Lexmark W812 Handleiding juli 2002 www.lexmark.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Printeroverzicht .......................................................... 7 Hoofdstuk 2: Afdruktaak naar de printer sturen .......................... 10 Hoofdstuk 3: Afdruktaak annuleren .............................................. 11 Afdruktaken annuleren vanaf het bedieningspaneel .......................................... 11 Afdruktaken annuleren via de taakbalk van Windows ........................................ 11 Afdruktaken annuleren vanaf het bureaublad van Windows ..
Hoofdstuk 8: Laden vullen ............................................................. 21 Laden voor 250 vel vullen .................................................................................. 21 Invoerladen voor 500 vel vullen ......................................................................... 27 Hoofdstuk 9: Universeellader vullen ............................................. 29 Afdrukken op enveloppen ..................................................................................
Hoofdstuk 23: Tonercartridge vervangen ..................................... 60 De oude tonercartridge verwijderen ................................................................... 60 De nieuwe cartridge installeren .......................................................................... 61 Hoofdstuk 24: Verhittingsstation vervangen ................................ 63 Het oude verhittingsstation verwijderen .............................................................
Hoofdstuk 36: Printerberichten ...................................................... 94 Hoofdstuk 37: Menu Afwerking .................................................... 132 Hoofdstuk 38: Menu Taak ............................................................. 138 Hoofdstuk 39: Menu Kwaliteit ...................................................... 141 Hoofdstuk 40: Menu Papier .......................................................... 143 Hoofdstuk 41: Menu PCL-emul ..........................................
1 Printeroverzicht De volgende afbeeldingen tonen de verschillende kanten van de Lexmark W812.
Tonercartridge Verhittingsstation Connector van de netwerkkaart Ontgrendelingsknop Connector van de parallelle poort Connector voor het netsnoer Connector voor dubbelzijdig afdrukken 8
U kunt de papiercapaciteit vergroten door extra laden voor 250 of 500 vel aan te schaffen. In de volgende afbeelding ziet u de printer in een configuratie met één optionele lade voor 500 vel en één optionele lade voor 250 vel die is uitgeschoven voor A3-papier. Lade voor 500 vel Lade voor 250 vel In de volgende afbeelding ziet u de printer in een configuratie met twee optionele laden voor 500 vel.
2 Afdruktaak naar de printer sturen Vanuit een normale Windows-toepassing drukt u een afdruktaak als volgt af: 1 Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2 Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken. 3 Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. 4 Wijzig eventueel de printerinstellingen (het aantal af te drukken pagina's of het aantal exemplaren).
3 Afdruktaak annuleren Afdruktaken annuleren vanaf het bedieningspaneel Als u een taak wilt annuleren nadat het afdrukken is gestart, drukt u op Menu totdat u Taak annuleren ziet en drukt u dan op Selecteren. Afdruktaken annuleren via de taakbalk van Windows Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, wordt rechts in de taakbalk een klein pictogram in de vorm van een printer weergegeven. 1 Dubbelklik op dit pictogram. Er wordt nu een lijst van afdruktaken weergegeven.
4 Zuinig omgaan met accessoires Een aantal instellingen die u via de software van uw toepassingen of via het bedieningspaneel van de printer kunt regelen, zorgen voor besparing van toner en papier. Resultaat van de instelling Zie voor meer informatie... Accessoire Instelling Toner Tonerintensiteit in Hiermee stelt u de hoeveelheid toner in het menu Kwaliteit die op het papier wordt aangebracht. De mogelijke waarden zijn 1 (lichtste instelling) tot 10 (donkerste instelling).
5 Afdruktaak in de wachtstand zetten Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de taak in het printergeheugen moet worden opgeslagen, oftewel in de wachtstand moet worden geplaatst. Wanneer u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, geeft u via de menu's van het bedieningspaneel op welke wachtstandtaak u wilt uitvoeren. Opmerking: Voor afdruk- en wachtstandtaken moet minimaal 16 MB printergeheugen beschikbaar zijn.
Toegang tot wachtstandtaken via het bedieningspaneel 1 U krijgt als volgt via het bedieningspaneel toegang tot wachtstandtaken: – – Als de printer bezig is, drukt u op Menu. Het menu Taak wordt weergegeven. Als de printer in de werkstand Gereed staat, gaat u verder met stap 2. 2 Druk op Menu totdat Taken in wacht of Vertrouwelijk op de display van het bedieningspaneel wordt weergegeven, afhankelijk van de gewenste soort afdruktaak. 3 Druk op Selecteren.
Wanneer het symbool mogelijkheden: naast een wachtstandtaak wordt weergegeven, hebt u de volgende • De taak afdrukken. Houd er echter rekening mee dat mogelijk slechts een deel van de taak wordt afgedrukt. • De taak verwijderen. U kunt eventueel nog meer printergeheugen vrijmaken door de lijst met wachtstandtaken te doorlopen en nog meer taken te verwijderen die u naar de printer hebt gestuurd.
Vertrouwelijke taken afdrukken Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, kunt u via het stuurprogramma een PIN-code (persoonlijk identificatienummer) invoeren. De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 1 tot en met 6. De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen opgeslagen totdat u dezelfde viercijferige PIN-code invoert via het bedieningspaneel van de printer en opgeeft dat u de taak wilt afdrukken of verwijderen.
6 Papier- en mediaspecificaties In de volgende tabel vindt u een overzicht van de ondersteunde formaten en gewichten van papier en media voor de standaardlade, de optionele laden en de universeellader. Gebruik altijd eerst een paar testvellen van het papier of medium dat u wilt gaan gebruiken voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden: • • • • • • • papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak; coated papier (uitwisbaar bankpostpapier); voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer; meervoudige formulieren; synthetisch papier; thermisch papier; kringlooppapier met een gewicht van minder dan 75 g/m2.
Etiketten De printer kan afdrukken op een groot aantal etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters. Deze etiketten worden geleverd in vellen met het formaat Letter of A4. De lijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en de coatings moeten bestand zijn tegen temperaturen van 205°C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te scheiden en moeten tevens bestand zijn tegen een druk van 25 psi. Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
7 • Laden koppelen Als u papier of media van hetzelfde formaat en type in meerdere laden plaatst, worden deze laden automatisch gekoppeld. Als een lade dan leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde lade gebruikt. Als u bijvoorbeeld hetzelfde formaat en type papier of medium hebt geplaatst in lade 2 en lade 3, gebruikt de printer eerst lade 2. Als deze leeg is, gaat de printer automatisch verder met de volgende lade in de gekoppelde serie, in dit geval lade 3.
8 Laden vullen Laden voor 250 vel vullen Volg de instructies in dit gedeelte om papier en speciale media te laden in een van de laden voor 250 vel. Als u papier wilt laden dat langer is dan A4 of Letter, gaat u naar pagina 24. Opmerking: Zorg ervoor dat u de aanbevolen capaciteit of het aanbevolen gewicht van media niet overschrijdt (zie Papier- en mediaspecificaties). Papierformaten Letter, A4, A5 en JIS B5 1 Verwijder de lade en leg deze op een vlakke ondergrond. 2 Verwijder de klep van de lade.
4 Schuif de zijgeleiders naar de zijkanten van de lade. 5 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. 6 Plaats het papier of de speciale media tegen de achterkant van de lade. Als u papier met briefhoofd laadt, plaatst u het papier met het briefhoofd naar boven en de bovenrand van het papier tegen de zijgeleider aan de rechterkant. Laad geen gevouwen of gekreukeld papier.
8 Druk de hendel van de voorste geleider in en schuif de geleider naar achter totdat deze de stapel papier raakt. De geleider dient nu uitgelijnd te zijn met de indicator voor het geladen papierformaat. Zorg ervoor dat de randen van het papier onder de beugel op de voorste geleider vallen. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de stapel papier niet hoger is dan de maximumhoogte die wordt aangegeven op de lade. Bij een te volle lade kunnen vellen afdrukmedia vastlopen. 9 Plaats de bovenklep van de lade terug.
11 Stel de schakelaar voor het papierformaat in op het formaat van het papier dat u hebt geladen. Als de schakelaar niet juist is ingesteld, kunnen zich papierstoringen voordoen of kan het bericht 34 Fout papier verschijnen. 12 Selecteer de papiersoort en de papierbron in de toepassing die u gebruikt.
2 Verwijder de klep van de lade. 3 Schuif de vergrendelingen aan de linker- en de rechterkant van de lade naar binnen om het verlengstuk te ontgrendelen.
4 Trek het verlengstuk zo ver mogelijk naar buiten. 5 Schuif de vergendelingen naar buiten om het verlengstuk vast te zetten. 6 Voer de stappen 3 tot en met 10 uit (zie pagina 21) om de lade te vullen. 7 Stel de schakelaar voor het papierformaat in op het formaat van het papier dat u hebt geladen. Als de schakelaar niet juist is ingesteld, kunnen zich papierstoringen voordoen of kan het bericht 34 Fout papier verschijnen. 8 Selecteer de papiersoort en de papierbron in de toepassing die u gebruikt.
Invoerladen voor 500 vel vullen Volg de instructies hieronder om een lade voor 500 vel te vullen. Opmerking: Zorg ervoor dat u de aanbevolen capaciteit of het aanbevolen gewicht van media niet overschrijdt (zie Papier- en mediaspecificaties). 1 Verwijder de lade en leg deze op een vlakke ondergrond. 2 Verwijder de klep van de lade. 3 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
5 Zorg ervoor dat het papier gemakkelijk onder de twee hoekklemmen valt. 6 Plaats de bovenklep van de lade terug. 7 Plaats de lade weer in de printer. Opmerking: Zorg ervoor dat de stapel papier niet hoger is dan de maximumhoogte die wordt aangegeven op de lade. Als zich regelmatig papierstoringen voordoen, kunt u proberen om minder papier te laden (tot aan de onderste lijn voor de stapelhoogte).
9 Universeellader vullen U kunt de universeellader gebruiken voor papier, speciale media (transparanten en etiketten), enveloppen en Hagaki-kaarten. Opmerking: Zorg ervoor dat u de aanbevolen capaciteit of het aanbevolen gewicht van media niet overschrijdt (zie Papier- en mediaspecificaties). 1 Open de universeellader. 2 Schuif de zijgeleiders in de juiste positie voor het formaat van het papier of de media die u laadt.
