T430 Gebruikershandleiding Maart 2004 Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. © 2004 Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550 www.lexmark.
Uitgave: Maart 2004 De volgende alinea is niet van toepassing in enig land waar dergelijke bepalingen in strijd zijn met de lokale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. STELT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG TER BESCHIKKING, ZONDER ENIGE GARANTIE, NADRUKKELIJK OF IMPLICIET, WAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoud Hoofdstuk 1: Printeroverzicht ......................................................................7 Hoofdstuk 2: Afdrukmedia .........................................................................10 Afdrukmedia - bronnen en specificaties ......................................................................... 11 De juiste afdrukmedia kiezen ......................................................................................... 14 Papier .........................................................
Inhoud Hoofdstuk 3: Afdruktaken ..........................................................................58 Afdruktaak naar de printer sturen ................................................................................... 58 Afdrukken in een Windows-omgeving ...................................................................... 58 Afdrukken vanaf een Macintosh-computer ............................................................... 58 Dubbelzijdig afdrukken (tweezijdig afdrukken) .....................
Inhoud Hoofdstuk 6: Printerberichten .................................................................110 Hoofdstuk 7: Software- en netwerktaken ................................................122 De pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken ........................................... 123 Testpagina’s afdrukken ................................................................................................ 124 PDF-documenten afdrukken ..............................................................
Inhoud Afdruktaken en taken in wacht ..................................................................................... 153 Een gebruikersnaam selecteren ............................................................................ 153 Taken in wacht afdrukken en verwijderen .............................................................. 153 Toegang tot taken in wacht via het bedieningspaneel ........................................... 154 Opmaakfouten .....................................................
1 Printeroverzicht In de volgende afbeeldingen ziet u de standaard printer (1) en de printer geconfigureerd met aanvullende laders. 1 2 3 4 5 De printer ondersteunt maximaal twee extra laders in de volgende configuraties: • Een lader voor 250 vel (2) • Een lader voor 500 vel (3) • Twee laders voor 250 vel (4) • Een lader voor 250 vel en een voor 500 vel (5). De lader voor 500 vel dient onderop te worden geplaatst.
Printeroverzicht Voorste papiersteun Standaarduitvoerlade Bovenste voorklep Bedieningspaneel Klep van de universeellader Handgreep Lader 1 Achterste uitvoerlade Aan/uit-knop Printeroverzicht 8
Printeroverzicht Het bedieningspaneel van de printer is voorzien van een LCD-display (Liquid Crystal Display) waarop twee regels tekst van maximaal 16 tekens kunnen worden weergegeven, vijf knoppen en een indicatielampje dat knippert wanneer een taak wordt verwerkt, wat ook wordt aangegeven met het bericht Bezig.
2 Afdrukmedia Paragraaf Pagina Afdrukmedia - bronnen en specificaties 11 De juiste afdrukmedia kiezen 14 Afdrukmedia bewaren 19 Papierstoringen voorkomen 20 Papier laden 21 Universeellader vullen en gebruiken 32 De standaarduitvoerlade gebruiken 41 De achterste uitvoerlade gebruiken 42 Papierstoringen verhelpen 45 Afdrukmedia 10
Afdrukmedia Afdrukmedia - bronnen en specificaties U bereikt het beste resultaat door de afdrukmedia goed in de laden te plaatsen. Gebruik nooit meerdere soorten afdrukmedia in één lade.
Afdrukmedia Duplexeenheid Achterste uitvoerlade Standaarduitvoerlade Universeellader Afdrukmedia Lade 2 (optionele lade voor 500 vel) Lade 1 (lade voor 250 vel) ✓ - geeft aan dat ondersteuning wordt geboden ✕ - geeft aan dat geen ondersteuning wordt geboden Lade 2 (optionele lade voor 250 vel) Ondersteunde soorten afdrukmedia Papier ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Karton ✕ ✕ ✕ ✓ ✕ ✓ ✕ Etiketten ✕ ✕ ✕ ✓ ✓* ✓ ✕ Transparanten ✓ ✕ ✕ ✓ ✓* ✓ ✕ Enveloppen ✕ ✕ ✕ ✓ ✓ ✓ ✕ * U kunt eti
Afdrukmedia Duplexeenheid Achterste uitvoerlade Standaarduitvoerlade Universeellader Lade 2 (optionele lade voor 500 vel) Lade 1 (lade voor 250 vel) ✓ - geeft aan dat ondersteuning wordt geboden ✕ - geeft aan dat geen ondersteuning wordt geboden Lade 2 (optionele lade voor 250 vel) Ondersteunde formaten voor afdrukmedia Afdrukmedia Afmetingen A4 210 x 297 mm ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ A5 148 x 210 mm ✓ ✓ ✕ ✓ ✓ ✓ ✕ B5 (JIS) 182 x 257 mm ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Letter 215,9 x 279,4 mm ✓ ✓
Afdrukmedia De juiste afdrukmedia kiezen De kans op problemen bij het afdrukken neemt af door het juiste papier of afdrukmedium te kiezen. Voor optimale afdrukkwaliteit is het raadzaam een proefafdruk te maken op het papier of het afdrukmedium dat u wilt gebruiken voordat u grote hoeveelheden van het papier of afdrukmedium aanschaft. • De genoemde capaciteiten in de tabel Specificaties van afdrukmedia gelden voor papier van 75 g/m2, tenzij anders aangegeven.
Afdrukmedia Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor xerografische kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen tot 200 °C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Gebruik inkt die niet wordt aangetast door de hars in de toner of de siliconen in het verhittingsstation. Inktsoorten op basis van olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren.
Afdrukmedia Transparanten U kunt transparanten invoeren vanuit de standaardlade voor 250 vel of vanuit de universeellader. Laad geen transparanten in de optionele lade voor 250 of 500 vel. • Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten bestand zijn tegen temperaturen van 175 °C zonder te smelten, te verkleuren of gevaarlijke stoffen af te geven.
Afdrukmedia Enveloppen U kunt maximaal 10 enveloppen laden in de universeellader. • Gebruik enveloppen van 75–105 g/m2 bankpostpapier. • Gebruik nooit enveloppen die: – – – – – – – gemakkelijk krullen; aan elkaar zijn vastgeplakt; zijn beschadigd; vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëfwerk bevatten; metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten; zijn voorzien van postzegels; een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt.
Afdrukmedia Etiketten De printer kan afdrukken op een groot aantal etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters. De printer kan echter niet afdrukken op vinyletiketten. Deze etiketten worden geleverd in vellen met het formaat Letter of A4. De lijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en de coatings moeten bestand zijn tegen temperaturen van 205 °C en een druk van 25 psi.
Afdrukmedia Karton Karton bestaat uit één laag en heeft een groot aantal eigenschappen. De richting van de papiervezels en de structuur kunnen bijvoorbeeld grote invloed hebben op de afdrukkwaliteit. U kunt alleen afdrukken op karton vanuit de universeellader. Het karton moet altijd worden uitgevoerd via de achterste uitvoerlade. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie over het afdrukken op karton, de kenmerken en het ontwerp. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark: www.
Afdrukmedia Papierstoringen voorkomen De meeste storingen kunt u vermijden door zorgvuldig de media waarop u afdrukt te kiezen en die media op de juiste wijze te laden. Als zich toch een storing voordoet, raadpleegt u Papierstoringen verhelpen. De volgende tips kunnen ook helpen om papierstoringen te voorkomen: • Gebruik alleen aanbevolen afdrukmedia. Raadpleeg voor meer informatie over het optimale papier voor uw configuratie de Card Stock & Label Guide op de website van Lexmark op dit adres: www.
Afdrukmedia Papier laden De printer heeft twee standaardpapierbronnen, de invoerlade voor 250 vel (de standaardlade) en de universeellader. Raadpleeg Universeellader vullen en gebruiken voor meer informatie. Laad het afdrukmedium dat u doorgaans gebruikt voor afdruktaken in de standaardlade voor 250 vel. Als afdrukmedia op de juiste wijze worden geladen, is de kans op vastlopen kleiner en kunt u zonder problemen afdrukken.
Afdrukmedia 3 Druk de metalen plaat omlaag totdat deze is vergrendeld. 4 De beide papiergeleiders zijn voorzien van een nokje.
Afdrukmedia 5 Druk het nokje van de lengtegeleider in en schuif de geleider naar de achterkant van de lade. Lengtegeleider Breedtegeleider 6 Druk het nokje van de breedtegeleider in en schuif de geleider helemaal naar rechts. 7 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreukel de afdrukmedia niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
Afdrukmedia 8 Plaats de afdrukmedia tegen de linkerkant van de lade onder het metalen hoekplaatje. Controleer of de afdrukmedia goed onder het metalen hoekplaatje past en niet is gebogen of gekreukt. Til het metalen plaatje niet op en pers nooit met kracht extra afdrukmedia onder het plaatje. Opmerking: Vul de lade nooit verder dan de aanduiding voor maximumstapelhoogte. Bij een te volle lade kunnen vellen afdrukmedia vastlopen.
Afdrukmedia 10 Druk het nokje van de lengtegeleider in en schuif de geleider tegen de stapel afdrukmedia. Opmerking: Als de geleiders te strak tegen de stapel afdrukmedia zitten, kunnen de vellen verkeerd worden ingevoerd. 11 Plaats de lade weer in de printer.
