Lexmark X264dn, X363dn, X364dn en X364dw Gebruikershandleiding September 2009 Machinetype(n): 7013 Model(len): 231, 235, 432, 436, 43W, d01, d02, gd1, gd2, dn1, dn2, gd1, gd2 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................7 Algemene informatie over de printer............................................9 Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer!......................................................................................................9 Informatie zoeken over de printer...................................................................................................................................
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal...............56 Richtlijnen voor papier......................................................................................................................................................56 Papier bewaren....................................................................................................................................................................58 Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten...................................
Faxkwaliteit verbeteren..................................................................................................................................................107 Scannen naar een computer of een flashstation....................108 Naar een computer scannen.........................................................................................................................................108 Scannen naar een flashstation..........................................................................
Storingen verhelpen......................................................................166 Storingen verhelpen........................................................................................................................................................166 problemen oplossen......................................................................181 Eenvoudige printerproblemen oplossen.................................................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een goed geaard en goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Tijdens onweer moet u dit product niet installeren en geen elektrische verbindingen aanleggen, bijvoorbeeld voor de faxfunctie, of kabels en snoeren aansluiten, zoals een netsnoer of telefoonlijn.
Gebruik alleen het telecommunicatiesnoer (RJ-11) dat bij dit product is geleverd of een vervangend snoer met een minimale dikte van 26 AWG (American Wire Gauge) als u dit product aansluit op een openbaar vast telefoonnetwerk. LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan.
Algemene informatie over de printer Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer! We hebben ons best gedaan om er zeker van te zijn dat hij aan uw verwachtingen zal voldoen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gebruiken, kunt u de installatiematerialen van de printer gebruiken en de Gebruikershandleiding doornemen om de zien hoe u de elementaire taken uitvoert.
Gewenste informatie Bron Hulp bij de printersoftware Hulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of –toepassing en klik vervolgens op Help. Klik op om contextgevoelige informatie te bekijken. Opmerkingen: • Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • De printersoftware bevindt zich in de map Programmeren op de printer of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem.
5 1 4 3 2 1 Achterkant 2 Rechterkant 203 mm (8 inch) 3 Voorkant 203 mm (8 inch) 4 Linkerkant 76 mm (3 inch) 5 Bovenzijde 254 mm (10 inch) 305 mm (12 inch) Printerconfiguraties Basismodel In de volgende afbeelding worden de voorkant van de printer en de algemene functies of onderdelen weergegeven.
3 1 2 4 8 5 6 7 1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Bedieningspaneel van de printer 3 Automatische documentinvoer (ADI) 4 Klep van de systeemkaart 5 Voorklep 6 Klep van universeellader Opmerking: Afhankelijk van uw printermodel zou dit de klep van de handinvoer kunnen zijn. 7 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 8 Standaarduitvoerlade In de volgende afbeelding worden de achterkant van de printer en de algemene functies of onderdelen weergegeven.
1 8 2 7 3 4 1 Achterklep 2 Ethernetpoort 3 Draaloze antenne 6 5 Opmerking: De draadloze antenne is alleen beschikbaar op draadloze printermodellen. 4 Faxpoorten Opmerking: Faxpoorten zijn alleen beschikbaar op faxmodellen.
Geconfigureerd model De volgende afbeelding geeft de printer weer met een optionele lader voor 250 of 550 vel: 1 1 Optionele lade voor 250 of 550 vel (Lade 2) Basisfuncties van de scanner De scanner is speciaal biedt mogelijkheden voor kopiëren, faxen en scannen. U kunt: • Snel kopieën maken en specifieke kopieertaken uitvoeren door de instellingen op het bedieningspaneel van de printer aan te passen. • Een fax verzenden via het bedieningspaneel van de printer.
Informatie over de ADI en de glasplaat Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). De ADI gebruiken Met de ADI kunt u meerdere pagina's scannen en op sommige modellen ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's.
Informatie over het bedieningspaneel 1 Copy Scan/Email Content 2 3 Fax Copy Text Text/Photo Copies Menu Stop/Cancel Redial/Pause 1@!. 2 ABC Resolution 4 5 JKL Scale Fax Duplex/2-Sided Options Back Select Start 6 MNO 7 PQRS 8 TUV 9 WXYZ * 0 # Options Hook Onderdeel 3 DEF Photo Darkness Shortcuts Beschrijving 1 Selecties en instellingen Hiermee kunt u een functie selecteren, zoals Kopiëren, Scannen, E-mailen, of Faxen.
Onderdeel Beschrijving 7 Intensiteit Hiermee past u de huidige instellingen voor intensiteit aan 8 Duplex 2-zijdig Hiermee kunt u een tweezijdige kopie maken Opmerking: op geselecteerde printermodellen kunt u ook tweezijdige scantaken uitvoeren. 9 Fax Hiermee opent u de faxfunctie Opmerking: de Faxmodus is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen.
Onderdeel Beschrijving 6 Optie Hiermee accepteert u menuselecties en instellingen 7 Pijl naar links Hiermee kunt u naar links bladeren 8 indicatielampje • Uit: de voeding is uitgeschakeld. • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. • Brandt groen: de printer staat aan, maar is niet actief. • Knippert rood: ingrijpen van gebruiker is vereist.
Onderdeel 3 Beschrijving USB-poort aan de voorzijde Hiermee kunt u scannen naar een flashstation of naar ondersteunde bestandstypen af te drukken. Opmerkingen: • De USB-poort is alleen beschikbaar op de geselecteerde printermodellen. • Wanneer een apparaat met USB-flashgeheugen is aangesloten op de printer kan de printer alleen naar het USB-apparaat scannen of bestanden printen van het USB-apparaat. Alle andere functies van de printer zijn dan niet beschikbaar.
Extra installatieopties voor de printer Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u de printer eerst uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
2 Pak de kaart uit. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de kaart op gelijke hoogte met de connector op de systeemkaart. 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Zorg ervoor dat de aansluitpunten niet beschadigd raken. • Als uw printermodel geen faxoptie heeft, beschikt uw systeemkaart niet over de faxkaart.
Hardwareopties installeren Lader voor 250 of 550 vel installeren De printer ondersteunt één optionele lader; u kunt een lader voor 250 of 550 vel installeren. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
6 Lijn de printer uit met de lader en laat de printer op zijn plaats zakken. Kabels aansluiten 1 Sluit de printer aan op een computer of een netwerk. • Gebruik voor een lokale verbinding een USB-kabel. • Gebrui voor een netwerkverbinding een Ethernet-kabel. 2 Sluit het netsnoer eerst aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
1 2 1 Ethernetpoort 2 fax-poorten 4 3 Opmerking: De faxfunctie is alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. 3 USB-poort 4 Aansluiting van de stroomkabel van de printer Printerconfiguratie controleren Als alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer correct is ingesteld door het volgende af te drukken: • Pagina met menu-instellingen: gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd.
Pagina met menu-instellingen afdrukken Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Opmerking: Als u nog geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden op de pagina met menu-instellingen alle standaardinstellingen weergegeven.
De printersoftware installeren Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer. De printersoftware wordt geïnstalleerd tijdens de eerste printerinstallatie. Gebruik de volgende aanwijzingen als u de software wilt installeren na de printerinstallatie: Windows 1 Sluit alle geopende softwareprogramma's. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik in het hoofddialoogvenster op Install (Installeren).
5 Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer vervolgens Eigenschappen. 6 Klik op de tab Opties installeren. 7 Voeg onder Beschikbare opties eventuele geïnstalleerde hardwareopties toe. Opmerking: Wanneer de printer een faxoptie heeft, selecteert u Faxen en voegt u de optie vervolgens als een geïnstalleerde optie toe. 8 Klik op Toepassen. Voor Macintosh-gebruikers In Mac OS X versie 10.5 of later 1 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik op Afdrukken & faxen.
• Beveiligingsmethode: er zijn drie opties voor de beveiligingsmethode: – WEP-sleutel Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u er maximaal vier opgegeven in de daarvoor bestemde plaatsen. Selecteer de sleutel die momenteel wordt gebruikt op het netwerk door de standaardsleutel voor WEP-verzending te selecteren. of – WPA- of WPA2-wachtwoorden WPA bevat codering als een extra beveiligingsniveau. U kunt kiezen uit AES of TKIP.
Zorg ervoor dat de printer en computer zijn ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. Sluit de USB-kabels pas aan als dit op het scherm wordt aangegeven. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik op Printer en software installeren. 4 Klik op Akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren. 5 Selecteer Aanbevolen en klik vervolgens op Volgende. 6 Klik op Aangesloten op draadloos netwerk. 7 Verwijder het etiket op de USB-poort aan de achterzijde van de printer.
8 Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerkingen: • Nadat u de printer hebt geconfigureerd, geeft de software aan dat u de tijdelijke USB-kabel kunt losmaken, zodat u draadloos kunt afdrukken. • Als de printer beschikt over een faxfunctie, sluit u de telefoonkabel aan. 9 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software-installatie te voltooien. Opmerking: Standaard is het pad dat wordt aangeraden.
3 Sluit het netsnoer aan op de printer en daarna op een geaard stopcontact en zet vervolgens de printer aan. 1 2 Voer de printerinformatie in 1 Open de opties voor AirPort. In Mac OS X versie 10.5 of later a Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. b Klik op Netwerk. c Klik op AirPort. In Mac OS X versie 10.4 en eerder a Kies Toepassingen in het menu Ga. b Dubbelklik op Internetverbinding. c Klik in de werkbalk op AirPort.
6 Open de toepassing AirPort op de computer: In Mac OS X versie 10.5 of later a Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. b Klik op Netwerk. c Klik op AirPort. In Mac OS X versie 10.4 en eerder a Kies Toepassingen in het menu Ga. b Dubbelklik op Internetverbinding. c Klik in de werkbalk op AirPort. 7 Selecteer uw draadloze netwerk in het pop-upmenu Netwerk.
