-adressen kan TCP/IP verzoeken bevestigen voor het aanvragen en ontvangen van gegevens door verschillende apparaten in het netwerk.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Onderhoud en druk op . 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Printer uitlijnen en druk op . Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Opmerking: verwijder de uitlijningspagina pas als deze volledig is afgedrukt. Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Selecteer Printerstartpagina.
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Printerkop reinigen of Printerkop diep reinigen en druk op . Er wordt een reinigingspagina afgedrukt. Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer Printerstartpagina. 4 Klik op Cartridges reinigen op het tabblad Onderhoud. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's.
Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een werkend stopcontact. • Controleer of de printer niet is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, UPS-systeem of verlengsnoer. • Controleer of de printer is ingeschakeld. • Controleer of de printer stevig is aangesloten op de hostcomputer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt.
Installatieproblemen oplossen • • • • • • • • “Onjuiste taal wordt weergegeven op de display” op pagina 95 “Printerkopfouten” op pagina 95 “Software is niet geïnstalleerd” op pagina 97 “Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 97 “Printer drukt lege pagina's af” op pagina 98 “Printer is bezet of reageert niet” op pagina 99 “Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 99 “Kan niet afdrukken via USB” op pagina 99 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display
VERWIJDER DE PRINTERKOP EN PLAATS DE PRINTERKOP TERUG IN DE PRINTER 1 Open de printer en til het deksel op. 2 Verwijder de printerkop. Let op—Kans op beschadiging: raak de spuitopeningen van de printerkop niet aan. 3 Veeg de contactpunten van de printerkop schoon met een schone, pluisvrije doek. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en sluit de klem tot deze vastklikt. 5 Sluit de printer.
Software is niet geïnstalleerd Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
CONTROLEER OF DE AFDRUKTAAK NIET IS ONDERBROKEN CONTROLEER OF DE PRINTER IS INGESTELD ALS DE STANDAARDPRINTER MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN 1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan. 3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.
5 Blader met de pijltoetsen naar Printerkop diep reinigen en druk op . Er wordt een reinigingspagina afgedrukt. 6 Blader met de pijltoetsen naar Printer uitlijnen en druk op . Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Opmerking: verwijder de uitlijningspagina pas als deze volledig is afgedrukt.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort is aangegeven met een USB-symbool. Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer. Mogelijk hebt u de kabel aangesloten op een defecte poort. CONTROLEER OF DE USB-POORT IS INGESCHAKELD IN WINDOWS 1 Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. 2 Typ devmgmt.msc in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK.
3 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 4 Druk op om de printer weer aan te zetten. Er is papier vastgelopen in de papiersteun Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Druk op om de printer uit te zetten. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
3 Plaats de duplexeenheid terug in de printer. 4 Raak GEREED aan of druk op , afhankelijk van het printermodel. 5 Ga verder met de afdruktaak op de computer. Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen wanneer papier of speciaal papier verkeerd, scheef of met meerdere vellen tegelijk wordt ingevoerd, of vellen aan elkaar vastkleven.
Slechte kwaliteit aan de randen van het papier Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE MINIMUMINSTELLINGEN VOOR AFDRUKKEN Als u de functie voor afdrukken zonder rand niet gebruikt, zijn dit de aanbevolen minimuminstellingen: • Linker- en rechtermarge: – 6,35 mm (0,25 inch) voor Letter-papier – 3,37 mm (0,133 inch) voor alle papierformaten, behalve Letter • Bovenmarge: 1,7 mm • Ondermarge
LIJN DE PRINTERKOP UIT REINIG DE SPUITOPENINGEN VAN DE PRINTERKOP OF VOER EEN DIEPTEREINIGING UIT Opmerking: als de strepen of lijnen niet verdwijnen van de afbeeldingen met deze oplossingen, neemt u contact op met de technische ondersteuning. Lage afdruksnelheid Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: VERHOOG DE VERWERKINGSSNELHEID VAN DE COMPUTER • Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.
