Operation Manual

Communicatie is niet beschikbaar
De printer en de computer lijken geen gegevens te kunnen uitwisselen.
Krijgt de printer stroom?
Als niet brandt, krijgt de printer misschien geen stroom.
Sluit de printer aan op een ander stopcontact.
Als de printer is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, trekt u de stekker van het netsnoer van de printer
uit de overspanningsbeveiliging en sluit u de printer rechtstreeks aan op een stopcontact.
Is er een probleem met de kabelverbindingen?
Als de printer is aangesloten op een extern apparaat, is er mogelijk een probleem met het apparaat. Controleer de
installatie-informatie die bij het apparaat is geleverd om te controleren of het correct is geïnstalleerd.
Als u afdrukt met een USB-kabel, controleert u of de kabel goed is aangesloten op de printer en de computer.
Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten voor u kunt afdrukken.
Algemeen afdrukprobleem
Een specifieker foutbericht is niet mogelijk, omdat er geen bidirectionele communicatie is tussen de printer en de
computer.
Als u een specifieker foutbericht wilt ontvangen, gaat u naar “Bidirectionele communicatie is niet ingesteld” op
pagina 145.
Als u het probleem wilt vaststellen zonder bidirectionele communicatie in te stellen, gaat u naar “Gereedheid van de
printer controleren” op pagina 137.
Inkt is bijna op
Een inktcartridge bevat bijna geen inkt meer.
Installeer een nieuwe cartridge. Zie voor meer informatie “Gebruikte inktcartridge verwijderen” op pagina 102 en
“Inktcartridges installeren” op pagina 103.
Zie voor meer informatie over het bestellen van een nieuwe cartridge “Papier en andere supplies bestellen” op
pagina 109.
Onvoldoende geheugen
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar voor de printersoftware om af te drukken.
Probeer het volgende:
Voordat u een document verzendt om dit af te drukken, sluit u andere geopende programma's. Als er te veel
programma's geopend zijn op de computer, kan een lege pagina worden afgedrukt.
Volg de aanwijzingen in het foutbericht. Deze aanwijzingen zijn gericht op vermindering van de hoeveelheid
geheugen die nodig is voor het afdrukken.
158