4 Kies Voeg toe in de printerlijst. 5 Selecteer de printer uit de lijst. 6 Klik op Voeg toe. b Voor afdrukken via AppleTalk: In Mac OS X versie 10.5 1 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik op Afdrukken en faxen. 3 Klik op +. 4 Klik op AppleTalk. 5 Selecteer de printer uit de lijst. 6 Klik op Voeg toe. In Mac OS X versie 10.4 1 Kies Toepassingen in het menu Ga. 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's. 3 Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 4 Kies Voeg toe in de printerlijst.
4 Selecteer Aanbevolen en klik vervolgens op Volgende. Opmerking: als u de printer wilt configureren voor gebruik met een statisch IP-adres via IPv6 of printers wilt configureren via scripts, kiest u Aangepast en volgt u de aanwijzigen op het scherm. 5 Select Aangesloten op bedraad netwerk en klik op Volgende. 6 Selecteer de printerfabrikant in de lijst. 7 Selecteer het printermodel in de lijst en klik op Volgende. 8 Selecteer de printer in de lijst met gevonden netwerkprinters en klik op Voltooien.
In Mac OS X versie 10.4 en eerder 1 2 3 4 5 6 7 Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. Dubbelklik op Hulpprogramma's. Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. Klik op Toevoegen in de printerlijst. Klik op IP. Typ het IP-adres van de printer in het adresveld. Klik op Toevoegen. • Voor afdrukken via AppleTalk: In Mac OS X versie 10.5 1 2 3 4 5 6 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. Klik op Afdrukken & faxen. Klik op +. Klik op AppleTalk.
Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed die zij hebben op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Zie “Meerdere pagina's op één vel kopiëren” op pagina 78 als u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier wilt kopiëren. Kiezen voor scannen Door een document of foto te scannen en vervolgens op te slaan in een computerprogramma, toepassing of flashstation hoeft u er geen papieren afdruk van te maken.
U selecteert als volgt een Ecomodusinstelling: 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Algemene instellingen wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Ecomodus wordt weergegeven en druk op 5 Selecteer de gewenste instelling en druk vervolgens op . . . Veranderingen indienen verschijnt.
Recycling Lexmark verzorgt inzamelprogramma’s en vooruitstrevende, duurzame benaderingen van recycling. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.com/environment • Het Lexmark recyclingprogramma op www.lexmark.com/recycling Het recyclen van Lexmark-producten Ga als volgt te werk als u Lexmark-producten voor recycling wilt terugzenden naar Lexmark: 1 Ga naar onze website op www.lexmark.com/recycle.
Geluid van de printer reduceren. Gebruik de Stille modus om het geluid van de printer reduceren. Opmerking: bekijk de tabel voor meer informatie over de instellingen die worden gewijzigd als u een instelling van de Stille modus selecteert. Kies Functie Aan Hiermee kunt u het geluid van de printer reduceren. • Mogelijk is de verwerkingssnelheid langzamer. • De printermotoren starten niet tot er een taak klaar is voor afdrukken. Het kan daarom even duren voordat de eerste pagina wordt afgedrukt.
Papier en speciaal afdrukmateriaal laden Dit gedeelte bevat informatie over het vullen van de laden en laders. Hier vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden.
Een maateenheid opgeven 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . Menu Papier wordt weergegeven. 3 Druk op . 4 Druk op de pijltoetsen tot Universal-instelling wordt weergegeven en druk op 5 Druk op de pijltoetsen tot Maateenheden wordt weergegeven en druk op . . 6 Druk op de pijltoetsen tot de juiste maateenheid wordt weergegeven en druk op .
• Zorg ervoor dat de geleiders in de papierlade of de handinvoer op de juiste wijze zijn ingesteld en niet te strak tegen het papier of de enveloppen zijn geplaatst. • Duw alle laden stevig in de printer nadat u het afdrukmateriaal hebt geplaatst. Aanbevelingen voor papier • Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal. • Plaats nooit gekreukt, gevouwen, vochtig, gebogen of kromgetrokken papier.
2 Druk de papiergeleiders in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 1 3 4 2 Voor een lang papierformaat zoals A4 of Legal, drukt u de lengtegeleider in en schuift u deze naar achteren naar de positie van het papier dat u plaatst. Als u A6-papier plaatst: a Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar het midden van de lade naar de positie voor A5-formaat. b Zet de A6-papierstop omhoog.
Opmerkingen: • Stel de geleider in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. • Vul de lade met papier van A4- of Letter-formaat, afhankelijk van het standaardformaat dat in uw land of regio wordt gebruikt. 3 Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
1 1 Lijn voor maximale hoeveelheid Plaats briefhoofdpapier met de bovenste rand van het vel in de richting van de voorzijde van de lade en met de afbeelding naar beneden gericht. LETTERHEAD 5 Druk de geleiders samen en schuif deze net tegen de zijkant van de stapel.
6 Plaats de lade terug. 7 Als u ander soort papier dan anders in de lade plaatst dan eerst, moet u de instelling voor papiersoort wijzigen.
Universeellader of handinvoer gebruiken Enkele printermodellen hebben een universeellader, andere modellen hebben handinvoer. De universeellader kan als een lade met tot 50 vellen papier geladen worden. In de handinvoer kan één vel papier per keer geladen worden. Universeellader gebruiken U kunt de universeellader gebruiken wanneer u afdrukt op verschillende papierformaten en -soorten of op speciaal afdrukmateriaal, zoals karton, transparanten, papieren etiketten en enveloppen.
3 Trek het verlengstuk naar voren zodat het naar voren en omlaag klapt. Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen. 1 Druk de geleiders samen en schuif deze in hun geheel uit. 2 Buig vellen papier of papieren etiketten enkele malen om de vellen los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier of de etiketten niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 3 Plaats het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader.
• Plaats papier, transparanten en karton met de aanbevolen afdrukzijde naar boven en met de bovenzijde eerst. Raadpleeg de verpakking van de transparanten voor meer informatie over het plaatsen van transparanten. • Plaats briefhoofdpapier met het logo naar boven gericht, zodat de bovenste rand van het papier het eerst wordt ingevoerd.
• Plaats enveloppen met de klepzijde naar beneden en de plaats voor de postzegel op de positie die wordt weergegeven. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen. 4 Druk de papiergeleiders in en verschuif zodat ze het papier ondersteunen. 5 Schuif het papier voorzichtig zo ver mogelijk in de universeellader.
Handmatige invoer gebruiken In de handinvoer kan één vel papier per keer geladen worden. U kunt de handmatige invoer gebruiken om af te drukken op papiersoorten of -formaten die op dat moment niet in de lade zijn geplaatst. 1 Open de klep van de handmatige invoer. 2 Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven in het midden van de handmatige invoer. Opmerkingen: • Voer briefhoofdpapier in met de voorbedrukte zijde naar boven gericht, zodat de bovenste rand van het papier het eerst wordt ingevoerd.
3 Plaats papier in de handmatige invoer tot het punt waar de voorkant de papiergeleiders raakt. 4 Stel de papiergeleiders af op de breedte van het papier. Let op—Kans op beschadiging: Schuif het papier niet te ver in de invoer. Anders kan het papier vastlopen. Papiercapaciteit De capaciteit van de laden en laders is gebaseerd op papier van 75 g/m 2.
Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. Als de instellingen Papierformaat en Papiersoort voor alle laden hetzelfde zijn, worden de laden automatisch gekoppeld. De instellingen Papierformaat en Papiersoort moeten voor alle laden worden ingesteld via het menu Papier.
7 Druk op de pijltoetsen tot Aangepast of een andere aangepaste naam verschijnt en druk op . De melding Veranderingen indienen verschijnt. 8 Druk kort op tot Gereed verschijnt. Naam voor Aangepast wijzigen U kunt de Embedded Web Server of MarkVision ProfessionalTM gebruiken om een andere naam dan Aangepast te definiëren voor elk van de aangepaste papiersoorten die zijn geplaatst.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft. Papiereigenschappen De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer.
Vezelrichting Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de lengterichting van het papier of in de breedterichting. Voor een gewicht van 60-90 g/m2kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken. Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp.
• Gebruik geen papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak. Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen van 230 °C zonder te smelten of schadelijke stoffen af te geven. Gebruik geen inkten die worden beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaardladen en optionele papierladen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: Voor een papierformaat dat is niet geregistreerd, selecteert u het eerstvolgende, grotere formaat in de lijst. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor informatie over karton en etiketten.
Papierformaten die door de printer worden ondersteund Papierformaat Afmetingen A4 210 x 297 mm (8,3 x 11,7 inch) A5 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) A61 105 x 148 mm (4,1 x 5,8 inch) Executive 184 x 267 mm (7,3 x 10,5 inch) Folio 216 x 330 mm (8,5 x 13 inch) JIS B5 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch) Legal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Letter 216 x 279 mm (8,5 x 11 inch) Oficio (Mexico) 216 x 340 mm (8,5 x 13,4 inch) Statement 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) Universal2 76,2 x 127 mm (3 x 5 inch)
Papierformaat Afmetingen Standaardlade voor Optionele lade Universeellader Duplexbaan 250 vel voor 250 of 550 of handinvoer vel 10-envelop 105 x 241 mm (4,1 x 9,5 inch) X X X Andere envelop 229 x 356 mm (9 x 14 inch) X X X 1 A6 wordt alleen ondersteund als de vezels in de lengterichting lopen. 2Als een papierformaat niet in de lijst staat, configureert u een universeel papierformaat. Zie “Instellingen voor Universal papier configureren” op pagina 41 voor meer informatie.