Afdrukmedia Afdrukmedia met een gewicht van meer dan 90 g/m2 laden Als u afdrukmedia met een gewicht van meer dan 90 g/m2 (maar minder dan 105 g/m2) in de standaardlade of de optionele lade voor 250 vel laadt, moet u de keuzeschakelaar van de lade in stand 2 zetten. 1 Verwijder de lade volledig. 2 Verwijder de afdrukmedia uit de lade. 3 Keer de lade om. 4 Druk de keuzeschakelaar met een muntstuk omlaag en draai deze van stand 1 naar stand 2.
Afdrukmedia De optionele lade voor 500 vel vullen De optionele lade voor 500 vel is alleen geschikt voor papier. De lade heeft aan de achterkant een speciale klep ter bescherming van papier van het formaat Legal. Ga als volgt te werk om de lade te vullen: 1 Verwijder de lade volledig. 2 Til de klep op.
Afdrukmedia 3 Druk de metalen plaat omlaag totdat deze is vergrendeld. 4 De beide papiergeleiders zijn voorzien van een nokje.
Afdrukmedia 5 Druk het nokje van de lengtegeleider in en schuif de geleider naar de achterkant van de lade. Lengtegeleider Breedtegeleider 6 Druk het nokje van de breedtegeleider in en schuif de geleider helemaal naar rechts. 7 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
Afdrukmedia 8 Plaats het papier tegen de linkerkant van de lade onder het metalen hoekplaatje. Controleer of het papier goed onder het metalen hoekplaatje past en niet is gebogen of gekreukt. Til het metalen plaatje niet op en pers nooit met kracht extra papier onder het plaatje. Opmerking: Vul de lade nooit verder dan de aanduiding voor maximumstapelhoogte. Bij een te volle lade kunnen papierstoringen optreden.
Afdrukmedia 10 Druk het nokje van de lengtegeleider in schuif de geleider tegen de stapel papier. Opmerking: Als de geleiders te strak tegen het papier zitten, kunnen de vellen verkeerd worden ingevoerd. 11 Sluit de klep. 12 Plaats de lade weer in de printer.
Afdrukmedia Universeellader vullen en gebruiken De printer is uitgerust met een universeellader, die geschikt is voor diverse formaten en soorten afdrukmedia. Deze universeellader bevindt zich aan de voorkant van de printer en kan, indien buiten gebruik, worden gesloten. U gebruikt de universeellader voor afdrukken op afwijkende formaten en soorten afdrukmedia, zoals karton, transparanten, briefkaarten, memokaarten en enveloppen.
Afdrukmedia De universeellader openen 1 Open de klep van de universeellader. 2 Trek de invoerverlenging naar buiten.
Afdrukmedia 3 Druk het uiteinde voorzichtig naar beneden. De invoerverlenging opent zich. Uiteinde 4 Duw de invoerverlenging voorzichtig open totdat de universeellader in de gehele omvang is geopend.
Afdrukmedia Afdrukmedia in de universeellader laden Raadpleeg Specificaties van afdrukmedia voor informatie over formaten en soorten afdrukmedia die u in combinatie met de universeellader kunt gebruiken. 1 Schuif de breedtegeleider helemaal naar rechts. 2 Afdrukmedia voorbereiden voor plaatsing. Opmerking: Laad geen verschillende formaten of soorten afdrukmedia tegelijk in de universeellader. Dit zou een papierstoring kunnen veroorzaken. • Buig de vellen papier enkele malen om deze los te maken.
Afdrukmedia • Houd transparanten bij de randen vast en waaier deze uit om problemen bij de invoer te voorkomen. Opmerking: Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan met uw handen. Maak ook geen krassen op de afdrukzijde. • Waaier enveloppen enkele malen om deze los te maken. Vouw of kreuk de enveloppen niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
Afdrukmedia 3 Vul de universeellader nooit verder dan tot aan de aanduiding voor de maximumstapelhoogte en duw de stapel niet extra aan om meer vellen afdrukmedia te plaatsen. De maximumstapelhoogte is 10 mm. Bij een te volle lade kunnen vellen afdrukmedia vastlopen. Stapelhoogtebegrenzing 4 De afdrukmedia plaatsen. • Plaats het papier, het karton of de etiketten met de aanbevolen afdrukzijde naar boven en met de bovenkant naar voren.
Afdrukmedia • Als u papier met een voorgedrukt briefhoofd gebruikt, plaatst u dit met het briefhoofd naar boven en met de bovenkant van het papier naar de invoer van de printer. Opmerking: Als u papier met een voorgedrukt briefhoofd dubbelzijdig wilt bedrukken, plaatst u het papier met het briefhoofd naar beneden en met de onderkant naar de invoer van de printer. • Laad transparanten met de aanbevolen afdrukzijde naar boven en met de bovenrand naar voren.
Afdrukmedia • Laad enveloppen met de klepzijde omlaag en zodanig dat de ruimte voor de postzegel het laatst wordt ingevoerd. Opmerking: U kunt zelfsluitende enveloppen het beste uitvoeren via de achterste uitvoerlade. Als u dit soort enveloppen gebruikt, opent u dus de achterste uitvoerlade. Laad geen enveloppen met postzegels. Eventuele aanduidingen voor postzegel en adressering zijn alleen ter oriëntatie bedoeld.
Afdrukmedia 6 Schuif de breedtegeleider naar links totdat deze licht tegen de zijkant van de stapel drukt. De stapel moet losjes in de universeellader passen en niet zijn gebogen of gekreukt.
Afdrukmedia De standaarduitvoerlade gebruiken De standaarduitvoerlade heeft een capaciteit van 250 vel afdrukmedia. Afdruktaken worden automatisch naar de standaarduitvoerlade gestuurd. De afdrukmedia worden in deze lade met de bedrukte zijde naar onderen uitgevoerd. Standaarduitvoerlade De papiersteun omhoog brengen De papiersteun houdt de afgedrukte pagina's in de juiste stand en voorkomt dat ze uit de lade glijden. Zet de papiersteun omhoog door deze naar voren te trekken.
Afdrukmedia De achterste uitvoerlade gebruiken Als u de achterste uitvoerlade opent, worden afdruktaken automatisch naar deze uitvoerlade gestuurd. In de achterste uitvoerlade worden de afgedrukte pagina's met de afgedrukte zijde naar boven uitgevoerd en in een volgorde van laatste pagina naar eerste pagina (pagina 4, 3, 2, 1). De achterste uitvoerlade heeft een capaciteit van 20 vellen papier.
Afdrukmedia U gebruikt de achterste uitvoerlade als volgt: 1 Pak het nokje vast (zie afbeelding). 2 Duw de klep naar beneden.
Afdrukmedia 3 Trek de lade aan het nokje recht naar buiten. 4 Sluit de klep van de achterste uitvoerlade als u de lade niet meer gebruikt. Opmerking: Controleer of de klep aan beide zijden goed is gesloten. Als de klep niet goed is gesloten, kunnen er papierstoringen ontstaan.
Afdrukmedia Papierstoringen verhelpen De meeste storingen kunt u vermijden door zorgvuldig de media waarop u afdrukt te kiezen en die media op de juiste wijze te laden. Raadpleeg Papierstoringen voorkomen als er regelmatig sprake is van papierstoringen. Opmerking: Als het foutbericht Papier vast wordt weergegeven, verwijdert u eerst alle vastgelopen papier uit de gehele papierbaan en drukt u vervolgens op Start (Go). In de volgende afbeelding ziet u hoe de afdrukmedia door de printer worden gevoerd.
Afdrukmedia In de volgende tabel ziet u waar u de benodigde instructies vindt voor het verhelpen van een bepaalde papierstoring: Storingsbericht Ga naar pagina: 200 / 201 Papier vast; Verwijder cart 46 202 Papier vast; Open achterklep 48 23x Papier vast (papier vast in duplexeenheid) 51 24x Papier vast; Ctrl inv.lade 55 250 Papier vast; Ctrl U-lader 57 Opmerking: Trek vastgelopen papier of andere media altijd voorzichtig en langzaam uit de papierbaan, om scheuren te voorkomen.
Afdrukmedia • Als het papier grotendeels zichtbaar is, trekt u het voorzichtig naar rechts en naar buiten. • Als slechts een klein gedeelte van het papier zichtbaar is, trekt u het papier voorzichtig recht naar buiten en omhoog. Opmerking: Als het afdrukmedium niet meegeeft, blijf dan niet trekken, maar probeer het vastgelopen materiaal via de klep van de achterste uitvoerlade te bereiken. Raadpleeg 202 Papier vast; Open achterklep voor verdere instructies. 4 Plaats de cartridge terug.
Afdrukmedia 202 Papier vast; Open achterklep Als dit bericht wordt weergegeven, kan het papier op twee plaatsen zijn vastgelopen: • Raadpleeg Bij uitvoer naar de standaarduitvoerlade als het afdrukmedium vastloopt voordat het volledig via de standaarduitvoerlade is uitgevoerd. • Raadpleeg Papier heeft standaarduitvoerlade nog niet bereikt als het afdrukmedium vastloopt voordat dit de standaarduitvoerlade heeft bereikt.
Afdrukmedia Papier heeft standaarduitvoerlade nog niet bereikt Het afdrukmedium loopt vast voordat het de standaarduitvoerlade bereikt. 1 Open de klep van de achterste uitvoerlade. 2 Verwijder het papier voorzichtig. Hoe u precies te werk gaat, hangt ervan af hoeveel papier zichtbaar is. • Als het midden van een vel afdrukmedium zichtbaar is maar de uiteinden niet, pakt u het afdrukmedium aan beide zijden vast en trekt u het voorzichtig recht naar u toe.