• “Scan is mislukt” op pagina 106 • “Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen” op pagina 106 • “Kan niet scannen naar een computer via een netwerk” op pagina 107 Kopieerapparaat of scanner reageert niet Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: STEL DE PRINTER IN ALS STANDAARDPRINTER VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW Scannereenheid sluit niet 1 Til de sca
Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd of gescand Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: ZORG DAT HET DOCUMENT OF DE FOTO MET DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN IN DE RECHTERBENEDENHOEK VAN DE GLASPLAAT IS GEPLAATST SELECTEER EEN PAPIERFORMAAT IN DE PRINTERSOFTWARE DAT OVEREENKOMT MET HET GEPLAATSTE PAPIERFORMAAT DE INSTELLING ORIGINEEL MOET OVEREENKOMEN MET HET FORMAAT VAN HET ORIG
Kan niet scannen naar een computer via een netwerk Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER EN DOELCOMPUTER BEIDE MET HETZELFDE NETWERK VERBONDEN ZIJN CONTROLEER OF DE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD OP DE DOELCOMPUTER Problemen met geheugenkaarten oplossen • • • • “Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen” op pagina 107 “Er gebeurt niets wanneer de geheugen
CONTROLEER DE NETWERKVERBINDING Als de printer en de computer via een netwerk met elkaar verbonden zijn, controleert u of communicatie mogelijk is tussen de juiste host en het juiste apparaat. Selecteer de printer vanaf de computer of de computer vanaf de printer.
• • • • • • • • • • • “Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter” op pagina 110 “De knop Doorgaan is niet beschikbaar” op pagina 114 “Kan niet afdrukken en er is een firewall aanwezig op de computer” op pagina 115 “Wi-Fi-aanduiding brandt niet” op pagina 115 “WiFi-lampje brandt groen, maar de printer drukt niet af (alleen Windows)” op pagina 116 “WiFi-aanduiding brandt nog steeds oranje” op pagina 117 “Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie” op pagina 118 “Draadloze afdrukserver is n
Instellingen voor draadloze netwerken herstellen naar standaardwaarden 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk op de pijltoetsen om naar Netwerkconfiguratie te bladeren en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen om naar Netwerkadapter opnieuw instellen op standaardfabrieksinstellingen te bladeren en druk op 4 Druk op de pijltoetsen om naar Ja te bladeren en druk op . . De draadloze instellingen van de printer zijn hersteld naar de standaardwaarden.
Als uw draadloze toegangspunt WPA-beveiliging (WiFi Protected Access) gebruikt, moet het WPA-wachtwoord de volgende kenmerken hebben: • 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig. of • Precies 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. Opmerking: raadpleeg de documentatie van het draadloze netwerk of neem contact op met de persoon die het draadloze netwerk heeft opgezet als u niet beschikt over deze gegevens.
CONTROLEER OF DE COMPUTER IS VERBONDEN MET HET DRAADLOZE TOEGANGSPUNT (DRAADLOZE ROUTER) • Open uw webbrowser en ga naar een willekeurige site om te controleren of u toegang hebt tot internet. • Als er andere computers of bronnen zijn verbonden met het draadloze netwerk, controleert u of u hiertoe toegang hebt vanaf uw computer.
3 Klik op AirPort. De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden, wordt weergegeven in het voorgrondmenu Netwerknaam. 4 Noteer de SSID. Mac OS X 10.4 en eerder 1 Selecteer in de Finder Ga > Programma's. 2 Dubbelklik in de map Programma's op Internetverbinding. 3 Klik op de werkbalk op AirPort. De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden, wordt weergegeven in het voorgrondmenu Netwerk. 4 Noteer de SSID.
De knop Doorgaan is niet beschikbaar Probeer de volgende oplossingen in de volgorde waarin ze worden vermeld tot de knop Doorgaan actief wordt en u op de knop kunt klikken: CONTROLEER OF DE USB-KABEL STEVIG IS AANGESLOTEN OP DE USB-POORT OP DE PRINTER EN OP DE COMPUTER USB-poorten zijn gemarkeerd met het symbool . CONTROLEER OF DE PRINTER IS AANGESLOTEN EN INGESCHAKELD Controleer of de knop brandt. Als u de printer zojuist hebt aangezet, moet u mogelijk de USB-kabel losmaken en opnieuw aansluiten.
3 Plaats de cd in de computer en voer het installatieprogramma opnieuw uit. Opmerkingen: • Als het venster Software is al geïnstalleerd wordt weergegeven, selecteert u Printer installeren. • Als u de printer al hebt geconfigureerd, selecteert u Extra computer als het venster Configureert u een nieuwe printer? wordt weergegeven om de wizard voor hardwareconfiguratie over te slaan.
WiFi-lampje brandt groen, maar de printer drukt niet af (alleen Windows) Als u de configuratie voor draadloos afdrukken hebt voltooid en alle instellingen correct lijken, kunt u een of meer van de volgende oplossingen proberen als de printer niet afdrukt: WACHT TOT DE DRAADLOZE INSTALLATIE VOLTOOID IS Zorg dat u niet afdrukt, de installatie-cd uit de computer verwijdert of de installatiekabel losmaakt voordat het venster Draadloze configuratie voltooid is weergegeven.