Printing (Bezig met afdrukken) Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 42 en “Papier bewaren” op pagina 58 voor meer informatie. Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader.
De volgende flashstations zijn getest en goedgekeurd voor gebruik met de printer: • Lexar Firefly (512 MB of 1 GB) • SanDisk Cruizer Micro (512 MB of 1 G) • Sony (512 MB of 1 G) Opmerkingen: • Wanneer een apparaat met USB-flashgeheugen is aangesloten op de printer, kan de printer alleen naar het USBapparaat scannen of bestanden printen van het USB-apparaat. Alle andere functies van de printer zijn dan niet beschikbaar. • Hi-Speed flashstations moeten voldoen aan de USB 2.
3 Druk op de pijltoetsen tot het gewenste document wordt weergegeven en druk op . Opmerking: mappen die zich op het flashstation bevinden, worden weergegeven met een + voor de map (bijvoorbeeld: + documenten). Een bestandsnaam wordt gevolgd door een extensie, zoals bijv. .jpg. 4 Druk op als u één exemplaar wilt afdrukken of voer het aantal exemplaren in via het numerieke toetsenblok om de afdruktaak te starten.
Bron of proces Afdrukzijde Papierafdrukstand Dubbelzijdig afdrukken vanuit laden Voorbedrukte zijde van De bovenste rand van het vel met het logo moet tegen de voorzijde briefhoofdpapier is van de lade worden geplaatst. naar boven gericht. Eenzijdig afdrukken met de universeellader of de handinvoer Voorbedrukte zijde van De bovenste rand van het vel met het logo moet het eerst in de briefhoofdpapier is universeellader of de handinvoer worden ingevoerd. naar boven gericht.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op transparanten: • Voer transparanten in vanuit de standaardlade voor 250 vel of vanuit de universeellader of de handinvoer. • Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de transparanten bestand zijn tegen temperaturen tot 175 °C zonder dat ze smelten, verkleuren, verschuiven of schadelijke stoffen afgeven.
Tips voor het afdrukken op etiketten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft. Opmerking: Gebruik alleen papieren etiketten. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark, op www.lexmark.com/publications.
• Gebruik geen voorbedrukt karton dat chemische stoffen bevat die schadelijk kunnen zijn voor de printer. Voorbedrukt materiaal kan tot gevolg hebben dat halfvloeibare en vluchtige stoffen in de printer terechtkomen. • Gebruik indien mogelijk karton met vezels in de breedterichting. Een pagina met informatie afdrukken Raadpleeg “Pagina met menu-instellingen afdrukken” op pagina 25 en “Pagina met netwerkinstellingen afdrukken” op pagina 25 voor meer informatie over het afdrukken van deze pagina’s.
4 Druk op de pijltoetsen totdat Testpagina's afdrukkwaliteit wordt weergegeven en druk vervolgens op . De testpagina's voor de afdrukkwaliteit worden afgedrukt. 5 Druk op de pijltoetsen totdat Menu Configuratie afsluiten verschijnt en druk vervolgens op . Printer wordt opnieuw ingesteld wordt kort weergegeven, gevolgd door een klok. Vervolgens wordt Gereed weergegeven. Afdruktaak annuleren Een afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1 Druk op .
Voor Macintosh-gebruikers In Mac OS X versie 10.5 of later: 1 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik op Afdrukken en faxen en dubbelklik vervolgens op het printerpictogram. 3 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 4 Klik op het pictogram Verwijderen in de balk met pictogrammen bovenin het venster. In Mac OS X 10.4 en eerder: 1 Kies Toepassingen in het menu Ga. 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.
Wordt gekopieerd ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopieën maken Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
4 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 5 Druk op het bedieningspaneel van de printer op 6 Druk op . om terug te keren naar Gereed. Kopiëren via de glasplaat 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2 Druk op het bedieningspaneel op Copy (Kopiëren) of gebruik het toetsenblok om het aantal kopieën in te voeren. 3 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 4 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
6 Druk op de pijltoetsen tot de papierbron die de transparanten bevat wordt weergegeven en druk vervolgens op . 7 Druk op . 8 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 9 Druk op . 10 Wanneer u het document op de glasplaat heeft geplaatst en u wilt meerdere pagina’s kopiëren, plaats dan de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op 1 op het toetsenblok. Druk anders op het toetsenblok op 2. 11 Druk op om terug te keren naar Gereed.
4 Druk op de knop Opties. Origineel format verschijnt. 5 Druk op . 6 Druk op de pijltoetsen tot het formaat van het originele document verschijnt en druk dan op 7 Druk op de pijltoetsen tot Papierbron wordt weergegeven en druk op . . 8 Druk op de pijltoetsen tot de lade of bron die papier met het gewenste kopieerformaat bevat en druk vervolgens op . Opmerking: als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het originele formaat zal de printer het formaat automatisch schalen. 9 Druk op .
Kopiëren op beide zijden van het papier (duplex/dubbelzijdig) Opmerking: De duplexfunctie voor de ADI is niet beschikbaar op de geselecteerde printermodellen. 1 Plaats een document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
7 Wanneer u het document op de glasplaat heeft geplaatst en u wilt meerdere pagina’s kopiëren, plaats dan de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op 1 op het numerieke toetsenblok. Druk anders op het numerieke toetsenblok op 2. 8 Druk op om terug te keren naar Gereed. Een kopie lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u elk exemplaar als een set laten afdrukken (gesorteerd) of de exemplaren als groepen pagina's laten afdrukken (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Als u uw kopieën wilt sorteren, selecteert u Aan. Als u uw kopieën niet wilt sorteren, selecteert u Uit.
• Tussen taken 6 Klik op Verzenden. Meerdere pagina's op één vel kopiëren Om papier te besparen kunt u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier kopiëren. Opmerkingen: • Het papierformaat moet zijn ingesteld op Letter, Legal, A4 of B5 (JIS). • Het kopieformaat moet op 100% zijn ingesteld. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Wanneer u het document op de glasplaat heeft geplaatst en u wilt meerdere pagina’s kopiëren, plaats dan de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op 1 op het toetsenblok. Druk anders op het toetsenblok op 2. 5 Druk op om terug te keren naar Gereed. Een overlaybericht boven aan elke pagina afdrukken Boven aan iedere pagina kan een overlay-bericht worden geplaatst. U hebt de keuze uit Vertrouwelijk, Kopie, Concept, Dringend of Aangepast.
De kopieerkwaliteit verbeteren Vraag Tip Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de kopie en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • We raden u deze modus aan voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
E-mailen ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten per e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden. U kunt op drie manieren een e-mail verzenden vanaf de printer.
Het adresboek instellen 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op E-mail/FTP Settings (E-mail-/FTP-instellingen). 4 Klik op Manage E-mail Shortcuts (E-mailsnelkoppelingen beheren). 5 Geef de gewenste e-mailinstellingen op. 6 Klik op Submit (Verzenden).
4 Druk op . Zoeken verschijnt. Opmerking: Als het adresboek leeg is, verschijnt Handmatige invoer. 5 Druk op dan op om in het adresboek te zoeken of druk op de pijltjestoetsen totdat Handmatig verschijnt en druk om een e-mailadres te selecteren of in te voeren. Het adresboek gebruiken a Nadat u op het bedieningspaneel van de printer Zoeken heeft geselecteerd, drukt u op de pijl omlaag totdat het adres verschijnt waar u naar op zoek bent en drukt u vervolgens op .
6 Druk op 1 om een andere snelkoppeling in te voeren of druk op 2 om te stoppen met het invoeren van snelkoppelingen. 7 Druk op . Een e-mail verzenden via het adresboek 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI.
Faxen ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). De printer voorbereiden op faxen De faxfunctie is alleen op bepaalde printermodellen beschikbaar. Mogelijk zijn de volgende verbindingsmethoden niet van toepassing op alle landen of regio's.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken om de fax in te stellen. Als de printer voor het eerst wordt ingeschakeld of als de printer gedurende lange tijd uitgeschakeld is geweest, wordt er een reeks opstartmenu’s weergegeven. Als de printer over een faxfunctie beschikt zullen de volgende schermen worden weergegeven: Stationnaam Stationnummer Opmerking: de Stationnaam en het Stationnummer moeten worden ingesteld voordat ere en fax kan worden verstuurd vanaf de printer.
Opmerkingen: • De printer is een analoog apparaat dat het beste werkt als deze rechtstreeks wordt aangesloten op een wandcontactdoos. Andere apparaten (zoals een telefoon of antwoordapparaat) kunnen worden aangesloten op de printer en gegevens doorsturen naar de printer, zoals is beschreven in de installatiestappen. • Als u een digitale aansluiting zoals ISDN, DSL of ADSL wilt hebben, hebt u een apparaat van derden (zoals een DSL-filter) nodig. Neem contact op met uw DSL-provider voor een DSL-filter.
Aansluiten op een DSL-verbinding Als u bent geabonneerd op een DSL-dienst, neem dan contact op met de DSL-provider voor een DSL-filter en een telefoonkabel en volg de volgende stappen op de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer . 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de DSL-filter. Opmerking: Het kan zijn dat uw DSL-filter er anders uitziet dan op de afbeelding.
Abonneren op speciale belsignalen Een abonnement op speciale belsignalen is mogelijk beschikbaar bij uw telefoonprovider. Dit abonnement maakt het mogelijk om meerdere telefoonnummers te hebben op één telefoonlijn, waarbij elk telefoonnummer een ander signaal heeft. Dit kan nuttig zijn als u onderscheid wilt maken tussen faxoproepen en telefoongesprekken.
3 Haal de stekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de EXT-poort Probeer een van de volgende manieren: Antwoordapparaat Antwoordapparaat en telefoon Faxen 90 van de printer.
