Operation Manual

10 Druk op om de instelling op te slaan.
11 Controleer of het lampje Automatisch beantwoorden brandt.
Als het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld is bereikt, wordt de fax automatisch ontvangen door de printer.
Patroon nummerweergave wijzigen met het bedieningspaneel
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het
land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een ander
patroon om nummerweergave te activeren.
1 Druk op het bedieningspaneel op Instellingen.
2 Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Patroon nummerweergave verschijnt.
5 Druk op .
6 Druk herhaaldelijk op of tot voor Patroon nummerweergave de instellingen met een sterretje (*) wordt
weergegeven.
Opmerking: Het aantal patronen wordt bepaald op basis van de land- of regio-instelling. Alleen de patronen
voor het betreffende land of de betreffende regio worden weergegeven.
7 Ga als volgt te werk als u het patroon voor nummerweergave wilt wijzigen:
a Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste patroon wordt weergegeven.
b Druk op om de instelling op te slaan.
Rapporten met faxgebeurtenissen afdrukken via het
bedieningspaneel
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Rapporten wordt weergegeven.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste rapporttype wordt weergegeven.
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
10 Druk op om het rapport af te drukken.
53