T640, T642, T644 Gebruikershandleiding maart 2005 Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. © 2005 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550 www.lexmark.
Uitgave: maart 2005 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar dergelijke voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Algemene informatie ................................................................................... 6 Printers herkennen .......................................................................................................................................... 6 Bedieningspaneel ............................................................................................................................................
Inhoudsopgave Papiersoort en papierformaat instellen .......................................................................................................... 49 Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen ............................................................................................. 50 Lader voor 2000 vel vullen ............................................................................................................................. 55 Enveloppenlader vullen .........................
Inhoudsopgave Kennisgevingen ............................................................................................................... 115 Handelsmerken ............................................................................................................................................ 116 Kennisgeving over licentie ........................................................................................................................... 116 Conventies .........................................
1 Algemene informatie Printers herkennen Met behulp van de volgende tabel kunt u de functies en opties van de Lexmarkâ„¢ T640, T642 of T644 herkennen. De afbeeldingen geven ook aan waar u de opties in de printer moet installeren. Raadpleeg voor meer informatie over het installeren van invoeropties Opties installeren en verwijderen of de instructies bij de optie. Modellen De printer is verkrijgbaar in drie basismodellen In de volgende tabel worden enkele van de verschillen tussen de modellen aangegeven.
Algemene informatie Geconfigureerde modellen In de volgende afbeeldingen ziet u een standaardnetwerk en een volledig geconfigureerde printer. Als u verwerkingsopties voor afdrukmateriaal installeert, lijkt uw printer meer op het volledig geconfigureerde model. Items met een sterretje (*) zijn optioneel.
Algemene informatie Er is een aantal menu's beschikbaar waarmee u op eenvoudige wijze printerinstellingen kunt aanpassen. In het diagram worden het menuoverzicht op het bedieningspaneel, de menu's en de opties die onder elk menu beschikbaar zijn weergegeven. Raadpleeg de Handleiding menu's en berichten op de cd met documentatie voor meer informatie.
Algemene informatie Bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer is een 4-regelig display met achtergrondverlichting waarop zowel afbeeldingen als tekst kunnen worden weergegeven in grijstinten. De knoppen Terug (Back), Menu en Stop bevinden zich aan de linkerkant van het display, de navigatieknoppen onder het display en het numerieke toetsenblok aan de rechterkant van het display.
Algemene informatie Knop Functie Navigatieknoppen De knoppen Omhoog en Omlaag worden gebruikt om door lijsten te bladeren. Als u door een lijst navigeert met de knop Omhoog of Omlaag, wordt de cursor telkens één regel tegelijk verplaatst. Als u op de knop Omlaag onder aan het scherm drukt, wordt de volgende volledige pagina weergegeven op het scherm. De knoppen Links en Rechts worden gebruikt om binnen een scherm te navigeren, bijvoorbeeld om van het ene item in het menuoverzicht naar een ander te gaan.
2 Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren Een lokale printer is een printer die op de computer is aangesloten via een USB-kabel of parallelle kabel. De lokale printer wordt alleen door de computer gebruikt waarop de printer is aangesloten. Als u een lokale printer op uw computer aansluit, moet u het printerstuurprogramma installeren voordat u de printer kunt instellen. Het printerstuurprogramma is een stukje software dat zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren Windows Server 2003, Windows 2000, Windows XP, Windows 98 SE, Windows Me of Windows NT gebruiken Opmerking: Installeer de printersoftware voordat u de USB-kabel aansluit. 1 Plaats de cd met stuurprogramma's. Als de cd niet wordt gestart, klikt u op Start Æ Uitvoeren, en typt u D:\Setup.exe (waarbij D de letter van het cd-rom-station is) in het dialoogvenster Uitvoeren. Opmerking: USB-ondersteuning is niet beschikbaar voor Windows NT-besturingssystemen.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren 6 Zoek het speciale stuurprogramma op de cd. Het pad zou ongeveer als volgt moeten zijn: D:\Drivers\Print\Win_9xMe\ Hierbij is D de letter van het cd-romstation. 7 Klik op OK. Het laden van de stuurprogramma's kan enige tijd duren. 8 Sluit de cd met stuurprogramma's. Serieel afdrukken Bij serieel afdrukken worden gegevens met één bit tegelijk overgedragen.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren 9 Druk op . De printer keert terug naar Serieel of Serieel x. 10 Druk een pagina met menu-instellingen af en controleer of de seriële parameters goed zijn ingesteld. Opmerking: Bewaar deze pagina, zodat u deze later kunt gebruiken. a Druk op op het bedieningspaneel. b Druk op tot c Druk op totdat d De seriële parameters zijn te vinden onder Standaard serieel (of Serieel optie X als een kaart voor een seriële interface is geïnstalleerd).
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren 5 Stel in het tabblad Poortinstellingen de seriële parameters in op de waarden die u ook hebt ingesteld op de printer. De seriële parameters zijn te vinden onder het kopje Std serieel (of Serieel optie X) op de eerder afgedrukte pagina Menu-instellingen. 6 Klik op OK en sluit alle vensters. 7 Druk een testpagina af om te controleren of de printer goed is geïnstalleerd. a Klik op Start Æ Instellingen Æ Printers en faxapparaten.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren 4 Voer de volgende stappen uit: • • Als de USB-printer wordt weergegeven in de printerlijst, kunt u Afdrukbeheer of Printerconfiguratie afsluiten. Er is nu een wachtrij voor de printer gemaakt. Als de USB-printer niet wordt weergegeven in de lijst met printers, controleert u of de USB-kabel goed is aangesloten en de printer is ingeschakeld. Wanneer de printer in de lijst wordt weergegeven, sluit u Afdrukbeheer of Printerconfiguratie af.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren UNIX/Linux Veel UNIX- en Linux-platforms, zoals Sun Solaris en Red Hat, ondersteunen lokaal afdrukken. De softwarepakketten voor Sun Solaris en Linux zijn beschikbaar op de cd met stuurprogramma's en op de website van Lexmark op www.lexmark.com. De Gebruikershandleiding voor UNIX/Linux in elk pakket bevat gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van printers van Lexmark in UNIX- en Linux-omgevingen.