Telefoon of een telefoon met een geïntegreerd antwoordapparaat Aansluiten op een adapter voor uw land of regio In de volgende landen of regio’s is er mogelijk een speciale adapter nodig om de telefoonkabel aan te sluiten op de werkende telefoonwandcontactdoos.
Er is een plug geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer van de adapter. . Deze plug is noodzakelijk voor de correcte werking Opmerking: Verwijder de plug niet wanneer u een serieel telefoonsysteem hebt of wanneer u een telefoon of antwoordapparaat op de adapter wilt aansluiten. Als u deze wel verwijdert, werkt mogelijk andere telecommunicatieapparatuur in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) niet. 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer .
3 Sluit het antwoordapparaat of de telefoon aan op de adapter Antwoordapparaat Telefoon Faxen 93
Duitsland Er is een speciale RJ-11-stekker geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer. Verwijder deze stekker niet. Deze is noodzakelijk voor een goede werking van de faxfunctie en van telefoons die zich lager in het netwerk bevinden. Aansluiten op een telefoonwandcontactdoos in Duitsland Opmerking: Verwijder de plug niet. Als u deze wel verwijdert, werkt mogelijk andere telecommunicatieapparatuur in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) niet.
3 Sluit de adapter aan op de N-sleuf van een werkende, analoge telefoonwandcontactdoos. 4 Als u dezelfde telefoonlijn voor zowel de fax als de telefoon wilt gebruiken, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen de telefoon en de F-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos.
• Drie telefoonkabels • Een telefoonwandcontactdoos 2 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer. 3 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos. 4 Haal de beschermstekker uit de EXT-poort van de printer. 5 Sluit uw telefoon aan op de telefoonaansluiting op de computer. Opmerking: Raadpleeg de handleiding van uw computer voor de telefoonaansluitingen.
6 Sluit een extra telefoonkabel aan van de LINE-poort van het computermodem naar de EXT-poort van de printer . De naam en het nummer voor uitgaande faxen instellen Op de volgende wijze kunt u de toegewezen faxnaam en het faxnummer op uitgaande faxen afdrukken: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte.
5 Selecteer in het gedeelte Netwerktijdprotocol NTP inschakelen. Opmerking: als u er de voorkeur aan geeft om de datum en tijd handmatig in te stellen, klik dan in het vak Datum/tijd handmatig instellen en voer de huidige datum en tijd in. 6 Kijk of de tijdzone klopt. 7 Klik op Verzenden.
Voorbereiden op het verzenden van een fax met de computer Voor Windows-gebruikers 1 Controleer of het PostScript-stuurprogramma is geïnstalleerd. 2 Controleer of de faxoptie op het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. 3 In het faxscherm in het dialoogvenster Afdrukken geeft u de naam en het faxnummer op van de ontvanger. Voor gebruikers van Mac OS X versie 10.2 en 10.3 1 Open het gewenste bestand en kies Archief > Druk af. 2 Selecteer Afdruktaken doorsturen in het pop-upmenu met afdrukopties.
5 Selecteer in het dialoogvenster Drivers and Utilities Aangepast en klik op Volgende. 6 Selecteer Onderdelen selecteren en klik op Volgende. 7 Kies in het gebied “Selecteer uw printer in de lijst” uw printermodel met de letters “PS” in de kolom Afdrukemulatie. 8 Klik op Add (Toevoegen). 9 Klik op Voltooien en volg de aanwijzingen op het scherm. Internet 1 Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com. 2 Klik in het menu Drivers & Downloads op Driver Finder (Stuurprogramma zoeken).
3 Selecteer Faxen en voer de naam, het nummer en andere benodigde informatie van de ontvanger in. 4 Klik op Druk af. Voor gebruikers van Mac OS X versie 10.4 of later 1 Open het gewenste bestand en kies Archief > Druk af. 2 Kies PDF faxen in het PDF-pop-upmenu. 3 Typ het faxnummer in het veld Aan en voer eventuele andere benodigde informatie in. 4 Klik op Fax (Faxen).
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het bedieningspaneel van de printer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADI) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Snelkoppelingen en het adresboek gebruiken Faxsnelkoppelingen gebruiken Faxsnelkoppelingen werken net als de nummers onder sneltoetsen op een telefoon of faxapparaat. U kunt snelkoppelingsnummers toewijzen als u permanente faxbestemmingen maakt. Permanente faxbestemmingen of snelkeuzenummers worden gemaakt via de koppeling Bestemmingen beheren bij Instellingen in de Embedded Web Server. Een snelkoppelingsnummer (1 - 99999) kan één of meerdere ontvangers bevatten.
3 Druk in het Faxgedeelte van het bedieningspaneel op Resolution (Resolutie). 4 Druk op de pijltoetsen tot de gewenste resolutiewaarde wordt weergegeven en druk op . 5 Druk op Binnenkomende faxen afdrukken op beide zijden van het papier (dubbelzijdig afdrukken) 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op Faxen. 2 Druk op de knop Duplex/2-zijdig. 3 Druk op de pijltoetsen om een duplexoptie te selecteren en druk vervolgens op .
8 Druk op . Verzenddatum instellen wordt weergegeven. 9 Voer met behulp van het toetsenblok de datum in waarop u een fax wilt verzenden en druk vervolgens op 10 Druk op . . Een fax doorsturen Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte.
3 Klik op Fax Settings (Faxinstellingen). 4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen). 5 Klik op Block No Name Fax (Fax zonder naam blokkeren). Deze optie blokkeert alle inkomende faxen zonder faxstationnaam of met een privégebruikers-ID. 6 Voer in het veld Lijst met geblokkeerde faxnummers de telefoonnummers of de faxstationnamen in van specifieke faxverzenders die u wilt blokkeren.
Zijden (Duplex) Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om te faxen. Opmerking: Dubbelzijdig scannen is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. Resolutie Met deze optie geeft u aan u hoe nauwkeurig de scanner het document dat u wilt faxen moet bekijken. Als u een foto, een tekening met fijne lijnen of een document met zeer kleine lettertjes wilt faxen, moet u de resolutie verhogen.
Scannen naar een computer of een flashstation ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of een flashstation scannen.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegekend toen u op Verzenden klikte. Gebruik dit snelkoppelingsnummer wanneer u uw documenten gaat scannen. a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
• Bekijk de gescande afbeelding en pas de helderheid en het contrast aan • Maak grotere scans zonder dat de detailweergave minder scherp wordt • Dubbelzijdige documenten scannen. Informatie over scanprofielopties Snelle installatie Met deze optie kunt u vooraf ingestelde bestandsindelingen selecteren en de scaninstellingen wijzigen.
Kleur Deze optie geeft aan de printer door wat de kleuren van het origineel zijn. U hebt de keuze uit Grijs, Z-W (zwart-wit) en Kleur. JPEG-kwaliteit Deze optie past de mate van compressie aan ten opzichte van het origineel voor gescande JPEG-documenten. Intensiteit Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder het gescande document moet worden in vergelijking met het origineel. Resolutie Met deze optie stelt u de uitvoerkwaliteit van uw bestand in.
Scankwaliteit verbeteren Vraag Tip Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de scan en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • Tekst is de beste optie voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
Informatie over printermenu's Menuoverzicht Er is een aantal menu's beschikbaar waarmee u op eenvoudige wijze printerinstellingen kunt wijzigen. Opmerking: bepaalde menu's zijn niet beschikbaar bij bepaalde printermodellen.
Menu Formaat/soort Menu-item Beschrijving Menu Bron selecteren Lade 1 Lade 2 voor de U-lader Handm. invoer pap. Handm.
Menu-item Beschrijving Menu Soort instellen voor lade 1 Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee kunt u de papiersoort opgeven die in lade 1 is geplaatst Menu Soort instellen voor lade 2 Normaal papier Karton Kringlooppapier Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee kunt u de p
Menu Configuratie U-lader Dit menu is alleen beschikbaar op printermodellen met een universeellader. Menu-item Beschrijving U-lader configureren Hiermee bepaalt u wanneer de printer papier selecteert dat in de universeellader is geplaatst. Cassette Opmerkingen: klep • Cassette is de standaardinstelling. • Met de instelling Cassette configureert u de universeellader als automatische papierbron. • Als Handmatig is geselecteerd, kan de universeellader alleen worden gebruikt voor afdruktaken met handinvoer.
Menu Papiergewicht In het menu Papiergewichtworden de functies Soort selecteren en Gewicht selecteren gecombineerd zodat u het gewicht kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort.
Menu-item Beschrijving Set plaatsen Hiermee kunt u aangeven of dubbelzijdig afdrukken (2-zijdig) is ingeschakeld. • Dubbelzijdig • Aan Opmerking: Off (Uit) is de standaardinstelling. Menu Aangepaste soorten Menu-item Beschrijving Aangepast Papier Karton Transparant Ruw/katoen Etiketten Envelop Als u een naam opgeeft bij Aangepast , wordt deze naam weergegeven in plaats van Aangepast . Opmerkingen: • U kunt maximaal 16 tekens gebruiken voor de naam.
Menu Universal-instelling Met deze menu-items geeft u de hoogte, de breedte en de invoerrichting op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat. De instelling staat in de lijst met de andere papierformaatinstellingen en biedt soortgelijke opties, zoals ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en meerdere pagina's afdrukken op één vel. Menu-item Beschrijving Maateenheden Hiermee worden de maateenheden aangegeven.
Menu-item Beschrijving Pagina met menu-instellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over het papier in de laden, het geïnstalleerde geheugen, het totale aantal pagina's, alarmen, timeouts, de taal op het bedieningspaneel van de printer, het TCP/IP-adres, de status van supplies, de status van de netwerkverbinding en overige informatie Apparaatstatistieken Hiermee wordt een rapport afgedrukt met printerstatistieken, zoals gegevens over supplies en afgedrukte pagina's.
