Operation Manual
Verplaats het draadloze toegangspunt (draadloze router) om storing te verminderen
Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere apparatuur zoals magnetrons of andere apparaten,
draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het draadloze toegangspunt
(draadloze router) niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst.
Probeer de externe antennes aan te passen
Antennes werken meestal het beste als ze naar boven zijn gericht. De ontvangst kan verbeteren als u verschillende
hoeken uitprobeert voor de antennes van uw printer en/of draadloze toegangspunt (draadloze router).
Verplaats de computer en/of printer
Verplaats de computer en/of printer dichter naar het draadloze toegangspunt (draadloze router). Hoewel de mogelijk
afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken 90 meter is, is het effectieve bereik voor optimale
prestaties meestal 30-46 meter.
U kunt de signaalsterkte van het netwerk vinden op de netwerkconfiguratiepagina. Zie voor informatie over het
afdrukken van een configuratiepagina “Netwerkconfiguratieprogramma afdrukken” op pagina 36.
Controleer de beveiligingssleutels
Controleer of de beveiligingssleutels juist zijn. Zie voor meer informatie “Controleer de beveiligingssleutels” op
pagina 114.
Controleer het MAC-adres
Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opgeven. Zie
als u meer informatie nodig hebt over het vinden van het MAC-adres “MAC-adres zoeken” op pagina 35.
Ping het draadloze toegangspunt (draadloze router) om te controleren of het netwerk
werkt
1 Zoek het IP-adres van het toegangspunt op als u dit niet weet:
a Klik op:
• Windows Vista: Alle programma's Bureau-accessoires Opdrachtprompt.
• Windows XP en eerder: Start Programma's of Alle programma's Bureau-accessoires
Opdrachtprompt.
b Typ ipconfig.
c Druk op Enter.
• Het item Standaardgateway geeft gewoonlijk het draadloze toegangspunt (draadloze router) aan.
• Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 192.168.0.100. Het IP-adres kan
ook beginnen met de cijfers 10 of 169. Dit wordt bepaald door het besturingssysteem of de software
voor het draadloze netwerk.
2 Ping het draadloze toegangspunt (draadloze router).
a Klik op:
• Windows Vista: Alle programma's Bureau-accessoires Opdrachtprompt.
• Windows XP en eerder: Start Programma's of Alle programma's Bureau-accessoires
Opdrachtprompt.
b Typ ping gevolgd door een spatie en het IP-adres van het draadloze toegangspunt (draadloze router).
Bijvoorbeeld:
ping 192.168.0.100
117