3 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. 4 Plaats het papier of de media met de te bedrukken zijde naar boven in de universeellader. Opmerking: Om storingen te voorkomen bij het afdrukken op transparanten, raden we aan om elk transparant direct nadat het in de uitvoerlade komt, te verwijderen.
Afdrukken op enveloppen 1 Plaats de enveloppen met de te bedrukken zijde naar boven en de klep naar beneden in de universeellader. 2 Stel de zijgeleiders in op de breedte van de enveloppen. 3 Selecteer het papierformaat, de papiersoort en de papierbron, zowel via het bedieningspaneel als via de toepassing waarmee u werkt. 4 Druk op Start om te beginnen met het afdrukken van de taak.
10 Tips voor het afdrukken Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er problemen met papierinvoer ontstaan. • Sla papier op in een ruimte waar de temperatuur ongeveer 21ºC is en waar de relatieve vochtigheid 40% bedraagt. • Bewaar dozen afdrukmateriaal liever niet op de vloer, maar plaats ze op een pallet of een plank.
De volgende tips kunnen ook helpen om papierstoringen te voorkomen: • Gebruik alleen aanbevolen papier. Raadpleeg voor meer informatie over het optimale papier voor uw configuratie Card Stock & Label Guide op de weblocatie van Lexmark op dit adres: www.lexmark.com. • Als u gedetailleerde gegevens nodig hebt voordat u grote hoeveelheden speciaal papier bestelt, raadpleegt u de Card Stock & Label Guide. • Laad geen gevouwen, gekreukt of vochtig papier.
11 Optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken gebruiken Met dubbelzijdig afdrukken kunt u besparen op de benodigde supplies en zo de kosten terugbrengen. Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, selecteert u de desbetreffende optie in het printerstuurprogramma. Opmerking: Gebruik voor dubbelzijdige afdruktaken papier dat 148 mm tot 297 mm (5,8 tot 11,7 inch) breed is en 148 mm tot 508 mm (5,8 tot 20 inch) hoog. Zo voorkomt u papierstoringen.
Korte zijde houdt in dat de pagina's worden ingebonden langs de korte zijde. Staand Achterzijde van het vel Liggend Achterzijde van het vel Voorzijde van het vel Voorzijde van het vel Opmerking: Als u de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken hebt geïnstalleerd maar die niet kunt selecteren in het printerstuurprogramma, selecteert u in het printerstuurprogramma het tabblad voor de printerconfiguratie of het tabblad voor de geïnstalleerde opties en markeert u de optie voor dubbelzijdig afdrukken.
12 Niet-reagerende printer controleren Sommige printerproblemen zijn zeer gemakkelijk op te lossen.
13 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Een groot aantal problemen met betrekking tot afdrukkwaliteit kan worden opgelost door accessoires of onderdelen te vervangen die het einde van hun normale levensduur hebben bereikt. Op het bedieningspaneel worden berichten weergegeven wanneer bepaalde accessoires of onderdelen aan vervanging toe zijn. Zie Status van accessoires bepalen voor informatie over andere methoden om na te gaan of er onderdelen zijn die moeten worden vervangen.
Symptoom Oorzaak Oplossing Afdruk te licht • De instelling voor tonerintensiteit is te laag. • U gebruikt papier dat niet geschikt is voor de printer. • Er zit bijna geen toner meer in de cartridge. • De tonercartridge is defect of is in meerdere printers gebruikt. • Selecteer een andere instelling voor tonerintensiteit met behulp van het printerstuurprogramma voordat u de afdruktaak naar de printer stuurt. • Gebruik de aanbevolen papiersoorten en media.
Symptoom Oorzaak Oplossing Onregelmatige afdrukintensiteit De tonercartridge is beschadigd. Vervang de tonercartridge. Raadpleeg Tonercartridge vervangen. Onregelmatigheden in de afdruk • Het papier heeft zich in een vochtige omgeving bevonden en heeft daardoor vocht opgenomen. • U gebruikt papier dat niet geschikt is voor de printer. • Het verhittingsstation is aan vervanging toe of defect. • Plaats papier uit een nieuw pak in de lade. Raadpleeg Papier bewaren voor informatie over papieropslag.
Symptoom Oorzaak Oplossing Horizontale strepen De cartridge is defect, leeg of aan vervanging toe of het verhittingsstation is defect of aan vervanging toe. Vervang de tonercartridge of het verhittingsstation. Raadpleeg Tonercartridge vervangen of Verhittingsstation vervangen voor meer informatie. Verticale strepen De toner loopt uit voordat deze in het papier wordt opgenomen. Als het papier stijf is, selecteert u een andere invoerlade. Tonervlekken • De tonercartridge is beschadigd.
Symptoom Oorzaak Oplossing Scheef afdrukbeeld De papiergeleiders van de geselecteerde lade staan niet in de juiste positie voor het geladen papier. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. Raadpleeg Laden vullen voor gedetailleerde instructies over de juiste posities van de geleiders van de verschillende laden. Verkeerde marges • De papiergeleiders van de geselecteerde lade staan ingesteld op een ander papierformaat dan dat van het geladen papier.
14 Problemen met de papierinvoer oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Papier loopt regelmatig vast. U gebruikt papier dat niet geschikt is voor de printer. Gebruik de aanbevolen papiersoorten en media. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie de Card Stock & Label Guide die u kunt vinden op de website van Lexmark op dit adres: www.lexmark.com. Zie Papierstoringen verhelpen voor meer informatie. Zie Papierstoringen voorkomen voor informatie over het voorkomen van papierstoringen.
Symptoom Oorzaak Oplossing Papier loop regelmatig vast (vervolg). Het papier loopt regelmatig vast in de optionele lade voor 500 vel. Laad papier tot aan de stapelhoogte die wordt aangegeven met een A. Papier loopt vast bij dubbelzijdig afdrukken op Universal-papier. Het geselecteerde Universalpapierformaat valt buiten het bereik van de mogelijkheden voor dubbelzijdig afdrukken. Gebruik papier dat 148 tot 297 mm (5,8 – 11,7 inch) breed is en 148 tot 508 mm (5,8 –20 inch) lang.
15 Printerproblemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing De display op het bedieningspaneel is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven. De zelftest van de printer is mislukt. Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. Het bericht Zelftest wordt uitgevoerd verschijnt op de display. Wanneer de test is voltooid, wordt Gereed weergegeven. Als deze berichten niet worden weergegeven, zet u de printer uit en belt u voor service. Taken worden niet afgedrukt.
Symptoom Oorzaak Oplossing Taken worden niet afgedrukt (vervolg). U gebruikt het verkeerde printerstuurprogramma of u drukt af naar een bestand. • Controleer of u het voor de printer Lexmark W812 geschikte stuurprogramma hebt geselecteerd. • Als u via een USB-poort werkt, moet u Windows 98, Windows Me of Windows 2000 gebruiken als besturingssysteem en moet u een printerstuurprogramma gebruiken dat compatibel is met Windows 98, Windows Me of Windows 2000.
Symptoom Oorzaak Oplossing Er worden verkeerde tekens afgedrukt. U gebruikt een parallelle kabel die niet compatibel is. Als u een parallelle interface gebruikt, moet u controleren of u een IEEE 1284-compatibele parallelle kabel gebruikt. U wordt aangeraden een Lexmark kabel, artikelnummer 1329605 (3 m) of 1427498 (6 m), te gebruiken voor de standaard parallelle poort. De printer staat in de werkstand Hex Trace.
16 Andere problemen met opties oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing De optie functioneert niet goed nadat die is geïnstalleerd, of stopt. De optie is niet correct geïnstalleerd. Verwijder de optie en installeer deze vervolgens opnieuw. De kabels die de optie verbinden met de printer, zijn niet correct aangesloten. Controleer de aansluiting van de kabels. Het printerstuurprogramma merkt niet dat de optie is geïnstalleerd.
17 Bellen voor technische ondersteuning Wanneer u belt voor technische ondersteuning, beschrijft u het probleem waarmee u te maken hebt, geeft u het bericht door dat op de display wordt weergegeven en vertelt u welke stappen u al hebt ondernomen om een oplossing te vinden. U hebt ook de modelnaam en het serienummer van de printer nodig. Deze gegevens vindt u op de achterkant van de printer, bij de uitgang van het netsnoer.
18 Berichten over papierstoringen Papierstoringsberichten Bericht Gebied waar de storing zich voordoet Raadpleeg 200 Papier vast Open bovenklep In of achter een papierlade of universeellader Storingen met nummer 200/201 verhelpen in de papierlade Storingen met nummer 200/201 verhelpen in de universeellader 200 Papier vast Laden controleren 201 Papier vast Open bovenklep 201 Papier vast Laden controleren 202 Papier vast Open bovenklep Onder de tonercartridge Storingen met nummer 202 verhelpen in d
19 Papierstoringen verhelpen Wanneer zich een papierstoring voordoet, wordt het bericht 2xx Papier vast weergegeven en stopt de printer met afdrukken. Wanneer u de papierstoring verholpen hebt, opent en sluit u de bovenklep om het bericht te verwijderen en door te gaan met het afdrukken. Klik op een van de onderstaande berichten voor instructies voor het verhelpen van de storing.
Storingen met nummer 200/201 verhelpen in de papierlade Het papier kan vastlopen in de lade of kan achter de lade vast komen te zitten. Ga als volgt te werk om de storing te verhelpen: 1 Trek de lade die wordt gebruikt voor de huidige taak uit de printer en verwijder de klep van de lade. 2 Als het papier is vastgelopen in de lade, verwijdert u het papier. 3 Controleer in het gebied rond de lade of er nog meer papier is vastgelopen en verwijder het.