Menu Netwerk Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving Mac binair PS Aan Uit Auto Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. • Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt. Netwerkinstallatie Hiermee worden alle menu's voor netwerkinstellingen weergegeven, ongeacht het actieve printernetwerk.
Menu-item Beschrijving Time-out van taak 0-225 seconden Hiermee stelt u in na hoeveel seconden een vanaf het netwerk opgegeven afdruktaak kan worden geannuleerd. Opmerkingen: • "90 seconden" is de standaardinstelling. • Als u de waarde op 0 zet, wordt de time-out uitgeschakeld. • Als u een waarde tussen 1 en 9 kiest, wordt de instelling opgeslagen als 10. Voorblad Uit Aan Hiermee kunt u een voorblad afdrukken op de printer. Opmerking: Off (Uit) is de standaardinstelling.
IPv6 menu Gebruik de volgende menu-items om de IPv6 (Internet Protocol versie 6)-gegevens te bekijken of in te stellen. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar voor netwerkmodellen of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. Dit menu is beschikbaar via het menu Netwerk/poorten: Network/Ports (Netwerk/poorten) Standard Network (Standaardnetwerk) of Network (Netwerk ) Std Network Setup (Std.
Menu-item Beschrijving Hiermee selecteert u een beschikbaar netwerk voor de printer. Netwerk kiezen Opmerking: als het netwerk waaraan u de printer wilt toevoegen wordt beschermd door een beveiligingsinstelling, moet u de printer toevoegen via de Embedded Web Server of het hulpprogramma voor draadloze installatie.
Menu-item Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Wanneer de instelling Uit is, gebruikt de printer PCL-emulatie als PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Settings (Instellingen), menu Menu Algemene instellingen Menu-item Beschrijving Taal op display English Français Deutsch Italiano Español Dansk Norsk Nederlands Svenska Portuguese Suomi Russisch Polski Magyar Turkçe Cesky Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal.
Menu-item Beschrijving Beginconfiguratie uitvoeren Geeft de printer de opdracht om de installatiewizard uit te voeren. Ja Opmerkingen: Nee • Ja is de standaardinstelling. • Nadat u de installatiewizard voltooit door in het scherm voor de landselectie op Gereed te klikken, wordt Nee standaard ingesteld. Papierformaten VS Metrisch Hiermee geeft u de standaardmaateenheden van de printer op. De standaardinstelling wordt bepaald door uw landselectie in de initiële installatiewizard.
Menu-item Beschrijving Time-outs Afdruktime-out Uitgeschakeld 1-255 Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 90 seconden is de standaardinstelling. • Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt een gedeeltelijk afgedrukte pagina die zich nog steeds in de printer bevindt, afgedrukt en controleert de printer of er nog nieuwe afdruktaken in de wachtrij staan.
Menu-item Beschrijving Fabrieksinstellingen Niet herstellen Nu herstellen Hiermee zet u de printerinstellingen terug naar de standaard fabriekswaarden. Opmerkingen: • Niet herstellen is de standaardinstelling. Als Niet herstellen is ingesteld, blijven de gebruikersinstellingen van kracht. • Als Herstellen is ingesteld, worden alle printerinstellingen terug naar de standaard fabriekswaarden gezet, met uitzondering van de menu-instellingen voor Netwerk en Poorten.
Menu-item Beschrijving Papierbesparing Uit 2 op 1, staand 2 op 1, liggend 4 op 1, staand 4 op 1, liggend Hiermee drukt u twee of vier vellen van een origineel document af op één pagina Paginaranden afdrukken Aan Uit Hiermee geeft u aan of er randen rond de marges van de pagina moeten worden afgedrukt. Sorteren Aan Uit Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u de taak meerdere malen afdrukt.
Menu-item Beschrijving Intensiteit -4 tot +4 Hiermee geeft u het intensiteitsniveau voor de kopieertaak op Aantal exemplaren 1–999 Hiermee geeft u het aantal exemplaren op voor de kopieertaak. Overlay Uit Vertrouwelijk Kopieën Concept Dringend Aangepast Hiermee geeft u de overlaytekst op die wordt afgedrukt op elke pagina van de kopieertaak Opmerking: De standaardinstelling is 0. Opmerking: De standaardinstelling is 1. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Handmatig faxen inschakelen Hiermee kunt u de printer zo instellen dat er alleen handmatig mee kan worden gefaxt. Dit vereist een telefoonlijnsplitter en een telefoonhandset Aan Uit Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Gebruik vervolgens een normale telefoon om een binnenkomende faxtaak te beantwoorden en een faxnummer te kiezen. • Druk op # 0 op het numerieke toetsenblok aan om rechtstreeks naar de functie Handmatig faxen te gaan.
Menu-item Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Combinatie Letter/Legal Folio Statement A4 A5 A6 Oficio (Mexico) JIS B5 4x6 3x5 Identiteitskaart Universal Aangepast scanformaat Visitekaartje Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt Opmerking: een combinatie van Letter/Legal is de standaardinstelling in de VS.
Menu-item Beschrijving Aantal keren opnieuw kiezen Hiermee geeft u het aantal minuten op tussen elke kiespoging 1–200 Opmerking: de standaardinstelling is 3 minuten.
Faxontvangstinstellingen Menu-item Beschrijving Faxen ontvangen inschakelen Biedt de mogelijkheid faxtaken te ontvangen via de printer Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Uit Aantal belsignalen 1–25 Hiermee stelt u het aantal belsignalen in voordat een inkomende faxtaak wordt beantwoord Opmerking: 3 is de standaardinstelling. Autom. beantw.
Faxloginstellingen Menu-item Beschrijving Transmissielog Log afdrukken Log niet afdrukken Alleen afdrukken bij fouten Hiermee stelt u in dat er na elke faxtaak een transmissielog wordt afgedrukt Foutenlog ontvangen Nooit afdrukken Afdrukken bij fout Hiermee stelt u in dat na een ontvangstfout een foutlog ontvangen faxen wordt afgedrukt Opmerking: Log afdrukken is de standaardinstelling. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Instellingen speciale belsignalen Menu-item Beschrijving Enkel signaal Aan Uit Oproepen worden beantwoord met een enkel signaal Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Dubbel signaal Oproepen worden beantwoord met een dubbel signaal Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Uit Drie signalen Aan Uit Met de optie Drie signalen worden oproepen beantwoord met drie signalen Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Kleur Grijs Kleur Hiermee geeft u op of een taak wordt afgedrukt in zwart-wit of in kleur Resolutie 75 150 200 300 400 600 Hiermee geeft u op met hoeveel dpi wordt gescand. Intensiteit -4 tot +4 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Opmerking: Grijs is de standaardinstelling. Opmerking: 150 dpi is de standaardinstelling. Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving JPEG-kwaliteit Tekst Tekst/foto Foto Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een JPEG-afbeelding met tekst, tekst/foto of een afbeelding met foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerkingen: • 75 is de standaardinstelling voor Tekst en Tekst/Foto. 50 is de standaardinstelling voor Foto. • Bij de instelling 5 is de bestandgrootte geringer, maar is de afbeelding van lagere kwaliteit.
Menu-item Beschrijving Zijden (Duplex) Hiermee schakelt u de optie voor duplex (2-zijdig) afdrukken in. 1-zijdig Opmerking: 1-zijdig is de standaardinstelling. 2-zijdig Print Settings (Afdrukinstellingen) Menu Instellingen Menu-item Beschrijving Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld Opmerkingen: • PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken.
Menu-item Beschrijving Bronnen opslaan Aan Uit Hiermee stelt u in wat de printer moet doen met geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in het RAM, als de printer een taak krijgt die meer geheugen vereist dan er beschikbaar is Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Als Uit is ingesteld, worden de geladen bronnen in de printer bewaard tot het geheugen nodig is voor andere taken. Geladen bronnen worden verwijderd zodat afdruktaken kunnen worden verwerkt.
Menu-item Beschrijving Scheidingsvellen Geen Tussen exemplaren Tussen taken Tussen pagina's Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen: • Geen is de standaardinstelling. • Met Tussen exemplaren voegt u een lege pagina in tussen elke kopie van een afdruktaak als sorteren staat ingesteld op Aan. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's, zoals alle pagina's 1, alle pagina's 2, enzovoort.
Menu Kwaliteit Menu-item Beschrijving Afdrukresolutie 300 dpi 600 dpi 1200 dpi Beeldkwaliteit 1200 Beeldkwaliteit 2400 Hiermee stelt u de resolutie in van de afgedrukte uitvoer Pixelversterking Uit Lettertypen Horizontaal Verticaal Beide richtingen Hiermee verbetert u de kwaliteit van kleine lettertypen en afbeeldingen Tonerintensiteit 1–10 Opmerking: 600 dpi is de standaardinstelling. De standaardinstelling van het printerstuurprogramma is beeldkwaliteit 1200.
Menu-item Beschrijving Contrast 0–5 Hiermee kunt u de verschillen in gradaties van grijstinten voor afgedrukte uitvoer aanpassen Opmerkingen: • 0 is de standaardinstelling. • Als u een hogere waarde instelt, worden meer gradaties van de verschillende grijstinten weergegeven. Menu Extra Menu-item Beschrijving Flash formatteren Nee Ja Hiermee formatteert u het flashgeheugen.
Menu PDF Menu-item Beschrijving Formaat passend maken Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat van het geselecteerde papier aan. Nee Ja Opmerking: "Nee" is de standaardinstelling. Aantekeningen Niet afdrukken Afdrukken Hiermee stelt u in of u aantekeningen in het PDF-bestand wilt afdrukken. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. Menu PostScript Menu-item Beschrijving PS-fout afdr Uit Aan Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat.