5 Klik op de tab Poorten. 6 Zoek de geselecteerde poort op. Er staat een vinkje in de kolom Poort naast de geselecteerde poort. 7 Als in de kolom Beschrijving wordt aangegeven dat de geselecteerde poort een USB-poort is, bladert u door de lijst en selecteert u de poort waarvoor Printerpoort wordt vermeld in de kolom Beschrijving. Controleer het printermodel in de kolom Printer en ga na of u de juiste printerpoort hebt geselecteerd. 8 Klik op OK en druk nogmaals af.
PLAATS DE COMPUTER EN/OF PRINTER DICHTER BIJ HET DRAADLOZE TOEGANGSPUNT (DRAADLOZE ROUTER) De mogelijke afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken is 90 meter. Deze afstand voor draadloze netwerken kan mogelijk verdubbelen voor 802.11n-netwerken. Het bereik van uw draadloze netwerk is afhankelijk van veel factoren, waaronder de mogelijkheden van uw router en netwerkadapters.
Als u WEP-beveiliging gebruikt Voor een geldige WEP-sleutel geldt het volgende: • Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. Als u WPA-beveiliging gebruikt Voor een geldig WPA-wachtwoord geldt het volgende: • 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig. of • Precies 64 hexadecimale tekens.
3 Controleer of het toegangspunt reageert: • Als het toegangspunt reageert, worden verschillende regels weergegeven die beginnen met 'Antwoord van'. Het is mogelijk dat de printer geen verbinding heeft gemaakt met het draadloze netwerk. Zet de printer uit en weer aan en probeer opnieuw verbinding te maken. • Als het toegangspunt niet reageert, wordt er na een aantal seconden 'Time-out bij opdracht' weergegeven. Probeer het volgende: a Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. b Typ ncpa.
CONTROLEER OF DE COMPUTER KAN COMMUNICEREN MET DE PRINTER Voor Windows-gebruikers 1 Druk een netwerkconfiguratiepagina af om het IP-adres van de printer te controleren. 2 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 3 Typ cmd in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 4 Druk op Enter of klik op OK. Het venster met de opdrachtprompt wordt geopend. 5 Typ ping, gevolgd door een spatie en het IP-adres van de printer. Bijvoorbeeld: ping 192.168.1.100 6 Druk op Enter.
Problemen die zijn ontstaan door fouten tijdens de configuratie van de printer voor draadloze toegang, kunnen mogelijk opgelost worden door de draadloze installatie opnieuw uit te voeren. Opmerkingen: • Als u de netwerkinstellingen wijzigt, moet u deze wijzigen op alle netwerkapparaten voordat u deze wijzigt voor het toegangspunt.
Als dit bericht verschijnt, wacht u een paar seconden voor u probeert opnieuw af te drukken. Het duurt een paar seconden voordat de laptop en printer weer zijn ingeschakeld en opnieuw verbinding hebben gemaakt op het draadloze netwerk. Als dit bericht wordt weergegeven nadat er voldoende tijd is verstreken voor het herstellen van de netwerkverbinding voor de printer en de laptop, is er wellicht een probleem met het draadloze netwerk.
CONTROLEER OF DE DRAADLOZE POORT IS GESELECTEERD Opmerking: deze oplossing is alleen van toepassing op Windows-gebruikers 1 Klik op of op Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen in het menu. 5 Klik op de tab Poorten. 6 Zoek de geselecteerde poort op.
Problemen met onderbrekingen in de draadloze communicatie oplossen Mogelijk valt het u op dat de printer een korte periode werkt en vervolgens stopt met werken, hoewel er schijnbaar niets is gewijzigd op het draadloze netwerk. Er zijn veel oorzaken waardoor de netwerkcommunicatie kan worden onderbroken en soms treden er meerdere problemen tegelijk op. Dit zijn mogelijke oplossingen.
WIJZIG HET KANAAL DAT WORDT GEBRUIKT DOOR DE DRAADLOZE ROUTER Soms kunt u interferentie door onbekende bronnen opheffen door het kanaal te wijzigen dat de draadloze router gebruikt om uit te zenden. Een router beschikt over drie aparte kanalen. Raadpleeg de documentatie bij de router om vast te stellen welke kanalen van toepassing zijn. Andere kanalen zijn optioneel en overlappen met deze drie kanalen.