3 Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Pagina met netwerkinstellingen afdrukken Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij het configureren van de printer in een netwerk. 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. 2 Druk op op het bedieningspaneel.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk 7 Voer de IP-netmasker in met behulp van het numerieke toetsenblok. Druk op nadat het adres is ingevoerd. Selectie verzenden wordt kort weergegeven. 8 Druk op 9 Voer de IP-gateway in met behulp van het numerieke toetsenblok. Druk op totdat Gateway verschijnt en druk vervolgens op . nadat het adres is ingevoerd. Selectie verzenden wordt kort weergegeven. 10 Druk op totdat de printer terugkeert in de werkstand Gereed.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Configureer de netwerkprinter aan de hand van de stappen die van toepassing zijn op de printerconfiguratie en het besturingsprogramma dat u gebruikt: Ga naar pagina Printerconfiguratie Besturingssysteem Rechtstreeks • De printer is rechtstreeks op het netwerk aangesloten via een netwerkkabel (bijv. Ethernet). • De printerstuurprogramma's worden op elke netwerkcomputer geïnstalleerd. Windows 98 SE, Windows NT 4.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Gedeeld afdrukken met Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows XP of Windows Server 2003 Opmerking: Installeer de printersoftware voordat u de USB-kabel, parallelle kabel of seriële kabel aansluit. Sluit de printer aan op een computer met Windows NT 4.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Printerstuurprogramma's (of een subset) installeren op netwerkclients Point-and-print-methode gebruiken Opmerking: Deze methode is meestal het minst belastend voor de systeembronnen. De server handelt alle stuurprogrammawijzigingen en de verwerking van de afdruktaken af. Zo kunnen netwerkclients veel sneller terugkeren naar de toepassingen. Bij deze methode wordt een gedeelte van de stuurprogramma's van de server naar de client gekopieerd.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Drag‘N’Print configureren Opmerking: Ondersteuning voor Drag’N’Print™ is niet voor alle printers beschikbaar. Start de cd met stuurprogramma's, klik op View Documentation (Documentatie weergeven) en klik op Software and utilities (Software en hulpprogramma's) voor gedetailleerde configuratie-instructies.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk 5 Selecteer de AppleTalk-zone in de lijst. 6 Selecteer de nieuwe printer in de lijst en klik op Voeg toe. 7 Printerinstallatie controleren: a Open de Finder, klik op Programma's en vervolgens op Teksteditor. b Kies de optie Druk af in het menu Archief. c Kies Overzicht in het pop-upmenu Aantal en pagina's.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Mac OS 9.x Stap 1: Aangepast PPD-bestand installeren 1 Plaats de cd met stuurprogramma's. a Dubbelklik op Classic en vervolgens op het installatiepakket voor de printer. Opmerking: Een PPD-bestand geeft Macintosh-computers gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer. b Klik op de gewenste taal en klik op Continue (Ga door). c Lees het Leesmij-bestand door en klik op Continue (Ga door).
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk UNIX/Linux De printer ondersteunt vele UNIX- en Linux-platforms, zoals Sun Solaris en Red Hat. Bezoek de website van Lexmark op www.lexmark.com voor een volledige lijst met ondersteunde UNIX- en Linux-platforms. Opmerking: De softwarepakketten voor Sun Solaris en Linux zijn beschikbaar op de cd met stuurprogramma's en op de website van Lexmark op www.lexmark.com.
4 Opties installeren en verwijderen Invoermogelijkheden installeren Volgorde van installatie Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u gebruikmaakt van een lader voor 2000 vel, een eenheid voor dubbelzijdig afdrukken en een invoeroptie, of meerdere invoeropties. Als u een multifunctionele printer (MFP) hebt aangeschaft waarmee u kunt scannen, kopiëren en faxen, hebt u mogelijk extra meubilair nodig.
Opties installeren en verwijderen Lader voor 250 of 500 vel installeren Optionele laders worden onder de printer en de optionele duplexeenheid aangebracht. De printer herkent automatisch elke lader die u installeert. Een lader bestaat uit een lade en een ladehuis. De lader voor 250 vel en de lader voor 500 vel worden op dezelfde wijze geïnstalleerd. 1 Verwijder de papierlade uit het ladehuis. Verwijder al het verpakkingsmateriaal en het plakband van zowel het ladehuis als de lade.
Opties installeren en verwijderen Duplexeenheid installeren De duplexeenheid wordt aangebracht onder de printer, onder de standaardinvoerlade en boven al geïnstalleerde laders. Opmerking: Er zijn twee optionele duplexeenheden beschikbaar. De duplexeenheid voor 250 vel kan alleen worden gebruikt in printers die zijn uitgerust met een standaardlade voor 250 vel, terwijl de duplexeenheid voor 500 vel alleen kan worden gebruikt in printers die zijn uitgerust met een standaardlade voor 500 vel.
Opties installeren en verwijderen Geheugenkaarten of optionele kaarten installeren VOORZICHTIG: Als u geheugenkaarten of optionele kaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. U kunt de geheugencapaciteit van de printer aanpassen en de aansluitingsmogelijkheden vergroten door optionele kaarten toe te voegen.
Opties installeren en verwijderen 3 Druk op beide vergrendelingen van de zijklep en open de zijklep. 4 Draai de zes schroeven op de beschermkap los, maar verwijder deze niet. 5 Schuif de beschermkap naar rechts en verwijder deze vervolgens.
Opties installeren en verwijderen 6 Leg de beschermkap opzij. Zoek aan de hand van de afbeelding de connector voor de kaart die u wilt installeren. Connector voor optionele kaart Connectoren voor flashgeheugen- en firmwarekaart Connector voor geheugenkaart Geheugenkaart installeren of verwijderen Installatie Opmerking: Geheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere Lexmark-printers werken mogelijk niet samen met deze printer. 1 Verwijder de klep van de systeemkaart.
Opties installeren en verwijderen 5 Druk de geheugenkaart stevig op de connector totdat de vergrendelingen aan beide zijden van de connector vastklikken. U zult wellicht enige kracht moeten uitoefenen om de kaart volledig in de connector te drukken. 6 Zorg ervoor dat beide vergrendelingen in de uitsparingen aan beide zijden van de kaart passen. Connector voor geheugen Geheugenkaart Verwijdering 1 Verwijder de klep van de systeemkaart. (Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer.
Opties installeren en verwijderen Flashgeheugen- of firmwarekaart installeren of verwijderen installatie Opmerking: Flashgeheugenkaarten of firmwarekaarten die zijn ontworpen voor andere Lexmark-printers werken mogelijk niet samen met deze printer. 1 Verwijder de klep van de systeemkaart. (Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer.) Opmerking: Als een optionele kaart is geïnstalleerd, moet u deze mogelijk verwijderen voordat u de flashgeheugen- of firmwarekaart installeert.
Opties installeren en verwijderen Verwijdering 1 Verwijder de klep van de systeemkaart. (Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer.) Opmerking: Als een optionele kaart is geïnstalleerd, moet u deze mogelijk verwijderen voordat u de flashgeheugen- of firmwarekaart verwijdert. 2 Druk de vergrendelingsklemmen van de flashgeheugen- of firmwarekaart in. 3 Trek de kaart naar buiten. Raak de metalen pinnen aan de onderkant van de kaart niet aan.
