Operation Manual

Onderdeel Handeling
3
LINE-poort
LINE
De printer aansluiten op een werkende telefoonlijn om faxen te verzenden en
ontvangen. De printer moet zijn aangesloten op deze telefoonlijn om binnenko-
mende faxen te ontvangen.
Opmerking: sluit geen extra apparaten aan op de LINE-poort en sluit geen DSL-
modem (digital subscriber line), ISDN-modem (integrated services digital network)
of kabelmodem aan op de printer.
4
Netvoedingsaansluiting Printer aansluiten op een voedingsbron.
Printer voorbereiden voor faxen
Let op: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels,
zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer.
Faxverbinding kiezen
U kunt de printer aansluiten op apparatuur zoals een telefoon, antwoordapparaat of computermodem. Zie de
onderwerpen onder Installatieproblemen oplossen in het hoofdstuk Problemen oplossen als er problemen optreden.
Opmerkingen:
De printer is een analoog apparaat dat het beste werkt als het rechtstreeks op het stopcontact is aangesloten.
Andere apparaten (zoals een telefoon of antwoordapparaat) kunnen via de printer worden aangesloten zoals
beschreven in de installatiehandleiding.
Als u een digitale verbinding wilt zoals ISDN, DSL of ADSL, is een apparaat van derden nodig (zoals een DSL-
filter). Zie voor meer informatie “Digitale telefoondienst gebruiken” op pagina 25.
De printer hoeft niet aangesloten te worden op een computer, maar u moet de printer aansluiten op een telefoonlijn
om faxen te verzenden en ontvangen.
U kunt de printer aansluiten op andere apparatuur. Gebruik de volgende tabel om te bepalen hoe u de printer het
beste kunt instellen.
Apparatuur Voordelen Meer informatie
De printer
Een telefoonsnoer
Een wandaansluiting voor
telefoons
De faxlijn gebruiken als een
normale telefoonlijn.
Faxen verzenden en ontvangen
zonder een computer te gebruiken.
Zie voor meer informatie “Recht-
streeks aansluiten op een
wandaansluiting voor telefoons”
op pagina 20.
16