Storingen met nummer 200/201 verhelpen in de universeellader 1 Open de universeellader en verwijder al het papier uit de lade. 2 Als papier is vastgelopen in de universeellader, verwijdert u het. 3 Open en sluit de bovenklep om het bericht te verwijderen. Storingen met nummer 203 verhelpen in het verhittingsstation Het bericht 203 Papier vast verschijnt wanneer papier vastloopt in het verhittingsstation. Ga als volgt te werk om de storing te verhelpen: 1 Verwijder het papier uit de uitvoerlade.
2 Druk op de ontgrendelingsknop aan de linkerkant van de printer en open de bovenklep. LET OP: Het verhittingsstation kan heet zijn. Laat het verhittingsstation afkoelen voordat u verdergaat. 3 Til de papiergeleider van het verhittingsstation op en verwijder al het vastgelopen papier. 4 Laat de papiergeleider weer zakken. 5 Sluit de bovenklep om het bericht te verwijderen.
Storingen met nummer 202 verhelpen in de tonercartridge Het bericht 202 Papier vast wordt weergegeven wanneer het papier de papierlade verlaten heeft, maar nog niet bij het verhittingsstation is aangekomen. Ga als volgt te werk om de storing te verhelpen: 1 Verwijder het papier uit de uitvoerlade. 2 Druk op de ontgrendelingsknop aan de linkerkant van de printer en open de bovenklep. 3 Verwijder de tonercartridge en leg die terzijde.
4 Open de hendel van de papiergeleider van de tonercartridge en verwijder al het vastgelopen papier. 5 Sluit de hendel van de papiergeleider. 6 Plaats de tonercartridge terug. 7 Sluit de bovenklep om het bericht te verwijderen.
3 Controleer of er papier is vastgelopen en verwijder het papier. 4 Sluit de bovenklep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. 5 Open de onderklep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. 6 Controleer of er papier is vastgelopen en verwijder het papier. 7 Sluit de onderklep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. 8 Verwijder de tonercartridge en verwijder vastgelopen papier. (Raadpleeg Storingen met nummer 202 verhelpen in de tonercartridge voor hulp.) 9 Plaats de tonercartridge terug.
20 Bestelinformatie In de VS belt u 1-800-539-6275 voor informatie over geautoriseerde dealers van Lexmark accessoires in uw omgeving. Voor andere landen en gebieden bezoekt u de website van Lexmark op www.lexmark.com of neemt u contact op met de leverancier van de printer. Voor informatie over accessoires voor de printer neemt u contact op met de leverancier van de printer. Voor het bestellen van accessoires kunt u ook terecht op de online winkel van Lexmark op dit adres: www.lexmark.com.
21 Status van accessoires bepalen Als u de status wilt weten van alle accessoires en onderdelen in de printer, drukt u de pagina met menu-instellingen af. Raadpleeg Pagina met menu-instellingen afdrukken voor gedetailleerde instructies. Afhankelijk van het aantal aanwezige menu-instellingen worden er een of twee pagina's afgedrukt. In deze gegevens vindt u een rubriek "Status benodigdheden", waar voor elk van de accessoires en onderdelen de resterende levensduur wordt aangegeven.
22 Recycling van accessoires en optionele onderdelen Via het programma Operation ReSourceSM van Lexmark kunt u gratis deelnemen aan een wereldwijd recycling-programma. Verpak de oude cartridge in de doos van de nieuwe cartridge. Stuur de cartridge op deze manier verpakt terug naar Lexmark. (Zie de instructies in de doos.) Ook het verhittingsstation kan worden hergebruikt.
23 Tonercartridge vervangen Wanneer het bericht Toner bijna op wordt weergegeven op de display, controleert u of u een nieuwe cartridge, artikelnummer 14K0050, in voorraad hebt. Om de resterende toner te kunnen gebruiken, verwijdert u de cartridge, schudt u die zachtjes heen en weer en plaatst u de cartridge vervolgens weer terug in de printer. Wanneer afdrukken vaag worden of de printer niet meer naar behoren afdrukt, vervangt u de tonercartridge.
2 Verwijder de tonercartridge en leg die terzijde. WAARSCHUWING: Lexmark raadt het bijvullen van gebruikte tonercartridges af, evenals het kopen van bijgevulde tonercartridges van derden. Het bijvullen van gebruikte tonercartridges of kopen van bijgevulde cartridges van derden wordt afgeraden. Met cartridges van derden is het niet mogelijk om een goede afdrukkwaliteit en betrouwbare werking van de printer te garanderen. Gebruik dus altijd originele producten Lexmarkvoor het beste resultaat.
2 Schud de cartridge in alle richtingen heen en weer om de toner te verdelen. 3 Plaats de cartridge op een vlakke ondergrond en verwijder de verzegeling. 4 Lijn de cartridge uit met de sleuven in de printer en plaats de cartridge terug in de printer. 5 Sluit de bovenklep. 6 Volg de instructies op de doos van de cartridge om de gebruikte cartridge te recyclen.
24 Verhittingsstation vervangen Wanneer het bericht 80 Onderhoud gepland wordt weergegeven, vervangt u het verhittingsstation. Het oude verhittingsstation verwijderen 1 Zet de printer uit. 2 Druk op de ontgrendelingsknop aan de linkerkant van de printer en open de bovenklep.
3 Haal de tonercartridge uit de printer. 4 Trek de vergrendelingen aan beide zijden van het verhittingsstation omhoog.
5 Pak de handgrepen aan beide zijden van het verhittingsstation vast en trek het verhittingsstation naar u toe en omhoog uit de printer. 6 Leg het verhittingsstation opzij. Een nieuw verhittingsstation installeren 1 Haal het nieuwe verhittingsstation uit de verpakking. Volg de instructies op de doos voor het recyclen van het oude verhittingsstation. 2 Plaats het nieuwe verhittingsstation in de printer.
3 Druk de vergrendelingen van het verhittingsstation naar beneden, zodat het station vastzit. 4 Lijn de tonercartridge uit met de sleuven in de printer en plaats de cartridge terug in de printer.
5 Sluit de bovenklep. 6 Stel de paginateller voor het verhittingsstation weer in op nul: a Houd Selecteren en Return ingedrukt terwijl u de printer aanzet. b Wanneer het bericht Zelftest wordt uitgevoerd verschijnt, laat u Selecteren en Return los. Het menu Config wordt weergegeven. c Druk op Menu totdat u de optie Onderhoudstellers herstellen ziet en druk dan op Selecteren. Het bericht Onderhoudstellers herstellen =beginwaarden verschijnt. d Druk op Selecteren. De teller wordt ingesteld op nul.
25 Informatie over het bedieningspaneel Het bedieningspaneel heeft vijf knoppen, een display en een lampje dat gaat knipperen als de printer bezig is met het verwerken van een afdruktaak.
Knop Menu Functie Druk op Menu om: • De printer offline te zetten (de werkstand Gereed te beëindigen) en naar het menusysteem te gaan. Als de printer offline is, drukt u op Menu om door de menu's en menu-items te bladeren. • Het menu Taak te openen (in de werkstand Bezig). In het geval van menu-items met numerieke waarden, bijvoorbeeld Exemplaren, moet u Menu ingedrukt houden om door de waarden te bladeren. Laat de knop los zodra het gewenste getal wordt weergegeven.
26 Printersignalen configureren Wanneer de printer aandacht nodig heeft, wordt dit gesignaleerd. Dit kan op een aantal verschillende manieren gebeuren, afhankelijk van de instellingen. Met het menu Instellingen Menu-item Functie Waarde Resultaat Signaalinstelling Hiermee stelt u in of de printer een geluidssignaal geeft als aandacht nodig is. Uit Er wordt geen geluidssignaal gegeven, maar de printer stopt met afdrukken totdat de vereiste interventie heeft plaatsgevonden.
27 Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen De volgende instructies vormen een richtlijn bij het verwijderen van geheugenkaarten of optionele kaarten. De volgende afbeelding laat de plaats van de verschillende connectors zien. Connector voor optionele kaart Connectoren voor geheugen- en flash-geheugenkaart Connector voor firmwarekaart Paneel van systeemkaart verwijderen 1 Zet de printer uit. 2 Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
4 Druk op de ontgrendelingsknop aan de linkerkant van de printer en open vervolgens de bovenklep. 5 Druk op de ontgrendelingsknop aan de zijkant terwijl u de rechterklep naar de achterzijde van de printer schuift. 6 Verwijder de rechterklep en leg deze opzij.
7 Draai de schroeven op het paneel los en verwijder het paneel. Geheugenkaarten verwijderen Volg de stappen hieronder voor het verwijderen van geheugenkaarten en flash-geheugenkaarten. WAARSCHUWING: Printer- en flash-geheugenkaarten kunnen snel beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een geheugenkaart aanraakt. 1 Verwijder het paneel (raadpleeg Paneel van systeemkaart verwijderen voor instructies).
4 Trek de kaart recht uit de connector. 5 Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos. 6 Plaats het paneel terug (raadpleeg Paneel van de systeemkaart aanbrengen). Optionele kaart verwijderen Voer de volgende stappen uit om een interne printserver, USB/Parallel interfacekaart of vaste schijf met adapterkaart te verwijderen. WAARSCHUWING: Optionele kaarten kunnen snel beschadigd raken door statische elektriciteit.
3 Kijk welke optie u wilt verwijderen. 4 Trek de optionele kaart voorzichtig uit de connectorsleuf op de systeemkaart. 5 Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos. 6 Als u geen andere kaart wilt plaatsen, brengt u het metalen afdekplaatje voor de connectorsleuf aan. 7 Zet het andere uiteinde van het plaatje met de schroef vast op de systeemkaart. 8 Plaats het paneel terug (raadpleeg Paneel van de systeemkaart aanbrengen).
Firmwarekaart verwijderen Volg de stappen hieronder voor het verwijderen van een firmwarekaart. Als er een optionele kaart is geïnstalleerd, moet u deze eerst verwijderen voordat u de firmwarekaart verwijdert. Raadpleeg Optionele kaart verwijderen. WAARSCHUWING: Optionele firmwarekaarten kunnen snel beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele firmwarekaart aanraakt.
