Operation Manual

4 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water en veeg hiermee de witte roller en scannerlens schoon.
Opmerking: de scannerlens bevindt zich onder de witte roller.
5 Plaats de droge witte roller terug in de printer, duw de hendel van de roller voorzichtig naar links en klik de roller
vast.
6 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact en sluit de telefoonlijn weer aan op de wandaansluiting
voor telefoons.
Gegevens van nummerweergave worden niet weergegeven
Patroon nummerweergave is wellicht niet correct ingesteld
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het
land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een ander
patroon om nummerweergave te activeren. Zie voor meer informatie “Patroon nummerweergave wijzigen met het
bedieningspaneel” op pagina 53.
Fout met fax
De communicatie tussen de faxapparaten is verbroken.
Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de telefoonverbinding niet optimaal.
Verbinden mislukt
Dit zijn mogelijke oorzaken en oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Gebruik de controlelijst voor de telefoonlijn
Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de telefoonverbinding niet optimaal.
Bel het nummer waarnaar u de fax wilt verzenden om te controleren of het nummer werkt.
Als de telefoonlijn door een ander apparaat wordt gebruikt, wacht u tot het andere apparaat klaar is voor u een
fax verzendt.
Controleer of de printer de kiestoon herkent.
Zie “Fax verzenden terwijl u een gesprek voert (Kzn hrn op haak) met het bedieningspaneel” op pagina 42.
Controleer de instelling voor Belmethode.
1 Luister of u een kiestoon hoort. Als u wel een kiestoon hoort, maar de printer de verbinding verbreekt zonder
het nummer te kiezen, is de kiestoon niet herkend.
2 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
5 Druk op .
6 Druk herhaaldelijk op of tot Bellen en verzenden verschijnt.
7 Druk op .
8 Druk herhaaldelijk op of tot Belmethode wordt weergegeven.
9 Druk op .
10 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste belmethode wordt weergegeven.
11 Druk op om deze instelling op te slaan.
121