Opties installeren en verwijderen Optionele kaart installeren De printer beschikt over twee connectoren waarin de volgende optionele kaarten kunnen worden geïnstalleerd: • • • • • Vaste schijf met adapterkaart Interne printerserver uit de MarkNet N8000-serie RS-232 seriële interfacekaart Parallelle 1284-B-interfacekaart Coax/Twinax-adapter voor SCS. Waarschuwing: Optionele kaarten zijn uitermate gevoelig voor statische elektriciteit.
Opties installeren en verwijderen Beschermkap terugplaatsen Nadat u optionele kaarten op de systeemkaart van de printer hebt geïnstalleerd, voert u de volgende stappen uit om de beschermkap weer aan te brengen en de kleppen te sluiten. 1 Plaats de openingen op de beschermkap op één lijn met de schroeven op het frame. 2 Schuif de beschermkap over de schroeven heen. 3 Draai de schroeven aan. 4 Sluit de zijklep. 5 Sluit de bovenste voorklep. 6 Sluit de universeellader.
5 Afdrukken Dit hoofdstuk bevat informatie over het naar de printer sturen van een afdruktaak, het afdrukken van beveiligde taken, het annuleren van een afdruktaak of het afdrukken van een pagina met menu-instellingen, een lettertypelijst en een directorylijst. Dit hoofdstuk bevat tevens informatie over afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Folio of Statement.
Afdrukken • USB-apparaten moeten het FAT-bestandssysteem gebruiken. Apparaten die zijn geformatteerd met NTFS of een ander bestandssysteem worden niet ondersteund. • Gecodeerde bestanden of bestanden waarvoor u geen afdrukmachtiging hebt kunnen niet worden afgedrukt. Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen: 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed of Bezig wordt weergegeven. 2 Sluit een apparaat met USB-flashgeheugen aan op de USB-aansluiting.
Afdrukken Afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren. • Afdruktaken annuleren via het bedieningspaneel van de printer • Afdruktaken annuleren via een Windows-computer – – • Afdruktaken annuleren via de taakbalk Afdruktaken annuleren via het bureaublad Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer – – Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer met Mac OS 9.
Afdrukken 4 Dubbelklik op de printer die u hebt gekozen toen u de afdruktaak verstuurde. In het printervenster wordt een lijst met afdruktaken weergegeven. 5 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 6 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer met Mac OS 9.x Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, wordt op het bureaublad een pictogram weergegeven dat de geselecteerde printer aangeeft.
Afdrukken 4 Druk op totdat verschijnt naast Pagina met netwerkinstellingen of Pagina met netwerkinstellingen en druk vervolgens op . De printer keert terug in de werkstand Gereed. Lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van de lettertypen die op dit moment beschikbaar zijn voor de printer: 1 Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display verschijnt. 2 Druk op op het bedieningspaneel.
Afdrukken Beveiligde taak afdrukken Wanneer u een beveiligde taak naar de printer stuurt, dient u via het stuurprogramma een PIN-code (persoonlijk identificatienummer) in te voeren. De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 0 tot en met 9. De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen opgeslagen totdat u dezelfde viercijferige PIN-code invoert via het bedieningspaneel en aangeeft of u de taak wilt afdrukken of verwijderen.
Afdrukken PIN-code (persoonlijk identificatienummer) invoeren Nadat u de gebruikersnaam en de beveiligde afdruktaak hebt geselecteerd, verschijnt het scherm Voer PIN in. 1 Gebruik het numerieke toetsenbord rechts van het scherm om de viercijferige PIN-code voor de beveiligde taak in te voeren. Opmerking: Tijdens het invoeren van de PIN-code worden sterretjes weergegeven op het display, zodat niemand de code kan zien. Als u een ongeldige PIN-code invoert, verschijnt een scherm met een waarschuwing.
Afdrukken 4 Selecteer de gewenste soort wachttaak en stuur de afdruktaak vervolgens naar de printer. Ga naar de printer als u klaar bent om de beveiligde afdruktaak op te halen en volg deze Bij de printer stappen: Macintosh 1 Selecteer in een tekstverwerker, spreadsheet, browser of andere toepassing Archief Æ Print/Druk af. 2 In het pop-upmenu Aantal en pagina's of het pop-upmenu Algemeen selecteert u de optie voor het doorsturen van afdruktaken.
Afdrukken Windows a Selecteer in een tekstverwerker, spreadsheet, browser of andere toepassing Bestand Æ Afdrukken. b Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer, of Instellingen, afhankelijk van de toepassing) om de instellingen van het printerstuurprogramma te bekijken. c Klik op het tabblad Papier. Er verschijnt een lijst met papierladen. d Selecteer de lade met het speciale afdrukmateriaal. Opmerking: Als u hiermee problemen hebt, klikt u op Help en volgt u de instructies van het stuurprogramma.
Afdrukken U kunt als volgt afdrukmateriaal plaatsen: Opmerking: Verwijder laden niet tijdens het uitvoeren van een afdruktaak of wanneer het indicatorlampje op het bedieningspaneel knippert. Dit zou een papierstoring kunnen veroorzaken. 1 Verwijder de lade uit de printer en leg deze op een vlak, horizontaal oppervlak. 2 Druk de hendel van de papiergeleider aan de zijkant in en schuif de geleider naar de verste rand van de lade.
Afdrukken 5 Plaats het afdrukmateriaal in de lade: Opmerking: De manier waarop het papier in de lade moet worden geplaatst, is afhankelijk van de opties die u hebt geïnstalleerd. • • Leg het afdrukmateriaal met de te bedrukken zijde omlaag als u enkelzijdig wilt afdrukken Leg het afdrukmateriaal met de te bedrukken zijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken Opmerking: De stapel afdrukmateriaal mag niet boven de stapelhoogte-indicator uitkomen. Bij een te volle lade kunnen papierstoringen optreden.
Afdrukken 6 Druk de hendel van de papiergeleider aan de zijkant in en schuif de geleider naar de binnenkant van de lade tot deze licht tegen de zijkant van het afdrukmateriaal rust. 7 Schuif de lade in de printer. Papiersoort en papierformaat instellen Nadat u de papiersoort en het papierformaat hebt ingesteld, worden laden met hetzelfde formaat en soort papier automatisch gekoppeld door de printer.
Afdrukken Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen De universeellader is geschikt voor afdrukmateriaal van diverse formaten en soorten, zoals transparanten, briefkaarten, memokaarten en enveloppen. De universeellader kan worden gebruikt voor enkelzijdig of handmatig afdrukken of als extra lade. Opmerking: Als u een optionele enveloppenlader installeert, kunt u de universeellader nog steeds gebruiken.
