Operation Manual
Onderdeel Functie
8
Papiergeleider Het papier recht houden wanneer het wordt
ingevoerd.
9
Papiersteun Plaats papier in de printer.
10
Automatische documentinvoer (ADI), papier-
stopper
• Papier tegenhouden dat uit de ADI komt.
• A4- en Legal-papier opvangen dat wordt uitge-
voerd.
11
Glasplaat Een item kopiëren, scannen, faxen of verwijderen.
12
Bovenklep Toegang krijgen tot de glasplaat.
1
2
3
4
5
6
Onderdeel Functie
1
Scannereenheid Toegang krijgen tot de inktcartridges.
2
Cartridgehouder Een inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen.
3
USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.
4
EXT-poort
EXT
Extra apparaten, zoals een data-/faxmodem, telefoon of antwoordapparaat,
aansluiten op de printer.
Opmerking: verwijder de afdekplug uit de poort.
Printer instellen
26