Paneel van de systeemkaart aanbrengen 1 Steek het metalen nokje op de klep in de printerkast en bevestig vervolgens de klep met de twee schroeven. 2 Steek de twee nokjes aan de voorzijde van de rechterklep in de printerkast en lijn de klep uit met de ontgrendelingsknop. 3 Schuif de rechterklep naar voren totdat de klep goed vast komt te zitten in de printerkast. 4 Sluit de bovenklep. 5 Sluit alle kabels aan, sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
28 Menu's op het bedieningspaneel uitschakelen De netwerkbeheerder kan de printermenu's vergrendelen, zodat anderen niet in staat zijn standaardinstellingen te wijzigen via het bedieningspaneel. U schakelt de menu's als volgt uit: 1 Zet de printer uit. 2 Druk tegelijkertijd op Selecteren en Return terwijl u de printer aanzet. 3 Laat de knoppen los zodra op de display het bericht Zelftest wordt uitgevoerd wordt weergegeven. Als de zelftest is voltooid, wordt het menu Config weergegeven.
29 Spaarstand uitschakelen Als u de optie Spaarstand in het Menu Instellingen uitschakelt, is de printer altijd klaar om direct, zonder vertraging, af te drukken. 1 Druk enkele malen op Menu totdat u het menu Instellingen ziet en druk vervolgens op Selecteren. 2 Druk enkele malen op Menu totdat u het menu-item Spaarstand ziet en druk dan op Selecteren. 3 Druk op Menu totdat u Uitgeschakeld ziet en druk vervolgens op Selecteren.
30 Formaatdetectie Als de formaatdetectie is ingesteld op de standaardwaarde Auto, herkent de printer het formaat van het papier dat in de laden voor 250 vel of 500 vel is geplaatst. Als u overschakelt op papier van een ander formaat, stelt u de schakelaar voor het papierformaat in op het formaat van het papier dat u hebt geladen. Vergeet niet de papiersoort in te stellen, zowel op het bedieningspaneel van de printer als in het printerstuurprogramma.
31 Pagina met menu-instellingen afdrukken Druk de pagina met menu-instellingen af om de instellingen van de printer te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Opmerking: Raadpleeg Informatie over het bedieningspaneel als u hulp nodig hebt bij het gebruik van de display en de knoppen op het bedieningspaneel. 1 Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op de display wordt weergegeven.
32 Fabrieksinstellingen herstellen 1 Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op de display wordt weergegeven. 2 Druk enkele malen op Menu totdat u het menu Extra ziet en druk vervolgens op Selecteren. 3 Druk enkele malen op Menu totdat u het Fabrieksinstellingen ziet en druk vervolgens op Selecteren. 4 Als Herstellen wordt weergegeven, drukt u op Selecteren. Het bericht Fabriekswaarden worden hersteld wordt weergegeven, gevolgd door het bericht Gereed.
33 Menu-instellingen wijzigen Op het bedieningspaneel kunt u printerinstellingen wijzigen en de printer aan uw wensen aanpassen. Opmerking: Als u in een toepassing wijzigingen aanbrengt voor een specifieke afdruktaak, vervangt u daarmee de instellingen die via het bedieningspaneel zijn gekozen. Raadpleeg het menu-overzicht voor een lijst met alle menu's en menu-items. U selecteert als volgt een nieuwe waarde: 1 Druk enkele malen op Menu totdat u het gewenste menu ziet en druk vervolgens op Selecteren.
34 Lettertypen Interne lettertypen De printer is uitgerust met interne lettertypen die permanent zijn opgeslagen in het printergeheugen. Bij emulatie van PCL 6, PostScript 3 en PPDS zijn verschillende lettertypen beschikbaar. Enkele van de meest gebruikte letterbeelden, zoals Courier en Times New Roman, zijn voor alle printertalen beschikbaar. De lettertypen voor PCL-emulatie zijn compatibel met die van de HP4050.
PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie PPDS-emulatie ITC Bookman Light Bookman-Light Bookman-Light ITC Bookman Light Italic Bookman-LightItalic Bookman-LightItalic ITC Bookman Demi Bookman-Demi Bookman-Demi ITC Bookman Demi Italic Bookman-DemiItalic Bookman-DemiItalic Clarendon Condensed Bold Coronet Coronet-Regular CourierPS Courier Courier CourierPS Oblique Courier-Oblique Courier-Oblique CourierPS Bold Courier-Bold Courier-Bold CourierPS Bold Oblique Courier-BoldOblique Courier-
PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Univers Bold Italic Intl-Univers-BoldItalic Courier Intl-Courier Courier Italic Intl-Courier-Oblique Courier Bold Intl-Courier-Bold Courier Bold Italic Intl-Courier-BoldOblique Letter Gothic LetterGothic Letter Gothic Italic LetterGothic-Slanted Letter Gothic Bold LetterGothic-Bold PPDS-emulatie Courier Courier Bold LetterGothic-BoldSlanted Marigold Marigold Century Schoolbook Roman NewCenturySchlbk-Roman Century Schoolbook Roman Century Schoolb
PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Univers Condensed Medium Italic Univers-CondensedOblique Univers Condensed Bold Univers-CondensedBold Univers Condensed Bold Italic Univers-CondensedBoldOblique Wingdings Wingdings-Regular ITC Zapf Chancery Medium Italic ZapfChancery-MediumItalic ZapfChancery-MediumItalic ITC Zapf Dingbats ZapfDingbats ZapfDingbats Univers-Extended Univers-ExtendedObl Univers-BoldExt Univers-BoldExtObl Univers-Light Univers-LightOblique Clarendon Clarendon-Light Clarendon
PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Bodoni-PosterCompressed CooperBlack CooperBlack-Italic Copperplate-ThirtyTwoBC Copperplate-ThirtyThreeBC Eurostile Eurostile-Bold Eurostile-ExtendedTwo Eurostile-BoldExtendedTwo GillSans GillSans-Italic GillSans-Bold GillSans-BoldItalic GillSans-Condensed GillSans-BoldCondensed GillSans-Light GillSans-LightItalic GillSans-ExtraBold Goudy Goudy-Italic Goudy-Bold Goudy-BoldItalic Goudy-ExtraBold HoeflerText-Regular HoeflerText-Italic HoeflerText-Black HoeflerText-BlackIta
Interne bitmap-lettertypen PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie PPDS-emulatie Line Printer 16 POSTNET Bar code Courier 10 Courier 12 Courier 17,1 Courier 10 Bold Boldface PS Symbolensets Een symbolenset is een verzameling alfanumerieke tekens, interpunctie en speciale tekens die beschikbaar zijn in het geselecteerde lettertype. Symbolensets ondersteunen de eisen voor verschillende talen of bepaalde toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke tekst.
Laadbare lettertypen ABICOMP Brazil/Portugal Wingdings ISO 25: Français ABICOMP International POSTNET Bar code ISO 57: Chinese DeskTop ISO: Deutsch ISO 60: Norwegian version 1 Legal ISO: Español ISO 61: Norwegian version 2 MC Text ISO 2: IRV (Int'l Ref Version) ISO 69: Français Microsoft Publishing ISO 4: United Kingdom ISO 84: Português Russian-GOST ISO 6: ASCII ISO 85: Español Ukrainian ISO 10: Svenska ISO 8859-1 Latin 1 (ECMA-94) PCL ITC Zapf Dingbats ISO 11: Swedish for Names I
Euro-symbool Alle lettertypen voor PostScript- en PCL-emulatie ondersteunen het Euro-valutasymbool. Het Eurosymbool wordt ook ondersteund door twaalf van de PCL-symbolensets, waaronder alle zeven symbolensets voor Windows. Lettertypen voor Hebreeuws en voor Arabische talen Op de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd, vindt u ook een aantal laadbare lettertypen voor Hebreeuws en voor Arabische talen.
35 Lettertypevoorbeelden afdrukken De printer beschikt over een aantal interne lettertypen die permanent zijn opgeslagen in het geheugen. In PCL-, PostScript- en PPDS-emulaties kunnen extra lettertypen beschikbaar zijn. Ga als volgt te werk als u voorbeelden wilt afdrukken van alle lettertypen die voor de printer beschikbaar zijn bij PCL-emulatie of PostScript 3-emulatie: 1 Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op de display wordt weergegeven.
U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van de PPDS-lettertypen die beschikbaar zijn voor de printer: 1 Zet de printer uit. 2 Druk tegelijkertijd op Selecteren en Return terwijl u de printer aanzet. 3 Laat de knoppen los wanneer het bericht Zelftest wordt uitgevoerd wordt weergegeven. Als de zelftest is voltooid, wordt het menu Config weergegeven. 4 Druk enkele malen op Menu totdat u PPDS-emulatie ziet en druk vervolgens op Selecteren. 5 Selecteer Aan om de PPDS-emulatie te activeren.
36 Printerberichten Het bedieningspaneel geeft berichten weer over de huidige werkstand van de printer en geeft waarschuwingen als er problemen opgelost moeten worden. In dit onderdeel krijgt u een overzicht van alle printerberichten, wat ze betekenen en hoe u ze kunt wissen.
Voorbeeldmodus activeren Betekenis bericht: De printer activeert bestanden die in de printer zijn opgeslagen en die de voorzieningen van de printer illustreren. In deze modus worden normale afdruktaken genegeerd en kunnen alleen de voorbeeldbestanden worden afgedrukt die op het bedieningspaneel worden genoemd. Actie: Bladeren door de lijst van voorbeeldbestanden en het bestand selecteren dat u wilt afdrukken.
Bezig Betekenis bericht: De printer is bezig met het ontvangen, verwerken of afdrukken van gegevens. Actie: • Wacht tot het bericht is verdwenen. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de huidige taak te annuleren. Taak wordt geannuleerd Betekenis bericht: De printer verwerkt een verzoek tot het annuleren van de huidige afdruktaak. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Controleer verb. Betekenis bericht: Het vermelde apparaat is niet goed aangesloten op de printer of er heeft zich een hardwarestoring voorgedaan. Actie: • Herstel de communicatie door het betreffende apparaat te verwijderen en opnieuw op de printer aan te sluiten. • In het geval van een hardwarestoring zet u de printer uit en weer aan. Als de fout opnieuw optreedt, zet u de printer uit. Verwijder het betreffende apparaat en neem contact op met de technische dienst.
