Operation Manual

4 Druk op .
5 Als een zwarte inktcartridge in de doos wordt geleverd en u hebt de zwarte inktcartridge in de printer geplaatst,
drukt u op de pijltoetsen tot Zwarte inkt wordt weergegeven en drukt u op
.
Controleer de inktvoorraad van de zwarte inktcartridge. Installeer zo nodig een nieuwe inktcartridge.
6 Druk op tot Instellen wordt gesloten of druk op een andere modustoets.
Windows
Controleer met het Lexmark Servicecentrum de inktvoorraden van de cartridges:
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows Vista: klik op .
Windows XP en eerder: klik op Start.
2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
3 Selecteer Lexmark Servicecentrum.
4 Controleer de inktvoorraden van de cartridges op de pagina Printeronderhoud.
Installeer zo nodig een nieuwe inktcartridge.
Macintosh
1 Dubbelklik in de Finder op de printermap.
2 Dubbelklik op het pictogram van het Printerhulpprogramma.
Het Lexmark Printerconfiguratieprogramma verschijnt.
3 Als een uitroepteken (!) wordt weergegeven bij een inktcartridge, is de inkt bijna op. Installeer zo nodig een
nieuwe inktcartridge.
Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge
schoonvegen
1 Verwijder de inktcartridge(s) uit de printer.
2 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water en plaats de doek op een plat oppervlak.
3 Houd de spuitopeningen voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de doek en veeg in de aangegeven richting.
Printer onderhouden
121