Menu-item Beschrijving Symbolenset Hiermee kunt u de instelling in een keuzelijst bekijken of wijzigen. Instellingen voor PCL-emulatie Hiermee wijzigt u de puntgrootte van schaalbare typografische lettertypen. Puntgrootte Opmerkingen: 1,00-1008,00 • "12" is de standaardinstelling. • Puntgrootte heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype. Eén punt is ongeveer gelijk aan 0,35 mm. • Puntgroottes kunnen worden aangepast in stappen van 0,25 punten.
Menu-item Beschrijving Instellingen voor PCL-emulatie Hiermee geeft u aan of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Auto NR na HR Uit Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Aan Lade-nr wijzigen Waarde U-lader Aan Geen 0-199 Waarde lade Aan Geen 0-199 Waarde handm.
Menu-item Beschrijving Hiermee schaalt u de afbeelding zodat deze past op het geselecteerde papierformaat. Schaling Linkerbvnhoek verank. Opmerking: Meest gelijkend is de standaardinstelling. Meest gelijkend Midden verankeren Hgte/breedte passend Aanpassen aan hoogte Aanpassen breedte Afdrukstand Staand Liggend Staand omgekeerd Liggend omgekeerd Hiermee stelt u de afdrukstand van een afbeelding in. Opmerking: Staand is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Tijdzone (Europa en Afrika) Azoren (AZOT) Praia (CVT) * GMT (*) Dublin, Ierland Londen (BST) West-Europa Centraal-Europa Oost-Europa Cairo (EET) Pretoria (SAST) * Moskou (MSK) Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen. Tijdzone (Azië) Jeruzalem (IST) Abu Dhabi GIST)* Kabul (AFT) * Islamabad (PKT) * New Delhi (IST) * Kathmandu (NPT) * Astana (ALMT) * Yangon (MMT) * Bangkok (ICT) * Peking (CST) * Seoul (KST) * Tokio (JST) * Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen.
Printer onderhouden De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt. 2 Verwijder al het papier uit de printer.
Glasplaat reinigen Als er problemen met de afdrukkwaliteit optreden, zoals strepen op gekopieerde of gescande afbeeldingen, reinigt u de aangegeven gedeelten. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje vochtig met water. 2 Open de scannerklep. 2 1 3 4 1 Witte onderzijde van de ADI-klep 2 Witte onderzijde van de scannerklep 3 Glasplaat 4 ADI-glasplaat 3 Veeg de aangegeven gedeelten schoon en laat ze drogen. 4 Sluit de scannerklep.
2 Ontgrendel de scheidingsroller. 3 Verwijder de scheidingsroller. 4 Gebruik een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd om de scheidingsrollers af te vegen. 5 Plaats de scheidingsroller terug. 6 Vergrendel de scheidingsroller.
7 Sluit de klep van de ADI. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • direct zonlicht; • • • • • temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
• Let erop dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet. • Voordat u de printer instelt, dient u ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte vrij is rondom de printer. Zie “Een locatie voor de printer selecteren” op pagina 10 voor meer informatie.
Aanbevolen tonercartridges en bijbehorende artikelnummers Artikelnaam Normale cartridge Lexmark retourneerprogramma cartridge Tonercartridge X264A21G X264A11G Tonercartridge met hoog rendement X264H21G X264H11G Een fotoconductorkit bestellen De printer geeft een bericht als de fotoconductorkit bijna het einde van de levensduur heeft bereikt. In dit geval moet u een fotoconductorkit bestellen. U kunt de status van de fotoconductorkit ook weergeven door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken.
Vervang de tonercartridge als volgt: 1 Open de voorklep door op de knop aan de linkerzijde van de printer te drukken en laat de voorklep zakken. 1 2 2 Druk op de knop onder aan de fotoconductorkit en trek de tonercartridge naar buiten met het handvat. 1 2 3 Pak de nieuwe tonercartridge uit. 4 Schud de cartridge in alle richtingen om de toner te verdelen.
5 Zorg dat de rollen op de nieuwe tonercartridge op één lijn zijn met de pijlen op de geleiders van de fotoconductorkit. Druk de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen. De cartridge klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd. 6 Sluit de voorklep. Fotoconductorkit vervangen Voordat de fotoconductorkit de maximale paginahoeveelheid bereikt, wordt automatisch het bericht 84 Fc-kit bijna versleten of 84Vervang fc-kit weergegeven op de display.
U vervangt als volgt de fotoconductorkit: 1 Open de voorklep door op de knop aan de linkerzijde van de printer te drukken en laat de voorklep zakken. 2 Trek de fotoconductorkit en de tonercartridge samen uit de printer door aan de handgreep van de tonercartridge te trekken. 1 2 3 3 Plaats de eenheid op een vlak, schoon oppervlak. 4 Druk op de knop onder aan de fotoconductorkit. Pak de tonercartridge vast bij de handgreep en trek de cartridge omhoog en uit de printer.
5 Pak de nieuwe fotoconductor uit. Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Let op—Kans op beschadiging: Stel, wanneer u een fotoconductorkit veveangt, deze niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Door langdurige blootstelling aan licht kunnen problemen met de afdrukkwaliteit optreden. 6 Plaats de tonercartridge in de fotoconductorkit door de rollen op de tonercartridge uit te lijnen met de geleiders. Druk op de tonercartridge tot deze vastklikt.
8 Nadat u de fotoconductorkit hebt vervangen, stelt u de teller van de fotoconductor opnieuw in. Raadpleeg de instructies die bij de nieuwe fotoconductoreenheid zijn geleverd voor het opnieuw instellen van de teller. Let op—Kans op beschadiging: Als u de teller van de fotoconductor opnieuw instelt zonder fotoconductor te vervangen, kan de printer beschadigd raken en komt de garantie te vervallen. 9 Sluit de voorklep.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden de standaardondersteuningstaken voor beheerders beschreven. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
Opmerkingen: • Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. • Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van LexmarkTM op www.lexmark.com voor informatie. Rapporten bekijken U kunt een aantal rapporten bekijken vanuit de Embedded Web Server.
5 U kunt in dit scherm een Gebruikerswachtwoord en een Geavanceerd wachtwoord instellen. Bepaal welk wachtwoord vereist is voor elk menu. U kunt ervoor kiezen bepaalde menu's niet te beveiligen. Opmerking: Het menu Beveiliging wordt altijd beveiligd met een wachtwoord als er een Geavanceerd wachtwoord of een Gebruikerswachtwoord is ingesteld. Als beide wachtwoorden zijn ingesteld, is alleen het wachtwoord Geavanceerd geldig voor het menu Beveiliging.
Printerinstellingen kopiëren naar andere printers Met de Embedded Web Server kunt u printerinstellingen kopiëren naar maximaal 15 andere netwerkprinters. U kopieert als volgt printerinstellingen: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren).
Storingen verhelpen Storingen verhelpen Om foutberichten over vastgelopen papier te wissen en het afdrukken te hervatten, verwijdert u alle papier uit de papierbaan en drukt u op . Als Correctie papierstoring op Aan is ingesteld, zal de printer een nieuw exemplaar afdrukken van de vastgelopen pagina. Als Correctie papierstoring is ingesteld op Auto, drukt de printer de vastgelopen pagina opnieuw af mits er genoeg geheugen beschikbaar is.
Storingsnummers en instructies voor het bereiken van het vastgelopen papier Storingnummer Vastgelopen papier bereiken 200-201 Probeer een van de volgende oplossingen: • Verwijder lade 1. • Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit. 202 Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 231 Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 233 Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag. Opmerking: u kunt het papier ook bereiken door de eerst de voorklep en vervolgens de achterklep te openen.
2 Verwijder eventueel vastgelopen papier dat u hier ziet. 3 Als u de storing niet ziet, opent u de voorklep en verwijdert u de fotoconductorkit en de tonercartridge. 1 2 3 4 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier. 5 Plaats de fotoconductoreenheid en de tonercartridge.
6 Sluit de voorklep. 7 Druk op . 202 Papier vast LET OP—HEET OPPERVLAK: Het verhittingsstation en de binnenkant van de printer in de buurt van het station kunnen heet zijn. Laat het oppervlak eerst afkoelen voordat u het papier verwijdert uit dit gedeelte om letsel door een heet onderdeel te voorkomen. 1 Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge. 1 2 3 2 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier.
3 Wanneer u geen vastgelopen papier ziet, opent u de achterklep. 4 Verwijder het vastgelopen papier. 5 Sluit de achterklep. 6 Plaats de fotoconductoreenheid en de tonercartridge. 7 Sluit de voorklep. 8 Druk op .
231 Papier vast LET OP—HEET OPPERVLAK: Het verhittingsstation en de binnenkant van de printer in de buurt van het station kunnen heet zijn. Laat het oppervlak eerst afkoelen voordat u het papier verwijdert uit dit gedeelte om letsel door een heet onderdeel te voorkomen. 1 Open de voorklep. 1 2 2 Open de achterklep. 3 Verwijder het vastgelopen papier.
4 Sluit de achterklep. 5 Sluit de voorklep. 6 Druk op . 233 Papier vast 1 Verwijder de lade uit de printer.
2 Zoek de aangegeven hendel en trek deze naar beneden om het vastgelopen papier los te maken en te verwijderen. 3 Plaats de lade terug. 4 Druk op . Als u de storing hiermee niet kunt verhelpen, volgt u de stappen in“231 Papier vast” op pagina 171. 234 Papier vast Een of meer vellen zijn vastgelopen in het duplexgedeelte van de printer.
242 Papier vast 1 Verwijder de optionele lade uit de printer. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Plaats de lade terug. 4 Druk op .
