Operation Manual

g Klik op OK.
h Klik op Sluiten in het dialoogvenster Printerpoorten.
i Controleer of de nieuwe poort is geselecteerd op het tabblad Poorten en klik op Toepassen.
De nieuwe poort wordt weergegeven bij de naam van de printer.
j Klik op OK.
Zoeken naar een printer en afdrukserver op externe subnetten
De cd met printersoftware kunt u gebruiken om automatisch te zoeken naar printers die zich op hetzelfde netwerk
bevinden als de computer. Als de printer en afdrukserver zich op een ander netwerk (subnet genoemd) bevinden,
moet u het IP-adres handmatig opgeven tijdens de installatie van de printersoftware.
Rechtstreeks afdrukken via IP
1 Sluit de printer met een USB-kabel aan op een externe afdrukserver.
2 Sluit de afdrukserver met een Ethernet-kabel aan op het netwerk.
Opmerking: U moet de printer wellicht rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting of aansluiten op een
router. Raadpleeg de documentatie bij de afdrukserver voor meer informatie.
3 Plaats de cd met printersoftware in het cd-rom-station.
4 Klik op Installeren.
5 Kies de netwerkoptie in het dialoogvenster Printer aansluiten.
6 Selecteer Rechtstreekse netwerkaansluiting in het dialoogvenster Netwerk instellen.
7 Selecteer in de lijst met netwerkprinters de printer en afdrukserver.
Opmerking: Als er meerdere items worden weergegeven, selecteert u het item waarvan het MAC-adres
overeenkomt met het MAC-adres op de afdrukserver. Zie voor meer informatie “MAC-adres zoeken” op
pagina 99.
De printer pingen
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows Vista: klik op Alle programma's Bureau-accessoires Opdrachtprompt.
Windows XP: klik op Start Programma's of Alle programma's Bureau-accessoires
Opdrachtprompt.
2 Typ ping gevolgd door het IP-adres van de printer. Bijvoorbeeld:
ping 192.168.0.25
3 Druk op Enter.
4 Als de printer reageert, worden verschillende regels weergegeven die beginnen met 'Antwoord van'.
Zet de printer uit en weer aan en probeer de afdruktaak opnieuw te verzenden.
100