Afdrukken U kunt als volgt afdrukmateriaal plaatsen: Opmerking: Voeg geen afdrukmateriaal toe en verwijder geen afdrukmateriaal terwijl de printer bezig is met afdrukken vanuit de universeellader of als het indicatielampje op het bedieningspaneel knippert. Dit zou een papierstoring kunnen veroorzaken. 1 Druk de ontgrendelingshendel in en laat de universeellader zakken. 2 Trek het verlengstuk van de lade naar buiten. Opmerking: Plaats geen voorwerpen op de universeellader.
Afdrukken 5 Plaats het afdrukmateriaal in de lade. Bepaal de hoogte van de stapel die u plaatst aan de hand van het etiket voor de stapelhoogte. Papier, transparanten of enveloppen plaatsen Opmerking: De manier waarop papier met een briefhoofd of ander voorbedrukt materiaal in de lade moet worden geplaatst, is afhankelijk van de opties die u hebt geïnstalleerd.
Afdrukken Papier met een briefhoofd of ander voorbedrukt materiaal plaatsen • • Volg de illustraties voor het plaatsen van het papier op basis van uw opties. De stapel afdrukmateriaal mag niet boven de stapelhoogte-indicator uitkomen. Bij een te volle lade kunnen papierstoringen optreden.
Afdrukken 6 Schuif de papiergeleider aan de zijkant naar de binnenkant van de lade tot de geleider licht tegen de zijkant van het afdrukmateriaal rust. 7 Stel in het menu Papier de waarden voor formaat en soort voor de universeellader (Formaat U-lader en Soort U-lader) correct in voor het afdrukmedium dat u hebt geplaatst. a Druk op op het bedieningspaneel.
Afdrukken Lader voor 2000 vel vullen De optionele lader voor 2000 vel kan worden gebruikt voor normaal papier, papier met een briefhoofd of ander voorbedrukt papier, etiketten of transparanten. Houd u aan de volgende richtlijnen om problemen bij het afdrukken te voorkomen: • • • • De stapel afdrukmateriaal mag niet boven de stapelhoogte-indicator uitkomen. Vouw of kreuk het papier niet. Meng geen afdrukmateriaal van verschillende formaten of gewichten in één bron.
Afdrukken 3 Buig de stapel afdrukmateriaal iets, zoals is afgebeeld, en leg de stapel op de liftlade met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden. Leg de stapel afdrukmateriaal achter in de lader. Opmerking: Voor dubbelzijdig afdrukken moet papier met een briefhoofd of ander voorbedrukt materiaal anders in de lade worden geplaatst. Maak een nette stapel telkens wanneer u afdrukmateriaal bijplaatst, zodat er geen overgangen te zien zijn.
Afdrukken Enveloppenlader vullen De optionele enveloppenlader kan een reeks verschillende envelopformaten aan. De enveloppenlader moet echter correct worden ingesteld als u verzekerd wilt zijn van probleemloos afdrukken. U vult de enveloppenlader als volgt: 1 Zet de enveloppensteun voorzichtig in de juiste stand voor de lengte van de enveloppen die u wilt plaatsen.
Afdrukken 5 Plaats de stapel enveloppen met de klepzijde omlaag en met de ruimte voor de postzegel en de klepzijde aan de linkerkant. De kant van de envelop waar de postzegel moet worden geplakt, moet als eerste in de enveloppenlader worden ingevoerd. Schuif onderste enveloppen iets verder in de enveloppenlader dan de bovenste enveloppen van de stapel. Waarschuwing: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen.
Afdrukken 8 Stel in het menu Papier de waarden voor formaat en soort voor de enveloppenlader (Env.lader formaat en Env.lader soort) correct in voor het afdrukmedium dat u hebt geplaatst. a Druk op op het bedieningspaneel. b Druk op totdat verschijnt naast Menu Papier en druk vervolgens op c Druk op totdat verschijnt naast Papierformaat/-soort en druk vervolgens op d Druk op totdat verschijnt naast Env.
Afdrukken Uitvoerladen identificeren en koppelen Alle printermodellen hebben één standaarduitvoerlade. Afhankelijk van het model dat u hebt geselecteerd, bedraagt de capaciteit van uw uitvoerlade 250 of 500 vel. Als u extra uitvoerladen nodig hebt, kunt u kiezen uit diverse optionele uitvoerladen voor de printer. Als u over meerdere uitvoerladen beschikt, kunt u deze koppelen tot één enkele uitvoerbron.
Afdrukken Naam van Elke lade is geschikt voor: de uitvoerlade Afdrukmateriaal Printermodellen Aantal dat u op de printer kunt installeren Lade kan worden verbonden met Afbeelding van uitvoerlade Optionele uitvoerlader • 650 vellen normaal papier (75 g/m2) • 50 enveloppen (75 g/m2) T640 T642 T644 3 1 mailbox met 5 laden, 1 hogecapaciteitsuitvoerlader of 1 finisher* Mailbox met 5 laden 120 vellen normaal papier (75 g/m2) voor elk van de vijf laden, zodat de totale capaciteit 600 vel is T642 T644 2
6 Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Afdrukmateriaal omvat papier, karton, transparanten, etiketten en enveloppen. De printer maakt kwalitatief hoogwaardige afdrukken op verschillende soorten afdrukmateriaal. Er zijn diverse aspecten van afdrukmateriaal die u moet overwegen voordat u gaat afdrukken. Dit hoofdstuk bevat informatie die u kan helpen bij het kiezen van afdrukmateriaal.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Uitvoerlader met hoge capaciteit (optie) Mailbox met 5 laden (optie) Optionele uitvoerlade Standaarduitvoerlade Duplexeenheid (optie) Enveloppenlader (optie) Lader voor 2000 vel (optie) Universeellader Lader voor 500 vel (optie) Lader voor 250 vel (optie) T640 lade voor 250 vel Legenda ✓ - geeft ondersteuning aan T642, T644 lade voor 500 vel Formaten van afdrukmateriaal Formaat afdrukmateriaal Afmetingen A4 210 x 297 mm ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Papier ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Karton ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Transparanten ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Vinyletiketten* ✓ ✓ ✓ Papieren etiketten* ✓ ✓ Polyesteretiketten* ✓ Dual web-etiketten en geïntegreerde etiketten* ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Geniet Verschoven Standaard ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ * Voor ✓ Hoge-capaciteits uitvoerlader Mailbox met 5 laden Optionele uitvoerlader
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Gewichten van afdrukmateriaal Gewicht van afdrukmateriaal Afdrukmateriaal Soort Geïntegreerde lade en optionele lader voor 500 vel g/m2 Universeellader en optionele lader voor 250 vel 2 Papier Xerografisch papier of papier voor zakelijk gebruik 60 tot 176 vezel in lengterichting 60 tot 135 g/m vezel in lengterichting Karton— maximum (vezel in lengterichting)1 Index Bristol 163 g/m2 120 g/m2 Tag 163 g/m2 120 g/m2 Cover 176 g/m2 135 g/m2