Afdrukmedia • Als het uiteinde van het vastgelopen afdrukmedium zichtbaar is, trekt u het recht naar buiten. 3 Sluit de klep van de uitvoerlade door deze in het midden, onder het nokje, dicht te duwen. Opmerking: Zorg ervoor dat de klep aan beide zijden goed gesloten is.
Afdrukmedia 23x Papier vast (papier vast in duplexeenheid) Bij het gebruik van de duplexeenheid kunnen papierstoringen optreden onder de printer en boven lade 1. De printer kan meestal de locatie van een storing in de duplexeenheid bepalen, maar soms ook niet. Wanneer een storing in de duplexeenheid optreedt, verschijnt een van de drie storingsberichten op het display, afhankelijk van het feit of de locatie van de storing bekend is of niet. 23x Papier vast; Verwijder lade 1.Hendel n. bened. voorz.
Afdrukmedia 23x Papier vast; Verwijder lade 1.Hendel n. bened. achterz. printer 1 Open de achterklep en verwijder het vastgelopen papier. Als het vastgelopen materiaal zich van deze kant niet laat verwijderen, gaat u verder met stap 2. 2 Trek lade 1 helemaal open. 3 Kijk aan de achterzijde onder de printer. Aan de rechterkant bevindt zich een groene hendel. 4 Duw de hendel omlaag. Achterklep Hendel 5 Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar u toe. 6 Plaats de lade weer in de printer.
Afdrukmedia 231 Papier vast; Ctrl duplex Dit bericht wordt alleen weergegeven als de printer niet zeker weet waar de storing zich bevindt. Ga als volgt te werk om dit soort papierstoringen te verhelpen: 1 Trek lade 1 helemaal open. 2 Kijk onder de printer. Aan de linkerkant bevindt zich een groene hendel. 3 Duw de groene hendel omlaag. Hendel 4 Probeer het vastgelopen papier te vinden. Als het papier van de voorkant niet zichtbaar is, gaat u verder met stap 6.
Afdrukmedia 8 Duw de hendel omlaag. Achterklep Hendel 9 Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar u toe. 10 Plaats de lade weer in de printer. Opmerking: Zorg ervoor dat de metalen plaat aan de onderkant van de lade is vergrendeld.
Afdrukmedia 24x Papier vast; Ctrl inv.lade Het afdrukmedium is vastgelopen onder de tonercartridge, maar het vastgelopen materiaal is niet zichtbaar. 1 Trek de aangegeven lade uit de printer. 2 Trek het vastgelopen papier recht naar buiten. 3 Plaats de lade weer in de printer. Opmerking: Zorg ervoor dat de metalen plaat aan de onderkant van de lade is vergrendeld.
Afdrukmedia Storingen in een lade als het papier al voorbij het metalen hoekplaatje is Het afdrukmedium loopt vast als het onder het metalen hoekplaatje vandaan is, maar nog niet geheel uit de lade is verdwenen. Deze vorm van papierstoring kan in elke lade voorkomen. U moet dus alle laden controleren. 1 Trek de lade helemaal open. 2 Plaats de afdrukmedia terug onder het metalen hoekplaatje. Opmerking: Verwijder beschadigde afdrukmedia. Plaats beschadigd materiaal niet terug.
Afdrukmedia 250 Papier vast; Ctrl U-lader Trek het vastgelopen papier recht naar buiten.
3 Afdruktaken Paragraaf Pagina Afdruktaak naar de printer sturen 58 Dubbelzijdig afdrukken (tweezijdig afdrukken) 59 Afdruktaak annuleren 61 Laden koppelen 62 Afdruktaak naar de printer sturen Afdrukken in een Windows-omgeving 1 Laad afdrukmedia. (Raadpleeg Papier laden of Universeellader vullen en gebruiken.) 2 Open in de gebruikte toepassing het bestand dat u wilt afdrukken. 3 Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken.
Afdruktaken Dubbelzijdig afdrukken (tweezijdig afdrukken) Bij dubbelzijdig afdrukken (of tweezijdig afdrukken) worden beide zijden van het papier bedrukt. Informatie over papierformaten die geschikt zijn voor dubbelzijdig afdrukken, vindt u in Specificaties eenheid voor duplexeenheid. Opmerking: Voor dubbelzijdig afdrukken kunt u alleen papier gebruiken van 60–90 g/m2.
Afdruktaken De functie Bindz duplex gebruiken Afdrukken op beide zijden van het papier verlaagt de afdrukkosten. Als u de optie Duplex Bind Printing selecteert in het stuurprogramma van uw printer of Bindz duplex in Menu Afwerking op het bedieningspaneel, moet u lange zijde of korte zijde selecteren.
Afdruktaken Afdruktaak annuleren Vanaf het bedieningspaneel van de printer Als de taak die u wilt annuleren, al wordt afgedrukt en op het display Bezig wordt weergegeven: 1 Druk op Menu totdat u Menu Taak ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 2 Druk op Menu totdat u Taak annuleren ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). Vanaf een Windows-computer 1 Minimaliseer alle programma's, zodat het bureaublad wordt weergegeven. 2 Dubbelklik op Deze computer.
Afdruktaken Laden koppelen Als u afdrukmedia van hetzelfde formaat en hetzelfde type gebruikt in twee of meer papierbronnen (de standaardlade, een optionele lade en de universeellader bijvoorbeeld), wordt de functie voor automatische koppeling van laden geactiveerd. Als de laden op deze manier zijn gekoppeld, neemt de printer automatisch afdrukmedia uit een tweede lade als de eerste leeg is.
4 Lettertypen De printer beschikt over een aantal interne lettertypen die permanent zijn opgeslagen in het geheugen. In PCL- en PostScript-emulaties kunnen extra lettertypen beschikbaar zijn.
Lettertypen Schaalbare lettertypen De printer ondersteunt de volgende schaalbare lettertypen.
Lettertypen (vervolg)Ondersteunde lettertypen PostScript-lettertypen PCL-lettertypen CG Omega Bold Italic Garamond-Antiqua Garamond Antiqua Garamond-Halbfett Garamond Halbfett Garamond-Kursiv Garamond Kursiv Garamond-KursivHalbfett Garamond Kursiv Halbfett GoldSansMM GoldSerifMM Helvetica-Light Helvetica Light Helvetica-LightOblique Helvetica Light Oblique Helvetica-Black Helvetica Black Helvetica-BlackOblique Helvetica Black Oblique Helvetica Helvetica Helvetica-Oblique Helvetica Ital
Lettertypen (vervolg)Ondersteunde lettertypen PostScript-lettertypen PCL-lettertypen LetterGothic-Bold Letter Gothic Bold LetterGothic-BoldSlanted Marigold Marigold NewCenturySchlbk-Roman Century Schoolbook Roman NewCenturySchlbk-Italic Century Schoolbook Italic NewCenturySchlbk-Bold Century Schoolbook Bold NewCenturySchlbk-BoldItalic Century Schoolbook Bold Italic Optima Optima-Bold Optima-BoldItalic Optima-Italic Palatino-Roman Palatino Roman Palatino-Italic Palatino Italic Palatino-Bol
Lettertypen (vervolg)Ondersteunde lettertypen PostScript-lettertypen PCL-lettertypen Wingdings-Regular Wingdings ZapfChancery-MediumItalic ITC Zapf Chancery Medium Italic ZapfDingbats ITC Zapf Dingbats OCR-A OCR-B C39 Narrow C39 Regular C39 Wide PCL-bitmaplettertypen De printer biedt tevens ondersteuning voor de volgende PCL-bitmaplettertypen: • • Line Printer 16 POSTNET Bar code PCL-symbolensets De printer ondersteunt de volgende PCL-symbolensets.
Lettertypen Ondersteunde symbolensets (vervolg) Symbol ISO 21: German ISO 8859-15 Latin 9 PC-8 Bulgarian PC-855 Cyrillic Roman-9 PC-8 Danish/Norwegian (437N) PC-857 Latin 5 (Turkish) Roman Extension PC-8 Greek Alternate (437G) PC-858 Multilingual Euro Ventura ITC Zapf Dingbats PC-8 Turkish (437T) PC-860 Portugal Ventura International PC-8 Latin/Greek PC-861 Iceland Ventura Math PC-8 PC Nova PC-863 Canadian French Ventura US PC-8 Polish Mazovia PC-865 Nordic Windows 3.
5 Bedieningspaneel Paragraaf Pagina Bedieningspaneel 70 Printerinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel 72 Menu's zijn uitgeschakeld 73 Printermenu’s 74 U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen in de toepassing waarmee u werkt of in het printerstuurprogramma. Instellingen die u wijzigt in de toepassing of in het printerstuurprogramma zijn alleen van toepassing op de afdruktaak die u voorbereidt.
Bedieningspaneel Bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer is voorzien van een LCD-display (liquid crystal display) waarop twee regels tekst van maximaal 16 tekens kunnen worden weergegeven, vijf knoppen en een indicatielampje dat knippert wanneer de printer een taak verwerkt, wat ook wordt aangegeven met het bericht Bezig.