Ga na of het IP-adres is bijgewerkt door het statische IP-adres in de adresbalk van de browser te typen en te controleren of de webpagina van de printer opnieuw wordt geladen. GA NA OF ER BEKENDE PROBLEMEN MET DE DRAADLOZE ROUTER ZIJN Voor sommige draadloze routers bevat de documentatie informatie over fouten die zijn vastgesteld en opgelost door de fabrikant. Ga naar de website van de fabrikant van de router. Controleer of er firmwareupdates en andere informatie van de fabrikant beschikbaar zijn.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark S500 Series Apparaattype: 4443 Model(len): 301, 30E, 31n, 3En, 30p Uitgavebericht Januari 2010 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. PerfectFinish is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. Kennisgevingen over licenties U kunt de volgende documenten weergeven vanaf de cd met installatiesoftware. Map Bestand \Pubs FW_License.12.08.pdf mDNS.tar.gz \Install\Licenses Expat.txt Inst_lib.txt Instgui.
Gemiddelde geluidsdruk in dBA op 1 meter afstand Kopiëren 47 dBA Gereed Niet hoorbaar Waarden kunnen gewijzigd worden. Zie www.lexmark.com voor de huidige waarden. Temperatuurgegevens: Omgevingstemperatuur 15-32 °C Temperatuur voor vervoer -40-60 °C Temperatuur voor opslag 1-60 °C AEEA-richtlijn (Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten.
ENERGY STAR Alle Lexmark-producten met het ENERGY STAR-logo op het product of op een beginscherm zijn gecertificeerd conform de ENERGY STAR-vereisten van EPA, als de configuratie zoals die is ingesteld door Lexmark nog van toepassing is. Stroomverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product.
Printer is uitgeschakeld Als dit product een stand heeft waarin het is uitgeschakeld maar er nog steeds een kleine hoeveelheid energie wordt verbruikt en u wilt het stroomverbruik van het product volledig stoppen, moet u de stekker van het product uit het stopcontact trekken. Totaal energieverbruik Het is soms handig om het totale energieverbruik van het product te berekenen.
De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Budapest HONGARIJE, Een verklaring van conformiteit met de vereisten van de richtlijnen kan worden opgevraagd bij de gemachtigde vertegenwoordiger. Zie de tabel onder aan het gedeelte Kennisgevingen voor meer informatie over conformiteit.
(1) cet appareil ne doit pas provoquer d'interférences et (2) il doit accepter toute interférence reçue, y compris celles risquant d'altérer son fonctionnement. Cet appareil a été conçu pour fonctionner uniquement avec l'antenne fournie. L'utilisation de toute autre antenne est strictement interdite par la réglementation d'Industry Canada. En application des réglementations d'Industry Canada, l'utilisation d'une antenne de gain supérieur est strictement interdite.
Producten met mogelijkheid voor draadloos LAN (2,4 GHz) voldoen aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG en 1999/5/EG aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen bepaalde voltagegrenzen en voor radioapparatuur en telecommunicatieterminals.
Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE. Nederlands Hierbij verklaart Lexmark International, Inc. dat het toestel dit product in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Norsk Lexmark International, Inc.
met de bovenstaande voorwaarden, ga ik akkoord met de voorwaarden met betrekking tot die cartridge. Als u niet akkoord gaat met de voorwaarden van deze licentieovereenkomst voor eenmalig gebruik, moet u dit product in de verpakking terugbrengen naar de winkel van aankoop. U kunt een vervangende cartridge zonder deze voorwaarden aanschaffen op www.lexmark.com.
IN GEEN GEVAL ZIJN LEXMARK, ZIJN LEVERANCIERS, DOCHTERONDERNEMINGEN OF WEDERVERKOPERS AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE SPECIALE, INCIDENTELE, INDIRECTE, EXEMPLARISCHE OF PUNITIEVE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT VERLIES VAN WINST OF INKOMSTEN, VERLOREN SPAARTEGOEDEN, ONDERBREKING IN HET GEBRUIK OF ENIG VERLIES VAN GEBRUIK, ONNAUWKEURIGHEID IN OF SCHADE AAN GEGEVENS OF RECORDS, VOOR CLAIMS VAN DERDEN, OF SCHADE AAN ECHTE OF TASTBARE EIGENDOMMEN, VOOR SCHENDING VAN PRIVACY VOORTKOMEND UIT OF O
overdracht van het Softwareprogramma wordt uw licentie automatisch beëindigd. U mag het Softwareprogramma niet verhuren, in sublicentie geven of afstaan behalve voor zover is toegestaan onder deze Licentieovereenkomst. Als u dit wel doet is de overeenkomst niet langer geldig. 7 UPGRADES. Om een Softwareprogramma dat als upgrade wordt aangeduid, te mogen gebruiken, moet u beschikken over een licentie voor het originele Softwareprogramma dat door Lexmark is aangeduid als in aanmerking komend voor de upgrade.