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Gewichten van afdrukmateriaal (vervolg) Gewicht van afdrukmateriaal Geïntegreerde lade en optionele lader voor 500 vel Universeellader en optionele lader voor 250 vel Afdrukmateriaal Soort Geïntegreerde formulieren Drukgevoelig gebied (moet het eerst in de printer worden ingevoerd) 140 tot 175 g/m2 140 tot 175 g/m2 Papierbasis (vezel in lengterichting) 75 tot 135 g/m2 (papier) 75 tot 135 g/m2 (papier) Sulfiet, houtvrij of maximaal 100% katoen
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Ondersteunde gewichten van afdrukmateriaal in optionele uitvoerladen (vervolg) Gewicht afdrukmateriaal - optionele uitvoerladen Afdrukmateriaal Soort Mailbox met 5 laden Etiketten maximum Papier Niet aanbevolen Geïntegreerde formulieren Enveloppen Hogecapaciteitsuitvoerlader Optionele uitvoerlader 180 g/m2 (papier) 180 g/m2 (papier) Dual webpapier 180 g/m2 (papier) 180 g/m2 (papier) Polyester 220 g/m2 (papier) 220 g/m2 (papier) Vinyl 30
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Formaten die worden ondersteund in de finisher (vervolg) Finisher-uitvoerondersteuning Standaard1 Formaat Afmetingen DL-envelop 110 x 220 mm C5-envelop 162 x 229 mm ✓ B5-envelop 176 x 250 mm ✓ Andere envelop 98,4 x 162 mm tot 176 x 250 mm 98,4 x 162 mm tot 229 x 342 mm 1 2 Verschoven Geniet ✓ Papier wordt naar de finisherlade geleid zonder te worden geniet of verschoven.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Afdrukmateriaal selecteren U voorkomt problemen bij het afdrukken door geschikt afdrukmateriaal voor de printer te kiezen. In de volgende paragrafen vindt u richtlijnen voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal voor de printer. • Papier • Transparanten • Enveloppen • Etiketten • Karton Papier Gebruik xerografisch papier van 75 g/m2 met een lange vezel voor de beste afdrukkwaliteit.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal • Kringlooppapier dat meer dan 25% afvalstoffen bevat en niet voldoet aan de norm DIN 19 309 • Kringlooppapier met een gewicht van minder dan 60 g/m2 • Meervoudige formulieren en documenten Transparanten Transparanten kunt u invoeren vanuit de standaardlade (de lade voor 250 vel voor de T640 of de lade voor 500 vel voor de T642 en T644), optionele laden voor 250 of 500 vel, of de universeellader.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal • • • • • Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal • Plaats geen etikettenvellen waarop een aantal etiketten ontbreekt. Dit kan ertoe leiden dat etiketten losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge vervallen. • Gebruik alleen etiketten die bij blootstelling aan temperaturen van 230 °C niet sluiten, omkrullen, kreuken of gevaarlijke stoffen afscheiden.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal • Als u losse pakken papier niet in de oorspronkelijke doos bewaart, leg de pakken dan op een vlakke ondergrond zodat de randen niet omkrullen of kreuken. • Plaats niets op de pakken papier. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het in de printer gaat gebruiken. Papierstoringen voorkomen Gebruik geschikt afdrukmateriaal (papier, transparanten, etiketten en karton) zodat u probleemloos kunt afdrukken.
7 Printer onderhouden U moet af en toe bepaalde handelingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Deze handelingen worden in dit hoofdstuk besproken. Als meerdere mensen gebruikmaken van de printer, kunt u één van hen vragen of hij/zij verantwoordelijk wil zijn voor de installatie en het onderhoud van het apparaat. Ander gebruikers kunnen dan bij deze persoon terecht voor afdrukproblemen en onderhoudstaken.
Printer onderhouden Status van supplies bepalen U wordt via het bedieningspaneel van de printer gewaarschuwd als supplies moeten worden vervangen of als onderhoud nodig is. Op het bedieningspaneel kunt u tevens de status van supplies in de printer bekijken, tenzij de printer bezig is met afdrukken of in de werkstand Bezig staat. In het grijze gebied boven aan het display wordt aangegeven of de printer Gereed is en of er eventueel laden leeg zijn.
Printer onderhouden Supplies bestellen Bezoek de website van Lexmark op www.lexmark.nl (Zoek een dealer/verkooppunt) voor informatie over geautoriseerde dealers van Lexmark-supplies in uw omgeving, of bel met Lexmark (035 699 46 99). In andere landen of regio's bezoekt u de website van Lexmark op www.lexmark.com of neemt u contact op met de leverancier van de printer.
Printer onderhouden Artikelnummer Gemiddeld rendement per cartridge1 Beschrijving T640 T642 T644 Voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika3 64016SE Retourneerbare cartridge 6000 standaardpagina's X X X 64016HE Retourneerbare hoog-rendementscartridge 21.000 standaardpagina's X X X 64416XE Retourneerbare extra hoog-rendementscartridge 32.000 standaardpagina's 64004HE Retourneerbare hoog-rendementscartridge voor het afdrukken van etiketten 21.
Printer onderhouden Raadpleeg de volgende tabel voor de artikelnummers voor uw printer. Onderhoudskit voor Artikelnummers T640, T642 en T644 40X0102 (100 V) 40X0100 (110 V) 40X0101 (220 V) De vervanging van het verhittingsstation moet worden uitgevoerd door een bevoegde onderhoudstechnicus. Voor informatie over het onderhoud van de finisher raadpleegt u de StapleSmartâ„¢ Reference die bij de finisher is geleverd.
Printer onderhouden Recycling van Lexmark-producten Ga als volgt te werk om Lexmark-producten te retourneren aan Lexmark voor recycling: 1 Bezoek onze website: www.lexmark.com/recycle 2 Volg de instructies op het scherm. Printer verplaatsen Houd u aan de volgende richtlijnen als u de printer binnen het kantoor verplaatst of gereedmaakt voor transport. VOORZICHTIG: Houd u aan de richtlijnen om persoonlijk letsel of schade aan de printer te voorkomen.
8 Storingen verhelpen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het afdrukmateriaal waarop u afdrukt te kiezen en dit afdrukmateriaal op de juiste wijze te plaatsen. Raadpleeg Papierstoringen voorkomen voor meer informatie over het vermijden van papierstoringen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven.
