Operation Manual

17 Sluit de bovenklep.
K
M
C
Y
Y
C
M
K
18 Sluit de voorklep.
Een tonercartridge vervangen
Verwijder de betreffende tonercartridge (geel, cyaan, magenta of zwart) als 88.xx [Kleur] cartridge
vrijwel leeg wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de betreffende cartridge is vervangen.
Let op—Kans op beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het
merk Lexmark is, valt niet onder de garantie.
Opmerking: Het gebruik van tonercartridges die niet van het merk Lexmark zijn, kan resulteren in slechte
afdrukkwaliteit.
1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed of 88.xx [Kleur] cartridge vrijwel
leeg wordt weergegeven.
2 Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking en leg deze in de buurt van de printer neer.
Printer onderhouden
224