Operation Manual

Als u een PBX-telefoondienst gebruikt, moet u de printer aansluiten op een analoge aansluiting op het PBX-
systeem. Is een dergelijke aansluiting niet beschikbaar, dan kunt u overwegen een analoge telefoonlijn voor het
faxapparaat te installeren. Zie voor meer informatie over het verzenden van faxen via een PBX-telefoondienst
“Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter een PBX” op pagina 65.
Controleer of er een kiestoon is
Bel het nummer waarnaar u de fax wilt verzenden om te controleren of het nummer werkt.
Als de telefoonlijn door een ander apparaat wordt gebruikt, wacht u tot het andere apparaat klaar is voor u een
fax verzendt.
Als u de functie Kiezen hoorn op haak gebruikt, zet u het volume hoger om een kiestoon te kunnen waarnemen.
Maak andere apparaten tijdelijk los
Sluit de printer rechtstreeks aan op de telefoonlijn om te controleren of de printer correct functioneert. Verwijder
eventuele antwoordapparaten, computers met modems of telefoonlijnsplitters.
Controleer of er papier is vastgelopen
Controleer of er papier is vastgelopen en verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
Schakel de wisselgesprekfunctie tijdelijk uit
Het verzenden van faxen wordt mogelijk onderbroken als de wisselgesprekfunctie is ingeschakeld. Schakel deze
functie uit voor u een fax verzendt of ontvangt. Neem contact op met het telefoonbedrijf voor de toetsenblokcode
waarmee u deze functie tijdelijk kunt uitschakelen.
Hebt u een voicemaildienst?
De voicemailfunctie die mogelijk wordt aangeboden via uw plaatselijke telefoonbedrijf, kan het verzenden en
ontvangen van faxen verstoren. U kunt als volgt de voicemailfunctie en de printer gebruiken om gesprekken te
beantwoorden:
Zie “Speciaal belsignaal instellen” op pagina 63. U kunt kiezen uit een aantal instellingen, waaronder Eén keer,
Twee keer, Drie keer en Altijd.
Ga na of u een tweede telefoonlijn voor de printer moet gebruiken.
Controleer de landcode
Controleer als volgt of de juiste landcode is ingesteld voor het land of de regio waar u de printer gebruikt:
1 Druk op het bedieningspaneel op Instellingen.
2 Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Land wordt weergegeven.
5 Druk op .
6 Druk herhaaldelijk op of tot de land- of de regio-instelling met een * verschijnt.
7 Ga als volgt te werk als u de landcode wilt wijzigen:
a Druk herhaaldelijk op of tot het land of de regio wordt weergegeven waar u de printer gebruikt.
b Druk op om de instelling op te slaan.
117