Bedieningspaneel Hieronder wordt de functie van elke knop beschreven. Knop Functie Start (Go) Druk op Start (Go) om: • terug te keren naar de stand Gereed als de printer offline is (het bericht Gereed wordt niet weergegeven in het display); • printermenu's af te sluiten en terug te keren naar de werkstand Gereed; • berichten op het bedieningspaneel te wissen; • doorgaan met afdrukken na het laden van afdrukmedia en het verwijderen van vastgelopen papier; • de Spaarstand af te sluiten.
Bedieningspaneel Als de printer is geconfigureerd als een netwerkprinter die voor een aantal gebruikers beschikbaar is, wordt mogelijk het bericht Menu's zijn uitgeschakeld weergegeven als u op Menu drukt terwijl de printer in de status Gereed staat. Als de menu's zijn uitgeschakeld, kunnen gebruikers niet per ongeluk met het bedieningspaneel een standaardinstelling wijzigen die is ingesteld door de beheerder van de printer.
Bedieningspaneel 5 Druk op Selecteren (Select) om de waarde op de tweede regel van het display te selecteren. Naast de waarde wordt een sterretje (*) weergegeven om aan te geven dat dit nu de standaardinstelling van de gebruiker is. De nieuwe instelling wordt één seconde lang weergegeven en verdwijnt daarna weer. Het bericht Opgeslagen wordt kort weergegeven, gevolgd door de vorige lijst met menu-items. 6 Druk op Return om terug te gaan naar de vorige menu's.
Bedieningspaneel Printermenu’s Selecteer voor verdere informatie een menu of menu-item. Menu Papier Papierbron Papierformaat Papiersoort Aangepaste srtn Instell Univrsal Ander formaat U-lader config Papierstructuur Papiergewicht Papier laden Menu Afwerking Duplex Bindz. duplex Exemplaren Lege pagina's Sorteren Scheidingspags Bron scheid.pags N/vel afdrukken N/vel: volgorde N/vel: beeld N/vel: rand Menu Extra Menu's afdrukken Ntwrk afdrukken Lettertypen afdr Directory afdr Fabr.
Bedieningspaneel Menu Papier In het menu Papier kunt u instellen welke afdrukmedia in de laden zijn geplaatst en aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade zijn. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden U-lader config Bepalen wanneer de printer papier selecteert dat in de universeellader is geladen. Cassette* De universeellader wordt door de printer als een gewone papierlade gebruikt.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Papier laden Correct verwerken van voorbedrukt papier in de lade, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft. 1 Selecteer een papiersoort. Karton laden Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangep laden. De naam wordt tot 14 tekens afgekort. Gekleurd laden Aangep laden Etiketten laden Briefhfd laden Voorbedr laden Bankpost laden 2 Selecteer een waarde.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Papierformaat Vaststellen van het standaardpapierformaat voor iedere papierbron Bij laden met automatische formaatdetectie wordt alleen de waarde weergegeven die door de hardware is gedetecteerd. 1 Selecteer een papierbron. Formaat lade Pap-form (hand) Formaat U-lader Env-form (hand) 2 Selecteer een waarde.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Papierbron Bepalen van de standaardpapierbron. Lade (Lade 1*) U-lader Handinvoer Envelop (handinvoer) Als u afdrukmedia van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee papierbronnen (en voor Papierformaat en Papiersoort de juiste waarden zijn ingesteld), worden de laden automatisch gekoppeld. Als één papierbron leeg is, worden de afdrukmedia automatisch vanuit de andere papierbron ingevoerd.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Papiersoort De papiersoort in iedere papierbron bepalen. U gebruikt dit menu-item voor het volgende: • Het optimaliseren van de afdrukkwaliteit voor de opgegeven papiersoort. • Het selecteren van papierbronnen vanuit de softwaretoepassing door de soort en het formaat te selecteren. • Het automatisch koppelen van papierbronnen.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Papiergewicht Het relatieve gewicht bepalen van het papier in een specifieke bron om te zorgen dat de toner goed aan het papier hecht. 1 Selecteer een papiersoort. Gewicht normaal Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Gewicht aangep . De naam wordt tot 14 tekens afgekort.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Instell Univrsal Het standaardformaat vaststellen wanneer voor een lade of een invoereenheid papierformaat Universal is ingesteld. Inch* 1 Selecteer een maateenheid. (* geeft een land-/regiospecifieke fabriekswaarde aan) 2 Selecteer de waarden.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Exemplaren Het aantal exemplaren instellen dat u als standaardwaarde wilt gebruiken. (U stelt het aantal exemplaren in voor een specifieke afdruktaak met behulp van het printerstuurprogramma. Waarden die in het stuurprogramma zijn opgegeven, hebben altijd voorrang boven de waarden die op het bedieningspaneel zijn ingesteld.) 1...999 (1*) Duplex Dubbelzijdig afdrukken instellen als de standaardmodus voor alle afdruktaken.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden N/vel: volgorde De positie van afgebeelde pagina’s bepalen als er meerdere pagina’s op een vel worden afdrukt. De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend).
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Scheidingspags Lege scheidingspagina's invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen de pagina's van een taak. Bron scheid.pags Aangeven uit welke papierlade de scheidingspagina's geladen moeten worden. Geen* Voegt geen scheidingspagina's in. Tussen exempl Voegt een leeg vel in tussen alle exemplaren van een afdruktaak.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Fabr.instelling De oorspronkelijke Herstellen • Alle menu-items worden opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden met uitzondering van: – taal op display; – alle instellingen in het menu Parallel, Serieel, Netwerk en USB. • Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn geladen, worden verwijderd. (Bronnen in het optionele flashgeheugen of op de vaste schijf worden niet verwijderd.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Lettertypen afdr Een voorbeeld afdrukken van alle beschikbare lettertypen voor de geselecteerde printertaal. PCLlettertypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PCL-emulatie. PS-lettertypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PostScript-emulatie. PPDSlettrtypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PPDS-emulatie.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Beveiligde taak Beveiligde taken afdrukken die zijn opgeslagen in het printergeheugen. Opmerking: Als u een beveiligde taak afdrukt, wordt deze automatisch uit het printergeheugen verwijderd. 1 Voer de PIN-code in die aan de beveiligde taak is toegewezen. Voer PIN in Voer de PIN-code van de beveiligde taak in met de knoppen op het bedieningspaneel.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Taken in wacht Het afdrukken van gereserveerde, Alle taken afdr Drukt alle taken in wacht af. herhaalde of gecontroleerde Taak afdrukken Drukt een specifieke taak in afdruktaken die in het wacht af. Gebruik de knop Menu printergeheugen zijn opgeslagen. om door de lijst met taken in wacht te bladeren. Druk op Selecteren (Select) om de afdruktaak te kiezen. Alle taken verw Verwijdert alle taken in wacht.
Bedieningspaneel Menu Kwaliteit Met het menu Kwaliteit wijzigt u instellingen die van invloed zijn op de kwaliteit van de afgedrukte tekens en afbeeldingen. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden PictureGrade De kwaliteit verbeteren van afdrukken in grijstinten met een resolutie van 600 dpi (dots per inch) in PostScript-emulatie. Aan Er worden andere parameters voor screening gebruikt om de afdrukkwaliteit van afbeeldingen te verbeteren.
Bedieningspaneel Menu Instelling Met het menu Instelling kunt u verschillende printerfuncties configureren. Menu-item Doel Waarden Alarminstelling Bepalen of de printer een waarschuwingssignaal geeft als de gebruiker moet ingrijpen. Auto doorgaan Instellen (in seconden) hoe lang de printer een foutbericht blijft weergeven waarin om ingrijpen van de gebruiker wordt verzocht, voordat er verder wordt afgedrukt.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Laden naar Bepalen van de opslaglocatie van geladen bronnen. RAM* Alle geladen bronnen worden automatisch opgeslagen in het printergeheugen (RAM). Flash Alle geladen bronnen worden automatisch opgeslagen in het flash-geheugen. Aan De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af. Uit De printer drukt vastgelopen pagina's niet opnieuw af.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Spaarstand Instellen (in minuten) na hoeveel tijd de spaarstand wordt ingeschakeld nadat een afdruktaak is afgedrukt. Uitgeschakeld Deze waarde wordt alleen weergegeven wanneer Energiebesparing is uitgeschakeld. 1...240 Stelt in hoe lang het na het uitvoeren van een afdruktaak duurt voor de spaarstand wordt ingeschakeld. (Het is mogelijk dat de printer niet alle waarden ondersteunt.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Afdruktimeout Bepalen u hoeveel seconden de printer wacht met het afdrukken van de laatste pagina van een afdruktaak die niet eindigt met een opdracht om de pagina af te drukken. De teller van de timeout begint pas met tellen op het moment dat het bericht Wachten op de display wordt weergegeven. Uitgeschakeld Printertaal Instellen van de standaardprintertaal voor het versturen van gegevens van de computer naar de printer.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Toneralarm Instellen hoe de printer reageert wanneer de toner bijna op is. Uit* Er wordt een foutbericht weergegeven. Dit bericht verdwijnt pas nadat de tonercartridge is vervangen. Als er in het menu Instelling een waarde is geselecteerd voor Auto doorgaan, gaat de printer verder met afdrukken nadat de opgegeven timeout is verstreken.
Bedieningspaneel Menu PCL Emul In het menu PCL Emul wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel A4-breedte Selecteren van de breedte van 198 mm* de logische pagina op A4-papier. Autom HR na NR Waarden Opgeven of de printer automatisch een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Regels per pag Het aantal regels instellen dat 1...255 Afdrukstand Staand* Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. Liggend Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. 0,08...100 (in veelvouden van 0,01 cpi) Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (in horizontale richting).
