Operation Manual

7 Plaats de inktcartridges terug in de printer.
8 Druk het document nogmaals af.
9 Als de kwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen. Zie voor meer informatie “Spuitopeningen van de
inktcartridges reinigen” op pagina 105.
10 Herhaal stap 9 nog maximaal twee keer uit.
11 Is de afdrukkwaliteit hierna nog steeds niet naar behoren, dan moet u de inktcartridges vervangen.
Inktcartridges beschermen
Bewaar een nieuwe cartridge in de verpakking tot u de cartridge gaat installeren.
Verwijder een cartridge alleen uit de printer als u de cartridge wilt vervangen of reinigen of wilt opbergen in een
luchtdichte verpakking. Als u de cartridge langere tijd blootstelt aan de open lucht, kan de afdrukkwaliteit
verminderen.
Bewaar de foto-inktcartridge in de bijbehorende opslageenheid als de catridge niet wordt gebruikt.
Als een foto-inktcartridge wordt gebruikt, kunt u de zwarte inktcartridge bewaren in de lege opslageenheid van
de foto-inktcartridge.
Reinig de scannerlens en de witte roller
Als de kwaliteit van scans, faxen of kopieën slecht is, moet u wellicht de scannerlens en de witte roller reinigen.
1 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak de telefoonlijn los van de wandaansluiting voor
telefoons.
2 Open het bedieningspaneel.
107