Operation Manual
8 Druk op .
Verzenddatum instellen wordt weergegeven.
9 Voer met behulp van het toetsenblok de datum in waarop u een fax wilt verzenden en druk vervolgens op .
10 Druk op .
Een fax doorsturen
Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer.
1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt
u het adres in het TCP/IP-gedeelte.
2 Klik op Instellingen.
3 Klik op Faxinstellingen.
4 Klik op Analoge faxinstellingen.
5 Klik in het vak Fax doorsturen en selecteer een van de volgende opties:
• Afdrukken
• Afdrukken en doorsturen
• Doorsturen
6 Selecteer in de lijst Doorsturen naar Faxen.
7 Klik in het vak Doorsturen naar snelkoppeling en voer het snelkoppelingsnummer in waarnaar de fax moet
worden doorgestuurd.
Opmerking: het snelkoppelingsnummer moet een geldig snelkoppelingsnummer zijn voor de instelling die is
geselecteerd in het vak Doorsturen naar.
8 Klik op Verzenden.
Een faxlog bekijken
1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u
het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
2 Klik op Settings (Instellingen).
3 Klik op Reports (Rapporten).
4 Klik op Fax Job Log (Faxtaaklog) of op Fax Call Log (Kieslog faxnummers).
Ongewenste faxen blokkeren
1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u
het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
2 Klik op Settings (Instellingen).
Faxen
105