Storingen verhelpen Toegangskleppen en laden In de volgende afbeelding ziet u hoe het afdrukmateriaal door de printer worden gevoerd. De exacte papierbaan varieert, afhankelijk van de soort invoer (de invoerladen, de universeellader, de enveloppenlader) en de uitvoerladen (de finisher, de lader, de optionele uitvoerlade, de mailbox) die u gebruikt. De cijfers in de volgende afbeelding geven de nummers aan die kunnen worden weergegeven op het bedieningspaneel.
Storingen verhelpen Informatie over storingsberichten In de onderstaande tabel wordt een lijst weergegeven met de storingsberichten die kunnen optreden en de actie die nodig is om het bericht te verwijderen. Het storingsbericht geeft het gebied aan waar het papier is vastgelopen. Het verdient echter aanbeveling de gehele papierbaan vrij te maken om er zeker van te zijn dat alle storingen zijn verholpen.
Storingen verhelpen 250 Papier vast - Controleer U-lader 1 Verwijder het papier uit de universeellader. 2 Buig, waaier en stapel het afdrukmateriaal opnieuw, waarna u dit in de universeellader plaatst. 3 Plaats het afdrukmateriaal. 4 Schuif de papiergeleider aan de zijkant naar de binnenkant van de lade tot de geleider licht tegen de zijkant van het afdrukmateriaal rust. 5 Druk op . 260 Papier vast - Controleer env.
Storingen verhelpen 3 Buig de enveloppen en stapel deze op. 1 2 4 Vul de enveloppenlader. 5 Pas de geleider aan. 6 Laat het envelopgewicht zakken. 7 Druk op .
Storingen verhelpen Storing 23x en 24x Papierstoringen in deze gebieden kunnen plaatsvinden op het hellende vlak van een lade of over meerdere laden heen. U kunt als volgt papierstoringen verhelpen in deze gebieden: 1 Open de papierlade van de printer en verwijder vastgelopen afdrukmateriaal. 2 Verwijder de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Om het afdrukmateriaal te verwijderen, trekt u het omhoog.
Storingen verhelpen 3 Open eventuele optionele laden van boven naar beneden en verwijder vastgelopen afdrukmateriaal. Trek het afdrukmateriaal naar boven of naar beneden. Als het in de ene richting niet gemakkelijk gaat, probeert u de andere richting. 4 Als u over een optionele lade voor 2000 vel beschikt, opent u de voorklep, drukt u de liftknop in om de lade te laten zakken, verwijdert u het vastgelopen papier en controleert u of de stapel afdrukmateriaal netjes is uitgelijnd. 5 Druk op .
Storingen verhelpen 200 en 201 Papier vast - Verwijder cartridge 1 Druk de ontgrendelingshendel in en laat de universeellader zakken. 2 Druk de ontgrendelingshendel in en open de bovenste voorklep van de printer. VOORZICHTIG: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen van het apparaat aanraakt. 3 Til de tonercartridge uit de printer. Waarschuwing: Raak de fotoconductortrommel aan de onderkant van de cartridge niet aan.
Storingen verhelpen 5 Trek het afdrukmateriaal omhoog en naar u toe. VOORZICHTIG: Gebruik geen puntige voorwerpen om het papier te verwijderen. Als u dat wel doet, kan dat tot persoonlijk letsel of schade aan de printer leiden. Waarschuwing: Stop met trekken als het afdrukmateriaal niet meteen in beweging komen wanneer u trekt. In dit geval moet u het afdrukmateriaal via de achterklep van de printer verwijderen. 6 Lijn de tonercartridge uit en installeer deze opnieuw. 7 Sluit de bovenste voorklep.
Storingen verhelpen 202 Papier vast - Open achterklep 1 Als het papier uit de printer wordt gevoerd, trekt u het afdrukmateriaal recht naar buiten en drukt u op Ga anders verder met stap 2. 2 Open de achterklep van de printer. . VOORZICHTIG: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen van het apparaat aanraakt. VOORZICHTIG: Gebruik geen puntige voorwerpen om het papier te verwijderen.
Storingen verhelpen 23x Papier vast - Open achterklep duplexeenh. 1 Open de achterklep van de duplexeenheid. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Trek het afdrukmateriaal naar boven of naar beneden, afhankelijk van de locatie van het afdrukmateriaal.
Storingen verhelpen 3 Sluit de achterklep van de duplexeenheid. Zorg ervoor dat deze op zijn plaats klikt. 4 Druk op . Papierstoring 270 en 280 Deze papierstoringen worden onderverdeeld in groep 27x en 28x. Als u over een optionele uitvoerlader, hogecapaciteitsuitvoerlader of mailbox met 5 laden beschikt, raadpleegt u 27x Papier vast - Controleer uitv.lade x. Als u over een finisher beschikt, raadpleegt u 28x Papier vast – Controleer finisher. 27x Papier vast - Controleer uitv.
Storingen verhelpen 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Sluit de achterkleppen van de uitvoerladen en controleer of deze goed dicht zitten. 5 Druk op . 28x Papier vast – Controleer finisher Papierstoring in de finisher verhelpen: 1 Duw de achterklepvergrendelingen van de finisher naar het midden toe. De achterklep valt open. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de achterklep en controleer of deze goed dicht zit.
Storingen verhelpen 4 Kantel de klep op de uitvoerlade van de finisher omhoog totdat deze is vergrendeld. 5 Verwijder de stapel afdrukmateriaal. 6 Sluit de klep op de uitvoerlade van de finisher. 7 Druk op . Nietjesstoringen verhelpen Een bericht 28x Nietjes vast geeft aan dat er nietjes zijn vastgelopen in het nietapparaat. De behuizing van de nietjeshouder moet uit de printer worden verwijderd. 1 Kantel de klep op de uitvoerlade van de finisher omhoog totdat deze is vergrendeld.
Storingen verhelpen 3 Open de klep van het nietapparaat door op de ontgrendelingshendel te drukken. 4 Verwijder de nietjeshouder uit het nietapparaat door stevig aan het gekleurde nokje te trekken. 5 Til de nietbescherming aan het metalen nokje omhoog en verwijder het blok nietjes. Gooi het hele blok nietjes weg. 6 Verwijder eventuele losse nietjes uit de nietbescherming. 7 Controleer de bodem van de nietjeshouder om te zien of er geen nietjes vastzitten in de invoermond.
Storingen verhelpen 9 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat totdat de houder vastklikt. 10 Sluit de klep van het nietapparaat. 11 Sluit de klep op de uitvoerlade van de finisher.
9 Beheerdersondersteuning Helderheid en contrast op het bedieningspaneel aanpassen Als u het display van het bedieningspaneel moeilijk kunt lezen, kunt u het LCD-contrast en de LCD-helderheid aanpassen via het menu Extra. De instellingen voor LCD-helderheid en LCD-contrast moeten afzonderlijk worden aangepast. U wijzigt de instellingen voor LCD-helderheid en LCD-contrast als volgt: 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. 2 Druk op op het bedieningspaneel.