Voorbeeldmodus uitschakelen Betekenis bericht: De printer is gereed om taken af te drukken. Actie: Afdruktaken naar de printer sturen. Zie ook: Voorbeeldmodus activeren PPDS uitschakelen Betekenis bericht: De printer schakelt de printertaal voor PPDS-emulatie uit. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Taken worden nu afgedrukt met gebruikmaking van PCLemulatie.
Alle taken verw. Betekenis bericht: De printer moet een bevestiging ontvangen dat alle wachtstandtaken mogen worden verwijderd. Actie: • Druk op Start om door te gaan. De printer verwijdert alle wachtstandtaken. • Druk op Stop om de actie te annuleren. Taken worden verwijderd Betekenis bericht: De printer verwijdert een of meer bewaarde taken. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Menu's worden uitgeschakeld Betekenis bericht: De printer verwerkt een aanvraag om de menu's uit te schakelen.
Schijf corrupt. Opnw formatt? Betekenis bericht: De printer heeft getracht de schijf te herstellen maar dit is niet gelukt. Actie: Zet de printer uit en verwijder de schijf. Zie ook: Schijfherstel x/5 yyy% Schijfherstel x/5 yyy% Betekenis bericht: De printer probeert de vaste schijf te herstellen. Deze procedure bestaat uit vijf verschillende fasen. Op de tweede regel van de display wordt weergegeven welk percentage van de op dat moment uitgevoerde fase gereed is.
Voer PIN in: =___ Betekenis bericht: De printer wacht tot u uw persoonlijk identificatienummer (PIN) hebt ingevoerd. Actie: Voer vanaf het bedieningspaneel de PIN-code in die u in het stuurprogramma hebt opgegeven toen de vertrouwelijke taak naar de printer werd gestuurd. Zie ook: Afdruktaak in de wachtstand zetten Buffer wordt gewist Betekenis bericht: De printer wist beschadigde afdrukgegevens en de huidige afdruktaak wordt geannuleerd. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Schijf wordt geformatteerd yyy% Betekenis bericht: De printer formatteert de vaste schijf. Als dit langer duurt dan gebruikelijk, wordt op de tweede regel van de display aangegeven welk percentage van de procedure voltooid is. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. WAARSCHUWING: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet. Flash wrdt gefrm. Betekenis bericht: De printer formatteert het flash-geheugen. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Taken in wacht mogelk verloren Betekenis bericht: Er is onvoldoende printergeheugen beschikbaar om de afdruktaken verder te verwerken. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. De printer maakt geheugen vrij door de oudste wachtstandtaak te verwijderen en gaat hiermee verder tot voldoende printergeheugen beschikbaar is voor de verwerking van de afdruktaak. • Druk op Stop om het bericht te wissen zonder wachtstandtaken te verwijderen.
Plaats cartridge Betekenis bericht: Er is geen tonercartridge geïnstalleerd of de cartridge is niet goed geïnstalleerd. Actie: Installeer de tonercartridge op de juiste manier om het bericht te wissen. Plaats lade Betekenis bericht: De aangegeven lade is niet of onjuist in de printer geplaatst. Actie: Schuif de papierlade volledig in de printer. Zie ook: Laden vullen Ongeldige netwerk -code Ongeldige stdnetwerk code Betekenis bericht: De code in een interne printerserver is ongeldig.
Handmatig laden Betekenis bericht: Er is een aanvraag voor een afdruktaak met handmatige invoer naar de printer gestuurd. De printer is gereed en er kan één vel papier in de sleuf voor handinvoer worden ingevoerd. Actie: • Plaats een vel papier van de in de tweede regel van de display aangegeven soort in de lade voor handmatige invoer of in de universeellader. • Druk op Selecteren of Start om het verzoek voor handmatige invoer te negeren en af te drukken op papier uit een andere invoerbron.
Onderhoud Betekenis bericht: Om goede prestaties te kunnen blijven leveren en om problemen met de afdrukkwaliteit en de papierinvoer te voorkomen, is het van belang dat bepaalde printeronderdelen na bepaalde tijd worden vervangen. Actie: Vervang de onderdelen uit de onderhoudskit en stel de onderhoudsteller zo nodig opnieuw in. Menu's uitgeschakeld Betekenis bericht: De printermenu's zijn uitgeschakeld. U kunt de printerinstellingen niet wijzigen vanaf het bedieningspaneel.
Geen taken. Opnieuw? Betekenis bericht: De viercijferige PIN-code (persoonlijk identificatienummer) die u hebt ingevoerd, is niet gekoppeld aan een vertrouwelijke afdruktaak. Actie: • Druk op Start om een andere PIN-code in te voeren. • Druk op Stop om de invoerprompt voor PIN-codes te verwijderen. Zie ook: Afdruktaak in de wachtstand zetten Niet gereed Betekenis bericht: De printer is niet gereed om gegevens te ontvangen of te verwerken. Iemand heeft op Stop gedrukt en de printer offline gezet.
Spaarstand Betekenis bericht: De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. Als de printer geen taken uitvoert, wordt het energiegebruik verlaagd. Als de printer niet actief is gedurende de periode die is opgegeven in het menu-item Spaarstand (de fabrieksinstelling is twintig minuten), wordt in de display het bericht Spaarstand weergegeven in plaats van het bericht Gereed. Actie: • Stuur een afdruktaak naar de printer.
Directorylijst wordt afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een overzicht van alle bestanden in het flash-geheugen of op de vaste schijf. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Directory afdr. Lettertypelijst wordt afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een overzicht van alle beschikbare lettertypen voor de geselecteerde printertaal. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Menu-instellingen worden afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van de pagina met menu-instellingen. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Menu's afdrukken; Pagina met menu-instellingen afdrukken Testpagina's worden afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van drie pagina's met tekst en afbeeldingen die u kunnen helpen om de oorzaak van problemen met de afdrukkwaliteit vast te stellen.
Flash wrdt geprg Betekenis bericht: De printer is bezig met het opslaan van bronnen, lettertypen of macro's in het flash-geheugen. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. WAARSCHUWING: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet. Schijf wrdt geprg Betekenis bericht: De printer is bezig met het opslaan van bronnen, lettertypen of macro's op de vaste schijf. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Opdr. verw. en in wachtrij Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwijderen van een of meer wachtstandtaken en het verzenden van een of meer afdruktaken. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Wachtstandtaken afdrukken en verwijderen Opdrachten in wachtrij Betekenis bericht: De printer verzendt een of meer wachtstandtaken. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Gereed Hex Betekenis bericht: De printer staat in de Hex Trace-modus en is gereed om afdruktaken te ontvangen en te verwerken. Actie: • Stuur een afdruktaak naar de printer. Alle gegevens die naar de printer worden gestuurd, worden zowel in hexadecimale als normale weergave afgedrukt. Besturingscodes worden niet uitgevoerd maar afgedrukt. • Zet de printer uit en weer aan om de Hex Trace-modus te verlaten en terug te keren naar de werkstand Gereed.
Waarde gegonderh wordt opnieuw ingesteld Betekenis bericht: De printer stelt de teller die de slijtage van het verhittingsstation bijhoudt, opnieuw in. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Printer in beginstand Betekenis bericht: De printer wordt opnieuw ingesteld volgens de huidige standaardinstellingen. Eventueel nog actieve afdruktaken worden geannuleerd. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Fabrieksinstellingen worden hersteld Betekenis bericht: De printer stelt de standaardfabrieksinstellingen opnieuw in. Bij het opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen gebeurt het volgende: • Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen zijn geladen, worden verwijderd. • Alle menu-instellingen worden opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden met uitzondering van: – – De instelling van Taal op display in het menu Instelling.
Stand. lade vol Betekenis bericht: De standaardlade is vol. Actie: Verwijder de stapel papier uit de lade om het bericht te wissen. Toner bijna op Betekenis bericht: Er zit bijna geen toner meer in de cartridge. Actie: • Vervang de tonercartridge. • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Opmerking: Als u de tonercartridge niet vervangt, zal de afdrukkwaliteit afnemen. Lade leeg Betekenis bericht: Het papier in de aangegeven lade is op.
Lade bijna op Betekenis bericht: Het papier in de aangegeven lade is bijna op. Actie: Plaats meer papier in de lade, zodat het bericht wordt gewist. Zie ook: Laden vullen Lade ontbreekt Betekenis bericht: De aangegeven lade is niet of onjuist in de printer geplaatst. Actie: Schuif de lade volledig in de printer. Zie ook: Laden vullen USB Betekenis bericht: De printer verwerkt gegevens via de opgegeven USB-poort.
Wachten Betekenis bericht: De printer heeft een pagina met gegevens ontvangen om af te drukken, maar wacht op een opdracht voor het einde van de taak, een papierinvoeropdracht of aanvullende gegevens. Actie: • Druk op Start om de inhoud van de buffer af te drukken. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de huidige taak te annuleren. Zie ook: Afdruktaak annuleren 1565 Emul. fout Laad emul.
31 Tonercartr. defect Betekenis bericht: De geïnstalleerde cartridge is defect. Actie: Verwijder de aangegeven tonercartridge en installeer een nieuw exemplaar. Zie ook: Tonercartridge vervangen 34 Fout papier form. in lade Betekenis bericht: De printer verwachtte papier van een ander formaat in de aangegeven papierlade dan het papier dat wordt gedetecteerd in de papierbaan. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
35 Bronnen opsl uit Onvold geheugen Betekenis bericht: De printer heeft onvoldoende geheugen om de functie Bronnen opslaan in te schakelen. Dit bericht geeft meestal aan dat er te veel geheugen is toegewezen aan een of meer koppelingsbuffers van de printer. Actie: • Druk op Start om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken.
37 Onvold geheug voor defrag Betekenis bericht: De printer kan het flash-geheugen niet defragmenteren, omdat het geheugen voor de opslag van niet-verwijderde flash-bronnen vol is. Actie: • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het geheugen van de printer. • Installeer extra printergeheugen. 37 Onvoldoende geheugen Betekenis bericht: Het printergeheugen is vol en de huidige afdruktaken kunnen niet verder worden verwerkt.
