Operation Manual

3 Als de afbeeldingen zijn ingelezen, wordt het aantal gevonden afbeeldingen weergegeven op de display.
Opmerking: De printer herkent per keer slechts één opslagmedium. Als u meer dan één opslagmedium plaatst,
verschijnt een bericht op de display waarin u wordt gevraagd aan te geven welk medium moet worden herkend
door de printer.
Informatie over het menu Fotokaart
1 Druk zo nodig op Fotokaart, plaats een geheugenkaart of sluit een flashstation aan op de printer. Zie voor meer
informatie “Geheugenkaart in de printer plaatsen” op pagina 64 of “Flashstation aansluiten” op pagina 65.
2 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste menu-item wordt weergegeven.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste submenu-item of de gewenste instelling wordt weergegeven.
5 Druk op .
Opmerking: Als u op
drukt, wordt een instelling geselecteerd. Naast de geselecteerde instelling wordt een
sterretje (*) wordt weergegeven.
6 Voor andere submenu's en instellingen, herhaalt u stap 4 en stap 5 indien nodig.
7 Druk zo nodig herhaaldelijk op om terug te keren naar de vorige menu's en andere instellingen op te geven.
8 Druk op Kleur of Zwart.
Menuoptie Actie
Controlevel Een controlevel afdrukken en scannen:
voor alle foto's op de geheugenkaart
voor de 20 recentste foto's
op datum
Zie voor meer informatie “Foto's op een opslagapparaat afdrukken met het controlevel” op
pagina 79.
Foto's afdrukken Foto's rechtstreeks vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken.
Foto's opslaan
Foto's van een geheugenkaart of flashstation opslaan op de computer.
Foto's van een geheugenkaart kopiëren naar een flashstation.
Foto-effecten
1
Rode-ogenreductie, kleureneffecten of automatische verbetering van afbeeldingen
toepassen op foto's.
Papierformaat
1, 2
Het formaat van het geplaatste papier opgeven.
Fotoformaat
1, 2
Het gewenste fotoformaat opgeven.
Layout
1
Eén foto centreren op een pagina of het aantal foto's opgeven dat u wilt afdrukken op een
pagina.
Kwaliteit
1
De afdrukkwaliteit van foto's aanpassen.
1
De instelling wordt hersteld naar de standaardfabrieksinstelling wanneer een geheugenkaart of flashstation wordt
verwijderd.
2
De instelling moet apart worden opgeslagen. Zie de opmerking onder de tabel voor meer informatie.
Werken met foto's
66