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Symbolenset Kiezen van een symbolenset voor een geselecteerde lettertypenaam. 10U PC-8* (land-/ regiospecifieke fabriekswaarden) Lade-nr wijzigen De printer zo configureren dat deze werkt met printerstuurprogramma's of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Een symbolenset is een set alfabetische en numerieke tekens, interpunctietekens en speciale symbolen die worden gebruikt als u in een bepaald 12U PC-850* lettertype afdrukt.
Bedieningspaneel Menu PostScript In het menu PostScript wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PostScript-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Voorklettertype Intern* Bepalen waar de printer het eerst naar het gewenste lettertype zoekt.
Bedieningspaneel Menu PDF Met het menu PDF in het menu PostScript wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PDF-bestanden (Portable Document Format) worden gebruikt. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Aantekeningen Aangeven of de opmerkingen in Niet afdrukken* De aantekeningen in het PDFbestand niet afdrukken. Afdrukken De aantekeningen in het PDFbestand afdrukken.
Bedieningspaneel Menu PPDS In het menu PPDS wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PPDS-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Autom HR na NR Opgeven of de printer automatisch een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel. Uit* De printer voert geen harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Regels per pag Het aantal regels instellen dat per pagina wordt afgedrukt. 1...255 (64*) De ruimte tussen de regels (verticale regelafstand) wordt automatisch ingesteld op basis van de instellingen voor Regels per inch, Regels per pagina, Papierformaat en Afdrukstand. Selecteer het juiste papierformaat en de juiste afdrukstand voordat u het aantal regels per pagina instelt.
Bedieningspaneel Menu Parallel Met het menu Parallel kunt u de printerinstellingen wijzigen van taken die via een parallelle poort worden verstuurd (Std parallel of Parallel optie ). Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Stat Uitgebreid Het mogelijk maken van bidirectionele communicatie via een parallelle poort. Uit Schakelt onderhandeling op de parallelle poort uit.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Parallelbuffer De grootte van de buffer voor Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatische de grootte van de parallelbuffer (aanbevolen instelling). 3K tot maximum toegestane grootte De gebruiker geeft de grootte van de parallelbuffer op.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden PS SmartSwitch De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de parallelle poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan* De printer controleert de gegevens op de parallelle interface en selecteert PostScript-emulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Netwerkbuffer De grootte van de buffer voor netwerkinvoer configureren. Auto* De printer berekent automatisch de grootte van de netwerkbuffer (aanbevolen instelling). 3K tot maximum toegestane grootte De gebruiker geeft de grootte van de netwerkbuffer op. De maximumgrootte hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of Uit.
Bedieningspaneel Menu-item Doel PS SmartSwitch Aan* De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de netwerkpoort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Uit Inst std-net Waarden Een interne printerserver configureren. De printer controleert de gegevens op de netwerkinterface en selecteert PostScript-emulatie als dit de vereiste printertaal is. De printer controleert de binnenkomende gegevens niet.
Bedieningspaneel Menu USB Met het menu USB kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort (USB optie ). Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden MAC Binair PS De printer configureren voor het verwerken van binaire PostScriptafdruktaken van een Macintoshcomputer. Uit De printer verwerkt ruwe binaire PostScript-afdruktaken die afkomstig zijn van Macintoshcomputers.
Bedieningspaneel Menu-item Doel Waarden Aan* De printer zo configureren dat PS deze automatisch overschakelt op SmartSwitch PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. USB-buffer De grootte van de USBinvoerbuffer configureren. De printer controleert de gegevens op de USB-interface en selecteert PostScript-emulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet.
Bedieningspaneel Menu Help In het menu Help vindt u aanvullende informatie over de printer. Menu-item Doel Naslagkaart In de naslagkaart vindt u een beknopt overzicht van de belangrijkste functies van de printer en enkele overzichtelijke instructies. De Naslagkaart is opgeslagen in de printer. Op de kaart vindt u informatie over het laden van afdrukmedia, het vaststellen van de aard van afdrukproblemen en het verhelpen ervan en het oplossen van papierstoringen.
6 Printerberichten Op het bedieningspaneel worden berichten weergegeven over de huidige werkstand van de printer en mogelijke problemen die opgelost moeten worden. In dit onderdeel krijgt u een overzicht van alle printerberichten, wat ze betekenen en hoe u ze kunt wissen. Gereed Bericht Betekenis bericht: Actie: Menuwijzigingen activeren De printer activeert wijzigingen die in de printerinstellingen zijn gemaakt. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: Sluit klep De bovenste voorklep is geopend of de tonercartridge is niet geïnstalleerd. • Sluit de bovenste voorklep. • Installeer de cartridge. PPDS wordt uitgeschakeld PPDS-emulatie wordt uitgeschakeld op de printer. Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig met defrag NIET UITZETTEN De printer defragmenteert het flashgeheugen om ruimte vrij te maken die nog in beslag wordt genomen door verwijderde bronnen. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: Taken in wacht mogelk verloren Er is onvoldoende printergeheugen beschikbaar om de afdruktaken verder te verwerken. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. De printer maakt geheugen vrij door de oudste taken in wacht te verwijderen en gaat hiermee verder tot voldoende printergeheugen beschikbaar is voor de verwerking van de afdruktaak. • Druk op Stop om het bericht te wissen zonder taken in wacht te verwijderen.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: vullen De printer probeert papier te laden uit een bron en heeft waargenomen dat deze leeg is. • Laad papier van het formaat en de soort die in de tweede regel van het display worden vermeld, in de aangegeven lade. De printer zal het bericht automatisch wissen en doorgaan met afdrukken van de taak. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de huidige taak te annuleren.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: Spaarstand De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. Als de printer geen taken uitvoert, wordt het energiegebruik verlaagd. Als de printer niet actief is gedurende de periode die is opgegeven in het menu-item Spaarstand (de fabrieksinstelling is dertig minuten), wordt in het display het bericht Spaarstand weergegeven in plaats van het bericht Gereed. • Stuur een afdruktaak naar de printer.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: Taken worden verwerkt De printer verzendt een of meer taken in wacht. Wacht tot het bericht is verdwenen. Gereed De printer is gereed om afdruktaken te ontvangen en te verwerken. Stuur een afdruktaak naar de printer. Gereed Hex De printer staat in de Hex Trace-modus en is gereed om afdruktaken te ontvangen en te verwerken. • Stuur een afdruktaak naar de printer.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: Toner bijna op Er zit bijna geen toner meer in de cartridge. • Schud de cartridge zachtjes heen en weer om de resterende toner te gebruiken. • Plaats de cartridge terug. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Opmerking: Als u de cartridge niet vervangt, zal de afdrukkwaliteit afnemen. Lade ontbreekt Wachten De aangegeven lade is niet of onjuist in de printer geplaatst.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: 34 Papier te kort De printer heeft bepaald dat de lengte van het papier in de bron die is opgegeven in de tweede regel van het display te kort is om de geformatteerde gegevens af te drukken. Bij laden met automatische formaatdetectie treedt deze fout op als de geleiders zich niet op de juiste positie bevinden. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: 37 Onvoldoende geheugen Het printergeheugen is vol en de huidige afdruktaken kunnen niet verder worden verwerkt. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met de huidige afdruktaak. De printer maakt geheugen vrij door de oudste taak in wacht te verwijderen en gaat hiermee verder tot voldoende printergeheugen beschikbaar is voor de verwerking van de afdruktaak.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: 39 Pagina is te complex De pagina wordt mogelijk niet correct afgedrukt, omdat de afdrukinformatie op de pagina te complex is. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de huidige taak. Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de huidige taak te annuleren.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: 54 Softwarefout in stdnetwerk De printer kan niet communiceren met een geïnstalleerde netwerkpoort. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt. • Programmeer nieuwe firmware voor de netwerkinterface via de parallelle poort. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de printer opnieuw in te stellen.
Printerberichten Bericht Betekenis bericht: Actie: 88 Toner bijna op De printer heeft gedetecteerd dat de tonervoorraad in de tonercartridge bijna op is. Als u niet over een nieuwe tonercartridge beschikt, moet u deze nu bestellen. • Schud de cartridge zachtjes heen en weer om de resterende toner te gebruiken. • Plaats de cartridge terug. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Het bericht Accessoires wordt weergegeven totdat u de cartridge vervangt.
7 Software- en netwerktaken Paragraaf Pagina De pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken 123 Testpagina’s afdrukken 124 PDF-documenten afdrukken 124 Directorylijst afdrukken 125 Beveiligde taken afdrukken 125 De printer beheren met MarkVision 127 De Hex Trace-modus gebruiken 127 Software- en netwerktaken 122
Software- en netwerktaken De pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken Op de pagina met de menu-instellingen worden de huidige instellingen (standaardinstellingen van de gebruiker) voor de menu's, een lijst met geïnstalleerde opties en het beschikbare printergeheugen weergegeven. Aan de hand van deze pagina kunt u controleren of alle printeropties op de juiste wijze zijn geïnstalleerd en of de printerinstellingen correct zijn.
Software- en netwerktaken Testpagina’s afdrukken U kunt problemen met de afdrukkwaliteit analyseren door de testpagina's voor de afdrukkwaliteit af te drukken: Opmerking: De testpagina's moeten worden afgedrukt op papier van het formaat Letter, Legal of A4. 1 Schakel de printer uit. 2 Houd Selecteren (Select) en Return ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Laat de knoppen los zodra Zelftest wordt uitgevoerd wordt weergegeven. 3 Selecteer Testpags afdr.