251 Papier vast Een vel papier is niet ingevoerd vanuit de universeellader. Als het papier zichtbaar is, trekt u dit voorzichtig naar buiten. Voer de volgende stappen uit als het vel niet zichtbaar is: 1 Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge. 1 2 3 2 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier. 3 Plaats de fotoconductoreenheid en de tonercartridge terug. 4 Sluit de voorklep. 5 Druk op .
290–294 papier vast Storingen in de ADI verhelpen 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADI. 2 Open de klep van de ADI. 3 Ontgrendel de scheidingsroller.
4 Verwijder de scheidingsroller. 5 Verwijder het vastgelopen papier. 6 Plaats de scheidingsroller terug.
7 Vergrendel de scheidingsroller. 8 Sluit de klep van de ADI. 9 Druk op .
ADI-storingen verhelpen door de klep van de scanner op te tillen 1 Open de klep van de scanner en verwijder vastgelopen pagina's. 2 Druk op . Storingen in de ADI-duplexeenheid verhelpen Wanneer u een dubbelzijdige kopie maakt in de ADI en het originele document loopt vast, kunt u de volgende procedure volgen om de storing te verhelpen: 1 Verwijder de ADI-lade.
2 Verwijder het vastgelopen papier door aan de onderkant van het vel te trekken, dat uit de ADI komt. 3 Plaats de ADI-papierlade terug. 4 Druk op .
problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt.
Flash defragmenteren NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang dit bericht op het display wordt weergegeven. NIET AANRAKEN Flashgegevens lezen NIET UITZETTEN Als onderdeel van dit bericht wordt een balk op één regel van de display weergegeven, waarmee het percentage van de voltooide verwerkingsduur wordt aangegeven. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Ongeldige enginecode U dient een geldige enginecode in de printer te laden. Opmerking: U kunt de enginecode laden wanneer dit bericht wordt weergegeven. Ongeldige netwerkcode U dient een geldige netwerkcode in de interne afdrukserver te laden. De interne afdrukserver is een in de printer geïnstalleerde hardwareoptie. Opmerking: U kunt de netwerkcode laden wanneer dit bericht wordt weergegeven. Lijn bezet Er is een faxnummer gekozen, maar de faxlijn is bezet. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Geen kiestoon De printer heeft geen kiestoon. Wacht tot het bericht is verdwenen. Spaarstand Wanneer er geen afdruktaken zijn, schakelt de printer over naar de energiebesparende modus. Verzend een afdrukopdracht om de printer uit de spaarstand te halen. Enginecode wordt geprogrammeerd NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang Enginecode wordt geprogrammeerd wordt weergegeven op de display.
Toner is bijna op Probeer een van de volgende oplossingen: • Vervang de tonercartridge. • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Niet-ondersteund USB-apparaat, verwijder de hub Verwijder het niet-herkende USB-apparaat. Niet-ondersteunde USB-hub, verwijder Verwijder de niet-herkende USB-hub. Sommige USB-flashstations hebben een ingebouwde USB-hub en deze flashstations worden niet ondersteund. USB/USB De printer wordt aangesloten via een USB-kabel.
35 Onvold. geheugen voor bronnen opslaan Er is onvoldoende geheugen beschikbaar op de printer om de instellingen op te slaan. Installeer extra geheugen of om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken. druk op 37 Onvoldoende geheugen voor defragmentatie flashgeheugen Probeer een van de volgende oplossingen: • Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken.
52 Onvold. ruimte flash-geh. voor bronnen Probeer een van de volgende oplossingen: • Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken. Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen. • Voer een upgrade uit naar een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit.
58 Te veel flashopties geïnstalleerd Probeer een van de volgende opties: • Zet de printer uit en verwijder de extra flashopties: 1 Schakel de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder het flashgeheugen dat u niet gebruikt. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 58 Te veel laden geplaatst 1 Zet de printer uit.
4 Sluit open kleppen en laden. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. 201.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Vervang de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. 4 Sluit de voorklep. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. 202.
234.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Probeer een van de volgende opties om bij het vastgelopen papier te komen: • Open de voorklep en vervolgens de achterklep. • Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de geopende kleppen en laden. 4 Druk op om het afdrukken te hervatten. 235.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen.
3 Plaats de pagina’s in de ADI. 4 Pas de ADI-geleiders aan. 5 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 293 Papier Ontbreekt De scanner kreeg opdracht om te scannen via de ADI, maar de ADI bevat geen papier. Opmerking: wanneer de pagina’s in de ADI wordt geplaatst verdwijnt de melding. 1 Buig de pagina’s en waaier ze uit. 2 Plaats de pagina’s in de ADI. 3 Pas de ADI-geleiders aan. 4 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 293.02 Klep flatbed is open Sluit de klep van de scanner.
4 Plaats het document in de ADI. 5 Druk op . Opmerking: neem contact op met de systeembeheerder als de melding niet verdwijnt na het uitschakelen en dan weer inschakelen van de printer. Afdrukproblemen oplossen Taken worden niet afgedrukt Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE PRINTER KLAAR IS OM AF TE DRUKKEN Controleer of Gereed of Spaarstand op de display wordt weergegeven voordat u een afdruktaak naar de printer verzendt.
Raadpleeg de meegeleverde installatiedocumentatie van de printer voor meer informatie. Meertalige PDF's worden niet afgedrukt De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven. 3 Klik op Geavanceerd. 4 Selecteer Afdrukken als afbeelding. 5 Klik twee keer op OK. Het duurt heel lang voordat de taak is afgedrukt Hierna volgen mogelijke oplossingen.
Er worden verkeerde tekens afgedrukt Zorg dat de printer zich niet in de modus Hex Trace bevindt. Als Gereed Hex op het display wordt weergegeven, dient u de modus Hex Trace te verlaten voordat u de taak kunt afdrukken. Schakel de printer uit en weer in om de modus Hex Trace uit te schakelen. Laden koppelen lukt niet PLAATS IN IEDERE LADE PAPIER VAN HETZELFDE FORMAAT EN DEZELFDE SOORT 1 Plaats in iedere lade papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort.
5 Druk op de pijltoetsen tot Afdruktime-out wordt weergegeven en druk op 6 Druk op de pijltoetsen tot de gewenste waarde wordt weergegeven en druk op . . Kopieerproblemen oplossen De kopieerfunctie reageert niet Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: KIJK OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY WORDEN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten.
• • • • • • Donkere afdrukken Scheve lijnen Vlekken Strepen onverwachte tekens witte lijnen op afdrukken Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF ER FOUTBERICHTEN OP DE DISPLAY ZIJN WEERGEGEVEN Verwijder eventuele foutberichten. DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP Als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven of als de afdruk vaag is, kunt u als volgt proberen de levensduur van de inktcartridge te verlengen: MOGELIJK IS DE GLASPLAAT VUIL.
TEKST IS LICHT OF BIJNA NIET LEESBAAR Druk op het bedieningspaneel op Inhoud tot het lampje naast Tekst of Tekst/foto gaat branden. DE UITVOER ZIET ER FLETS OF OVERBELICHT UIT. • Druk op het bedieningspaneel van de printer op Inhoud tot het lampje naast Tekst/foto of Foto gaat branden. • Druk op het bedieningspaneel op Intensiteit en stel de intensiteit donkerder in.
Scannen is mislukt Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER DE KABELAANSLUITINGEN Zorg dat de netwerk- of USB-kabel goed op de computer en op de printer is aangesloten. MOGELIJK IS ER EEN FOUT OPGETREDEN IN HET PROGRAMMA Schakel de computer uit en vervolgens weer in. Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gescand Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.
Kan geen faxen verzenden of ontvangen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: KIJK OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY WORDEN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. CONTROLEER DE STROOMTOEVOER Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
• Als u de functie Kiezen met hoorn op haak gebruikt, draait u het volume omhoog om te controleren of u een kiestoon hoort. ONTKOPPEL TIJDELIJK ANDERE APPARATUUR Sluit de printer rechtstreeks op de telefoonlijn aan om te controleren of het apparaat goed werkt. Ontkoppel eventuele antwoordapparaten, computers met modems of telefoonlijnsplitters. CONTROLEER OP PAPIERSTORINGEN Verwijder eventueel vastgelopen papier en controleer of Gereed op het display verschijnt.
4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen). 5 Voer in het veld Aantal belsignalen het aantal belsignalen in dat u wilt horen voor u de oproep aanneemt. 6 Klik op Submit (Verzenden). DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven als de toner bijna op is. Kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden Hierna volgen mogelijke oplossingen.
CONTROLEER OF DE FAXTRANSMISSIESNELHEID NIET TE HOOG IS INGESTELD Verlaag de faxtransmissiesnelheid voor binnenkomende faxen: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Fax Settings (Faxinstellingen). 4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen). 5 Klik in het vak Max.
Laders Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET PAPIER OP DE JUISTE WIJZE IS GEPLAATST. 1 Trek de lade volledig naar buiten. 2 Controleer op papierstoringen en verkeerd ingevoerd papier. 3 De geleiders moeten tegen de randen van het papier worden geplaatst. 4 Plaats de lade weer in de printer. STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan.
Bericht Papier vast blijft staan nadat storing is verholpen Er zit nog papier in de papierbaan. Verwijder het vastgelopen papier uit de gehele papierbaan en druk vervolgens op . Nadat de papierstoring is verholpen, wordt de vastgelopen pagina niet opnieuw afgedrukt In het menu Instellingen is Herstel na storing uitgeschakeld. Stel Herstel na storing in op Automatisch of Aan. 1 Druk op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op .