17 INSTEMMING MET CONTRACT IN ELEKTRONISCHE VORM. U en Lexmark gaan ermee akkoord deze Licentieovereenkomst in elektronische vorm aan te gaan. Dit betekent dat wanneer u op de knop 'Ik ga akkoord' of 'Ja' op deze pagina klikt of dit product gebruikt, u aangeeft in te stemmen met de voorwaarden en bepalingen van deze Licentieovereenkomst en dat u dat doet met de intentie een contract met Lexmark te 'ondertekenen'. 18 VERMOGEN EN RECHT OM HET CONTRACT AAN TE GAAN.
Index A aangepast papierformaat afdrukken op 36 ad-hoc SSID 72 WEP 72 ad-hocnetwerk 84 ad-hocnetwerk, draadloos maken met Macintosh 72 maken met Windows 72 printer toevoegen 75 afbeelding herhalen 57 afbeelding verkleinen 55 afdrukken aangepast papierformaat 36 documenten 31 documenten van een geheugenkaart of flashstation 34 dubbelzijdig 47, 48 enveloppen 35 etiketten 35 foto's met bedieningspaneel van de printer 38 foto's met het controlevel 42 foto's vanaf digitale camera met DPOF 43 foto's vanaf opslaga
beveiligingsgegevens 81 communicatieproblemen oplossen 125 draadloos ad-hocnetwerk instellen met Macintosh 72 draadloos ad-hocnetwerk instellen met Windows 72 gegevens vereist voor het instellen van draadloos afdrukken 68 printer installeren op (Macintosh) 69 printer installeren op (Windows) 69 printer toevoegen aan een bestaand ad-hocnetwerk 75 problemen oplossen 109 signaalsterkte 85 SSID 80 storing 85 typen draadloze netwerken 84 draadloos signaal sterkte 85 draadloos signaal, opname 85 draadloos, proble
herstellen standaardfabrieksinstellingen van interne, draadloze afdrukserver 110 hervatten afdruktaak 52 I indexkaarten 28 informatie zoeken 7 infrastructuurnetwerk 84 inkt besparen 6 inktcartridges bestellen 11 van Lexmark gebruiken 12 inktcartridges, toegang 10 inktvoorraad controleren 91 installatie kabel 83 installatieproblemen oplossen kan niet afdrukken via USB 99 onjuiste taal wordt weergegeven op de display 95 pagina wordt niet afgedrukt 97 printer drukt lege pagina's af 98 printer reageert niet 99
niet-reagerende printer controleren 94 normaal papier 27 O omgekeerde paginavolgorde 32 onderbreken afdruktaak 51 onderdelen diagram 9 ondersteunde besturingssystemen 20 ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen 38 onjuiste taal wordt weergegeven op de display 95 opslaan, standaardinstellingen voor papier 29 opstrijktransfers 29 overschakelen van draadloze verbinding naar USB-verbinding 76 naar USB-verbinding, via Mac OS X 77 overschakelen van USB-verbinding naar draadloze verbinding 76 naar draadloze
problemen oplossen, kopiëren en scannen gedeeltelijk, documenten of foto's scannen 106 kan niet scannen naar de computer via een netwerk 107 kopieerapparaat of scanner reageert niet 105 kwaliteit van gescande afbeelding is slecht 105 scan is mislukt 106 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 106 problemen oplossen, vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier papier is vastgelopen in de papiersteun 101 papier of speciaal papier 102 papier vastgelopen in de duplexeenheid 101 papier v
WEP 67 ad-hoc 72 WEP-sleutel sleutelindex 90 zoeken 80 Wi-Fi-aanduiding 9 lampje brandt niet 115 uitleg van kleuren 70 Wi-Fi-aanduiding brandt nog steeds oranje 117 Wi-Fi-aanduiding knippert oranje 118 Wi-Fi Protected Setup 76 gebruiken 79 Wi-Fi Protected Setup, logo zoeken 79 WiFi-aanduiding brandt groen printer drukt niet af 116 wijzigen time-out voor spaarstand 18 wijzigen, afdrukmodus 50 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Mac) 72 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Windo