Software- en netwerktaken Directorylijst afdrukken In een directorylijst worden alle bronnen vermeld die zijn opgeslagen in het flash-geheugen of op de vaste schijf. Een lijst afdrukken: 1 Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display wordt weergegeven. 2 Druk kort op Menu totdat u Menu Extra ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 3 Druk kort op Menu totdat Directory afdr wordt weergegeven en druk vervolgens op Selecteren (Select).
Software- en netwerktaken 7 Raadpleeg het volgende gedeelte Een PIN-code (Personal Identification Number) invoeren. Ga door met stap 1 op pagina 126 om een beveiligde taak af te drukken. Een PIN-code (Personal Identification Number) invoeren Wanneer u een beveiligde taak selecteert in Menu Taak, verschijnt de volgende prompt op het display nadat u een gebruikersnaam hebt geselecteerd.
Software- en netwerktaken De printer beheren met MarkVision Als u wilt weten hoe MarkVision u kan helpen bij het beheer van de printer, raadpleegt u de cd met stuurprogramma's. De Hex Trace-modus gebruiken Als u vreemde tekens in de afdruk vindt of als bepaalde tekens niet worden afgedrukt, kunt u de functie Hex Trace gebruiken om te bepalen of het probleem te wijten is aan foutieve interpretatie of wordt veroorzaakt door de kabel.
8 Informatie over accessoires en onderhoud Paragraaf Pagina De printer onderhouden 128 Status van accessoires vaststellen 129 Zuinig omgaan met accessoires 130 Accessoires bestellen 131 Cartridges bewaren 132 Cartridge vervangen 132 Laadrol vervangen 136 Opties verwijderen 142 De printer onderhouden Voor een optimale afdrukkwaliteit moet u regelmatig de cartridge vervangen en de printer schoonmaken. Raadpleeg Cartridge vervangen en De printer schoonmaken voor meer informatie.
Informatie over accessoires en onderhoud Status van accessoires vaststellen Op de tweede regel van het display van de printer worden waarschuwingen weergegeven als u accessoires of onderdelen moet vervangen. Hierbij kan echter steeds slechts informatie over één item worden weergegeven. Als u de status wilt controleren van de onderdelen die zijn geïnstalleerd in de printer, kunt u de pagina met menu-instellingen afdrukken vanuit Menu Extra.
Informatie over accessoires en onderhoud Zuinig omgaan met accessoires Zuinig omgaan met accessoires betekent lagere afdrukkosten. U kunt toner en papier besparen met diverse instellingen die u via de software van uw toepassingen of via het bedieningspaneel van de printer kunt opgeven. Raadpleeg voor meer informatie... Accessoire Instelling Resultaat van de instelling Toner Tonerintensiteit in Menu Kwaliteit Hiermee stelt u de hoeveelheid toner in die wordt aangebracht op de afdrukmedia.
Informatie over accessoires en onderhoud Accessoires bestellen In de VS belt u voor het bestellen van accessoires 1-800-539-6275 voor informatie over geautoriseerde dealers van Lexmark-accessoires in uw omgeving. Voor andere landen of regio's bezoekt u de website van Lexmark op www.lexmark.com of neemt u contact op met de leverancier van de printer. Een tonercartridge bestellen Wanneer het bericht 88 Toner bijna op wordt weergegeven, is het tijd om een nieuwe cartridge te bestellen.
Informatie over accessoires en onderhoud Cartridges bewaren Bewaar de cartridge in de originele verpakking zolang u deze niet installeert. Bewaar de cartridge niet op de volgende plaatsen: • • • • • • • Een omgeving met een temperatuur die hoger is dan 40 °C. Een omgeving met sterk wisselende vochtigheidsgraad en temperatuur. In direct zonlicht. Stoffige plaatsen. Gedurende langere tijd in een auto. Een omgeving waar zich bijtende stoffen bevinden. Een omgeving met zilte lucht.
Informatie over accessoires en onderhoud 3 Pak de cartridge bij de handgreep en til deze uit de printer. Handgreep 4 Leg de cartridge weg. De printer schoonmaken Gebruik een schone pluisvrije doek en maak voorzichtig de grijze gebieden schoon door naar de voorkant van de printer te vegen. Waarschuwing: Zorg ervoor dat u de overdrachtsrol en de plastic sensors niet aanraakt.
Informatie over accessoires en onderhoud De nieuwe tonercartridge installeren 1 Verwijder de verpakking van de tonercartridge. Verwijder de rode plastic strip en het schuimplastic. Bewaar al het verpakkingsmateriaal. U kunt het gebruiken om de gebruikte cartridge te retourneren. Raadpleeg Recycling van Lexmark-producten voor meer informatie. Rode plastic strip Schuimplastic Verpakking Waarschuwing: Raak de trommel van de fotoconductor aan de onderzijde van de tonercartridge niet aan.
Informatie over accessoires en onderhoud 3 Houd de tonercartridge vast bij de handgreep en plaats deze in de printer: a Lijn de nokjes aan beide zijden van de cartridge uit met de sleuven aan beide zijden van de cartridgehouder. Nokje Cartridgehouder b Schuif de cartridge in de printer totdat deze vastklikt. 4 Sluit de bovenste voorklep. Zorg ervoor dat de klep aan beide zijden goed vastklikt. Als de klep niet goed is gesloten, zal de printer niet goed functioneren. 5 Schakel de printer in.
Informatie over accessoires en onderhoud Recycling van Lexmark-producten Ga als volgt te werk om Lexmark-producten te retourneren aan Lexmark voor recycling: 1 Bezoek onze website: www.lexmark.com/recycle 2 Volg de instructies op het scherm. Laadrol vervangen Bestel een nieuwe laadrolkit als de afgedrukte pagina’s lichte tonervegen vertonen of te donker zijn. Raadpleeg Accessoires bestellen voor informatie over het bestellen van een laadrol.
Informatie over accessoires en onderhoud 6 Druk de rechterkant van de laadrol naar beneden en naar de achterkant van de printer om de rol los te maken van het nokje.
Informatie over accessoires en onderhoud 7 Draai de rol voorzichtig tussen uw vingers en trek de rol naar rechts om deze te verwijderen uit het linkernokje. 8 Trek de laadrol recht uit de printer.
Informatie over accessoires en onderhoud 9 Haal de nieuwe laadrol uit de verpakking. Waarschuwing: Verwijder emballage van de loodrol pas wanneer u deze installeert. Als u de cilinder aanraakt nadat de emballage is verwijderd, wordt de laadrol vervuild en kan de afdrukkwaliteit afnemen. 10 Installeer de linkerkant van de laadrol zoals wordt weergegeven.
Informatie over accessoires en onderhoud 11 Druk de rechterkant van de laadrol naar boven in het nokje met de pijl totdat deze vastklikt. Opmerking: Mogelijk moet u de bovenste voorklep vasthouden terwijl u de laadrol installeert aan de rechterkant.
Informatie over accessoires en onderhoud 12 Verwijder de emballage van de laadrol door deze van de rol af te trekken en uit de printer te halen. 13 Plaats de cartridge terug en sluit de voorklep. 14 Sluit het netsnoer van de printer aan op een geaard stopcontact.
Informatie over accessoires en onderhoud Opties verwijderen Optionele lade verwijderen Als u de lade voor 250 vel en/of de lade voor 500 vel uit de printer wilt verwijderen, gebruikt u dezelfde methode. 1 Schakel de printer uit. 2 Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 3 Maak alle kabels aan de achterkant van de printer los. 4 Gebruik de handgrepen om de printer van de optionele lade te tillen en zet de printer elders neer.
Informatie over accessoires en onderhoud Optionele printergeheugen- of firmwarekaarten verwijderen Hieronder vindt u instructies voor het verwijderen van optionele geheugenkaarten en firmwarekaarten. Opmerking: U hebt een kruiskopschroevendraaier #2 nodig voor deze procedure. Toegang krijgen tot de systeemkaart 1 Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2 Maak alle kabels aan de achterkant van de printer los. 3 Open de bovenste voorklep en de klep van de universeellader.
Informatie over accessoires en onderhoud 5 Draai de zijklep weg van de printer en schuif de klep vervolgens naar de achterkant van de printer om deze te verwijderen. 6 Draai de vijf schroeven op de beschermkap los, maar verwijder deze niet. 7 Schuif de beschermkap naar links totdat de schroeven in de sleutelgatvormige uitsparingen van de klep zitten. 8 Verwijder de beschermkap en leg deze weg.
Informatie over accessoires en onderhoud Optionele geheugenkaart verwijderen Voer de volgende stappen uit om een optionele printergeheugenkaart te verwijderen. Waarschuwing: Optionele geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele geheugenkaart aanraakt. 1 Verwijder de beschermkap. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart. 2 Zoek de optionele geheugenkaart.
Informatie over accessoires en onderhoud Optionele firmwarekaart verwijderen Waarschuwing: Optionele firmwarekaarten kunnen snel beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele firmwarekaart aanraakt. 1 Verwijder de beschermkap. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart. 2 Zoek de firmwarekaart die u wilt verwijderen. 3 Pak de firmwarekaart voorzichtig vast en trek deze in één beweging recht naar buiten.