38 Geheugen vol Betekenis bericht: De printer verwerkt gegevens, maar het geheugen dat wordt gebruikt voor het opslaan van pagina's is vol. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de huidige taak. Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de huidige taak te annuleren.
4 Firmwarekaart niet ondersteund Betekenis bericht: De printer heeft een niet-ondersteunde firmwareversie gedecteerd op de geïnstalleerde firmwarekaart. Actie: • Schakel de printer uit en houd bij het opnieuw inschakelen de knop Start ingedrukt. De printer leest nu de code op de systeemkaart en kan op die manier de code op de firmwarekaart negeren. • Verwijder de firmwarekaart.
52 Flash vol Betekenis bericht: Er is onvoldoende ruimte in het flash-geheugen om de gegevens die u wilt laden op te slaan. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flash-geheugen, worden verwijderd. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flash-geheugen. • Installeer een flash-geheugen met meer opslagcapaciteit.
54 Netwerk Software Error 54 Std Netwerk Software Error Betekenis van deze berichten: De printer kan niet communiceren met een geïnstalleerde netwerkpoort. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt. • Programmeer nieuwe firmware voor de netwerkinterface via de parallelle poort. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de beginwaarden voor de printer te herstellen.
56 Seriële poort uitgeschakeld 56 Std ser poort uitgeschakeld Betekenis bericht: Er zijn gegevens doorgegeven aan de printer via een seriële poort, maar de seriële poort is uitgeschakeld. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de seriële poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item Seriële buffer in het menu Serieel niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
56 USB-poort uitgeschakeld 56 Std USB-poort uitgeschakeld Betekenis bericht: Er zijn gegevens doorgegeven aan de printer via een USB-poort, maar de USB-poort is uitgeschakeld. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer in het menu USB niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
58 Te veel disks geïnstalleerd Betekenis bericht: Er zijn te veel vaste schijven in de printer geïnstalleerd. De printer ondersteunt slechts één vaste schijf tegelijk. Actie: Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de vaste schijven die u niet kunt gebruiken uit de printer. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.
61 Schijf beschadigd Betekenis bericht: De printer heeft waargenomen dat de schijf is beschadigd. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. • Installeer een nieuwe vaste schijf voordat u acties uitvoert waarvoor een vaste schijf is vereist. Zie ook: Installatiehandleiding 62 Schijf vol Betekenis bericht: Er is onvoldoende schijfruimte beschikbaar voor de opslag van gegevens die naar de printer worden gezonden.
64 Niet-ondersteunde schijfformattering Betekenis bericht: De printer heeft een schijf waargenomen met een niet-ondersteunde formattering. Actie: • Druk op Start om het bericht te wissen. • Formatteer de vaste schijf. Opmerking: De schijf kan niet worden gebruikt totdat deze is geformatteerd.
88 Toner bijna op Betekenis bericht: De printer heeft gedetecteerd dat de tonervoorraad in de tonercartridge bijna op is. Als u niet over een reservecartridge beschikt, moet u deze nu bestellen. U kunt nog ongeveer 250 pagina's afdrukken voordat de cartridge leeg is. Actie: • Verwijder de tonercartridge en schud deze zachtjes heen en weer om de resterende toner nog te gebruiken. • Vervang de tonercartridge. • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
37 Menu Afwerking In het menu Afwerking kunt u aangeven hoe de printer de afdruktaak moet uitvoeren. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Lege Pagina's • N/vel: volgorde • Sorteren • N/vel: afdrukken • Exemplaren • N/vel: beeld • Dubbelzijdig • Scheidingspags • Bindz dubbelz • Bron scheid.pags • N/vel: rand Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Sorteren Doel: De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u de taak meerdere malen afdrukt. Waarden: Uit* Drukt iedere pagina van een afdruktaak zo vaak af als is opgegeven met het menu-item Exemplaren. Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt afdrukken en Exemplaren instelt op 2, worden de volgende pagina's afgedrukt: pagina 1, pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3, pagina 3. Aan Drukt de gehele afdruktaak zo vaak af als is opgegeven in het menu-item Exemplaren.
Bindz dubbelz Doel: Definiëren hoe dubbelzijdig afgedrukte pagina's worden ingebonden en wat de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina's (met de even nummers) en van de voorzijde van de pagina's (met de oneven nummers). Waarden: Lange zijde* Gaat uit van inbinding aan de lange zijde van de pagina (de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend).
N/vel: volgorde Doel: De positie van afgebeelde pagina’s bepalen als er meerdere pagina’s op een vel worden afdrukt. De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend).
N/vel: afdrukken Doel: Meerdere pagina’s afdrukken op één zijde van het papier. Dit wordt ook wel n-op of papierbesparing genoemd. Waarden: Uit* Drukt één paginabeeld per zijde af. 6 per vel Drukt zes paginabeelden per zijde af. 2 per vel Drukt twee paginabeelden per zijde af. 9 per vel Drukt negen paginabeelden per zijde af. 3 per vel Drukt drie paginabeelden per zijde af. 12 per vel Drukt twaalf paginabeelden per zijde af. 4 per vel Drukt vier paginabeelden per zijde af.
Scheidingspags Doel: Lege scheidingspagina's invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen de pagina's van een taak. Waarden: Geen* Voegt geen scheidingspagina's in. Tussen exempl Voegt een leeg vel in tussen alle exemplaren van een afdruktaak. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's (alle pagina's 1, alle pagina's 2 enzovoort).
38 Menu Taak Het menu Taak is beschikbaar als de printer niet actief is, bezig is een afdruktaak te verwerken of af te drukken, als een printerbericht wordt weergegeven of als de printer in de Hex Trace-modus staat. Druk op Menu om het menu Taak te openen. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Trgzttn gestaakt • Taken in wacht • Taak annuleren • Buffer afdrukken • Vertrouwelijk • Beginwaarden Trgzttn gestaakt Doel: Het herstellen van taken die wachten op de harde schijf, afbreken.
Vertrouwelijk Doel: Vertrouwelijke taken afdrukken die zijn opgeslagen in het printergeheugen. (Als u een vertrouwelijke taak afdrukt, wordt deze automatisch uit het printergeheugen verwijderd.) Selecteer eerst uw gebruikersnaam en voer dan de PIN-code (persoonlijk identificatienummer) in die is gekoppeld aan de vertrouwelijke afdruktaak. Voer PIN in Voer de PIN-code van de vertrouwelijke taak in met de knoppen op het bedieningspaneel.
Taken in wacht Doel: Het afdrukken van gereserveerde, herhaalde of gecontroleerde afdruktaken die in het printergeheugen zijn opgeslagen. Selecteer eerst uw gebruikersnaam en voer dan de PIN-code (persoonlijk identificatienummer) in die is gekoppeld aan de vertrouwelijke afdruktaak. Voer PIN in Voer de PIN-code van de vertrouwelijke taak in met de knoppen op het bedieningspaneel. Selecteer vervolgens een van de volgende waarden: Alle taken afdr Drukt alle bewaarde taken af.
39 Menu Kwaliteit Met het menu Kwaliteit wijzigt u instellingen die van invloed zijn op de kwaliteit van de afgedrukte tekens en afbeeldingen. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • PictureGrade • Resolutie • Tonerintensiteit Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). PictureGrade Doel: De kwaliteit verbeteren van afdrukken in grijstinten met een resolutie van 300 en 600 dpi (dots per inch) in PCL-emulatie en PostScript-emulatie.
Resolutie Doel: Het definiëren van het aantal punten per inch (dpi). Hoe hoger de waarde, hoe scherper tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Waarden: 300 dpi Drukt af met een lagere resolutie wanneer weinig geheugen beschikbaar is. 600 dpi* Biedt een hoge afdrukkwaliteit voor afdruktaken die voornamelijk uit tekst bestaan. Beeldkw 1200 Maakt gebruik van lijnscreening voor afdruktaken die bitmapafbeeldingen bevatten, zoals gescande foto's.
40 Menu Papier In het menu Papier kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst en aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade zijn. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • U-lader config • Papierbron • Aangepaste srtn • Papiersoort • Papier laden • Ander formaat • Papierformaat • Univrsle install Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Aangepaste srtn Doel: Het toewijzen van de papiersoort aan ieder van de Aangepaste srtn in het menu-item Papiersoort. Waarden voor Aangepast waarbij 1, 2, 3, 4, 5 of 6 (papier en transparanten) is: Papier* Etiketten Karton Envelop Transparant Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast . De door de gebruiker gedefinieerde naam wordt na 14 tekens afgekapt.
Papierformaat Doel: Het standaardpapierformaat voor iedere papierbron vaststellen. Bij laden met automatische formaatdetectie wordt alleen de waarde weergegeven die door de hardware is gedetecteerd.
Papierbron Doel: Het bepalen van de standaardpapierbron. Waarden: Lade (Lade 1*) U-lader Handinvoer Env (hand) Als u afdrukmateriaal van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee papierbronnen (en voor Papierformaat en Papiersoort de juiste waarden zijn ingesteld), worden de laden automatisch gekoppeld. Als één papierbron leeg is, wordt automatisch vanuit de andere papierbron afdrukmateriaal ingevoerd. Opmerking: De standaardwaarde voor Struct bankpost is Ruw in plaats van Normaal.
Papiersoort Doel: De papiersoort in iedere papierbron bepalen. Waarden: Selecteer eerst een papierbron: Soort lade Soort U-lader Srt pap (handm) Srt env (handm) Selecteer vervolgens een van de volgende waarden: Normaal papier Etiketten Voorbedrukt Envelop Karton Bankpost Aangepast Gekleurd papier Transparant Briefhoofd De standaardpapiersoort voor alle envelopbronnen is Envelop.
Ander formaat Doel: Het kiezen van een ander formaat als het gewenste formaat niet is geladen. Waarden: Uit De gebruiker wordt gevraagd de gewenste papiersoort te laden. Statement/A5 A5-afdruktaken worden afgedrukt op Statement-papier als alleen Statement-papier is geladen. Omgekeerd worden Statement-afdruktaken afgedrukt op A5-papier als alleen A5-papier beschikbaar is. Letter/A4 A4-afdruktaken worden afgedrukt op Letter-papier als alleen Letter-papier is geladen.
41 Menu PCL-emul In het menu PCL-emul wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • A4-breedte • Afdrukstand • Auto HR na NR • Pitch • Auto NR na HR • Puntformaat • Lettertypenaam • Symbolenset • Lettertypebron • Lade-nr wijzigen • Regels/pagina Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Auto HR na NR Doel: Opgeven of de printer automatisch een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel. Waarden: Uit* De printer voert geen harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel. Aan De printer voert een harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel. Auto NR na HR Doel: Opgeven of de printer automatisch een nieuwe regel start na de opdracht voor een harde return. Waarden: Uit* De printer start geen nieuwe regel na de opdracht voor een harde return.
Lettertypebron Doel: Bepalen welke lettertypen worden weergegeven in het menu-item Lettertypenaam. Waarden: Intern* Geeft alle interne lettertypen weer die in de fabriek in het RAM van de printer zijn geladen. Laadbaar Geeft alle lettertypen weer die vanuit andere bronnen in het RAM zijn geladen. Flash Geeft alle lettertypen in het flash-geheugen weer. Schijf Geeft alle lettertypen weer die op de vaste schijf van de printer zijn opgeslagen.
Afdrukstand Doel: Instellen in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Waarden: Staand* Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. Liggend Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. Pitch Doel: Het opgeven van de lettertypepitch voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand. Waarden: 0,08...
Symbolenset Doel: Het kiezen van een symbolenset voor een geselecteerde lettertypenaam. Waarden: 10U PC-8* (landspecifieke fabriekswaarden) 12U PC-850* (landspecifieke fabriekswaarden) Een symbolenset is een set alfabetische en numerieke tekens, interpunctietekens en speciale symbolen die worden gebruikt als u in een bepaald lettertype afdrukt. Symbolensets ondersteunen de verschillende vereisten voor talen of specifieke toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke teksten.
42 Menu PPDS In het menu PPDS wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PPDS-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Auto HR na NR • Regels/pagina • Auto NR na HR • Afdrukstand • Meest gelijkend • Pagina-indeling • Tekenset • Lade 1 wijzigen • Regels per inch Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Auto NR na HR Doel: Opgeven of de printer automatisch een nieuwe regel start na de opdracht voor een harde return. Waarden: Uit* De printer start geen nieuwe regel na de opdracht voor een harde return. Aan De printer start een nieuwe regel na de opdracht voor een harde return. Meest gelijkend Doel: Opgeven of de printer een lettertype dat niet wordt gevonden, moet vervangen door het lettertype dat daar het meest op lijkt.
Regels per inch Doel: Bepalen hoeveel regels worden afgedrukt. Waarden: 1...255 60* (landspecifieke fabriekswaarden) 64* (landspecifieke fabriekswaarden) De ruimte tussen de regels (verticale regelafstand) wordt automatisch ingesteld op basis van de instellingen voor Regels/pagina, Papierformaat en Afdrukstand. Selecteer het juiste papierformaat en de juiste afdrukstand voordat u het aantal regels per pagina instelt.
Afdrukstand Doel: Instellen in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Waarden: Staand* Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. Liggend Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. Pagina-indeling Doel: Bepalen waar op de pagina de tekst wordt afgedrukt, rekening houdend met de marges die zijn ingesteld in softwaretoepassingen.
43 Menu Serieel Met het menu Serieel kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een seriële poort worden verstuurd (Serieel optie ). Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Baud • PCL SmartSwitch • Databits • PS SmartSwitch • DSR honoreren • Robust XON • Taakbuffer • RS-232 • NPA-modus • Seriële buffer • Pariteit • Serieel protocol Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Baud Doel: Opgeven met welke snelheid gegevens via de seriële poort kunnen worden ontvangen. Waarden: 1200 57600 2400 115200 4800 9600* 19200 38400 Zie ook: Technical Reference Databits Doel: Het aantal databits opgeven dat per transmissieframe wordt verzonden.
DSR honoreren Doel: Bepalen of de printer gebruikmaakt van het DSR-signaal (Data Set Ready). DSR is een van de handshaking-signalen die worden gebruikt voor de meeste seriële interfacekabels. Waarden: Uit* Alle gegevens die op de seriële poort worden ontvangen, worden als geldig beschouwd. Aan Alleen gegevens die met een hoog DSR-signaal worden ontvangen, worden als geldig beschouwd.
NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA). Waarden: Aan De printer past NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd. Uit De printer past geen NPA-verwerking toe. Auto* De printer controleert welke indeling de gegevens hebben en past de verwerking hieraan aan.
PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de seriële interface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScriptemulatie om de taak te verwerken als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Robust XON Doel: Bepalen of de printer zijn beschikbaarheid meldt aan de computer. Waarden: Uit* De printer wacht op gegevens van de computer. Aan De printer zendt continu een stroom XON's naar de hostcomputer om te melden dat de seriële poort gereed is om meer gegevens te ontvangen. Dit menu-item is alleen van toepassing op de seriële poort als Serieel protocol is ingesteld op XON/ XOFF. RS-232 Doel: Het type seriële communicatie opgeven.
Seriële buffer Doel: De grootte van de seriële invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Hiermee wordt de seriële poort (parallel, USB) uitgeschakeld. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatische de grootte van de seriële buffer (aanbevolen instelling). 3K tot maximum toegestane grootte De gebruiker geeft de grootte van de seriële buffer op.
44 Menu Netwerk Met het menu Netwerk kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een netwerkpoort worden verstuurd (Standaardnetwerk of Netwerkoptie ). Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Taakbuffer • NPA-modus • MAC Binair PS • PCL SmartSwitch • Netwerkbuffer • PS SmartSwitch • Netwerkinst • Std netwerk instellen Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
MAC Binair PS Doel: De printer configureren voor het verwerken van binaire PostScript-afdruktaken van een Macintoshcomputer. Waarden: Aan De printer verwerkt ruwe binaire PostScript-afdruktaken die afkomstig zijn van Macintoshcomputers. Opmerking: Met deze instelling worden afdruktaken die afkomstig zijn van een Windowspc, vaak niet goed afgedrukt. Uit De printer filtert PostScript-afduktaken met een standaardprotocol. Auto* De printer verwerkt afdruktaken van zowel Macintosh- als Windows-computers.
Netwerkinst Doel: Een interne printerserver configureren. Waarden: Waarden voor dit menu-item worden door de specifieke printerserver geleverd. Selecteer het menuitem als u de beschikbare waarden wilt bekijken. Opmerking: Raadpleeg de cd met stuurprogramma's voor meer informatie. NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA).
PS SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de netwerkpoort wordt vereist, ongeacht de standaard printertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de netwerkinterface en selecteert PostScriptemulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PCLemulatie om de taak te verwerken als PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
45 Menu Parallel Met het menu Parallel kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een parallelle poort worden verstuurd (Standaard parallelle poort of Parallel optie ). Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Stat Uitgebreid • Parallelle mod 1 • INIT honoreren • Parallelle mod 2 • Taakbuffer • PCL SmartSwitch • MAC Binair PS • Protocol • NPA-modus • PS SmartSwitch • Parallelbuffer Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
INIT honoreren Doel: Vaststellen of de printer hardware-initialisatieverzoeken van de computer honoreert. De computer doet een initialisatieverzoek door het INIT-signaal op de parallelle interface te activeren. Veel computers activeren het INIT-signaal telkens opnieuw als de computer wordt aan- of uitgezet. Waarden: Uit* De printer honoreert geen hardware-initialisatieverzoeken van de computer. Aan De printer honoreert hardware-initialisatieverzoeken van de computer.
NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA). Waarden: Aan De printer past NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd. Uit De printer past geen NPA-verwerking toe. Auto* De printer controleert welke indeling de gegevens hebben en past de verwerking aan.
Parallelle mod 1 Doel: Het beheer van de afstopweerstanden voor signalen op de parallelle poort. Dit menu-item is nuttig voor computers met open collector-output voor de signalen van de parallelle poort. Waarden: Aan Schakelt de weerstanden uit. Uit* Schakelt de weerstanden in. Parallelle mod 2 Doel: Bepalen hoe de gegevens van de parallelle poort worden gesampled aan de voor- of achterkant van de strobe. Waarden: Aan* Samplet gegevens op de parallelle poort aan de voorkant van de strobe.
Protocol Doel: Het opgeven van een protocol voor de parallelle interface. Waarden: Standaard Kan een aantal problemen met de parallelle interface oplossen. Fastbytes* Biedt compatibiliteit met de meeste interface-implementaties (aanbevolen instelling). Zie ook: Technical Reference PS SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de parallelle poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
46 Menu Instellingen Met het menu Instellingen kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Signaalinstelling • Spaarstand • Auto doorgaan • Afdrukgebied • Taal op display • Afdruktimeout • Laden naar • Printertaal • Corr.pap.storing • Bronnen opslaan • Taak-boekhouding • Toneralarm • Pag-beveiliging • Timeout wachten Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Auto doorgaan Doel: Instellen (in seconden) hoe lang de printer een foutbericht blijft weergeven waarin om ingrijpen van de gebruiker wordt verzocht, voordat er verder wordt afgedrukt. Waarden: Uitgeschakeld* De printer drukt pas weer af als iemand het foutbericht heeft gewist. 5...255 De printer wacht het ingestelde aantal seconden en gaat dan automatisch door met afdrukken. Deze timeout is ook geldig als de menu's worden weergegeven (en de printer offline is).
Corr.pap.storing Doel: Bepalen of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Waarden: Aan De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af. Uit De printer drukt vastgelopen pagina's niet opnieuw af. Auto* De printer drukt een vastgelopen pagina opnieuw af, tenzij het vereiste geheugen nodig is voor andere afdruktaken. Taak-boekhouding Doel: Het op de vaste schijf opslaan van statistische informatie over de recentste afdruktaken.