Beheerdersondersteuning Menu's op bedieningspaneel inschakelen 1 Zet de printer uit. 2 Houd 3 Laat de knoppen los zodra er een klok verschijnt. en ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Op de eerste regel van het display verschijnt het MENU CONFIG. 4 Druk op totdat verschijnt naast Paneelmenu's, en druk vervolgens op 5 Druk op totdat verschijnt naast Inschakelen, en druk vervolgens op . .
Beheerdersondersteuning Spaarstand aanpassen Als u de instelling voor Spaarstand wilt aanpassen, gaat u als volgt te werk: 1 Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display wordt weergegeven. 2 Druk op op het bedieningspaneel.
Beheerdersondersteuning De schijf coderen Waarschuwing: Alle bronnen op de vaste schijf zullen worden verwijderd. (Bronnen in het flash-geheugen of in het RAM worden niet verwijderd.) Opmerking: Deze instelling is uitsluitend beschikbaar als er een vaste schijf is geïnstalleerd. 1 Zet de printer uit. 2 Houd 3 Laat de knoppen los zodra er een klok verschijnt. en ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Op de eerste regel van het display verschijnt het MENU CONFIG.
Beheerdersondersteuning U stelt als volgt het wachtwoord voor het systeem in: 1 Open uw webbrowser. Typ op de adresregel het IP-adres van de printer die u wilt configureren met de volgende indeling: http: //ip_address/. 2 Klik op Configuratie. 3 Klik in Overige instellingen op Beveiliging. 4 Klik op Wachtwoord maken als er nog geen wachtwoord is ingesteld. Klik op Wachtwoord wijzigen of verwijderen als er al een wachtwoord is ingesteld.
Beheerdersondersteuning De volgende twee typen verificatie worden ondersteund voor IPSec: • • Gedeelde sleutel voor verificatie—Elke ASCII-woordgroep die wordt gebruikt door alle deelnemende hosts. Dit is de eenvoudigste manier om te configureren wanneer slechts een paar hosts op het netwerk IPSec gebruiken. Certificaatverificatie—Zorgt ervoor dat elke host of subnet van hosts kan verifiëren voor IPSec. Voor elke host moet er een openbare sleutel en een persoonlijke sleutel zijn.
Beheerdersondersteuning U kunt als volgt 802.1x inschakelen en configureren op de Embedded Web Server nadat u de vereiste certificaten hebt geïnstalleerd: 1 Open uw webbrowser. Typ op de adresregel het IP-adres van de printer die u wilt configureren met de volgende indeling: http://ip_address/. 2 Klik op Configuratie. 3 Klik in Overige instellingen op Netwerk/poorten. 4 Klik op 802.1x-verificatie.
Beheerdersondersteuning Instellingen beveiligd afdrukken Met Instellingen beveiligd afdrukken kunt u het maximale aantal pogingen opgeven dat een gebruiker heeft voor het invoeren van de juiste PIN. Bovendien kunt u een vervaltijd voor afdruktaken instellen. Als een gebruiker het maximale aantal pogingen voor het invoeren van de juiste PIN overschrijdt, worden alle afdruktaken van die gebruiker verwijderd.
10 Problemen oplossen Printerberichten De printer geeft drie typen berichten weer: statusberichten, interventieberichten en onderhoudsberichten. Statusberichten verschaffen informatie over de actuele status van de printer. Er hoeft geen actie te worden ondernomen. Interventieberichten attenderen de gebruiker op printerproblemen waarvoor actie moet worden ondernomen om ze te verhelpen. Ook onderhoudsberichten attenderen de gebruiker op problemen waarvoor actie moet worden ondernomen.
Problemen oplossen Meertalige PDF's afdrukken Symptoom Oorzaak Oplossing Sommige documenten worden niet afgedrukt. De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 3 Schakel het vakje Print as image (Afdrukken als afbeelding) in. 4 Klik op OK.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Wachttaken worden niet afgedrukt. Er is een formatteringsfout opgetreden. • Druk de taak af. (Het is mogelijk dat de taak slechts gedeeltelijk wordt afgedrukt.) • Verwijder de taak. • Maak extra printergeheugen vrij door de lijst met wachtstandtaken te doorlopen en nog meer taken te verwijderen die u naar de printer hebt gestuurd. De printer heeft onvoldoende geheugen. De printer heeft ongeldige gegevens ontvangen. Verwijder de taak.
Problemen oplossen Problemen met opties oplossen Ga als volgt te werk als een optie niet goed functioneert nadat deze is geïnstalleerd, of als de optie niet meer functioneert: • Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in. Als het probleem hierdoor niet verdwijnt, trekt u de stekker van de printer uit het stopcontact en controleert u de verbinding tussen de optie en de printer.
Problemen oplossen Optie Actie Infraroodadapter Controleer het volgende als de communicatie via de infraroodadapter stopt of helemaal niet werkt: • De afstand tussen de twee infraroodpoorten mag maximaal 1 meter zijn. Als geen communicatie plaatsvindt tussen de poorten, plaatst u de poorten dichter bij elkaar. • Beide poorten moeten stabiel zijn. • De computer en de printer moeten op een vlakke ondergrond staan.
Problemen oplossen Problemen met de lader voor 2000 vel oplossen Probleem Oplossing De liftlade komt niet omhoog als de laadklep wordt gesloten, of de liftlade gaat niet omlaag als de klep wordt geopend en de liftknop wordt ingedrukt. Controleer of aan de volgende voorwaarden is voldaan: • De printer is op de juiste wijze aangesloten op de lader voor 2000 vel. • De printer is ingeschakeld. • Het netsnoer is goed aangesloten op de achterkant van de lader voor 2000 vel.
Problemen oplossen Problemen met de papierinvoer oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Papier loopt regelmatig vast. U gebruikt papier dat niet geschikt is voor de printer. Gebruik het aanbevolen papier en afdrukmateriaal. Raadpleeg voor meer informatie de Card Stock & Label Guide die u kunt vinden op de website van Lexmark: www.lexmark.com. Raadpleeg Papierstoringen voorkomen voor informatie over het voorkomen van papierstoringen. U hebt teveel papier of teveel enveloppen geplaatst.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Met de informatie in de volgende tabel kunt u problemen met betrekking tot de afdrukkwaliteit oplossen. Als u met deze adviezen het probleem niet kunt oplossen, bel dan voor service. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen. Probleem Actie De afdruk is te licht. • De toner is mogelijk bijna op. Om de resterende toner te kunnen gebruiken, verwijdert u de cartridge door de hendels met beide handen vast te pakken.
