Operation Manual
71
Faxbevestiging • Uit. Er wordt geen statuspagina afgedrukt.
•
Altijd. Er wordt een statusrapport afgedrukt voor
elke fax die u verzendt, waaronder opdrachten met
fouten.
•
Bij fouten. Er wordt alleen een statusrapport
afgedrukt voor opdrachten die niet zijn verzonden.
Dit is de standaardinstelling.
Activ.rpt. mkn • Op verzoek. U kunt bepalen of het rapport moet
worden afgedrukt. Dit is de standaardinstelling.
•
Na 40 faxen. Het rapport wordt automatisch
gemaakt nadat 40 faxen zijn afgedrukt.
Fax aanp aan pg • Passend maken (standaardinstelling)
•
Twee pagina's
Voettekst fax
• Aan. Gebruik deze instelling als u wilt dat de tijd,
datum en paginanummer worden toegevoegd onder
aan binnenkomende faxen. Dit is de
standaardinstelling.
•
Uit
Kiesmethode
• Toetstoon (standaardinstelling)
•
Puls
• Achter PBX (Kiestoondetectie uitgeschakeld):
een fax verzenden zonder te wachten op de
kiestoon.
Belsignaal • Elke (standaardinstelling)
•
Eén keer
•
Twee keer
• Drie keer
Opmerking: u kunt speciale signalen kiezen, als deze
beschikbaar zijn via de plaatselijke telefoondienst.
Selecteer Elke als er geen speciale belsignalen
beschikbaar zijn. Zie “Speciale belsignalen” op
pagina 65 voor installatie-instructies.
Kiesvoorvgsl • Geen (standaardinstelling)
•
Maken. U kunt een voorvoegsel maken van
maximaal 8 tekens dat voor elk nummer wordt
geplaatst dat wordt gekozen.
Scannen voor kzn • Ja (standaardinstelling)
•
Ja. Deze instelling werkt alleen met de instelling
Standaard of Fijn voor zwartwitfaxen.
Geavanceerde faxoptie: Instelling: