Operation Manual
13
5
Afdruktaak in de wachtstand zetten
Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de
taak in het printergeheugen moet worden opgeslagen, oftewel in de wachtstand moet worden
geplaatst. Wanneer u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, geeft u via de menu's van het
bedieningspaneel op welke wachtstandtaak u wilt uitvoeren.
Opmerking: Voor afdruk- en wachtstandtaken moet minimaal 16 MB printergeheugen
beschikbaar zijn. Het is raadzaam om te werken met minimaal 32 MB
printergeheugen en een vaste schijf.
Klik op een onderwerp voor meer informatie.
Wachtstandtaken afdrukken en verwijderen
Nadat wachtstandtaken zijn opgeslagen in het printergeheugen, kunt u via het bedieningspaneel van
de printer opgeven wat u met een of meer van deze taken wilt doen. In het Menu Taak selecteert u
Vertrouwelijk of Taken in wacht (herhaalde, gereserveerde en gecontroleerde afdruktaken). Als u
Vertrouwelijk selecteert, moet u de PIN-code (persoonlijk identificatienummer) invoeren die u in het
stuurprogramma hebt opgegeven toen u de taak verzond. Zie Vertrouwelijke taken afdrukken voor
meer informatie.
Zowel voor het menu-item Vertrouwelijk als voor het menu-item Taken in wacht kunt u kiezen uit vijf
opties:
• Alle taken afdr
• Taak afdrukken
• Alle taken verw
• Taak verwijderen
• Exemplaren
• Wachtstandtaken
afdrukken en verwijderen
• Opmaakfouten herkennen
• Afdruktaken controleren
• Afdruktaken reserveren
• Toegang tot
wachtstandtaken via het
bedieningspaneel
• Afdruktaken herhalen op
een later tijdstip
• Vertrouwelijke taken
afdrukken