Lege pagina's Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: ER BEVINDT ZICH MOGELIJK VERPAKKINGSMATERIAAL OP DE TONERCARTRIDGE Verwijder de tonercartridge en controleer of het verpakkingsmateriaal op de juiste manier is verwijderd. Plaats de tonercartridge terug. DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP Bestel een nieuwe tonercartridge als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven. Als het probleem zich blijft voordoen, heeft de printer misschien onderhoud nodig.
Onvolledige afbeeldingen Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR HET SOORT AFDRUKMATERIAAL • Windows: controleer in Printereigenschappen of de instelling voor de soort afdrukmateriaal overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. • Macintosh: controleer in het dialoogvenster Druk af of de instelling voor Papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. • Controleer in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer of de instelling voor Papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.
HET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. Afdruk is te donker Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. Afdruk is te licht Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling Helderheid is te laag of de instelling Contrast is te laag. • Windows: u kunt deze instellingen wijzigen in Eigenschappen. • Als u Macintosh gebruikt: 1 Kies File (Archief) > Print (Druk af).
DE TONER IS BIJNA OP Bestel een nieuwe tonercartridge als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven. DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. Scheve afdruk DE PAPIERGELEIDERS CONTROLEREN Schuif de geleiders in de juiste positie voor het formaat papier dat is geplaatst. HET PAPIER CONTROLEREN Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat voldoet aan de printerspecificaties. Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Tonervlekjes Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice. Afdrukkwaliteit van transparant is laag TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die door de fabrikant van de printer worden aanbevolen.
ZORG ERVOOR DAT DE PAPIERBAAN VRIJ VAN PAPIER IS Er wellicht papier vastlopen tussen de fotoconductorkit en het verhittingsstation. Controleer de papierbaan rond het verhittingsstation. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. Verwijder al het papier dat u ziet. ER IS WELLICHT TE VEEL TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice.
Transparanten of vellen papier bevatten effen zwarte of witte strepen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET VULPATROON JUIST IS Als het vulpatroon niet juist is, selecteert u een ander vulpatroon in het programma. CONTROLEER DE PAPIERSOORT • • • • Gebruik een andere papiersoort. Gebruik alleen transparanten die door de fabrikant van de printer worden aanbevolen.
Contact opnemen met de klantenservice Als u de klantenservice belt, moet u het volgende bij de hand hebben: een beschrijving van het probleem, het bericht op de display en een beschrijving van wat u al hebt gedaan om een oplossing te vinden. U moet weten welk type printer u gebruikt en wat het serienummer hiervan is. U kunt meer informatie vinden op het etiket aan de binnenkant van de voorklep van de printer. U kunt het serienummer ook vinden op de pagina met menu-instellingen.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark X264dn, Lexmark X363dn, Lexmark X364dn, Lexmark X364dw Apparaattype: 7013 Model(len): 231, 235, 432, 436, 43W, d01, d02, gd1, gd2, dn1, dn2, gd1, gd2 Informatie over deze uitgave September 2009 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. PCL(r) is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. Geluidsemissie De volgende metingen zijn uitgevoerd conform ISO 7779 en gerapporteerd overeenkomstig ISO 9296. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product.
Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Waarschuwingsetiket voor de laser Het etiket met veiligheidsinformatie kan als volgt op de printer zijn aangebracht: Energieverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product.
U kunt de time-out voor de spaarstand via de configuratiemenu's instellen tussen 1 minuut en 240 minuten. Als u de time-out voor de spaarstand instelt op een lage waarde, vermindert het energieverbruik, maar kan de responstijd van het product toenemen. Als u de time-out voor de spaarstand instelt op een hoge waarde, reageert de printer snel, maar wordt er meer energie verbruikt.
De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. Een verklaring van conformiteit met de eisen van de richtlijnen is beschikbaar via de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A., Boigny, Frankrijk. Zie de tabel onder aan het gedeelte Kennisgevingen voor meer informatie over conformiteit. Kennisgevingen over regelgevingen voor draadloze producten Dit gedeelte bevat informatie over de regelgeving die van toepassing is op draadloze producten.
Industry Canada (Canada) Cet appareil est conforme à la norme RSS-210 d'Industry Canada. Son fonctionnement est soumis aux deux conditions suivantes : (1) cet appareil ne doit pas provoquer d'interférences et (2) il doit accepter toute interférence reçue, y compris celles risquant d'altérer son fonctionnement. Cet appareil a été conçu pour fonctionner uniquement avec l'antenne fournie. L'utilisation de toute autre antenne est strictement interdite par la réglementation d'Industry Canada.
Een verklaring van conformiteit met de eisen van de richtlijnen is beschikbaar via de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A., Boigny, Frankrijk. Zie de tabel onder aan het gedeelte Kennisgevingen voor meer informatie over conformiteit.
Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE. Nederlands Hierbij verklaart Lexmark International, Inc.
LICENTIEOVEREENKOMST VOOR LEXMARK SOFTWARE Deze Softwarelicentieovereenkomst ('Softwarelicentieovereenkomst') is een legale overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
EIGENDOMMEN, VOOR SCHENDING VAN PRIVACY VOORTKOMEND UIT OF OP ENIGE MANIER VERWANT AAN HET GEBRUIK VAN OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET SOFTWAREPROGRAMMA, OF ANDERSZINS IN COMBINATIE MET ENIGE BEPALING IN DEZE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST), ONGEACHT DE AARD VAN DE CLAIM, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT SCHENDING VAN GARANTIE OF CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD (INCLUSIEF NALATIGHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID), EN ZELFS NIET ALS LEXMARK, OF ZIJN LEVERANCIERS, PARTNERS OF WEDERVERKOPERS OP DE HOOGTE ZIJN G
aanmerking komend voor de upgrade. Na het uitvoeren van de upgrade mag u het originele Softwareprogramma dat de basis vormde voor de upgrade, niet langer gebruiken. 8 BEPERKING VOOR REVERSE-ENGINEERING.
18 VERMOGEN EN RECHT OM HET CONTRACT AAN TE GAAN. U verklaart dat u meerderjarig bent in het land of regio waar u deze Softwarelicentieovereenkomst aangaat en, indien van toepassing, dat u bent gemachtigd door uw werkgever of opdrachtgever om dit contract aan te gaan. 19 VOLLEDIGE OVEREENKOMST.
Index Cijfers 200.yy Papier vast 188 201.yy Papier vast 189 202.yy Papier vast 189 231.yy Papier vast 189 233.yy Papier vast 189 234.yy Papier vast 190 235.yy Papier vast 190 24x.yy Papier vast 190 251.yy Papier vast 190 290–292 ADI-scanstoringen 190 293 Papier Ontbreekt 191 293.02 Klep flatbed is open 191 294 ADI-storing 191 31.
briefhoofdpapier kopiëren naar 73 laden 48 tips 64 buitenkant van de printer reinigen 151 C configuratiegegevens draadloos netwerk 27 configuraties printer 11 Configure MP (Configuratie Ulader), menu 116 configureren meerdere printers 165 configureren, meldingen over supplies 164 conservatie-instellingen Ecomodus 37 Spaarstand 38 Stille modus 40 contact opnemen met Klantenservice 215 controleren, apparaatstatus op Geïntegreerde webserver 163 Copy Settings (Kopieerinstellingen), menu 130 Custom Scan Sizes (
ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit 202 Faxverbinding aansluiten op een PBX of ISDN 88 abonneren op speciale belsignalen 89 Printer aansluiten op een telefoonaansluiting in de muur 87 verbinden met een DSL-lijn 88 faxverbindingen antwoordapparaat 89 computermodem 95 regionale adapters 91 telefoon 89 FCC-kennisgevingen 221 Finishing (Afwerking), menu 142 Flash programmeren 184 flashgeheugenkaart installeren 20 problemen oplossen 204 flashstation 62 Flashstation, menu 138 Formaat/soort, menu 114 f
Active NIC (Actieve NIC) 120 AppleTalk 125 Configure U-lader 116 Default Source (Standaardbron) 113 diagram met 113 Draadloos 124 Fax Settings (Faxinstellingen) 132 Finishing (Afwerking) 142 Flashstation 138 form/soort (handm.
papierstoringen, verhelpen 200-201 167 202 169 231 171 233 172 234 173 235 173 242 174 251 175 290-294 176 PCL Emul, menu 146 PDF, menu 146 PostScript, menu 146 printer basismodel 11 configuraties 11 minimale installatieruimte 10 selecteren, een locatie 10 verplaatsen 154 vervoeren 155 printer aansluiten op antwoordapparaat 89 computermodem 95 regionale adapters 91 telefoon 89 printer vervoeren 155 printer, eenvoudige problemen oplossen 181 printerberichten 200.yy Papier vast 188 201.yy Papier vast 189 202.
lage kwaliteit transparantafdruk 212 lege pagina's 206 lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond 211 onvolledige afbeeldingen 207 schaduwbeelden 207 scheve afdruk 211 tekens hebben gekartelde randen 206 toner slijt af 211 tonervlekjes 212 verticale strepen 213 problemen oplossen algemene printerproblemen oplossen 181 contact opnemen met Klantenservice 215 niet-reagerende printer controleren 181 niet-reagerende scanner controleren 197 problemen oplossen afdrukken afdrukken taak duurt langer dan verwac
functies 14 glasplaat 152, 15 resolutie, fax wijzigen 103 S Scan Center-functies 109 scankwaliteit verbeteren 112 scannen naar een computer 108 scankwaliteit verbeteren 112 scannen naar een flashstation 109 scanprofielopties 110 Scheidingsrol van ADF bestellen 156 Settings (Instellingen), menu 127 Sluit voorklep 181 snelkoppelingen maken e-mail 82 faxbestemming 101, 102 Spaarstand 184 aanpassen 38 Spaarstand aanpassen bedieningspaneel van de printer gebruiken 38 Geïntegreerde webserver gebruiken 38 speciaa