Informatie over accessoires en onderhoud Beschermkap terugplaatsen 1 Houd de vijf sleutelgatvormige uitsparingen boven de vijf schroeven op de systeemkaart. 2 Schuif de beschermkap naar rechts en draai de schroeven vast.
Informatie over accessoires en onderhoud De zijklep terugplaatsen 1 Lijn de drie nokjes aan de achterkant van de zijklep uit met de sleuven in de printer. 2 Lijn de drie nokjes aan de onderkant van de zijklep uit met de sleuven in de onderkant van de printer.
Informatie over accessoires en onderhoud 3 Druk de zijklep stevig op zijn plaats. Zorg er daarbij voor dat de twee nokjes op hun plaats vallen en dat de richel aan de bovenkant van de zijklep is uitgelijnd met de bovenkant van de printer. Nokjes Richel 4 Sluit de bovenste voorklep en de klep van de universeellader. 5 Sluit alle kabels weer aan op de printer. 6 Sluit het netsnoer van de printer aan en schakel de printer in.
9 Beheer De onderstaande paragrafen zijn bestemd voor netwerkbeheerders die verantwoordelijk zijn voor de printer.
Beheer De menu's op het bedieningspaneel uitschakelen Aangezien de printer mogelijk door een groot aantal personen wordt gebruikt, kan een beheerder besluiten de menu's te vergrendelen om te voorkomen dat anderen de menu-instellingen vanaf het bedieningspaneel kunnen wijzigen. Als u wilt voorkomen dat standaardinstellingen worden gewijzigd, schakelt u als volgt de menu's op het bedieningspaneel uit: 1 Zet de printer uit.
Beheer De fabriekswaarden herstellen Wanneer u voor het eerst naar de printermenu's gaat via het bedieningspaneel, ziet u mogelijk een sterretje (*) naast bepaalde waarden in de menu's. Dit sterretje geeft de fabriekswaarde aan. Dit zijn de oorspronkelijke printerinstellingen. (Fabriekswaarden kunnen per land verschillen.) Als een nieuwe instelling wordt geselecteerd op het bedieningspaneel, wordt het bericht Opgeslagen kort weergegeven.
Beheer Afdruktaken en taken in wacht Wanneer u een taak naar de printer verstuurt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de taak in het printergeheugen moet worden opgeslagen. Wanneer u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, geeft u via de menu's van het bedieningspaneel op welke taak in wacht u wilt uitvoeren. (Raadpleeg Bedieningspaneel voor informatie over het gebruik van het bedieningspaneel.
Beheer Toegang tot taken in wacht via het bedieningspaneel 1 U krijgt als volgt via het bedieningspaneel toegang tot taken in wacht: • • Als de printer in de status Bezig staat, drukt u op Menu om het menu Taak weer te geven. Als de printer in de status Gereed staat, gaat u verder met stap 2. 2 Druk op Menu totdat Taken in wacht of Beveiligde taak op het display van het bedieningspaneel wordt weergegeven, al naar gelang de gewenste soort afdruktaak. 3 Druk op Selecteren (Select).
Beheer • Verwijder de taak. U kunt eventueel meer printergeheugen vrijmaken door de lijst met taken in wacht te doorlopen en andere taken te verwijderen die u naar de printer hebt gestuurd. Als er regelmatig opmaakproblemen optreden bij taken in wacht, kan dat betekenen dat u meer printergeheugen nodig hebt.
Beheer Beveiligde afdruktaak Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, kunt u via het stuurprogramma een PIN-code (persoonlijk identificatienummer) invoeren. Deze PIN-code moet bestaan uit vier cijfers tussen 1 en 6. De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen bewaard totdat u dezelfde viercijferige PIN-code invoert via het bedieningspaneel van de printer en opgeeft dat u de taak wilt afdrukken of verwijderen.
10 Problemen oplossen Paragraaf Pagina Eenvoudige printerproblemen oplossen 157 Weergaveproblemen oplossen 158 Printerproblemen oplossen 159 Problemen met afdrukkwaliteit oplossen 164 Problemen met opties oplossen 169 Problemen bij afdrukken via netwerk oplossen 170 Overige problemen oplossen 170 Contact opnemen met de technische ondersteuning 170 Eenvoudige printerproblemen oplossen Sommige printerproblemen zijn zeer gemakkelijk op te lossen.
Problemen oplossen Weergaveproblemen oplossen Probleem Actie Op het display van het bedieningspaneel worden alleen ruitjes of helemaal niets weergegeven. • Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. • Het bericht Zelftest wordt uitgevoerd verschijnt op het bedieningspaneel. Nadat de test is voltooid, wordt Gereed weergegeven.
Problemen oplossen Printerproblemen oplossen Probleem Oplossing De printer drukt langzaam af als de afdrukkwaliteit Best is geselecteerd in het printerstuurprogramma. Als u een hogere kwaliteit selecteert, wordt de afdruktaak langzamer afgedrukt. Kies de afdrukkwaliteit Draft of Normal als de afdruksnelheid belangrijk is. Met de afdrukkwaliteit Best wordt de helft langzamer afgedrukt dan bij de instelling Normal. De printer drukt langzamer af op smalle afdrukmedia (minder dan 182 mm breed).
Problemen oplossen Probleem Oplossing De taak is niet afgedrukt of er zijn verkeerde tekens afgedrukt. • Controleer of Gereed wordt weergegeven op het bedieningspaneel voordat u een taak naar de printer verstuurt. Druk op Start (Go) om terug te keren naar de status Gereed. • Controleer of afdrukmedia in de printer zijn geladen. Raadpleeg Papier laden en Universeellader vullen en gebruiken. Druk op Doorgaan. • Controleer of de printer de juiste printertaal gebruikt.
Problemen oplossen Probleem Oplossing Afdrukmedia worden verkeerd ingevoerd of er worden meerdere vellen ingevoerd. • Controleer of de afdrukmedia die u gebruikt, voldoen aan de specificaties voor de printer. Raadpleeg Afdrukmedia - bronnen en specificaties voor meer informatie. • Buig de afdrukmedia voordat u deze in een van de bronnen laadt. • Controleer of de afdrukmedia op de juiste wijze zijn geladen.
Problemen oplossen Probleem Oplossing De vellen afdrukmedia plakken aan elkaar of er worden meerdere vellen tegelijk in de printer ingevoerd. • Verwijder de afdrukmedia uit de lade en waaier ze uit. • Plaats niet te veel media in de laden. Raadpleeg de informatie over de capaciteit van de laden in Afdrukmedia - bronnen en specificaties. Papier wordt niet ingevoerd vanuit lade 1 (standaardlade). • Verwijder de afdrukmedia en waaier deze uit.
Problemen oplossen Probleem Oplossing Het papier is gekruld wanneer het uit de printer komt. • • • • Gebruik papier dat is verzegeld in de oorspronkelijke verpakking. Gebruik de andere kant van het papier. Draai het papier 180 graden. Probeer dubbelzijdig af te drukken als de afdruktaak bestaat uit meerdere pagina's. • Open de achterklep voor een rechte papierbaan als u afdrukt op zware afdrukmedia. • Probeer papier van een ander merk of soort, zoals kopieerpapier voor laserprinters.
Problemen oplossen 7 Druk enkele malen op Menu totdat Config afsluiten wordt weergegeven. Druk vervolgens op Selecteren (Select). Het bericht Zelftest wordt uitgevoerd wordt opnieuw weergegeven. De printer keert terug naar de status Gereed. Problemen met afdrukkwaliteit oplossen Een groot aantal problemen met betrekking tot de afdrukkwaliteit kan worden opgelost door accessoires of onderdelen te vervangen die het einde van hun normale levensduur hebben bereikt.
Problemen oplossen Probleem Oplossing Toner geeft af of hecht niet op de pagina. • Als u afdrukt op een ongelijkmatig oppervlak, wijzig dan de instellingen voor Papiergewicht en Papierstructuur in het menu Papier. Raadpleeg Papiersoort. • Controleer of de afdrukmedia voldoen aan de printerspecificaties. Raadpleeg Afdrukmedia - bronnen en specificaties voor meer informatie.
Problemen oplossen Probleem Oplossing Er zijn effen zwarte gebieden of witte strepen te zien op transparanten of papier. • Kies in de toepassing die u gebruikt, een ander vulpatroon. • Probeer afdrukmedia van een andere soort. Afdrukmedia die zijn ontworpen voor kopieerapparaten, geven de beste resultaten. • Haal de tonercartridge uit de printer en schud deze heen en weer om de toner beter te verdelen en zo de levensduur van de cartridge te verlengen. Plaats de cartridge daarna terug.
Problemen oplossen Probleem Oplossing De taak wordt afgedrukt, maar de linkermarge en bovenmarge zijn onjuist. • Controleer of de instelling voor Papierformaat in het menu Papier goed is. • Controleer of de marges in de toepassing correct zijn ingesteld. Afdrukken zijn te donker. Wijzig de instelling voor Tonerintensiteit in het menu Kwaliteit. Opmerking: Macintosh-gebruikers moeten er op letten dat het aantal regels per inch (lpi) niet te hoog is ingesteld in de toepassing. Pagina's zijn leeg.
Problemen oplossen Probleem Oplossing Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond. • Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd. Raadpleeg Cartridge vervangen voor meer informatie. • Vervang de cartridge. Raadpleeg Cartridge vervangen voor meer informatie. • Vervang de laadrol als het probleem aanhoudt. Zie Laadrol vervangen voor meer informatie. Er worden onverwachte tekens afgedrukt of er ontbreken tekens.