Pag-beveiliging Doel: Het afdrukken van een pagina die anders de fout Pagina is te complex zou veroorzaken. Waarden: Uit* Drukt een pagina gedeeltelijk af als er onvoldoende geheugen beschikbaar is om de pagina geheel af te drukken. Aan Zorgt ervoor dat de gehele pagina wordt verwerkt voordat deze wordt afgedrukt. Als u Aan hebt ingesteld en u kunt de pagina nog steeds niet afdrukken, moet u mogelijk ook het lettertypeformaat en het aantal lettertypen verkleinen of meer geheugen installeren.
Afdrukgebied Doel: Het aanpassen van het logische en fysieke afdrukbare gebied. Waarden: Normaal* Hele pagina Opmerking: De instelling Hele pagina is alleen van toepassing op pagina's die zijn afgedrukt met behulp van PCL 5-interpreter. Deze instelling is niet van invloed op pagina's die zijn afgedrukt met behulp van PCL XL- of PostScript-interpreters.
Printertaal Doel: Het instellen van de standaardprintertaal voor het versturen van gegevens van de computer naar de printer. Waarden: PCL-emulatie* PCL-emulatie, compatibel met Hewlett-Packard printers. PS-emulatie PostScript-emulatie, compatibel met de Adobe PostScript-taal. PPDS-emulatie PPDS-emulatie. Opmerking: Als een bepaalde printertaal als standaardtaal is ingesteld, betekent dit niet dat toepassingen geen afdruktaken kunnen verzenden die een andere printertaal gebruiken.
Timeout wachten Doel: Bepalen hoeveel seconden de printer wacht totdat er meer gegevens van de computer zijn ontvangen. Als de timeout is verstreken, wordt de afdruktaak geannuleerd. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de wachttimeout uit. 15...65535 (40*) Specificeert de tijd die de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerking: Het menu-item Timeout wachten is alleen beschikbaar als u gebruikmaakt van PostScript-emulatie.
47 Menu PostScript In het menu PostScript wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PostScript-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Voork-lettertype • Afdruk PS-fout Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Voork-lettertype Doel: Bepalen waar de printer het eerst naar het gewenste lettertype zoekt.
48 Menu USB Met het menu USB kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Taakbuffer • PCL SmartSwitch • MAC Binair PS • PS SmartSwitch • NPA-modus • USB-buffer Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Taakbuffer Doel: Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat zij worden afgedrukt.
MAC Binair PS Doel: De printer configureren voor het verwerken van binaire PostScript-afdruktaken van een Macintoshcomputer. Waarden: Aan De printer verwerkt ruwe binaire PostScript-afdruktaken die afkomstig zijn van Macintoshcomputers. Opmerking: Met deze instelling worden afdruktaken die afkomstig zijn van een Windowspc, vaak niet goed afgedrukt. Uit De printer filtert PostScript-afduktaken met een standaardprotocol. Auto* De printer verwerkt afdruktaken van zowel Macintosh- als Windows-computers.
PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de USB-interface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScriptemulatie om de taak te verwerken als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
USB-buffer Doel: De grootte van de USB-invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Hiermee wordt de seriële poort (parallel, USB) uitgeschakeld. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatische de grootte van de USB-buffer (aanbevolen instelling). 3K tot maximum toegestane grootte De gebruiker geeft de grootte van de USB-buffer op.
49 Menu Extra In het menu Extra kunt u verschillende lijsten afdrukken met informatie over printerbronnen, printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat dit menu items waarmee u de printerhardware kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen. Selecteer voor meer informatie een menu-item: • Flash defrag. • Voorbeeld afdr • Fabr.instelling • Directory afdr. • Schijf formatt • Lettertypen afdr • Flash formatt.
Fabr.instelling Doel: De oorspronkelijke fabriekswaarden opnieuw instellen. Waarden: Herstellen • Alle menu-items worden opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden met uitzondering van: – de taal op de display; – alle instellingen in de menu's Parallel, Serieel, Netwerk en USB. • Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn geladen, worden verwijderd. (Bronnen in het optionele flash-geheugen of op de vaste schijf worden niet verwijderd.
Hex Trace Doel: De bron van een afdrukprobleem opsporen. Als Hex Trace is geselecteerd, worden alle gegevens die naar de printer worden gezonden, in hexadecimale representatie en tekenrepresentatie afgedrukt. Besturingscodes worden niet uitgevoerd. Als u de Hex Trace-modus weer wilt verlaten, schakelt u de printer uit of stelt u in het menu Taak de printer opnieuw in.
Lettertypen afdr Doel: Een voorbeeld afdrukken van alle beschikbare lettertypen voor de geselecteerde printertaal. Waarden: PCL-lettertypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PCL-emulatie. PS-lettertypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PostScript-emulatie. PPDS-lettrtypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PPDS-emulatie.
Wachttken vrwdrn Doel: Vertrouwelijke taken en taken in de wachtstand verwijderen van de vaste schijf van de printer. Opmerking: Wachttken vrwdrn is alleen beschikbaar als vertrouwelijke taken of taken in de wachstand op een in de printer geïnstalleerde vaste schijf zijn opgeslagen. Waarden: Alle Verwijdert alle vertrouwelijke taken en taken in de wachtstand van de vaste schijf van de printer. Vertrouwelijk Verwijdert vertrouwelijke taken van de vaste schijf.
50 Kennisgevingen • Informatie over deze uitgave • Handelsmerken • Kennisgeving over licentie • Veiligheidsinformatie • Waarschuwingen en veiligheidsadviezen • Informatie over elektronische emissie • Energy star • Laserinformatie Informatie over deze uitgave Editie: juli 2002 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ.
De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van deze bedrijven: Albertus The Monotype Corporation plc Antique Olive Monsieur Marcel OLIVE Apple-Chancery Apple Computer, Inc. Arial The Monotype Corporation plc Candid Agfa Corporation CG Omega Product van Agfa Corporation CG Times Gebaseerd op Times New Roman onder licentie van The Monotype Corporation plc, product van Agfa Corporation Chicago Apple Computer, Inc.
Kennisgeving over licentie De in de printer geïnstalleerde software bevat: • software die is ontwikkeld door Lexmark en waarvan het copyright bij Lexmark berust; • door Lexmark aangepaste software welke in licentie is verkregen onder de voorwaarden in de GNU General Public License version 2 en de GNU Lesser General Public License version 2.1; • software die in licentie is verkregen onder de licentie- en garantievoorwaarden van BSD.
Waarschuwingen en veiligheidsadviezen LET OP: Deze tekst is een veiligheidsadvies en geeft aan dat u letsel kunt oplopen. WAARSCHUWING: Een waarschuwing geeft aan dat de printerhardware of de software beschadigd kan raken.
Dit product voldoet aan de eisen van EN55022 met betrekking tot klasse A-producten en de veiligheidsvoorschriften van EN 60950. Waarschuwing Wanneer een printerserver is geïnstalleerd, is dit een klasse A-product. In een thuisomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker mogelijk passende maatregelen zal moeten nemen.
Lexington, KY 40550, U.S.A. (859) 232-3000 Voorschriften van de Europese Gemeenschap (EG) Dit product voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van richtlijnen 89/336/EEC en 72/23/EEC van de Commissie van de Europese Gemeenschap aangaande de onderlinge aanpassing van de wetten in de lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit en de veiligheid van elektrische apparaten die zijn ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik.
Index A A4-breedte (menu PCL-emul) 149 Aangepaste srtn (menu Papier) 144 accessoires 57 bestellen 57 afbreken, herstel van taken in wachtstand 138 afdruk- en wachtstandtaken zie taken in wacht 13 Afdruk PS-fout (menu PostScript) 181 Afdrukgebied (menu Instellingen) Instellingen, menu Afdrukkwaliteit 178 afdrukken dubbelzijdig 34 enveloppen 31 etikettenvellen 29 Hagaki-kaarten 29 lettertypevoorbeelden 92 pagina met menu-instellingen 81 speciale media 29 transparanten 29 afdrukken van meerdere pagina’s op een
uitgeschakeld 127 57 Configuratie gewijzigd 127 58 Te veel disks geïnstalleerd 128 58 Te veel Flash-opties 128 58 Te veel inv-laden aangesloten 128 61 Schijf beschadigd 129 62 Schijf vol 129 63 Schijf niet geformatteerd 129 64 Niet-ondersteunde schijfformattering 130 80 Onderhoud gepland 130 88 Toner bijna op 131 900-999 Onderhoud 131 Alle taken verw 99 Bezig 96 Bezig met defrag 98 Buffer wordt gewist 101 Controleer verb.
F K Fabr.instelling (menu Extra) 187 fabrieksinstellingen herstellen 187 FCC, kennisgevingen 195 Flash defrag. (menu Extra) 186 Flash formatt.
supplies 32 opties installatie controleren met de pagina met menu-instellingen 81 P Pag-beveiliging (menu Instellingen) 177 Pagina-indeling (menu PPDS) 157 papier opslag 32 richtlijnen 18 Papier laden menu Papier 144 universeellader papier, enveloppen, transparanten, etikettenvellen, Hagakikaarten 29 papier laden laden voor 250 vel A3, JIS B4, Legal, 8,5x13, 11x17 24 Letter, A4, A5, JIS B5 21 laden voor 500 vel Letter/A4 27 papier opgeven aangepaste soorten 144 als gewenste formaat niet is geladen 148 bron
met de knop Stop 69 printer testen hardwaregevens afdrukken 189 Hex Trace-modus 188 standaardwaarden afdrukken 189 printerberichten Geen taken.
recycling 59 Symbolenset (menu PCL-emul) 153 symbolensets, definitie 89 symbolensets, ondersteuning 93 systeemkaart van de printer 71 sluiten 77 toegang verkrijgen tot 71 T taak annuleren 138 in wachtstand 140 statistieken 176 vertrouwelijk 139 Taak annuleren (menu Taak) 138 Taak, menu 138 Beginwaarden 140 Buffer afdrukken 140 Taak annuleren 138 Taken in wacht 140 Trgzttn gestaakt 138 Vertrouwelijk 139 Taak-boekhouding (menu Instellingen) 176 Taakbuffer (menu Netwerk) 165 Taakbuffer (menu Parallel) 170 Taa
Lexmark and Lexmark with diamond design are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries. © 2002 Lexmark International, Inc.