Operation Manual

Controleer de plaatsing van het papier
Plaats een kleinere hoeveelheid papier in de printer.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar u toe in de printer. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn
geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.)
Zie “Papier in de printer plaatsen” op pagina 44 en de verwante onderwerpen voor meer informatie over:
Maximum aantal vellen per papiersoort
Speciale instructies voor het plaatsen van ondersteunde papiersoorten en speciaal papier
Verwijder elke pagina zodra deze is afgedrukt
Verwijder elke pagina zodra deze uit de printer komt en laat de pagina's volledig drogen voor u ze op elkaar legt.
Pas de papiergeleiders aan
Pas de papiergeleiders aan:
Als u materiaal gebruikt dat minder dan 8,5 inch (216 mm) breed is
Plaats de geleiders tegen de rand van het afdrukmateriaal. Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal niet omkrult.
Printer voert geen papier, enveloppen of speciaal papier in
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer of er papier is vastgelopen
Controleer of er papier is vastgelopen en verwijder zo nodig het vastgelopen papier. Zie voor meer informatie
“Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen” op pagina 146.
Controleer de plaatsing van het materiaal
Controleer of het speciale papier juist is geplaatst. Zie voor meer informatie “Papier in de printer plaatsen” op
pagina 44.
Plaats per keer slechts één pagina, envelop of vel speciaal papier in de printer.
Controleer de standaardinstellingen van de printer en de instellingen voor onderbreken
1 Windows Vista: klik op Configuratiescherm Printers (onder Hardware en geluid).
Windows XP: klik op Start Instellingen Printers en faxapparaten.
2 Dubbelklik op het afdrukwachtrijapparaat.
3 Klik op Printer.
Controleer of de optie Afdrukken onderbreken is uitgeschakeld.
Als er geen vinkje verschijnt naast Als standaardprinter instellen, moet u het afdrukwachtrijapparaat
selecteren voor elk bestand dat u wilt afdrukken.
147