Operation Manual

Afdrukken en doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven faxnummer.
U stelt als volgt het doorsturen van faxen in:
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Bellen en antwoorden verschijnt.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Fax doorsturen wordt weergegeven.
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
10 Druk op .
11 Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
12 Druk op om de instelling op te slaan.
Opmerking: Als u Doorsturen of Afdrukken en doorsturen selecteert, wordt Doorsturen weergegeven op de
tweede regel van het standaardmenu van de modus Faxen op de display.
Telefoonboek op het bedieningspaneel gebruiken
Het telefoonboek van het bedieningspaneel is een lijst met snelkeuze-items (1-89) en groepskeuze-items (90-99).
U opent als volgt een item in het menu Telefoonboek:
1 Druk op het bedieningspaneel op Telefoonboek.
2 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste item verschijnt.
of
Geef met het toetsenblok het nummer van het snelkeuze-item of groepskeuze-item op.
U opent als volgt het menu Telefoonboek:
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Telefoonboek verschijnt en druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
5 Druk op en volg de aanwijzingen op de display.
Optie Handeling
Weergeven Items in het telefoonboek weergeven.
Toevoegen Een nieuw snelkeuze-item of groepskeuze-item maken.
46