Problemen oplossen Problemen met opties oplossen Probleem Oplossing De optie functioneert niet goed nadat die is geïnstalleerd of stopt na enige tijd. • Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, trekt u de stekker van de printer uit het stopcontact en controleert u de verbinding tussen de optie en de printer. • Controleer of de optie is geïnstalleerd en geselecteerd in het stuurprogramma dat u gebruikt.
Problemen oplossen Problemen bij afdrukken via netwerk oplossen Probleem Oplossing De taak is niet afgedrukt of er zijn verkeerde tekens afgedrukt. Als u een Lexmark printerserver gebruikt, controleert u of deze correct is ingesteld en of de netwerkkabel is aangesloten. Opmerking: Raadpleeg de documentatie bij de printerserver voor meer informatie. Voor gebruikers van Novell: • Het bestand netware.drv moet van 24 oktober 1994 of later zijn.
Kennisgevingen Paragraaf Pagina Handelsmerken 171 CG Times Gebaseerd op Times New Roman onder licentie van The Monotype Corporation plc, product van Agfa Corporation Kennisgeving over licentie 172 Chicago Apple Computer, Inc. Laserinformatie 172 Clarendon Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen Informatie over elektronische emissie 172 Eurostile Nebiolo Energieverbruik van de printer 173 Geneva Apple Computer, Inc.
Kennisgeving over licentie De in de printer geïnstalleerde software bevat: • software die is ontwikkeld door Lexmark en waarvan het copyright bij Lexmark berust; • door Lexmark aangepaste software welke in licentie is verkregen onder de voorwaarden in de GNU General Public License version 2 en de GNU Lesser General Public License version 2.1; • software die in licentie is verkregen onder de licentie- en garantievoorwaarden van BSD.
The United Kingdom Telecommunications Act 1984 ENERGY STAR This apparatus is approved under the approval number NS/G/1234/ J/100003 for the indirect connections to the public telecommunications systems in the United Kingdom.
U kunt de timeout voor de spaarstand via de configuratiemenu's van de printer instellen tussen 1 minuut en 240 minuten. Als u de timeout voor de spaarstand instelt op een lage waarde, vermindert het energieverbruik, maar kan de responstijd van de printer toenemen. Als u de timeout voor de spaarstand instelt op een hoge waarde, reageert de printer snel, maar wordt meer energie verbruikt.
Index A 7 3/4 (Monarch) 13 9-envelop 13 A4 13 A5 13 B5 13 C5 13 DL 13 Executive 13 Folio 13 JIS B5 13 Legal 13 Letter 13 Statement 13 Universal 13 opslag 19 papier laden, universeellader 37 ondersteunde afmetingen 13 optionele lade voor 250 vel laden 21 optionele lade voor 500 vel laden 27 optionele lade voor etiketten laden 21 standaardlade laden 21 richtlijnen briefhoofdpapier 15 briefhoofdpapier, afdrukken op 15 optionele lade voor 250 vel laden 21 optionele lade voor 500 vel laden 27 standaardlade lade
Index vanuit Windows 58 afdruktaken en taken in wacht 153 afdruktimeout configureren 93 Afdruktimeout (Menu Instelling) 93 afmetingen papier 13 Alarminstelling (Menu Instelling) 90 alarmsignalen foutberichten 90 instelling 90 toner 94 Ander formaat (Menu Papier) 80 annuleren, afdruktaak via een Macintosh-computer 61 via een Windows-computer 61 via het bedieningspaneel van de printer 61 artikelnummer parallelle kabel 160 USB-kabel 160 Auto doorgaan (Menu Instelling) 90 Auto NR na HR (Menu PCL Emul) 95, 100
Index Voer PIN in =___ 111 Wachten 116 Zelftest wordt uitgevoerd 113 beschermkap verwijderen 144 beschermkap voor systeemkaart installeren 147 bestellen, tonercartridge 131 beveiligde afdruktaken gebruikersnaam invoeren 153 Beveiligde taak (Menu Taak) 87 beveiligde taken 125 PIN-code invoeren 125 versturen 125 Bindz duplex 60 Bindz duplex (Menu Afwerking) 82 briefhoofd 38 briefhoofdpapier afdrukken op 15 afdrukstand pagina 15 laden in universeellader 38 Bron scheid.
Index Folio 13 JIS B5 13 Legal 13 Letter 13 Statement 13 Universal 13 fotoconductorkit recyclen 136 duplexeenheid afdrukdefinitie 59 gebruiken 59 ondersteunde formaten 11 ondersteunde gewichten 11 E emissie-informatie 172 envelopformaten 10 (Com-10) 13 7 3/4 (Monarch) 13 9 13 B5 13 C5 13 DL 13 enveloppen 17 laden 39 richtlijnen 17 etiketten 18 laden 37 richtlijnen 18 Exemplaren (Menu Afwerking) 82 exemplaren, aantal opgeven 82 G geautoriseerde dealers van Lexmark 128 gebruikersnaam invoeren 153 gecontro
Index lichte tonervegen 168 karton, uitvoer naar achterste uitvoerlade 42 kenmerken, afdrukmedia briefhoofdpapier 15 keuzeschakelaar 26 keuzeschakelaar afdrukmedia 26 keuzeschakelaar lade 26 M MAC Binair PS (Menu Netwerk) 104 MAC Binair PS (Menu Parallel) 102 MAC Binair PS (Menu USB) 107 marges, onjuist 167 meerdere vellen worden ingevoerd 161 Menu Afwerking 81 Bindz duplex 82 Bron scheid.
Index Buffer afdrukken 88 Taak annuleren 86 Taken in wacht 88 Menu USB 107 MAC Binair PS 107 NPA-modus 107 PCL SmartSwitch 107 PS SmartSwitch 108 USB-buffer 108 menu's openen 71 pagina met menu-instellingen afdrukken 123 selecteren 71 menu-items 71 numerieke waarden 71 taal 90 Menu's afdrukken (Menu Extra) 86 menu's op het bedieningspaneel inschakelen 151 menu's op het bedieningspaneel uitschakelen 151 menu's openen 71 Menu, knop 71 Tonerintensiteit 89 Menu Netwerk 104 Inst.
Index voorbedrukte formulieren 76 Papierbron (Menu Papier) 78 Papierformaat (Menu Papier) 77 papierformaten A4 13 A5 13 Executive 13 Folio 13 JIS B5 13 Legal 13 Letter 13 Statement 13 Universal 13 Papiergewicht (Menu Papier) 80 Papiersoort (Menu Papier) 79 papiersteun, omhoog zetten 41 papierstoringen papierbaan 45 vastgelopen pagina's opnieuw afdrukken 91 verhelpen 45 voorkomen 20 Papierstructuur (Menu Papier) 78 papieruitvoerladen 41 achterste uitvoerlade 42 standaarduitvoerlade 41 Parallelbuffer (Menu P
Index Menu's zijn uitgeschakeld 72 Voer PIN in 156 printerproblemen oplossen 157 afdrukmedia worden slordig gestapeld 161 invoer van meerdere vellen 161 USB-poort 160 verkeerde bron 161 verkeerde invoer 161 verkeerde soort afdrukmedia 161 Printertaal (Menu Instelling) 93 printertest hardwaregegevens afdrukken 86 Hex Trace-modus 85 standaardwaarden afdrukken 86 problemen bij afdrukken via netwerk taak wordt niet afgedrukt 170 verkeerde tekens 170 problemen met afdrukkwaliteit, oplossen afdruk te donker 167
Index optionele lade voor 500 vel, fout bij papierinvoer 162 printer aan, niets wordt afgedrukt 161 standaardlade, fout bij papierinvoer 162 USB-poort 160 verkeerde bron 161 verkeerde invoer 161 verkeerde soort afdrukmedia 161 verkeerde tekens 160 foutberichten op bedieningspaneel wissen 71 netwerkproblemen taak wordt niet afgedrukt 170 verkeerde tekens afgedrukt 170 overige problemen actuele stuurprogramma's of hulpprogramma's verkrijgen 170 escapecodes voor de printer 170 printer stopzetten 71 printerins
Index afdrukken op briefhoofdpapier 15 storingen voorkomen 20 wazige tekens 164 witte strepen op papier 166 problemen met afdrukkwaliteit, oplossen 167 afdruk te donker 167 bericht Toner bijna op wo 165 effen zwart op transparanten 166 herhaalde vlekken 166 lege pagina's 167 lichte afdrukken, maar bericht Toner bijna op wordt niet weergegeven 165 lichte tekens 164 lichte tonervegen 168 linker- en bovenmarges 167 ongelijkmatige randen 166 ontbrekende tekens 168 onverwachte tekens 168 pagina te donker 168 s
Index universeellader configureren 75 USB-buffer (Menu USB) 108 USB-kabel artikelnummer 160 USB-poort configureren buffergrootte 108 NPA-modus 107 PCL SmartSwitch 107 PS SmartSwitch 108 taak wordt niet afgedrukt 170 Taal op display (Menu Instelling) 90 taken in wacht 153 beveiligde taken 125 PIN-code invoeren 125 Taken in wacht (Menu Taak) 88 tekens gekartelde 166 testafdruk Hex Trace-modus 85 pagina met menu's 86 Testpagina's voor de afdrukkwaliteit 124 timeout afdrukken 93 wacht 94 toner alarmsignaal 94