Operation Manual
Printeroplossingen is een volledige handleiding voor afdrukfuncties, zoals foto's afdrukken, afdrukproblemen
oplossen, inktcartridges installeren en onderhoudstaken uitvoeren. Gebruik een van de volgende methoden om
Printeroplossingen te openen:
Methode 1 Methode 2
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram
Printeroplossingen.
2 Klik op Installatie en diagnose van de printer.
Printeroplossingen wordt geopend en het tabblad
Onderhoud is geselecteerd.
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Windows Vista: klik op .
• Windows XP en eerder: klik op Start.
2 Klik op Programma's of Alle programma's
Lexmark 5000 Series.
3 Kies Printeroplossingen.
Locatie Handelingen:
Hoe
• Informatie weergeven over:
– Basisfuncties gebruiken.
– Afdrukken, scannen, kopiëren en faxen.
– Projecten afdrukken, zoals foto's, enveloppen, kaarten, banners, opstrijktransfers
en transparanten.
• De elektronische Gebruikershandleiding raadplegen voor meer informatie.
• Inktvoorraden weergeven en nieuwe inktcartridges bestellen.
Problemen oplossen
• Tips weergeven over de huidige status.
• Problemen met de printer oplossen.
• Inktvoorraden weergeven en nieuwe inktcartridges bestellen.
Geavanceerd
• De weergave van het venster Afdrukstatus wijzigen.
• Gesproken berichten voor afdruktaken in- of uitschakelen.
• Instellingen voor afdrukken over het netwerk wijzigen.
• Informatie met ons delen over het gebruik van de printer.
• Informatie weergeven over de versie van de software.
• Inktvoorraden weergeven en nieuwe inktcartridges bestellen.
Onderhoud
• Nieuwe inktcartridge installeren.
Opmerking: wacht tot het scannen is voltooid voor u een nieuwe inktcartridge instal-
leert.
• Nieuwe inktcartridges bestellen.
• Een testpagina afdrukken.
• Inktcartridges reinigen om horizontale strepen te voorkomen.
• Inktcartridges uitlijnen om vage randen te voorkomen.
• Inktvoorraden weergeven.
• Andere problemen met inkt oplossen.
Gesproken bericht voor afdruktaken in- of uitschakelen
De printer heeft een functie voor gesproken berichten waarmee wordt aangegeven wanneer het afdrukken wordt
gestart en wanneer het is voltooid.
34