Operation Manual
98
31
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bevat zes lampjes en twee knoppen. De statussen van de lampjes (aan, uit of
knipperend) geven verschillende printercondities aan.
Voor een compleet overzicht van de signalen van de lampjes raadpleegt u De lampjes op het
bedieningspaneel.
Veel voorkomende signalen van de lampjes en de betekenis
Status lampjes Printerstatus
Lampje Gereed/Data is aan Gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken.
Lampje Gereed/Data
knippert
Bezig met het ontvangen of verwerken van gegevens.
Lampje Toner bijna op is
aan
De tonercartridge is bijna leeg.
Lampje Papier laden/
verwijderen is aan
Wacht totdat u een van de volgende acties uitvoert:
• Afdrukmedia laden in een lade of de universeellader.
• Papier verwijderen uit een uitvoerlade.
Lampje Papierstoring is aan Heeft een storing vastgesteld.
Lampje Fout is aan Heeft vastgesteld dat een klep open staat of dat er een probleem is met
de tonercartridge.
Lampje Op Doorgaan druk.
is aan
Wacht totdat u op de knop Doorgaan drukt.
Lampje Gereed/Data is aan
Lampje Papier laden/verwijderen knippert
Lampje Papierstoring knippert langzaam
Lampje Toner bijna op is uit
Lampje Fout is uit
Lampje Op Doorgaan druk. is uit
Knop Doorgaan
Knop Annuleren