Problemen oplossen Probleem Actie De pagina is geheel wit. • Controleer of u het verpakkingsmateriaal van de cartridge hebt verwijderd. • Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd. • De toner is mogelijk bijna op. Om de resterende toner te kunnen gebruiken, verwijdert u de cartridge door de hendels met beide handen vast te pakken. Schud de tonercartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. Zorg ervoor dat de pijlen op de cartridge daarbij naar beneden wijzen.
Problemen oplossen Probleem Actie De pagina of een gedeelte van de pagina is zwart. Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd. De taak wordt afgedrukt, maar de bovenmarge en zijmarges zijn onjuist. • Controleer of de instelling voor Papierformaat in het menu Papier correct is. • Controleer of de marges in de toepassing op de juiste wijze zijn ingesteld. Er verschijnen schaduwafbeeldingen. • Controleer of de instelling voor Papiersoort in het menu Papier correct is. • Vervang de fotoconductor.
Problemen oplossen De opties in het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel kunnen worden aangepast om de afdrukkwaliteit te verbeteren. Menuselectie Doel Waarden†Afdrukresolutie Hiermee selecteert u de resolutie van afgedrukte uitvoer 600 dpi* Beeldkwaliteit 1200 1200 dpi Beeldkwaliteit 2400 Tonerintensiteit Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder en bespaart u toner 1–10 8* is de standaardinstelling. Selecteer een lager cijfer om de afdruk lichter te maken of om toner te besparen.
Kennisgevingen • Handelsmerken • Kennisgeving over licentie • Conventies • Kennisgeving over elektronische emissies • Geluidsniveaus • ENERGY STAR • WEEE-richtlijn (Waste from Electrical and Electronic Equipment) • Laserinformatie • Beperkte garantie Kennisgevingen 115
Kennisgevingen Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo, Drag’N’Print, MarkNet en MarkVision zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc. PrintCryption en StapleSmart zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. LEXFAX is een servicemerk van Lexmark International, Inc. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Kennisgevingen Conventies Opmerking: Een opmerking bevat nuttige informatie. VOORZICHTIG: De aanduiding voorzichtig heeft betrekking op gevaar voor letsel. Waarschuwing: Een waarschuwing geeft aan dat het hardwareproduct of de bijbehorende software beschadigd kan raken. Kennisgeving over gevoeligheid voor statische electriciteit Waarschuwing: Dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit.
Kennisgevingen Eventuele vragen over deze verklaring kunt u richten aan: Director of Lexmark Technology & Services Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, KY 40550, Verenigde Staten (859) 232-3000 Industry Canada Compliance Statement This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
Kennisgevingen Blootstelling aan radiofrequente straling (RF) Het RF-uitvoervermogen van dit apparaat ligt ver beneden de blootstellingslimieten voor RF-straling van de FCC. Teneinde aan de vereisten voor blootstelling aan RF-straling van de FCC te kunnen voldoen, moet een afstand van minimaal 20 cm worden aangehouden tussen de antenne en eventuele gebruikers.
Kennisgevingen German GS mark notice Model: T640, T642, T644 Machine types: 061-000, 4061-200, 4061-400, 4061-010, 4061-210, and 4061-410 Mailing address Lexmark Deutschland GmbH Postfach 1560 63115 Dietzenbach Physical address Lexmark Deutschland GmbH Max-Planck-Straße 12 63128 Dietzenbach Phone: 0180 - 564 56 44 (Product Information) Phone: 01805 - 51 25 11 (Technical Support) E-mail: internet@lexmark.
Kennisgevingen Lexmark International, Inc. heeft in haar hoedanigheid van ENERGY STAR Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik. WEEE-richtlijn (Waste from Electrical and Electronic Equipment) Het WEEE-symbool verwijst naar specifieke recyclingprogramma's en -procedures voor elektronische producten in landen binnen de Europese Unie. Wij verzoeken u onze producten te recyclen.
Kennisgevingen Garantie Lexmark garandeert dat dit product: • • Is vervaardigd uit nieuwe onderdelen of uit nieuwe en bruikbare gebruikte onderdelen die als nieuwe onderdelen functioneren Vrij is van materiaal- en fabricagefouten Als dit product tijdens de garantieperiode niet volgens deze garantie functioneert, kunt u voor kosteloze reparatie of vervanging (naar keuze van Lexmark) contact opnemen met een leverancier of met Lexmark.
Kennisgevingen • • • • Gebruik van een product na de verwachte levensduur Gebruik van afdrukmateriaal dat niet binnen de Lexmark-specificaties valt Aanpassing, revisie, reparatie, hervulling of herfabricage van producten van derden, supplies of onderdelen Producten, supplies, onderdelen, materialen (zoals toner- en inktsoorten), software of interfaces die niet door Lexmark zijn geleverd VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE GELDENDE WETGEVING, BIEDEN LEXMARK NOCH HAAR EXTERNE LEVERANCIERS ENIGE ANDERE GARANTIE O
Index Cijfers afdrukken vergrendelen 102 beveiligde Embedded Web Server gebruiken 100 Beveiligingsmodus 101 instellen systeemwachtwoord 99 via Embedded Web Server 99 Instellingen beveiligd afdrukken. 103 menu's op bedieningspaneel vergrendelen 102 ondersteunen Simple Network Management Protocol 100 ondersteuning IPSec 100 Beveiligingsmodus 101 breedtegeleider 47 briefhoofd plaatsen invoerlade 48, 52, 56 42.
Index G N garantie 121 geautoriseerde dealers van Lexmark 74 Geconfigureerde modellen 7 gecontroleerde afdruktaken 44 geïntegreerde formulieren 66, 68 gereserveerde afdruktaken 44 gewicht, papier 69 grijprollen 78 NetWare 26 niet- en offseteenheid nietjes vervangen 78 nieten, maximumaantal 107 nietjeshouder, vervangen 78 O helderheid, LCD 96 herhaalde afdruktaken 44 onderhoud nietjeshouder 78 onderhoud van de printer 74 tonercartridge bestellen 76 overdrachtrol 78 I P informatie over deze editie 2
Index S Simple Network Management Protocol, beveiliging 100 Spaarstand, aanpassen 98 standaardlade 7 stapelhoogte-indicator 48, 53 StapleSmart nietjes vervangen 78 Stop, knop 9 storingen verhelpen 80 voorkomen 73 storingen afdrukmateriaal voorkomen 73 storingen verhelpen 80 supplies onderhoudskit 77 recycling 79 reiniger voor etikettenverhittingsstation 78 supplies recyclen 79 T Terug, knop 9 tonercartridge bestellen 76 recycling 79 transparanten plaatsen invoerlade 46 U universeellader afdrukmateriaal p